Activiteiten

WILLEM PHILIPSZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


WILLEM PHILIPSZ.

ovl. tussen 9 mrt. 1399 en 26 aug. 1400 (Secr. 1573, DuO. 78 f. 49), begr. St. Pieterskerk (DuO. 2033 f. 9v.).

functie:

H. Geestmr. 1388-89.

beroep:

verkocht 1398-99 grafstenen (Ga. 334 (5) f. 17), 1397-98 enten t.b.v. de grfl. kooltuin (GvH. 1474 f. 36v.).

woonhuis:

aan St. Pieterskerkstraat, hierop rustte 2 s. en 12 p.g.g. rente (Ke. 203 f. 22v.-23).

huisbezit:

* een huis en erf aan de Papengracht (Ke. 203 f. 23), hierop bezat Lijsbeth, weduwe van Dirk Boudijnsz., 24 dec. 1404 10 s.pay. rente met houde (NH. Kerkvoogdij Afd. C pf. 1, omslag III stuk I, doorstoken brief 6).

* een huis en erf in de Sacsteeg (Ke. 203 f. 23v.).

* een huis en erf met tuin aan het Noordeinde (Ke. 203 f. 22v.).

landbezit:

* 25 mei 1387 een uiterdijk, strekkend van de dijk tot de Rijn, gekocht tegen 35 s.pay. rente met houde van Willem Smeder. Later verm. als Willem Philipsz.'s boomgaard op het Rapenburg; was zelf de noordelijke belender (Ga. 455 f. 51v.), wrsch. met zijn huis en erf aan het Noordeinde met tuin (Ke. 203 f. 22v.).

* een erf in het Noordeinde bij de molen, tegen 1 £ pay. 28 aug. 1402 door zijn weduwe verkocht (Ke. 416 f. 68).

rentebezit:

* 20 s.pay. op een huis en erf in het Noordeinde, 21 mei 1383 verkocht (Ga. 455 f. 54v.).

* 4 sep. 1384 1 £ g.g. op het huis en erf van Alijd Jan heren Hermansz. aan St. Pieterskerkstraat;

* 13 mei 1385 1 £ g.g. op het huis en erf van Jan Dirk die Brunen Sceriaersz. ald. en:

* 7 dec. 1386 1 £ g.g. op een huis en erf ald.; voornoemde 3 renten droegen de erfgenamen van zijn vrouw, d.w.z. zijn zoon Wouter van der Veen en haar zoon Wouter Hermansz.), 20 okt. 1403 over aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 62 en v.).

* 22 s.pay. op een huis en erf aan het Noordeinde (Ke. 203 f. 23v.).

* 10 s.pay. op een huis en erf ald. (ibidem).

* 6½ s.pay. op een huis en erf ald. (ibidem).

* 17 comans groten op een huis en erf op de hoek van de Kerksteeg (ibidem).

* 9 comans groten op een huis en erf aan de Lombardensteeg (ibidem).

* 3 comans groten op een huis en erf ald. (ibidem).

* 4 s. 8 p.pay. op een erf van St. Pieterskerk, verm. 1398-99 (Ke. 322 f. 15).

* 9 feb. 1386 1 £ pay. op een huis en erf in Gerrit Betkijnssteeg, 17 okt. 1402 door zijn weduwe verkocht (Secr. 1423).

* 5 dec. 1391 1 £ pay. op een huis en erf in het Noordeinde en:

* 30 sep. 1392 10 s.pay. op een huis en erf op de hoek van de Crepelsteeg, beide renten droeg zijn weduwe met zijn zoon Wouter 26 aug. 1400 over aan de Duitse Orde (DuO. 1978 f. 48-49, 255v.).

borgstelling:

17 mrt. 1386 Wouter Hermansz. (d.i. zijn stiefzoon) (Secr. 19 f. 73v.).

familie:

tr. Mercelie, ovl. 1403, voor 20 okt., begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 15v.; Ga. 455 f. 62v.) (zoon uit haar 1e huwelijk: Wouter Hermansz. Ga. 455 f. 62v.; Ke. 203 f. 22v.; ca. 1390-94 schut, woonde toen in de de Burchstrenc, Blok, Hollandsche stad, I 324 en 326).

zoon:

1. Wouter van der Veen

huisbezit:

* een ½ huis en erf aan St. Pieterskerkstraat.

* een ½ huis en erf aan de Papengracht.

* een ½ huis en erf aan de Sacsteeg.

* een ½ huis en tuin aan het Noordeinde.

(de andere ½ van alles bezat zijn halfbroer Wouter Hermansz.).

rentebezit:

* 22 s.pay. op een huis en erf aan het Noordeinde.

* 10 s.pay. op een huis en erf ald.

* 6½ s.pay. op een huis en erf ald.

* 17 comans groten op een huis en erf op de hoek van de Kerksteeg.

* 9 comans groten op een huis en erf in de Lombardensteeg.

* 3 comans groten op een huis en erf ald.

Hoger genoemd huisbezit en renten, afkomstig van zijn vader, verkocht hij 5 juni 1413 aan St. Pieterskerk (Ke. 203 f. 22v.-23).

familie:

van verwantschap tussen hem en Wouter van den Veen, Leids schepen, blijkt uit de bronnen niets (zie ald.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

SIMON PHILIPSZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


SIMON PHILIPSZ.

ovl. in of na 1421 (W. 429 f. 68 en tafel).

functie:

kerkmr. van St. Pancras 1391-92.

woonhuis:

bewoonde 1391 Willem Scickers huis, waarop Pieter Michielsz.'s kinderen en Floris die Meyer 10 s.g.g. rente bezaten (Secr. 84 f. 36). Op zijn huis en erf op het Hogeland verkocht Jacob Simon Frederiksz. 31 aug. 1418 5 s. 6 p.g.g. rente met houde (Ke. 493 f. 93v.).

huisbezit:

een huis en erf aan de Hooigracht verkocht 17 mrt. 1372; Dammas Zegersz. bezat hierop 5 s.g.g. rente; dit huis en erf was in 1421 nog in zijn bezit (W. 429 f. 68 en tafel).

rentebezit:

6 nobel lijfrente t.l.v. de stad, samen met zijn kleinzoon Gerrit Jan Grietenz.z. bezeten, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 19v.).

varia:

hij was 1390 met Bertelmeeus IJmmenz. en Jan Jacob Blijfhiersz. 110 £ pay. schuldig aan Dirk Coenen' kinderen (Secr. 84 f. 19v.).

familie:

tr. IJmma, ovl. 14 nov. 1415, hij gaf St. Pancraskapittel voor haar memorie 5 £ pay. (Ke. 416 f. 53). Dochter:

1. Alijd

ovl. ca. 1413, begr. St. Pancraskerk. tr. Jan Grietenz. (Ke. 416 f. 85, 418 f. 54, zie ald.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

HEER JAN PHILIPSZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


HEER JAN PHILIPSZ.

ovl. tussen 1 juni 1349 en 28 okt. 1351 (Ke. 1006, 1007).

functies:

grfl. klerk 1328-41; rentmr. van Zeeland 1340-41 (zie hfdst. 6).

Bezat de cure van Ouwerkerk op Duiveland, ruilde deze 19 dec. 1333 voor een kanunniksprebende in de Utrechtse Dom, in bezit daarvan verm. 24 juni 1340 en 12 mei 1341 (Brom, Bullarium I 380-381, DuO. 2040x en Devillers, Cartulaire, I 137).

woonhuis:

aan St. Pieterskerkhof, naast de Commanderij van de Duitse Orde, verm. 24 juni 1340 (vgl. DuO. 2040x; Leupen, Filips van Leiden, I 46).

landbezit:

* 13 morgen 2 hond land te Zoeterwoude (Ke. 1007).

* 11 mei 1335 een erf bij een huis en erf aan St. Pieterskerksteeg, gekocht van zijn zwager Claas Godevaardsz. (Ke. 407 f. 2v.).

rentebezit:

20 sep. 1339 een schuldbrief van 120 £ g.g., t.l.v. Claas Godevaardsz. (Ke. 1004).

varia:

zijn zwager Claas Godevaardsz. deed 20 sep. 1339 afstand van alles wat zijn vrouw zou erven van haar broer heer Jan (Ke. 1005); Frank Frankenz. deed t.b.v. hem 14 aug. 1345 afstand van al het goed waar hij door huwelijk met Alide, zr. van Claas Godevaardsz., recht had (Ke. 407 f. VIa).

familie:

zoon van Philips en ver Machteld (die later een onbekende Jacob tr.) (Ke. 407 f. 2v.; daar Machteld als schoonmoeder van Claas Godevaardsz. genoemd). Zijn zr. was Ermgard, tr. Claas Godevaardsz. (Ke. 1005, zie Godevaard Simonsz.). Zijn verwanten waren wrsch.: Dirk, Jan en Gerrit Frankenz. (verm. 26 mei 1353; Ke. 1008, zie Rijswijc).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

PAEDS

 

Previous PageHome PageNext Page


PAEDS

Vgl. voor dit geslacht Brand, 'Patronen'.

I. (ROELOF) (JONGHE) PAEDSE JACOBSZ.

ovl. voor 2 apr. 1427 (Hoek, 'Wassenaar', 87).

beroep:

wrsch. korenkoper; beschikte over een (ros)molen waar de mout (d.i. dikwijls gerst) werd gemalen. Mocht tegen betaling van een borgsom deze molen gebruiken in zijn huis te Katwijk m.i.v. 6 jan. 1378, gedurende 6 jaar, volgens overeenkomst met de burggraaf van 25 mrt. 1377 (Hrlh. Arch. Katwijk 251; Eerdbeek-Claassen, 'Het Zant', 116). Verkocht 1372 twee vossen (GvH. 1230 f. 40).

woonplaats: Katwijk (zie varia).

landbezit:

* 9 mrt. 1372:

- 9 morgen land op de Harnas te De Lier,

- ½ van 6 morgen land in de Toog te Valkenburg en:

- ½ van 5 morgen land te Voorschoten, lenen van de burcht, afkomstig van zijn oom Floris van Sonnevelt (Hoek, 'Wassenaar', 87, 129 en 130).

* 2 morgen land op het Grotevelt aan de Kerske te Valkenburg, afkomstig van zijn vader (Hoek, 'Wassenaar', 573).

* 11 mrt. 1372 de woning te Zonnevelt met 22 morgen land, 2 morgen land te Zwaansvoorde met de vogelleg op de zuidelijke Rijn te Valkenburg alsmede de koren- en smaltiende te Schipluiden, gekocht van de graaf; de verkoop ging echter niet door: de akte werd doorgehaald en reeds 19 mrt. 1372 waren Zonnevelt en andere lenen in handen van heer Koenraad, proost van St. Marie te Den Haag (GvH. 226 f. 127v.-128).

* Het grfl. deel van de Heymcamp te Katwijk; verm. als pachter 1380-82 (GvH. 1459 f. 6v.; 1461 f. 9v.).

varia:

werd 5 mei 1372 Leids poorter met 60 £, afkomstig van Katwijk, borg stond Frank Diedwarenz. (Secr. 19 f. 30v.). Beleend met de tiende van Hodenpijl 11 mrt. 1372 door de graaf (GvH. 226 f. 127v.); 9 mrt. 1372 beleend door de burggraaf met ½ tijns van Voorburg, afkomstig van Floris van Sonnevelt (Hoek, 'Wassenaar', 499); 1382 pachter van de Rijn te Katwijk van de grafelijkheid (GvH. 1461 f. 9v., 1462 f. 16v.). Verm. als welgeborene te Katwijk of Valkenburg 1384 (Kort, 'Register Vrijkopingen', 8).

familie:

zoon van Jacob Jan Gisenz.z., neef van de Leidse burggraaf en Agniese Nannendr. van Sonnevelt (Hoek, 'Wassenaar', 87, 129, 499 en 573). tr. Pieternelle? Begr. St. Pieterskerk (Ke. 7 f. 57v.; DuO. 2033 f. 9; wrsch. de 1420 verm. Pieternelle Paedsen, GvH. 1366 f. 4).

kinderen:

1. Floris Paeds van Sonnevelt, volgt IIa.

2. Hendrik Paedsenz.

functies:

H. Geestmr. 1406-07; schepen 1411-12.

beroep:

drapenier (1407-08; GvH. 1261 f. 73).

rentebezit:

14 okt. 1416 12 p.g.g. op de Huelcamp te Oudshoorn - dit land behoorde wrsch. aan hem en zijn vrouw toe - ; 13 dec. 1420 verkocht (W. 429 f. 193-194, zie Dammas Zegersz. c.s.).

borgstelling:

22 apr. 1403 Gijsbrecht Paedsenz., zijn broer (Secr. 20 f. 13v.).

varia:

werd 15 dec. 1399 Leids poorter, met 60 £ borg stond Pieter Buytewech (Secr. 20 f. 3).

familie:

tr. Lijsbeth, zij kocht 1403-04 een kerkstoel in St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 14); dr. van Dammas Zegersz. (zie ald.).

Kinderen (Brand, 'Patronen', genealogie Paedze van Sonnevelt, pag. 1):

a. Jan Hendrik Paedsenz.;

tr. Geertruud Sijbrandsdr. Ruygrok.

b. Gobburg
c. Simon
d. Claas
e. Pieter
f. Ermgard;

tr. Pieter Jansz. Stoop (mededeling Th. van Zijl te Teteringen).

3. Gijsbrecht Paedsenz.

functie:

kerkmr. van St. Pancras 1417-18.

woonhuis:

te Marendorp 21 nov. 1417 (Secr. 1509).

huisbezit:

27 apr. 1410 een huis en erf te Leiden, gekocht voor 20½ Eng. nobel (RA. 50 f. 96v.).

varia:

Leids poorter 22 apr. 1403 met 50 £, borg stond zijn broer Hendrik Paedsenz. (Secr. 20 f. 13v.); zegel: een ankerkruis, hartschild 3 lelies (Ga. 472, 18 okt. 1420).

familie:

was wrsch. verwant met Jan die Bruun (Ke. 416 f. 65, zie Die Bruun IV).

4. Pieter Paedsenz.

ovl. 25 feb. 1453 (Brand, 'Patronen', genealogie Paedze van Sonnevelt pag. 2).

beroep:

drapenier (vgl. bezit raamstede).

woonhuis:

aan het Rapenburg 1417-18 (Ke. 323 (11) f. 43v.).

landbezit:

* 1417-18 ½ raamstede, waarop een rente voor St. Pieterskerk (Ke. 323 (11) f. 10v. en 19).

* 9 morgen land op de Harnas te De Lier, in leen gehouden van de burggraaf, afkomstig van zijn vader (Hoek, 'Wassenaar', 87).

* 2 morgen land te Valkenburg op het Grotevelt aan de Kerske, afkomstig van zijn vader, Wassenaars leen (Hoek, 'Wassenaar', 573).

* 12 morgen land in de woning te Luttelgheest onder Valkenburg, samen met Willem Aarndsz. gehuurd van de graaf, verm. 1391-92 (GvH. 1469 f. 6v.).

rentebezit:

26 apr. 1416 9½ gouden Eng. nobel schuldbrief, restant 1418 afgeschat (RA. 50 f. 192).

varia:

werd 11 apr. 1415 Leids poorter, met 40 £, borg stond Jacob Merinc Dirksz.; de inschrijving werd later doorgehaald (Secr. 20 f. 51).

familie:

tr. 1e Aleidis van Adrichem (Ke. 416 f. 79v.); tr. 2e Margriet Gerrit Kerkmansdr. (Hoek, 'Wassenaar', 87 en 573); vermoedelijk was zij een dr. van Gerrit Kerckman, schout van Noordwijk 1401-03, en Hazekine Hugendr. (De Moor, 'De testamenten van twee veertiende-eeuwse rentmeesters', 305). Had nageslacht (Brand, 'Patronen', genealogie Paedze van Sonnevelt, pag. 2).

5. Nanne Paedsenz.

ovl. 1409 (GvH. 1263 f. 65).

beroep:

verkocht 1407-08 ossen (GvH. 1261 f. 57).

familie:

zoon:

a. Paedse Nannenz.;

werd 17 mrt. 1417 Leids poorter met 32 £ en Pieter Buytewech Dirksz. als borg (Secr. 20 f. 55v.).

6. Gobburg Paedsendr.

ovl. 1403-04, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 15v.). tr. Pieter Buytewech Dirksz. (W. 429 f. 144; zie ook GvH. 1263 f. 65).

II. FLORIS PAEDS (VAN SONNEVELT) (JONGHE) (PAEDSENZ.)

ovl. 1448 (Brand, 'Patronen', 72).

functies:

schepen 1401-02, 02-03, 06-07; kerkmr. van St. Pieter 1409, 10-11, 11-12, 12; schout 1412.

beroep:

korenkoper (1406-17; zie hfdst. 3 en Ga. 334 (14) f. 12 en (24) f. 24).

woonhuis:

in het Vleeshuisvierendeel (1399-1400, Rek. Lei., I 79).

landbezit:

* land te Voorschoten bij Ter Wadding, verm. 24 apr. 1404 (Ke. 322 f. 212).

* hield wrsch. reeds voor 1421 een gedeelte van het Pietersveld in erfpacht van de St. Pieterskerk (Brand, 'Patronen', 93).

rentebezit:

* 32 groten op een erf, verm. 1409-10 als verschuldigd door Aagte en Rembrand van Zwieten (Secr. 84 f. 79v.).

* 1 mei 1406 3 £ 16 s. licht geld op een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 60v.).

borgstelling:

17 nov. 1402 Gerrit van Oestgeest (Secr. 20 f. 12v.).

varia:

werd 22 juli 1392 Leids poorter, zonder borg (Secr. 19 f. 91); 1384 verm. als welgeborene te Katwijk of Valkenburg (Kort, 'Register Vrijkopingen', 8). Zegel: een ankerkruis (Ke. 806, 22 apr. 1407).

familie:

tr. 1e Costijn, ovl. 1400-01, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (3) f. 12). tr. 2e Jan Aagt, dr. van Jacob Vink, ovl. 1461 (Ke. 58, zie Gobburgenz.). Kinderen (Brand, 'Patronen', genealogie Paedze van Sonnevelt, pag. 3):

1. Jacob van Sonnevelt

tr. Margriet Gerrit Jacobsdr. (zie Gerrit Jacob).

2. Jan van Sonnevelt.

3. Bartraad

zij bezat met haar zr. Gobburg 2 nobel lijfrente t.l.v. de stad, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 21).

4. Gobburg

bezat een lijfrente (zie hiervoor); tr. Jan Aarndsz. (Ke. 58).

5. Agniese

ovl. 1462 (Brand, 'Patronen', genealogie Paedze van Sonnevelt, pag. 3).

6. Maria

tr. Simon Frederik Dirk Nuweveensz. (ibidem; zie Nuweveen, Dirk Renger c.s.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

VAN OYEN

 

Previous PageHome PageNext Page


VAN OYEN

I. WERMBOUD VAN OYEN

woonhuis:

aan de Breestraat, strekkend tot de Middelweg, hierop verklaarde hij 8 jan. 1351 1 £ g.g. rente schuldig te zijn aan Jan die Backer (Ga. 455 f. 15).

familie:

kinderen:

1. Gerrit van Oyen Wermboudsz., volgt II.

2. Willem van Oyen Wermboudsz.

begr. St. Pieterskerk (Ke. 416 f. 31v.).

3. Jan Wermboudsz.

(Hoek, 'Wassenaar', 627 en CBvG, Coll. B. de W., doss. van Zwieten 1e HS p. 4).

familie:

kinderen:

a. Wermboud Jansz.

functie:

H. Geestmr. 1416-17.

b. Mercelie Jan Wermboudsdr.

tr. Gerrit Florisz. (Hoek, 'Wassenaar', 627).

II. GERRIT VAN OYEN WERMBOUDSZ.

ovl. 4 dec. 1423 (Ke. 416 f. 70v.).

functie:

kerkmr. van St. Pancras 1377-78, wrsch. homan te Marendorp 1392 en 1404 (Secr. 84 f. 271v.).

huisbezit:

op zijn woonhuis aan Marendorpsteeg, verm. 1380, bezat de H. Geest 30 s.pay. rente (W. 1765 f. 13, W. 429 f. 24). Belender met een erf aan de achterzijde van een huis en erf aan de Mare 31 okt. 1397 (Ke. 416 f. 118).

beroep:

drapenier (zie bezit raamstede).

landbezit:

* 12 morgen land te Leiderdorp in Achthoeven, leen van de domproostdij te Utrecht, ½ van het leen droeg hij op t.b.v. Gerrit Jacob, die 15 mei 1391 werd beleend; zelf 15 mei 1391 beleend met ledige hand, opnieuw 7 juni 1415; na opdracht door hem 7 aug. 1422 belening van Daniel Pietersz. (Hoek, 'Domproostdij' 9 en 10).

* 11 mei 1375 8 morgen land te Zoeterwoude, 28 jan. 1385 verkocht aan Simon Bort (Klo. 1469 f. 1v. en 3v.).

* 11 morgen land te Woubrugge (vrouw Aichtenweer) na opdracht uit eigen (17 mei 1416) in leen gehouden van de burggraaf, (Hoek, 'Wassenaar', 627).

* land te Woubrugge (Hoogmade), leen van Zuidwijk, belendend aan bovenstaand leen, verm. 17 mei 1416 (Hoek, 'Wassenaar', 656).

* 1412-13 ½ raamstede, St. Pieterskerk had hierop een rente (Ke. 323 (9) f. 7 en 13v. of betrof dit Gerrit van Oyen Willemsz.?).

rentebezit:

* 15 sep. 1378 1 £ pay. op een huis en erf aan de straat van Marendorp (Secr. 1500, of behoorde deze aan Gerrit van Oyen Claasz.?).

* 27 dec. 1379 40 s.pay. op een huis en erf aan de Hooigracht; 17 juni 1426 overgedragen aan St. Pancraskerk door de erfgenamen van zijn weduwe (Ke. 416 f. 75).

* 3 juni 1384 1 £ pay. op een huis en erf te Leiden, afgelost 7 jan. 1395 (RA. 50 f. 6v.).

* 4 okt. 1388 1 £ pay. op een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 25, of behoorde deze aan Gerrit van Oyen Claasz.?).

* 25 feb. 1390 31 s.pay. op een huis en erf aan de Oostgracht van het Hogeland, 28 mrt. 1396 geschonken aan de zusters van St. Catharina (W. 428 f. 101).

* 9 jan. 1392 1 £ pay. op een huis en erf te Marendorp (Ke. 416 f. 71).

* 23 nov. 1395 1 £ pay. op een huis en erf aan de Middelste gracht, 14 mei 1424 door zijn erfgenamen overgedragen aan St. Pancraskapittel voor memoriediensten (Ke. 416 f. 71 en v.).

* 1405 6½ nobel lijfrente, samen met zijn vrouw, t.l.v. de stad, losbaar met 50 nobel (Secr. 80 f. 68v., 513 f. 18v.).

* 1 £ pay. op een huis en erf te Leiden, verm. 1408 (RA. 50 f. 75).

* 13 feb. 1409 1½ kroon 6½ bot op een huis en erf te Leiden, 11 okt. 1411 afgeschat (RA. 50 f. 120).

* 1 okt. 1420 20 groten op een huis en erf in Bouwen Louwensteeg (Ke. 416 f. 71).

borgstelling:

* 20 apr. 1392 Jan Hendriksz. (Secr. 19 f. 93v.).

* 25 jan. 1395 Willem Jan Polremansz. (bij een koop, RA. 50 f. 8v.)

* 13 mrt. 1399 Rotaard die Moelnaer (Secr. 19 f. 111v.).

Gerrit van Oyen Wermboudsz. of Claasz.:

* 26 feb. 1375 Dirk Hermansz. (Secr. 19 f. 40v.).

* 12 juni 1381 Simon Lodder (Secr. 19 f. 52v.).

* 8 feb. 1415 Wouter Willemsz. (Secr. 20 f. 50).

familie:

Gerrit was 30 mei 1419 een der erfgenamen van Katrine, weduwe van Philips Zegersz. (Ke. 58). tr. Katrine, ovl. 29 nov. 1425 (Ke. 416 f. 75), zij woonde 23 mei 1425 in de Jan Vossteeg (de grond was uitgegeven door Dirk van de Werve, die hierop dientengevolge 33 s.pay. bezat met houde, Ga. 980 f. 8). Haar erfgenamen waren de zonen van Martijn Albrechtsz. (zie Willem Martijnsz. c.s.). Kinderen:

1. Geertruud Gerritsdr. van Oyen

ovl. 4 sep. 1400, begr. St. Pancraskerk; liet daaraan 5 £ pay. na voor memoriediensten (Ke. 416 f. 31v.).

2. Katrine

was 13 sep. 1388 reeds non te Loosduinen, toen Femeynse ... Willemsz.'s weduwe haar een lijfrente schonk van 40 s.pay. op 40 morgen land in de Lage Waard te Koudekerk (Ke. 418 f. 91, Kleijntjens, 'Register Loosduinen', 149).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

WILLEM VAN OESTGEEST

 

Previous PageHome PageNext Page


WILLEM VAN OESTGEEST

functie:

schout 1319.

varia:

trad 6 aug. 1319 op als voogd voor kinderen van Huge ver IJdenz. (d.i. Huge uten Voert) (Naaldwijk f. 21v., zie hieronder).

familie:

hij is vermoedelijk de Willem van Oestgeest, ovl. in 1320, gegoed te Rijswijk en Voorhout, zoon van Ghijskijn van Ammers (Hoek, 'Uter Lyere', 65-66).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

GERRIT VAN OESTGEEST RUTGERSZ. C.S.

 

Previous PageHome PageNext Page


GERRIT VAN OESTGEEST RUTGERSZ. C.S.

Op welke wijze dit geslacht in verband staat met het adelijk geslacht van die naam waaruit o.a. Gerrit van Oestgeest, knaap, schout van Oegstgeest en Poelgeest, die zegelde met een ankerkruis (Rijnsburg 427, 7 dec. 1341) is onduidelijk. Het ankerkruis in het zegel van Gerrit van Oestgeest Rutgersz. en zijn naam wijzen in die richting, evenals familiebanden met het eveneens met de Van Oestgeesten verbonden geslacht Bort (Vgl. de kinderen van Walich Jansz. en Kerstine van Oestgeest). Opvallend is bovendien het landbezit te Wateringen van Gerrit van Oestgeest Rutgersz. en zijn dochter Kerstine. Ter plekke was ca. 1300 het geslacht Uten Voert gegoed en voor de kinderen van Huge uten Voert trad in 1319 Willem van Oestgeest als voogd op (Kon. Bibl., Codex 73 E 38 f. 21 en v.). Deze kinderen bezaten toen 9 hond land te Wateringen, waarop hun vader 1 £ besprak t.b.v. het Naaldwijkse kapittel; in 1401 droeg Kerstijn, dr. van Gerrit van Oestgeest Rutgersz., dit land aan het kapittel over (ibidem f. 21 en v., 148).

I. RUTGER HEREN DAMMASZ.

tr. vrou IJde (Ke. 416 f. 46v.). Zoon:

II. GERRIT VAN OESTGEEST RUTGERSZ.

functies:

schepen 1359-60, 60-61, 62-63, 68-69, 69-70, 71-72, 72-73, 75-76, 76-77; gasthuismr. 1366-67; burgemr. 1369-70.

landbezit:

* 11 morgen 2 hond 4 gaard land aan de Banweg te Wateringen en 4½ morgen in het Cleyne Weer ald., samen met Aarnd Jacobsz. en Dirk Doede Danielsz. bezeten en 27 aug. 1363 met hen verkocht (Ke. 415 f. 46).

* 11 feb. 1370 5½ morgen land te Leiderdorp, grafelijk leen, na koop (GvH. 226 f. 121v.).

* 9 hond land te Wateringen (zie zijn dr. Kerstine en de aanhef, hierboven).

* land tussen Rijn en Burmade te Zoeterwoude, gemene voor gelegen met land van Willem Smeder en diens broer Dirk, en Aarnd Jacobsz.; met de laatste bovendien belender daarvan (voor 20 dec. 1369, Ke. 493 f. 35v.).

rentebezit:

20 okt. 1370 de houde op een huis en erf aan de Groenesteeg, op het Hogeland, wrsch. ten gevolge van erfuitgifte Ke. 883).

borgstelling:

* 4 mei 1368 Simon die Smit heer Simonsz., van Oegstgeest (Secr. 19 f. 14).

* 31 mei 1369 Simon Gerrit Willem Gisenz.z. (Secr. 19 f. 19).

* 12 sep. 1372 Floris van Alkemade (Secr. 19 f. 34v.).

varia:

zegel: ruiten (2, 3, 1) met als vrijkwartier een ankerkruis (Ke. 555a, 8 mei 1375; dit vertoont overeenkomsten met het zegel van Huge van der Does Costijnsz.: ruiten (3, 4) met een kruis in het vrijkwartier rechtsboven, Groesbeek, 'Ter Does', 71)).

familie:

tr. Margaretha, dr. van Pieter Gobburgenz. (Ke. 416 f. 46v, zie ald.).

kinderen:

1. Rutger Gerritsz. van Oestgeest

ovl. 17 aug. 1369 (Ke. 416 f. 46v.).

functie:

clericus, kanunnik van St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 46v.).

2. Hildewaar van der Gheest

(Ke. 416 f. 46v.).

3. Kerstine

ovl. 10 nov. 1411, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 51 en 46v.). Zij bezat 1½ morgen land te Wateringen, in een weer van 12 morgen, belast met 1 £ rente t.b.v. het kapittel van Naaldwijk, door haar 22 jan. 1401 verkocht aan dit kapittel, met haar zoon Adriaan als voogd; Simon Bort bezegelde de verkoop (Kon. Bibl., Codex 73 E 38 f. 148, zie aanhef, hiervoor). tr. Walich Jansz. (zie ald.).

4. Elsbina

tr. 1e Aarnd Jacobsz., ovl. 1 feb. 1397, zoon van Jacob Willemsz. (Ke. 896, Ke. 416 f. 24). Hij verwierf door zijn huwelijk land onder Wateringen en Zoeterwoude (zie hoger). Tot zijn verwanten zal Herbaren veren Katrinenz. hebben behoord, die 27 aug. 1363 voor hem zegelde (Ke. 415 f. 46) en in 1390 te Naaldwijk woonde (GvH. 708 f. 8), wat de connecties van dit geslacht Van Oestgeest met die omgeving bevestigt). Of genoemde Herbaren dezelfde is als Herbaren, zoon van Katrine, zuster van heer Pieter den Hoesche, weten we niet. Elsbina tr. 2e Pieter Jansz. (Ke. 416 f. 46v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

DIRK VAN OESTGEEST

 

Previous PageHome PageNext Page


DIRK VAN OESTGEEST

Blijkens zijn zegel behoorde Dirk van Oestgeest tot het adellijke geslacht van die naam (zie Willem van Oestgeest).

functies:

schepen 1398-99, 99-1400, 1410-11.

beroep:

wijnkoper (1409-10, Ke. 323 (8) f. 22); won turf (zie landbezit).

woonhuis:

aan de Breestraat, verm. 17 feb. 1422 (W. 428 f. 132); in het Wolhuisvierendeel ca. 1390, in het Vleeshuisbon 1407-08 (Blok, Hollandsche stad, I 324; Ke. 323 (7) f. 49v.).

landbezit:

* Screvelantshoern te Warmond, 29 dec. 1386 verkocht (Secr. 1723).

* 27 jan. 1395 5 morgen veenland tussen Zegwaard en Zevenhuizen, gekocht van de graaf (GvH. 228 f. 153 en v.).

rentebezit:

19 feb. 1404 een schuldbrief van 114 nobel, afgeschat 15 juni 1410 (RA. 50 f. 93).

borgstelling:

25 mei 1390 Claas Gerritsz. (Secr. 19 f. 83v.).

varia:

zegel: een ankerkruis (Secr. 1529, 26 feb. 1399); was betrokken bij de verzoening inzake de moord op Floris van Rijsoirde, als maag van Willem Hermansz. (26 mrt. 1415, zie Gerrit Alewijnsz. c.s.); pachter van de Hoettiende van Waddinxveen 1397 (GvH. 1475 f. 7v.).

familie:

tr. Margriet (NH. Kerkvoogdij 2032 f. 2) en tr. Erkenraad (Ke. 7 f. 59). Kinderen bij Erkenraad:

1. Dirk

2. Katrine

3. Geertruud

(Ke. 7 f. 59).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

PIETER SIMONSZ. VAN DEN OERDE

 

Previous PageHome PageNext Page


PIETER SIMONSZ. VAN DEN OERDE

ovl. in zijn begijnhof 24 nov. 1392, begr. St. Pieterskerk (Ga. 455 f. 88v.; Ke. 415 f. 41).

functie:

H. Geestmr. 1356-57.

woonhuis:

in het bon Over 't Hof, nabij St. Pieterskerkhof, d.w.z. een voorhuis (met poort) en achterhuis (noordwestzijde), met een boomgaard voor en achter, 20 juni 1389 aan St. Catharinagasthuis vermaakt voor zijn stichting (zie hierna), hij behield voor zichzelf en zijn broer Gerrit het gebruik van de achterwoning en boomgaard (Ga. 455 f. 28). Hij had dit huis 19 okt. 1383 gekocht van heer Aarnd Zwaluwairt, met behoud van 8 s.g.g. met houde t.b.v. heer Alewijn van Rijsoirde (Ga. 455 f. 45v., vgl. ook Ga. 334 (6) f. 23v.).

huisbezit:

* een huis en erf aan St. Pieterskerkstraat, hierop bezat de H. Geest 1380 2 s.g.g. rente, daarop besproken door heer Dirk Gravekijn; het huis was toen van Gerrit uter Delle (W. 1765 f. 9).

* een huis en erf aan de Maarsmanstraat, hierop had de H. Geest 1380 4 s. g.g. (W. 1765 f. 9v.).

landbezit:

* 6 apr. 1370 ¼ van 8 hond en 43¼ gaard land te Doesven, Leiderdorp (Ga. 455 f. 44).

* 23 sept. 1371 8 morgen land te Leiderdorp tussen Rijn en achterdijk (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 eerste deel f. 64).

* 14 juli 1386 4 hond in 5 morgen (Doesven) (Ga. 455 f. 45).

* 22 mei 1388 2 hond land in Doesven, gekocht van Jan Costijnsz. van der Bregghe (Ga. 455 f. 45v.).

Voornoemde percelen land in Doesven (totaal 2½ morgen land) vermaakte hij 20 juni 1389 aan St. Catharinagasthuis t.b.v. zijn stichting, met behoud van vruchtgebruik voor zijn broer Gerrit (Ga. 455 f. 28).

* 2 nov. 1381 5 morgen land te Zoeterwoude bij Rodenburgerlaan, een der belenders was hijzelf (Ga. 455 f. 45); vermoedelijk begrepen in de hierna genoemde:

* 9 morgen land te Zoeterwoude aan Rodenburgerlaan, 20 juni 1389 vermaakt aan St. Catharinagasthuis (overdracht dd. 13 okt. 1389). De overdracht geschiedde met instemming van zijn broer Gerrit. Hij behield het vruchtgebruik. St. Catharinagasthuis diende nu reeds jaarlijks 8 £ pay. uit te reiken aan Jan heren Simon Jan Moenenz.z., mits deze priester werd, dan wel aan een arm priester, voor het lezen van een mis in St. Catharinagasthuis en het doen van memoriediensten (volgens schepenbrief van 12 aug. 1389)(Ga. 455 f. 26, 77, 31v., 32).

* een uiterdijk onder Zoeterwoude, bij testament voor 5 feb. 1374 door hem en zijn vrouw vermaakt aan St. Pancraskerk voor memoriediensten, met behoud van vruchtgebruik (Ke. 415 f. 41 en v.)

rentebezit:

21 p.g.g. met houde op een huis en erf aan de Breestraat-Rijnzijde, gekocht van de burggraaf en 13 jan. 1359 verkocht (Ke. 602).

borgstelling:

11 sep. 1372 Jacob Claas Kivitsz. (Secr. 19 f. 34v.).

stichting:

20 juni 1389 Pieter Simonsz.' begijnhof, t.b.v. arme vrouwen (Ga. 455 f. 28 e.v., Koorn, Begijnhoven, 148-151 en 177-179).

familie:

zoon van Simon van Oerde en Godelt; broer van Gerrit en IJmme (Ke. 7 f. 17). tr. Elisabeth, ovl. 5 feb. 1374, zr. van Agatha (Ke. 415 f. 41 en v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl