STANTVAST

 

Previous PageHome PageNext Page


STANTVAST

I. JAN STANTVAST

tr. Clare (Ke. 418 f. 88v., 416 f. 15).

kinderen:

1. Ludolf Jansz., volgt II.

2. Femeynse

(Ga. 440 f. 29v.)

verm. 28 juli 1373 (RA. 2 f. 20v.).

II. LUDOLF JANSZ.

(Ke. 416 f. 15).

ovl. 1390 (Ke. 418 f. 88v.).

huisbezit:

* 22 nov. 1387 een huis en erf aan de Nieuwe Rijn (Ga. 549).

* 1 feb. 1388 een huis en erf aan de Oude Rijn te Marendorp (Ke. 416 f. 15).

molen:

te Zoeterwoude, verm. 21 feb. 1382 (W. 428 f. 45).

landbezit:

* land te Leiderdorp in het Grote Weer, verm. 7 jan. 1368 (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 f. 177v.-178).

* 11 mei 1370 1½ morgen land tussen Rijn en Afterdijc in Hontswijc, Koudekerk (Ga. 456 p. 341).

rentebezit:

* 3 jan. 1369 1 £ pay. op een huis en erf aan de Hooigracht, 13 feb. 1374 aan de H. Geest geschonken (W. 428 f. 31 en v.).

* 1 feb. 1388 1 £ pay. op een huis en erf aan de Oude Rijn te Marendorp, door zijn zoons en schoonzoons 3 apr. 1391 aan St. Pancraskapittel overgedragen (Ke. 416 f. 15).

* 3 £ pay. op een huis en erf te Leiden, overgedragen aan St. Pancraskapittel, met verplichting daarvan 1 £ pay. rente te geven aan de H. Geest (verm. 13 apr. 1391; W. 428 f. 70).

varia:

23 jan. 1382 droeg hij een rente over ingevolge het testament van Willem Scickersz. en Geertruud Zegersz. (W. 428 f. 45, zie Dammas Zegersz. c.s.).

familie:

tr. 1e N.N.; tr. 2e Geertruud (Kam, 'Memorieboek', 204) Zegersdr., weduwe van Willem Scickersz. (vgl. voornoemde renteoverdracht en het feit dat in het Grote Weer 19 apr. 1382 Willem Scickers kinderen als gegoed worden vermeld en daarvoor in de plaats 22 sept. 1382 Ludolf Jansz.'s stiefkinderen, RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 f. 177v.).

Uit het 1e huwelijk:

1. Jan Stantvast Ludolfsz.

ovl. 1400-01, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (3) f. 12).

functie:

schepen 1383-84, 84-85, 90-91, 92-93.

beroep:

drapenier (21 nov. 1385; GvH. 1236 f. 95v., 1240 I f. 114v.).

woonhuis:

in het Wanthuisvierendeel, verm. ca. 1390 (Blok, Hollandsche stad, I 324).

landbezit:

2 erven aan Levendaalsgracht in St. Pietershoeve, verm. 1398-99, St. Pieterskerk bezat hierop een rente; na hem in bezit van zijn weduwe; 1407-08 niet meer verm. (Ke. 323 (1) f. 6 en v., 323 (7)).

rentebezit:

* 22 juli 1384 pandrente van 9 s. 4 p.pay. op een huis en erf te Leiden, afgeschat 31 jan. 1395 (RA. 50 f. 80).

* 20 comans groten op een huis en erf aan de Breestraat,

* 9 comans groten op een huis en erf ald.,

* 2 groten 2 p.pay. op een raam en erf in St. Pietershoeve,

* 10 comans groten op een huis en erf in de Weversteeg;

voornoemde 4 renten vermaakte hij met zijn broer Mouwerijn aan St. Catharinagasthuis voor memoriediensten; 18 feb. 1404 droeg hun zr. Clare de renten over (Ga. 455 f. 63v.).

borgstelling:

* 14 nov. 1369 Griete Boelen (Secr. 19 f. 21).

* 6 sep. 1380 Jan van Voirburch (Secr. 19 f. 51).

* 12 mrt. 1386 Aarnd Dirksz. (Secr. 19 f. 73).

schenking:

ingevolge het testament van hem en zijn broer Mouwerijn droeg hun zr. Clare 21 juli 1404 1 £ pay. rente op een huis en erf aan het Levendaal (door haar 14 juli 1404 gekocht) over aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 68).

varia:

zegel: hartschild een kruis, daaromheen (2:1) figuurtjes gelijkend op zeepaardjes (Secr. 1422, 9 nov. 1384). Pachtte van de graaf van Blois 1384 een tiende bij de Leidse stadspoort onder Zoeterwoude (Gr.v.Blois 111 f. 14v.).

familie:

tr. voor 25 nov. 1380 Alijd (GvH. 1236 f. 95v.; Ga. 440 f. 30v.), dr. van Wouter van den Veen (zie ald.). Zij bezat 1412-13 1 nobel 13 groten lijfrente t.l.v. de stad (Secr. 513 f. 21).

2. Mouwerijn Ludolfsz.

ovl. 1400-01, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (3) f. 12).

functie:

homan van het Wanthuisvierendeel na 1392 (Secr. 84 f. 270v.).

renten en schenking: zie zijn broer Jan Stantvast.

borgstelling:

25 apr. 1381 Matthijs Matthijsz. (Secr. 19 f. 52v.).

varia:

pachter van de koren- en zoutaccijns 16 apr. 1399-10 juni 1399 (Rek. Lei., I 58).

3. Clare

zij bezat 1½ morgen land tussen Rijn en Afterdijc in Hontswijc, Koudekerk, afkomstig van haar vader, 11 apr. 1415 overgedragen aan St. Catharinagasthuis (Ga. 456 p. 341). tr. Jan Dirk Kintsz., ovl. voor 14 juli 1404 (Ga. 455 f. 68). Hij droeg 13 juli 1385 1½ morgen land te Leiderdorp in het Grote of Brede Weer over, zeer waarsch. afkomstig van zijn schoonvader (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 f. 179). Kinderen (o.a.): Gerrit Jan Dirk Kintsz.z. (Kam, 'Memorieboek', 204). N.B. Zij is vermoedelijk de Claar Jan Stantvastsz. die 1417-18 een ½ raamstede bezat, waarop St. Pieterskerk een rente bezat (Ke. 323 (11) f. 10).

Uit het 2e huwelijk:

4. Erkenraad

(Kam, 'Memorieboek', 204).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl