VAN DER HANT II |
VAN DER HANT II
Deze familie vormde met Van der Hant I één geslacht, blijkend uit zegel en familienaam, alsmede uit de namen Jan en Huge, in beide families gedragen.
I. N.N
gedurende lange tijd schout van Leiderdorp (voor 22 aug. 1365; vgl. Ke. 400, Amb. hrlh. Oegstgeest 752).
kinderen:
ovl. 1414-15 (RA. 50 f. 137, W. 428 f. 124).
huisbezit:
* 7 dec. 1386 een huis en erf aan St. Pieterskerkstraat (eigenaar Jan Dirks Brunen Tsceriaersz., Ga. 455 f. 62, 16 mrt. 1387 verm., W. 429 f. 243v.).
* een huis en erf aan de Vollersgracht, 10 mrt. 1400 aan Claas Jansz. Vos verkocht met behoud van een daarop gevestigde rente (vgl. rentebezit, 1399) (Ga. 456 p. 38).
* 28 okt. 1396 een huis en erf aan St. Pieterskerkstraat; hierop rustte 43 comans groten rente (Ke. 631).
* 2 juni 1409 een huis en erf aan de Nieuwe Kerksteeg, hierop rustte 30 s.pay. rente met houde, 3 aug. 1410 voor haar weer overgedragen (Secr. 1475).
rentebezit:
* 18 apr. 1386 32 s.pay. op een huis en erf aan de Hogewoerd, met consent van zoon Herman aan St. Catharinagasthuis overgedragen voor memoriediensten (29 mrt. 1390; Ga. 455 f. 41v.).
* 3 mrt. 1387 20 comans groten op een huis en erf in Coppenhincsteeg; in opdracht van haar 9 dec. 1409 aan St. Catharinagasthuis overgedragen (Ga. 455 f. 73).
* 12 dec. 1392 22 s.g.g. op het huis en erf van Baarnd Jansz. van Leyden, door haar zoon op haar overgedragen; 5 dec. 1415 verkocht aan de H. Geest voor haar (W. 428 f. 124).
* 18 sep. 1399 6 s.g.g. met de houde op een huis en erf (van Claas Jansz. Vos sinds 10 mrt. 1400) aan de Vollersgracht (RA. 50 f. 137; Ga. 456 p. 38).
* 10 mrt. 1400 32 s. 8 p.pay. op een huis en erf aan de Diefsteeg; 20 apr. 1411 voor haar aan de H. Geest verkocht (W. 428 f. 110v.).
* 10 s.pay. op een huis en erf aan de Crepelsteeg, verm. 20 juni 1402, toen zij zich dit huis en erf liet toeëigenen i.v.m. betalingsachterstand (Ga. 1355 f. 4v.).
familie:
tr. Jan heren Hermansz., ovl. voor 18 apr. 1386 (Ga. 455 f. 41v.). Zoon:
Herman Jansz. (Ga. 440 f. 9; W. 428 f. 124); hij is missch. dezelfde als Herman Jansz. van Zwieten, schepen en burgemeester, zie ald.
II. HUGE VAN DER HANT
functies:
schout 1364, 67, 75-78; schepen 70-71, 71-72, 73-74, 78-79, 83-84, 84-85, 85-86, 89-90; burgemr. 68-69, 69-70, 72-73, 76-77, 81-82, 86-87, 87-88, 90-91, 91-92, 94-95.
woonhuis:
belender te Leiden 14 sep. 1357 (DuO. 1978 f. 50v.).
borgstelling:
* 3 mrt. 1382 Claas Willem Gibenz. (Secr. 19 f. 56).
* 21 jan. 1383 Simon Reinersz. en stiefkinderen (Secr. 19 f. 59v.).
* 3 nov. 1384 Simon van der Eme (Secr. 19 f. 65v.).
* 27 okt. 1389 Jan Alewijnsz. (Secr. 19 f. 81v.).
* 31 okt. 1389 Hendrik Hendriksz. (Secr. 19 f. 81v.).
* 20 okt. 1394 Jan van Zijl (Secr. 19 f. 102).
* 21 sep. 1412 Simon Jansz. (Secr. 20 f. 44).
* 6 nov. 1417 Jacob Woutersz. die Ketelboeter (Secr. 20 f. 56v.).
varia:
zegel: gevierendeeld, 1e kwartier een hand, 2e en 3e fijn geruit, 4e kwartier blank (Ke. 631, 3 feb. 1386); bemiddelde 8 feb. 1388 bij de boedelscheiding van Michiel van der Heydes nalatenschap (Secr. 84 f. 37).
familie:
tr. Haasken, ovl. ca. 1400 (Ga. 444 f. 5v.).
kinderen:
ovl. 1407-08, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (7) f. 13v.).
III. JAN HUGENZ. VAN DER HANT
functie:
schepen 1398-99, 99-1400, 01-02, 05-06.
huisbezit:
1406 een huis en erf te Leiden, voor 56 Eng. nobel gekocht (RA. 50 f. 55v.).
rentebezit:
* 1414-15 43 s. 4 p.pay. op het huis van zijn dr. Zoete, van St. Catharinagasthuis gekocht voor 37 £ 6 s. 8 p. pay. (Ga. 334 (21) f. 19).
* 29 juni 1416 30 plakken licht geld op de inboedel van Bertelmeeus Claasz. (RA. 50 f. 200v.).
borgstelling:
* 17 sep. 1392 Dammas Jan Deurschijnsz. (Secr. 19 f. 91v.).
* 16 nov. 1401 Jacob Jansz. (Secr. 20 f. 9).
* 12 juni 1404 Alewijn Engelbrechtsz. (Secr. 20 f. 17v.).
* 5 jan. 1406 Jacob Doedenz. (Secr. 20 f. 22).
* 27 apr. 1406 Huge Huge Jan Willemsz.z. (Secr. 20 f. 22v.).
varia:
pachter van de tiende van Kerkwerve en Oegstgeest 1399 (GvH. 1477 f. 11v.); trad herhaaldelijk op t.b.v. zijn tante Alijd bij overdrachten door haar.
familie:
tr. Baarte; zij droeg 2 mrt. 1434 een rente van 6 s.g.g. op een huis en erf aan de Vollersgracht over, afkomstig van Alijd Jan heren Hermansz., tante van haar man (Ga. 456 p. 38). Dochter:
op haar huis bezat haar vader een rente, zie hoger.
Auteur | Fred van Kan |
Publicatie | Het Leidse Patriciaat |
Home | www.oudleiden.nl |