WILLEM JAN WILLEMSZ.Z.

 

Previous PageHome PageNext Page


WILLEM JAN WILLEMSZ.Z.

ovl. 21 nov. 1429 (Ke. 416 f. 49).

functies:

schepen 1392-93; H. Geestmr. 1396-97, 97-98, 98-99, 1401-02, 02-03, 09-10, 10-11, 11-12, 13-14; burgemr. 1406-07, 07-08; schout van Nieuwenbroek verm. 1384-85, van Nieuwenbroek en Reeuwijk 1385 (GvH. 1871 f. 11, 1872 f. 9 en v.).

huisbezit:

een huis en erf, bezat hierop een rente; gekocht 1400 voor 25 £ (RA. 50 f. 29v.).

landbezit:

* 10 juni 1383 13 hond land te Oegstgeest, 3 aug. 1411 door hem en Margriet van Nuys, erfgename van zijn vrouw, overgedragen aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 79v.).

* 4½ morgen land te Valkenburgerbroek, na koop; 30 sep. 1389 overgedragen aan zijn vicarie (Ke. 322 f. 12).

* 5½ morgen land te Zoeterwoude, afkomstig van zijn vader, gemene voor gelegen met land van Reiner Jansz., zijn zwager, 30 sep. 1389 overgedragen aan zijn vicarie (Ke. 322 f. 12).

* 3 morgen 2 hond land te Hazerswoude, 30 sep. overgedragen aan zijn vicarie (Ke. 322 f. 12).

* land te Alphen, verm. 7 jan. 1398 en 2 apr. 1412 (W. 428 f. 82v. en 113v.).

* 1½ morgen land te Oegstgeest, 4 aug. 1411 met Margriet van Nuys overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 112).

rentebezit:

* 2 mei 1367 40 s.g.g. op Huge Screvelsz. huis en erf; hierop sinds 9 mrt. 1407 6 s.g.g. pandrente (RA. 50 f. 57).

* 5 juli 1370 1 £ pay. op een huis en erf, daarop bovendien:

* 10 jan. 1398 6 s. 4 p.pay., afgeschat 2 feb. 1398 (RA. 50 f. 18).

* 31 dec. 1373 21 s.g.g. op een huis en erf in de Diefsteeg; 29 nov. 1423 overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 132 en v.).

* 5 mei 1382 1 £ pay. op een huis en erf aan het Steenschuur (W. 428 f. 111v.).

* 6 dec. 1382 14 s.g.g. met houde op een huis en erf aan de Diefsteeg (W. 429 f. 166).

* 25 sep. 1387 1 £ g.g. op een huis en erf aan het Rapenburg, 9 okt. 1397 overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 81v.-82).

* 1 £ pay. op een huis en 3 morgen land te Zoeterwoude en:

* 30 s.pay. op 9 morgen land te Zoeterwoude, 30 sep. 1389 overgedragen aan zijn vicarie (Ke. 322 f. 12).

* 18 jan. 1389 5 £ schuldbrief op een huis en erf, sinds

* 14 jan. 1390 pandrente daarop van 8 s.pay., 9 okt. 1397 overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 81v.-82).

* 4 jan. 1391 1 £ pay. op een huis en erf op Gansoirde bij de Nieuwe Rijn (DuO. 1978 f. 42-43).

* 26 sep. 1392 1 £ pay. op 3 huizen en erven en een boomgaard (RA. 50 f. 29v.).

* 14 nov. 1392 1 £ pay. op 3 huizen erven en een boomgaard (RA. 50 f. 29v.).

* 18 mei 1397 6 s. 4 p.pay. pandrente op voornoemde huizen c.a.;

* 10 jan. 1398 5 s. 4 p. pandrente en 9 jan. 1400 8 s. 1 p. pandrente daarop (RA. 50 f. 29v.).

* 25 mrt. 1399 schuldbrief van 5 £ 8 p. (RA. 50 f. 35).

* 9 feb. 1409 3 £ pay. t.l.v. St. Pieterskerk, 28 mrt. 1415 overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 120 en v.).

* 3½ comans groten met houde op een huis en erf op de Hogewoerd, opgenomen in:

* 2 mrt. 1409 1 gouden Eng. nobel met houde daarop (Klo. 603)

* 1 £ pay. op een huis en erf in Beatrijs Wermboutssteeg (Paradijssteeg), 12 aug. 1411 overgedragen aan St. Pancraskapittel voor memoriediensten (Ke. 416 f. 49).

* 28 groten met houde op een huis en erf en:

* 1414 een pandbrief daarop van 10 s. 4 p.; afgeschat 29 sep. 1415 (RA. 50 f. 149v.).

borgstelling:

13 aug. 1408 Katrijn Everoutsz., uit de Weipoort (Secr. 20 f. 31).

stichting:

30 sep. 1389 St. Pietersvicarie op Gheye Gobburgenaltaar, gesticht met zijn vrouw. Eerste bedienaar werd mr. Jan Reinersz., hun neef. De collatie zou na hen voor hun dr. Alijd zijn (Ke. 322 f. 12).

varia:

verm. als welgeborene te Koudekerk 4 mrt. 1371 (Rijnsburg 128 f. 65v.); hij ontving 6 nov. 1401 het voorrecht dat hij ook als hij buiten de stad woonde in het genot van het Leidse poorterschap zou blijven (GvH. 228 f. 434).

familie:

zoon van Jan Willemsz., verm. 18 okt. 1388 (Ke. 416 f. 49); broer van Geertruud, tr. Reiner Jansz. (zie ald.). Willem tr. Alijd Simonsdr., dr. van Simon Hermansz. en Jutte, wrsch. ovl. voor 1412-13, begr. St. Pieterskerk (W. 428 f. 82; Kam, 'Memorieboek', 191; Ke. 7 f. 51; Secr. 80 f. 65v., 513 f. 18v.). Haar neef was Jan Hamer Poesz. (Ke. 322 f. 12), haar nicht Margriet van Nuys (W. 428 f. 112; Ga. 455 f. 79v.). Dochter:

1. Alijd

verm. 30 sep. 1389 (Ke. 322 f. 12).

Bastaarden:

2. Timan

bezat sinds 26 mei 1402 met zijn vaders vrouw 15 Eng. nobel lijfrente t.l.v. de stad (Secr. 80 f. 65v., 513 f. 18v.).

3. Lijsbeth

verm. 7 jan. 1400 (GvH. 228 f. 269).

4. Aagte

verm. 7 jan. 1400 (ibidem).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl