DIE BRUUN III |
DIE BRUUN III
I. PIETER DIE ASINC
(Ke. 418 f. 95).
Hij is missch. dezelfde als Pieter Asingh die op zijn woning te Voorschoten de kerk ald. 2 s. rente verschuldigd was en het O.L.V.altaar in die kerk jaarlijks 12 p. betaalde (Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 76v. en 77v.).
familie:
kinderen:
(Hoek, 'Rept. Hontshol' 251 en Ke. 415 f. 91).
ovl. 28 juni 1390, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 14v.).
woonhuis:
verm. 15 mei 1382-24 sep. 1384 (W. A V 35 en Ga. 559). Dit huis werd 14 juni 1383 gepand om 28 £ pay. en pander Frank Frankenz. werd een pandrente toegewezen (Ga. 980 f. 7).
landbezit:
2 morgen te Zoeterwoude tussen Zwet en Z..tweg, leen van de hofstad Hontshol (Hoek, 'Rept. Hontshol', 251).
schenking:
liet St. Pancraskapittel 15 £ pay. voor memoriediensten na (Ke. 416 f. 14v.).
familie:
tr. Nelle, verm. 29 juni 1375 (RA. 2a f. 1v.).
ovl. 26 nov. 1383, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 91).
familie:
tr. Willem Tedenz. (ibidem, zie ald.).
II. JAN DIE BRUUN
(Ke. 418 f. 95).
ovl. 28 sep. 1411, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 50v.).
functie:
schepen 1386-87, 91-92, 92-93, 93-94.
beroep:
lakenhandelaar (1371-72, GvH. 1229 f. 65v.).
woonhuis:
aan of nabij St. Pancraskerkhof (Secr. 84 f. 238). Op zijn huis en hofstad (hiervoor genoemd?) had Aagte Claas Barlaersweduwe 15 s. rente (Ga. 455 f. 61).
huisbezit:
* een huis en erf aan het Levendaal 14 juli 1404 verm. (Ga. 455 f. 68).
landbezit:
* een erf op de Hogewoerd, afkomstig van Gijsbrecht Cosijn en Dirk Heylichdach; hierop had de H. Geest 24 s.g.g. rente, ingevolge beider testament van 19 dec. 1374 (W. 428 f. 33).
* 4 juni 1391 2 morgen land te Zoeterwoude aan de Zwet, leen van de hofstad Hontshol, afkomstig van zijn broer Dirk die Asige (Hoek, 'Rept. Hontshol', 251).
rentebezit:
* 24 sep. 1384 3 £ pay. op een huis aan de Oude Rijn, strekkend tot de burcht (Ga. 559).
* 9 feb. 1394 1 £ pay. op een huis te Marendorp (Ke. 416 f. 65; RA. 50 f. 71).
* 16 sep. 1400 11 £ g.g. en 2 ganzen op Daniel Dammasz. (RA. 50 f. 38v.).
* 14 apr. 1401 40 s. op een huis en erf aan St. Nicolaasgracht; door zijn weduwe 22 aug. 1412 aan de H. Geest verkocht (W. 428 f. 113).
* 30 s.pay. op een huis en erf te Leiden, verm. 21 sep. 1404 (RA. 50 f. 47).
borgstelling:
5 juli 1378 Gerrit Pietersz. (Secr. 19 f. 45v.).
varia:
Leids poorter met 20 £ 14 mei 1374, borg stond Willem Allaard Snoecsz. (Secr. 19 f. 37v.). Zegel: rechts: 2 schildjes onder elkaar, links 2 palen (28 nov. 1391, Klo. 78; Secr. 1839 idem).
familie:
tr. 1e Geertruud (Ke. 418 f. 127v.), 2e Machteld, dr. van Gijsbrecht Cosijn (zie Van Rhenen). Kinderen uit het 1e huwelijk (Ke. 418 f. 127v.), voor Jacob, Dirk gezien zijn leeftijd):
rentebezit:
* 27 sep. 1384 28 s.pay. op 11 morgen land te Zoeterwoude; 14 jan. 1438 door Claas die Grebber en Joost die Bruun aan St. Catharina gasthuis overgedragen, samen met een rente op het huis en erf van zijn broer Gijsbrecht Cosijn (Ga. 456 p. 183).
* 1 £ pay. op een huis en erf in St. Pietershoeve, 11 feb. 1407 verkocht (Ga. 455 f. 69).
* 5 groten comans op het huis en erf aan de Nieuwe Rijn van zijn broer Gijsbrecht Cosijn (zie ald.).
familie:
tr. Alijd (Ga. 455 f. 69).
(Ke. 418 f. 127v. en 95), ovl. 25 okt. 1400 (Ke. 418 f. 127v.).
rentebezit:
3 £ pay. op een huis en erf aan de Oude Rijn (Ga. 559).
varia:
reisde wrsch. 1397 naar Schonen (W. 608 f. 4).
familie:
zoon:
a. Gijsbrecht
verkocht 9 aug. 1424 hoger genoemde rente (Ga. 559).
Uit het 2e huwelijk:
Bastaard of uit een huwelijk:
zij kocht 1403-04 een kerkstoel in St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 13v.). Is zij identiek met Margriet, bast. dr. van Jan gezegd Bruyn, tr. met Dirk Willemsz., die ovl. 24 okt. 1412 en liet 5 £ na voor de memorie van haar en haar man? (Ke. 416 f. 52).
III. GIJSBRECHT COSIJN
(GIJSBRECHT JANS BRUNENZ.).
functies:
schepen 1418-19, 19-20; homan op het Hogeland, St. Pancraskerkhof, 1410 (Secr. 84 f. 238).
woonhuis:
Nieuwe Rijn; achter de Nuwe Straat. Hierop was een rente gevestigd van 5 groten comans, in bezit van zijn broer Dirk die Bruun (Ga. 456 p. 183).
landbezit:
* 15 aug. 1412 2 morgen land te Zoeterwoude, leen van Hontshol, afkomstig van zijn vader (Hoek, 'Rept. Hontshol', 251).
* land te Zoeterwoude bij Rodenburgerlaan, verm. 13 jan. 1411 (Ke. 493 f. 91).
* ½ raamstede gehuurd van St. Pieterskerk; in 1417-18 in andere handen (Ke. 323 (9) f. 7 en (11) f. 11).
rentebezit:
* 12 juni 1410 4 £ 20 groten op een huis en erf bij de Maredijk (RA. 50 f. 99).
* 17 jan. 1411 4 nobel licht geld 15½ bot op het huis en erf van Gerrit Jacob Adenz.z.; 20 juli 1414 vestiging van een pandbrief op ditzelfde huis (RA. 50 f. 142v.).
* 1 £ pay. op een huis en erf te Marendorp, afkomstig van zijn vader, 5 aug. 1435 samen met Gijsbrecht Paedsenz. en diens vrouw Katrijn aan het St. Pancraskapittel overgedragen (Ke. 416 f. 65).
* 18 p. 3 £ g.g. op het erf van Zeverijn, nu bij het Stadhuis gevoegd; verm. 1412-13 (Rek. Lei. 261).
borgstelling:
* 30 mrt. 1416 Aarnd Marxz. (Secr. 20 f. 53).
* 7 sep. 1418 Pieter Claasz. (Secr. 20 f. 60).
varia:
zegel: rechts: 3 palen; links: 3 schildjes (30 mei 1419, Secr. 1401). Was 1417-18 aan Steven Poes 11 s. 4 p.pay. schuldig en betaalde dit aan St. Catharinagasthuis (Ga. 323 (25) f. 21).
familie:
tr. Sophia van der Hair, ovl. 7 sep. 1420, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 80v.).
kinderen:
ovl. 11 okt. 1427. tr. Hendrik van Leyden. Begr. St. Pancraskerk in het graf van haar grootvader Jan die Bruun (Ke. 416 f. 80v.).
(Ke. 416 f. 121 en v.RA. 41a f. 65; med. W. van Duijn te Sassenheim).
Tot dit geslacht Die Bruun behoorde wrsch.:
I. ANDRIES DIE BRUUN
ovl. voor 13 mrt. 1359 (W. 428 f. 18).
landbezit:
4 morgen 2 hond 6½ gaard land ten zuiden van Leiden, oostelijk van de Leidse vaart onder Zoeterwoude, samen met Dirk IJdenz. bezeten; verm. 1326-30 (Ke. 493 f. 87v.).
familie:
tr. Clare; zij woonde 13 maart 1359 aan de Maarsmansteeg, het aan haar huis belendende perceel behoorde later toe aan haar kleinzoon Andries Gerrit Zeveritsz.z. (W. 428 f. 18, zie Gerrit Zeveritsz. c.s.). Dochter:
tr. Gerrit Zeveritsz.; haar kleinzoons Huge Andriesz. en Jan Vos Zeverijnsz. voerden 3 palen in hun zegel, die de rechterhelft van het zegel van het geslacht Die Bruun (III) uitmaken (zie Gerrit Zeveritsz. c.s.).
N.B. Een zekere Alijd Andries' weduwe verkocht 5 dec. 1375 met haar zoon Andries die Bruun een rente van 34 s.pay. op een huis en erf in Jan Vossensteeg (W. 428 f. 67v.); verder komt een Willem die Bruun voor die 8 nov. 1359 een rente van 22 s.g.g. op een huis en erf te Marendorp overdroeg op Gerrit Zeveritsz.; hij had deze 2 nov. 1351 verkregen (W. A pf. IV nr. 4).
Auteur | Fred van Kan |
Publicatie | Het Leidse Patriciaat |
Home | www.oudleiden.nl |