VAN ZWIETEN

 

Previous PageHome PageNext Page


VAN ZWIETEN

Bron, voor zover niet vermeld, Van Kan, 'Van Zwieten', I en II.

I. HEER RAMP VAN ZWIETEN

(Hoek, 'Rept. Oud-Teylinghen', 59).

Zoons:

1. Gerrit van Zwieten, volgt IIa.

2. Boudijn van Zwieten, volgt IIb.

?3. Kerstant van Zwieten

verm. 8 jan. 1297 (Prevenier, Dagvaarten, nr. 16),

ovl. voor 31 okt. 1330. Tot zijn nageslacht behoorden wrsch. Kerstant van Zwieten en Dirk van Zwieten Kerstantsz., verm. resp. 4 aug. 1370 en 24 juni 1373, alsmede Kerstant van Zwieten, wijnkoper (1413-14), dienaar van Jan van Beieren (1417-18 en later, GvH. 121 f. 8 en 11v., 1704 f. 9).

IIa. GERRIT (HEER RAMPENZ.) VAN ZWIETEN

ovl. tussen 1306 en 28 mrt. 1309.

familie:

tr. Clare, dr. van Gisekijn van Ammers. Kinderen (o.a.):

1. Dirk van Zwieten, volgt IIIa.

2. Huge Gerritsz. van Zwieten

functie:

schepen 1343-44; schout 1351.

landbezit:

* 13 sep. 1319 9 morgen land te Leiderdorp.

* 20 hond 5 gaard land te zuiden van Zwietersluis te Zoeterwoude, verm. 1326-30.

varia:

was 28 sep. 1324 betrokken bij een geschil over het voorofferen te Leiderdorp; 28 nov. 1366 executeur-test. van heer Bertelmeeus Philipsz. (Gobburgenz.z.).

IIIa. HEER DIRK VAN ZWIETEN

sneuvelde 26 sep. 1345.

familie:

tr. Beatrijs; tr. 2e Ermgard wrsch. van Renneghem); zij woonde naast St. Pancraskerkhof; ovl. (19?) juli 1388 (Ke. 418 f. 78v.).

zoon:

IVa. CLAAS VAN ZWIETEN

ovl. vermoord te Delft 23 aug. 1350.

familie:

tr. Meyne Cuser.

kinderen:

1. Dirk van Zwieten, volgt Va.

2. IJde

ovl. 4 jan. 1371; tr. Pieter Hugenz. (zie Pieter Gobburgenz. c.s.).

Bastaarden:

3. Gillis van Zwieten, volgt Vb.

?4. Bertelmeeus van Zwieten, volgt Vc.

Va. HEER DIRK VAN ZWIETEN

ovl. tussen 24 dec. 1412 en 22 feb. 1413, begr. St. Pieterskerk.

functies:

baljuw van Delfland en Schieland, verm. 24 feb. 1364-31 jan. 1374, van Rijnland verm. 31 juli 1375-13 dec. 1378, van Medemblik verm. 19 mrt. 1380-16 aug. 1383, wrsch. in functie tot in 1386; opnieuw baljuw van Rijnland verm. 11 juni 1386-24 juni 1387.

woonhuis:

10 apr. 1362 te Leiden; 1383 aan de Breestraat nabij de Korensteeg, later in het bon Over 't Hof, naast St. Pietersbegijnhof (5 nov. 1400; W. 428 f. 92v.).

heerlijkheden:

* 10 mei 1381 Urk en Emelwaerde c.a., hoog- en laaggerecht, grfl. leen; beleend met ledige hand 1390, opnieuw beleend ca. 1404. Moest 1408 afstand doen van een deel van dit gerecht; droeg het resterende gedeelte 6 april 1412 op t.b.v. een ander (GvH. 708 f. 7 en 741 I f. 19; vgl. ook hrlh. Urk en Emelwaarde 1 en 5).

* De Haeck onder Achttienhoven, hoog- en laaggerecht, grfl. leen, 1390 beleend met ledige hand, kort nadien in andere handen (GvH. 708 f. 7, 741 I f. 19 en 229 f. 55).

landbezit:

* het huis Zwieten c.a., afkomstig van zijn vader; leen van Oud-Teylingen; omdat hij dit leen niet verhief, kreeg Simon van Teylingen 30 jan. 1360 toestemming van hertog Albrecht het huis te slechten; e.e.a. werd wrsch. niet ten uitvoer gelegd; Zwieten is later steeds in Dirks handen.

* de Duyfhuysboomgaard en -camp bij Zwieten, grfl. leen (ca. 4 morgen land), afkomstig van zijn vader; 1390 beleend met ledige hand; ca. 1404 opnieuw beleend (GvH. 708 f. 7 en 741 I f. 19).

* 1 nov. 1352 18 morgen land te Zoeterwoude, Heynenoort; bij belening van Dirk met ledige hand in 1390 niet meer verm.

* 1 nov. 1352 23 morgen land (1390 de hoeve met 36 morgen) op de Baerle te Hazers- en Zoeterwoude, grfl. leen, 1390 beleend met ledige hand, ca. 1404 opnieuw beleend (GvH. 708 f. 7 en 741 I f. 19).

* 1 nov. 1352 ca. 17 morgen land (1390 ca. 55 morgen) onder Zoeterwoude in de woning van Floris van Renneghem, grfl. leen, 1390 beleend met ledige hand, opnieuw ca. 1404 beleend (GvH. 708 f. 7 en 741 I f. 19).

* 6 dec. 1352 ca. 60 morgen land met hofstad onder De Lier, in vrije eigendom ontvangen van de graaf ter delging van een schuld van 777 £

* ca. 1371 land te Leiderdorp in de Waard, deels geërfd van zijn nicht Meyne, deels gekocht van Gillis van Zwieten; door hem verhuurd. Vestigde op deze landen 22 juni 1398 4 £ pay. rente t.b.v. de H. Geest.

* 28 okt. 1376 8½ morgen land onder Zoeterwoude, grfl. leen, bij belening van Dirk met ledige hand in 1390 niet meer verm.

* 5 morgen land te Zevenhuizen, verm. 6 okt. 1386 en 13 mei 1396.

* 58 morgen land behorend bij de heerlijkheid De Haeck, grfl. leen, beleend met ledige hand 1390, kort nadien in andere handen (GvH. 708 f. 7, 741 I f. 19 en 229 f. 55).

* 8 vierendeel land (4½ morgen per vierendeel) te Zegveld, grfl. leen, beleend met ledige hand 1390, kort nadien in andere handen (Ibidem).

* 21 morgen land aan de noordzijde van Meerburger wetering, Zoeterwoude, grfl. leen, 1390 beleend met ledige hand; 25 jan. 1392 was dit leen uitgebreid tot ca. 45 morgen land, ca. 1404 was van 47 morgen land sprake (GvH. 708 f. 7, 228 f. 29, 741 I f. 19).

* 1 feb. 1391 5 morgen (15 grazen) land (GvH. 741 I f. 19; Verlijsbetten camp) onder Heemskerk, grfl. leen; beleende Jan, bastaard van zijn zoon Claas, 16 mei 1412 hiermee, onder behoud van zijn vrouws lijftocht.

* 9½ morgen land in Overschie, gemeen bezeten met Willem Woutersz.,

* 3 morgen ald. in de Hoek,

* 2 morgen land ald.

* 6 morgen land in De Lier en

* land onder Wateringen; de graaf bevestigde 12 nov. 1395 Dirks aankoopbrief.

rentebezit:

* renten op land te Naaldwijkerbroek, geërfd van Meyne uten Waerde; gaf deze 21 okt. 1371 aan Sophie van der Spangen.

varia:

6 dec. 1352 door de graaf beleend met de tienden en smaltienden van De Lier omdat hij zijn vader in grfl. dienst verloor; 1390 bij Dirks belening met ledige hand niet meer verm. Was 1412-13 bij de graaf in ongenade.

familie:

tr. 1e Machteld, ovl. kort na 10 apr. 1362. tr. 2e IJsenbeel van Borsselen van Brigdamme, ovl. 2 feb. 1424, wrsch. dr. van Claas, heer van Brigdamme en Janna van Zevenbergen. Uit het 1e huwelijk:

1. Catharina

tr. voor 4 juli 1387 Aarnd van Honthorst, ovl. voor 3 maart 1395 (tr. 2e Maria van Polanen).

Uit het 2e huwelijk:

2. Claas van Zwieten

ovl. tussen 29 juni 1412 en 22 feb. 1413, begr. St. Pieterskerk.

functies:

baljuw van Rijnland en Woerden sinds 11 dec. 1403, ook in 1404 verm. (GvH. 1257 f. 26, 1258 f. 1v.); baljuw van Muiden verm. nov. 1407 (GvH. 1261 f. 163). Pachtte met Herman Willemsz. het Leidse schoutambt en gerecht 1396-98 (zie hfdst. 6). Behoorde sedert 1402 tot de Leidse vroedschap; had hij het schoutambt bekleed? (zie Marsilje, Het financiële beleid, 322 en 324).

varia:

8 feb. 1399 beleend met de Rijntiende van Rodenburg, grfl. leen. Diende de graaf in de Friese en Arkelse oorlogen.

familie:

bastaarden:

a. Jan van Orck

ovl. tussen 5 juni en 11 nov. 1462 (Klo. 858 f. 24, Secr. 525 f. 37v.).

functie:

8 mei 1407 Leids schut (Secr. 84 f. 242v.).

rentebezit:

3 nobel 26 groten lijfrente t.l.v. de stad, met zijn grootmoeder IJsenbeel, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 19).

landbezit:

* 10 aug. 1410 12½ morgen land aan de Mije en Diepe Mije onder Bodegraven, samen met zijn zr., ontvangen van zijn vader.

* 16 feb. 1417 lijftocht aan Zwieten met 14 morgen land ald., na overdracht door IJsenbeel, weduwe van Dirk van Zwieten.

b. Katrijn;

ovl. 9 juli 1471 (Secr. 543 f. 170v.); bezat met haar broer land, zie hoger; met haar grootmoeder IJsenbeel een lijfrente van 6½ nobel t.l.v. de stad, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 19).

Vb. GILLIS VAN ZWIETEN

ovl. tussen 25 juli en 4 nov. 1400 (vgl. bijlage 8, schepenlijst).

functies:

schepen 1373-74, 81-82, 82-83, 83-84, 87-88, 88-89, 95-96, 96-97, 99-1400, 1400; burgemr. 1384-85, 93-94, 97-98; grfl. bode ten zuiden van de Oude Rijn, verm. 11 feb. 1368-4 dec. 1372 (missch. reeds 1358; GvH. 1445 I f. 5v.); taalman van Rijnland sinds 23 feb. 1390; baljuw van Rijnland en Woerden sedert 1 juli 1398.

beroep:

won turf (zie landbezit).

landbezit:

* 10 nov. 1368 14 hond land te Zoetermeer, Naaldwijks leen.

* 30 juni 1372 goed afkomstig van Meyne uten Waerde, tegen 3000 schilden gekocht, 10 okt. 1372 verkocht aan Dirk van Zwieten.

* 23 apr. 1391 4 morgen land te Zoeterwoude.

* 27 jan. 1395 5 morgen land tussen Zegwaard en Zevenhuizen, gekocht van de graaf (GvH. 228 f. 153 en v.).

* 4 morgen land te Valkenburg en

* 7 morgen land te Zoeterwoude (verkregen door huwelijk?), 18 okt. 1398 aan zijn vicarie geschonken.

rentebezit:

* 10 s.g.g. op een huis en erf aan de Voldersgracht;

* 31 p.pay. op Claas Horsts huis en erf;

* 8 s.g.g. op een huis en erf;

* 3 s. 1 p.pay. op het huis en erf van Alijd Jan Zoetincs weduwe; van alle genoemde renten had heer Gerrit Hoogstraat Pietersz. de ½; zij waren wrsch. afkomstig van Frank Jansz. (Rijswijc), zijn zwager;

* 10 s.g.g. op een huis en erf aan de Vollersgracht voor de stadsmuur (=Rapenburg) en op een vollerij, verkregen door huwelijk. De genoemde renten droeg hij 6 jan. 1363 over aan heer Gerrit Hoogstraat Pietersz. (Ke. 673 en 648).

borgstelling:

* 7 nov. 1366 Willem van den Hoeve (Secr. 19 f. 9).

* 15 aug. 1381 Jan Pietersz., van Hillegom (Secr. 19 f. 55).

* 17 apr. 1382 Voppe Dirksz. (Secr. 19 f. 56v.).

* 16 apr. 1384 Boudijn Dirk Boudijnsz.z. (Secr. 19 f. 61v.).

* 28 okt. 1388 IJsbrand Boys (Secr. 19 f. 78v.).

* 9 juni 1394 Dirk van Heemskerke (Secr. 19 f. 100v.).

* 15 nov. 1395 Dirk Jansz. (Secr. 19 f. 106v.).

* 26 mrt. 1399 Willem Meinaardsz. (Secr. 19 f. 112).

stichting:

18 okt. 1398 een vicarie op St. Martijnsaltaar in St. Pieterskerk, stelde zijn zoon Jan tot bedienaar aan; de priester diende aldoor uit zijn nageslacht te komen; 27 mrt. 1399 bisschoppelijke bevestiging.

schenking:

3 £ pay. aan St. Pieterskerk (Ke. 323 (4) f. 13v.).

varia:

pachter van de smaltiende van Zoeterwoude 1365 (GvH. 1451 f. 5v.), missch. ook in 1358 (Gillis die Bode; GvH. 1445 I f. 5v.).

familie:

tr. 1e 1360-62 Ave, dr. van Frank Jansz. (Rijswijc, zie ald.), liet St. Pieterskerk 7 morgen land na voor memoriediensten. tr. 2e Minne; zij kocht 1403-04 met haar dochter 2 kerkstoelen in St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 13v.). Kinderen:

1. Dirk Gillisz.

functies:

gasthuismr. 1385-86; kerkmr. van St. Pieter 1400-01.

woonhuis:

in St. Pietersparochie 1402-03 (Ke. 323 (5) f. 17).

huisbezit:

zijn huis en erf werden 13 jan. 1404 verkocht voor 255 £ pay., erop rustte 3½ groot rente met houde (RA. 50 f. 46).

landbezit:

* land te Boschuysen, Zoeterwoude, verm. 16 feb. 1388-1390/91, in erfhuur gehouden van de abdij van Egmond (W. 428 f. 62v.; Egmond 798 f. 77 en 74v.; 605).

* 3 morgen land te Zoeterwoude, tussen Voorschoter Vliet en Zwet, leen van de hofstad Rodenburg, samen met de heer van de Binckhorst bezeten.

familie:

tr. wrsch. Trude, ovl. 1400-01, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (3) f. 12v.). Dochters:

a. Ave
b. Ermtruud.

2. Gerrit Gillisz.

notaris te Leiden 2 juni en 18 aug. 1382.

3. mr. Jan Gillisz.

ovl. voor 1422.

functies:

notaris, verm. 26 juli 1380-2 dec. 1389; vicaris van zijn vaders vicarie sinds 27 mrt. 1399; was hij de provisor van Kennemerland van 1408-09? (Heeringa, Rek. Bisdom Utrecht, 21).

4. Pieter Gillisz.

verm. 24 mrt. 1402 te Leiden.

5. Dochter;

tr. Gerrit Hobbenz.

Vc. BERTELMEEUS VAN ZWIETEN

ovl. voor 29 juni 1399.

functies:

schepen 1379-80, 81-82, 86-87, 87-88; burgemeester 1380-81, 91-92; gasthuismr. 1386-87, 89-90, 91; schout van Waddinxveen 15 sep. 1375.

(woon?)huisbezit:

* een huis en erf aan de Breestraat, verm. 17 okt. 1387 (Ga. 456 p. 15).

* 13 mei 1389 een huis en erf aan de Vollersgracht.

* een huis erf aan het Rapenburg, verm. 16 jan. 1392 (Ke. 73; Ga. 455 f. 51).

* een huis en erf, 1394-95 verkocht (Ke. 334 (2) f. 8).

* een huis en erf, 1394-95 verkocht (Ke. 334 (2) f. 8v.).

landbezit:

* 2 morgen 2 hond land te Leiderdorp met de erdoor gedolven vest, gemene voor gelegen met land van Jan van der Gheest, Willem Buul, Fie, diens tante en Pieter Simonsz.; 8 feb. 1363 verkocht aan heer Volprecht van den Woude (Ke. 493 f. 19 en 17).

* ½ van 5/6 van 4 morgen 1½ hond 7 roeden 1 voet land te Leiderdorp (het Bredeveld), 7 mei 1364 verkocht met zijn zwager Jan Costijnsz. en Machteld Costijnsdr. van der Bregghe (Ke. 493 f. 19v., zie Van der Bregghe - Costijn c.s.).

borgstelling:

* 17 juli 1384 Jan van Toloysen (Secr. 19 f. 62).

* 18 mrt. 1388 Claas Calle (Secr. 19 f. 77v.).

varia:

Leids poorter sinds 5 okt. 1375 met Jan Costijnsz. als borg (Secr. 19 f. 42).

familie:

tr. voor 8 feb. 1363 Geertruud Costijnsdr. van der Bregghe (zie ald.); zij ontving 1397-98 en later 53 s. 4 p.pay. van het goed dat het gasthuis ontving van Alijd Boudijnsdr. van Zwieten (Ga. 334 (4) f. 11v., 334 (5) f. 14). Dochter:

1. Costijn

ovl. wrsch. 1405-06, begr. St. Pieterskerk.

IIb. BOUDIJN VAN ZWIETEN

ovl. voor 20 feb. 1330.

familie:

tr. 1e Barte; tr. 2e Trude, dr. van Hein Hongher (zie ald.).

Kinderen uit het 2e huwelijk:

1. Hendrik Boudijnsz. van Zwieten

2. Alijd Boudijnsdr. van Zwieten

ovl. 1404-05, begr. St. Pieterskerk.

woonhuis:

een huis en erf achter St. Pieterskerk, de ½ 2 feb. 1368 gekocht van heer Huge van der Hant tegen 40 s.pay. rente; 28 juni 1400 aan St. Pieterskerk geschonken onder behoud van 10 £ pay. rente (Ke. 1038).

landbezit:

* 1330 een grfl. leen, afkomstig van haar vader, (een gedeelte van ca. 47 morgen land te Zoeterwoude, die later in handen waren van heer Dirk van Zwieten.

* land te Rodenburg, onder Zoeterwoude, leen van Zwieten, door de leenheer 10 sep. 1389 verkocht (Klo. 1579).

* 6 morgen land te Zoeterwoude, de Baencamp, gemeen bezeten met haar neef Claas Gerritsz.; de heemwerf was van haar alleen; gemene voor gelegen met land van Gerrit Lijsbettenz. Zij vestigde hierop t.b.v. de H. Geest 35 p.pay. rente voor memoriediensten, schonk daartoe ook een rente van 1 £ g.g. die haar moeder voor het begijnhof had bestemd (W. 428 f. 52v.).

* 5 morgen land te Zoeterwoude, gemene voor gelegen met land van Pieter Hugenz., 26 juli 1393 geschonken aan St. Catharinagasthuis.

rentebezit:

* 24 nov. 1376 22 p.g.g. pandrente op 2 huizen en erven aan de Nieuwe Rijn (Ke. 606).

* 28 juni 1400 10 £ pay. op St. Pieterskerk, na haar dood te komen aan haar moeders vicarieën (Ke. 1038).

* 10 £ g.g. op land van Willem Simon Frederiksz. gedurende haar leven, in lijftocht ontvangen van haar man; verm. 29 apr. 1401 (Ga. 456 p. 182).

varia:

collatrix van de door haar moeder gestichte vicarieën (Ke. 1038); werd 29 apr. 1401 in St. Catharinagasthuis opgenomen.

familie:

tr. na 30 mrt. 1359 Hendrik Rottier Jansz. van Leyden (zie ald.). Noemde Claas Gerritsz. 29 apr. 1401 neef.

Bastaard:

3. Dirk Boudijnsz., volgt IIIb.

IIIb. DIRK BOUDIJNSZ.

ovl. voor 24 dec. 1404.

woonhuis:

wrsch. het huis naast het Dinghuis (de vierschaar); hiervan had zijn weduwe nog 10 okt. 1421 het vruchtgebruik.

huisbezit:

21 sep. 1404 werd Dirk Boydijns' (van Zwieten?) huis verkocht met daarop 10 s.pay. met houde voor Andries van der Burch; het huis ontving van 3 kleine huisjes ernaast resp. 2 groten, 6 p. en 10 p.pay. p.j.; verder was er 30 s.pay. op gevestigd t.b.v. Jan die Bruun, alsmede een schuldbrief van 15 £ 10 s.pay. (van 2 mei 1403; RA. 50 f. 47).

landbezit:

? de Minre Nuwelen, op de Mersch te Oegstgeest, verm. 15 juli 1371 (Ke. 493 f. 63v.).

* 3 morgen land te Oegstgeest, vestigde hierop 6 feb. 1385 30 s.g.g. t.b.v. de H. Geest voor memoriediensten (W. 429 f. 54); zijn weduwe en zoon Boudijn verkocht het land 22 feb. 1414 aan de H. Geest.

familie:

tr. Lijsbeth; zij verkocht 24 dec. 1404 10 s.g.g. rente met houde op een huis en erf aan de Papegracht alsmede 2 groten comans rente op een huis en erf aan de Vollersgracht (NH. Kerkvoogdij Afd. C pf. 1 omslag III stuk I).

kinderen:

1. Boudijn van Zwieten, volgt IVb.

Bastaard, bij Trude:

2. Boudijn Dirksz., volgt IVc.

IVb. BOUDIJN VAN ZWIETEN

(zie behalve Van Kan, 'Van Zwieten', ook dezelfde, 'Boudijn van Zwieten').

Geboren 1370-73, ovl. 17 mei 1454, begr. in het klooster Mariënpoel.

functies:

werkzaam in grfl. dienst sedert 1394 (klerk, secretaris), rentmeester van Voorne sinds 18 juni 1410; raad van Jan van Beieren 13 mei 1412, later o.m. tresorier van Holland (zie hfdst. 6).

ambachten: 1 mrt. 1409 Maarssenbroek met tienden en tijns, Stichts leen; na opdracht door hem belening van een ander (11 jul. 1409?).

* 13 mei 1412 een deel van de Naters (zie landbezit).

* 22 feb. 1410 Heikop, de Bloke en Rosweide, met tienden en tijnsen.

woonhuis:

aan St. Pieterskerkhof.

huisbezit:

* een huis en erf aan 's-Gravenhof, 10 dec. 1397 verkocht, gelegen naast het huis en erf van hemzelf; hierop rustte 11 s. 6 p.g.g. met houde (Secr. 1425).

* een huis en erf, verkocht aan Jan van der Woude voor 1414 (RA. 50 f. 138v.).

landbezit:

* 3 akkers land te Kortenhoef, Stichts leen, verm. 7 feb. 1394.

* 7 morgen land te Koudekerk, Voorns leen, 31 mei 1396 ten vrij eigen verkregen.

* 26 jan. 1398 een boomgaard te Goes c.a., grfl. leen.

* 3 morgen land te Oegstgeest, samen met zijn moeder bezeten en 22 feb. 1414 aan de H. Geest verkocht.

* 13 dec. 1404 22 en 6 morgen land te Voorburg, grafelijk leen.

* 2 juli 1411 een hofstad met 5 morgen land aan de Vecht, gehuurd van Splinter, bastaard van Nijenrode.

* 13 mei 1412 ¼ van de gorzen en slikken van de Naters, ter uitgifte in leen verkregen van Jan van Beieren en 16 mrt. 1420 aan deze opgedragen ter belening van een ander.

rentebezit:

* 18 sep. 1399 29 s. 4 p.g.g. waarbrief met houde op een huis en erf (RA. 50 f. 136-137).

* 25 juli 1410 25 kronen schuldbrief op een huis en erf, 1411 afgeschat (RA. 50 f. 110).

* 15 aug. 1410 8 nobel schuldbrief op een huis en erf, 1411 afgeschat (RA. 50 f. 110).

* 12 jan. 1411 6 s. 6 p.pay. op een huis en erf buiten de Noordpoort; 11 s. 4 p.pay. op een huis en erf in de Kerksteeg bij de Vollersgracht en 6 s. op Coen Simonsz.'s huis en erf in de Crepelsteeg en 2 s.pay. op een huis en erf daarnaast (Ke. 203 f. 22).

* 20 s. 6 p.g.g. met houde op een huis en erf aan de Papegracht (DuO. 1978 f. 37v.).

* 10 s. 3 p.g.g. op 2 kameren (van Hendrik Hermansz.'s weduwe, 24 mei 1431) aan de Varkenssteeg (DuO. 1978 f. 37v.).

varia:

trad 26 juli 1393 op als voogd voor zijn tante Alijd van Zwieten; hield 10 okt. 1397 een hoet tarwe p. j. uit de hof te Krabbendijke in leen van het convent van Ter Does in Vlaanderen; werd 11 mrt. 1400 door de commandeur van St. Jan te Haarlem beleend met de heergewaden van de commanderij; 28 aug. 1400 samen met zijn vrouw beleend door de graaf met de koren- en smaltienden van Dorscheveen onder Kortenhoef, met kwijtschelding van de pacht; bezat 31 okt. 1413 de 40ste penning van 1/6 van het uitgors geheten Dirksland buitendijks, met Duvenwaard, Grijsoord en Breemscat.

familie:

26 mrt. 1415 verm. als maag van wijlen Willem Heinenz. (zie Gerrit Alewijnsz. c.s.). Zijn neven waren heer Philips Albarenz. (10 okt. 1421; Ke. 322 f. 31), heer Jan Willemsz. (2 aug. 1427; Ke. 322 f. 32v.) en Pieter van Schoten (2 aug. 1427; Ke. 322 f. 33). tr. Luutgard van Nijenrode, geb. 1378, ovl. 24 feb. 1464, dr. van Otto en Heilwich van Vianen. Hij tochtte haar 13 dec. 1404 aan zijn leengoed te Voorburg.

IVc. BOUDIJN DIRKSZ.

ovl. 20 juli 1418, begr. St. Pancraskerk.

functies:

schepen 1396-97, 97-98, 1404-05; burgemr. 1398-99, 99-1400, 05-06; 1384 schout of bode in Rijnland; 15 aug. 1395 oud-waardijn van de draperie (RA. 4 f. 8v.).

beroep:

drapenier 1395-97 (RA. 4 f. 8v.; GvH. 198 f. 168, 1257 f. 52v.).

woonhuis:

aan het Rapenburg 1417-18 (Ke. 323 (11) f. 43).

huisbezit:

15 feb. 1392 belender met zijn erf aan de achterzijde van een huis en erf aan de Nieuwstraat; dit huis en erf was later in zijn bezit. De H. Geest had hierop 10 s.pay. rente (W. 429 f. 70 en tafel).

landbezit:

* land te Zoeterwoude, verm. 29 sep. 1380 (W. 428 f. 43).

* 1402-603 ½ raamstede belast met een rente t.b.v. St. Pieterskerk; samen met zijn schoonmoeder bezeten (Ke. 323 (5) f. 11v. en volgende rek).

rentebezit:

* 25 juli 1399 een pandbrief van 4 £ 6 s. 8 p. 1 kapoen g.g. (RA. 50 f. 26v.).

* 1 £ pay. op een huis en erf in de Groenesteeg (Ke. 493 f. 59v.).

borgstelling:

23 mei 1411 Willem Paen (Secr. 20 f. 41).

schenking:

1418-19 aan St. Catharinagasthuis 13 s. 4 p.pay. (Ga. 334 (27) f. 18).

varia:

was hij degene die 6 aug. 1380 Leids poorter werd met 20 £ en als borg Claas van Lutinghen? (Secr. 19 f. 51) of werd hij dit pas 16 apr. 1384 (Beudo Dirc Beudens ss.) met 24 £ en Gillis van Zwieten als borg? (Secr. 19 f. 61v.).

familie:

tr. 1e Lijsbeth, ovl. 5 feb. 1399, begr. St. Pancraskerk, liet 15 £ pay. na aan St. Pancraskapittel (Ke. 416 f. 26v.). tr. 13 mrt. 1400 2e Clara Pieter Dirksz.dr. (zie Van Poelgeest - Dirk Willemsz. (II) c.s.).

kinderen:

1. Dirk Boudijnsz. van Zwieten

ovl. 23 of 24 mrt. 1482, begr. St. Pieterskerk; tr. 1e Margriet Loefrollendr., tr. 2e Janna van der Bouchorst.

2. Geertruid

ovl. 27 aug. 1439, begr. St. Pancraskerk, tr. 1423 Andries Riddelofsz.

3. Elisabeth

ovl. 25 jan. 1442, tr. Sijbrand Donisz.

4. Jan Boudijnsz.

Blijkens naam en zegel behoorde tot dit geslacht:

HERMAN JANSZ. VAN ZWIETEN

(Secr. 19 f. 91).

ovl. 1402-03, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (5) f. 19v.).

functies:

schepen 1393-94, 94-95, 95-96; burgemr. 1396-97.

beroep:

exploiteerde wsch. een kalkoven (GvH. 1476 f. 47v.); deed aan turfwinning (RA. 50 f. 26).

woonhuis:

ca. 1390 in het Vleeshuisvierendeel (Blok, Hollandsche stad, I 324).

huisbezit:

13 mei 1397 een huis en erf, hierop had de H. Geest 3 s.g.g. met houde; gekocht voor 104 £ pay. (Secr. 50 f. 14v.). Hij bezat hierop:

rentebezit:

* 6 £ 12 s.g.g. (d.i. pay. 8 £ 16 s.), 1397 afgekocht met 70 £ 8 s.pay. (RA. 50 f. 14v.).

landbezit:

* 27 jan. 1395 10 morgen veenland tussen Zegwaard en Zevenhuizen, gekocht van de graaf (GvH. 228 f. 153 en v.).

* 16 juni 1395 9 morgen 2 hond land te Lisse, samen met IJsbrand van der Laen (GvH. 228 f. 174v.).

* een erf in St. Pietershoeve tussen Hoeflaan en Vliet, verm. 1398-99, 99-1400 in andere handen (Ke. 323 (1) f. 8v., 323 (2) f. 7v.).

borgstelling:

21 juli 1392 Jan Ruysche (Secr. 19 f. 91).

varia:

is hij de Herman van Zwieten die 1 sep. 1385 Leids poorter werd met Bertelmeeus Gorisz. als borg? (Secr. 19 f. 69v.). Zegel: 3 violen, middenboven 1 vleugel (Ke. 816, 3 apr. 1395). Kocht met IJsbrand van der Laen 16 juni 1395 een smaltiende te Leiden (GvH. 228 f. 174v.). Was 16 apr. 1399-4 juni 1399 pachter van de Leidse koren, zout- en vleesaccijns (Rek. Lei., I 57); van de gruit en hop 1396 (GvH. 1474 f. 9).

familie:

tr. Alijd, dr. van Claas Duker. Jan Duker, Simon Rondiel en IJsbrand Strevelant Willem Dukersz. deden 16 juli 1395 t.b.v. haar en Herman afstand van een kamp land te Warmond, die volgens hen 'cruuslant' was (Secr. 1724). Werd als weduwe 22 apr. 1415 Leids poorteres (Secr. 20 f. 51). Zij bezat met een kind uit een vorig huwelijk, Mouwerij Stasenz., sinds 26 mei 1402 12 Eng. nobel lijfrente t.l.v. de stad, losbaar met 80 nobel en sinds 1405 een van 3¼ nobel, losbaar met 25 nobel; verm. 1412-13 als resp. 15¼ en 4 3/4 nobel (Secr. 80 f. 65v. en 68v., 513 f. 18v. en 22). Uit dit huwelijk:

1. Zoon of dochter

ovl. ca. 1400 (Ga. 444 f. 24v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl