HONG(H)ER |
HONG(H)ER
I. HENDRIK HONGHER
functie:
schout 1304-05.
varia:
zegel: de Leidse sleutels, vergezeld van 4 lelies (DuO. 1981xx, 29 mei 1305).
familie:
tr. ver Clare, ovl. na 3 okt. 1323, toen haar land belendde aan de IJdel te Zoeterwoude (Ke. 322 f. 2).
kinderen:
ovl. tussen 7 juni 1357 en 30 mrt. 1359 (Ke. 658, Ke. 1037).
functies:
is hij de schepen van 1322-23? Leids schoolmr.; in ruil voor dit ambt werd hij 23 okt. 1324 secretaris en zegelbewaarder van roomskoningin Margaretha van Henegouwen (GvH. 243 f. 48, zie hfdst. 6); kanunnik van St. Waudru te Bergen, verm. 9 okt. 1353 (Devillers, Cartulaire, I 353).
landbezit:
* 29 aug. 1323 2½ hond land te Boschuysen, Zoeterwoude (GvH. 243 f. 37).
* 5 hond 15 gaard 2 voet land in de ontginning Boschuysen, verm. 1326-30 (Ke. 493 f. 87v.); het bovenstaande land hierin wrsch. opgenomen.
* 4 morgen land tussen Zijl en Mare, met een uiterdijk, te Leiderdorp (Ke. 1038); door zijn zr. Trude aan haar kapelanieën geschonken.
rentebezit:
* 17 nov. 1349 10 s.g.g. op een huis en erf te Leiden, door zijn zr. Trude t.b.v. hem gekocht en aan haar kapelanieën geschonken (Ke. 667 en 1038).
* 10 juni 1355 1 £ pay. op een huis en erf aan de Breestraat, door zijn zr. Trude t.b.v. hem gekocht en aan haar kapelanieën geschonken (Ke. 500 en 1038).
* 12 feb. 1357 40 s.pay. op een ½ huis en erf (later het Wolhuis), en een ½ huis en erf in de naastgelegen steeg, door zijn zr. Trude aan haar kapelanieën geschonken (Ke. 510, 1038, Rek. Lei., I 126, vgl. ook het huis van Jan Grietenz. van der Hant en zijn zoon Daniel dat hieraan belendde en over het Wolhuis Van Oerle, Leiden, 96-97).
* 22 mei 1357 20 s.pay. op een huis en erf te Leiden, door zijn zr. Trude aan haar kapelanieën geschonken (Ke. 671).
* 7 juni 1357 40 s.pay. met houde en 2 kapoenen (of 3 s. 4 p. voor de 2 kapoenen) op een huis en erf aan de Weversteeg, door zijn zr. Trude aan haar kapelanieën geschonken (Ke. 658).
varia:
de door zijn zr. Trude gestichte kapelanieën werden naar hem genoemd; de goederen waren deels van hem afkomstig (vgl. Ke. 1038, 415 f. 53 en 92v.).
zoon:
a. Heer Jacob Jacob Honghersz.
(Ke. 1038 Agn.bhf. 7) ovl. na 14 feb. 1373, begr. St. Pieterskerk (DuO. 2033 f. 13).
functie:
1 apr. 1359 als clericus aangesteld tot vicaris van St. Janskapelanie door zijn tante Trude (Ke. 1038); 30 aug. 1368 priester (Ke. 415 f. 92v.); twistte over een prebende in St. Pieter te Middelburg, deed 14 feb. 1373 afstand van zijn aanspraken (Brom, Bullarium, 237).
(Agn.bhf. 49).
woonhuis:
St. Pieterskerkhof westzijde, naast dat van haar zr. Trude (zie ald.).
rentebezit:
17 jan. 1344 1 £ g.g. op een huis en erf en het erf van een ververij buiten de stad; wrsch. werd deze rente door haar zr. Trude aan haar kapelanieën geschonken (Ke. 663, 1038).
familie:
tr. Bertelmeeus van der Bregghe (zie Simon Goris van der Bregghe c.s. en Ke. 826, betr. land voorheen van Bertelmeeus van der Bregghe; zie ook Van den Bosch (de kinderen van Dirk jr. van der Dobbe).
ovl. na 1 apr. 1359 (Ke. 1038).
woonhuis:
St. Pieterskerkhof westzijde, nabij Agnietenbegijnhof, verm. 2 mei 1355 (Agn.bhf. 49, Koorn, Begijnhoven 171-174).
landbezit:
* 8½ morgen land te Zoeterwoude aan Meerburger watering, afkomstig van Bertelmeeus van der Bregghe;
* 4½ hond land ald., verhuurd;
* 4½ morgen land te Voorschoten aan Amburgherlaan (= (H)Ammerlaan?); deze 3 percelen 1 apr. 1359 vermaakt aan haar vicarieën (Ke. 1038).
rentebezit:
* 12 feb. 1344 1 £ g.g. op een huis en erf, wrsch. aan de Breestraat (Ke. 664, 1038).
* 13 feb. 1355 10 s.g.g. op een huis en erf aan de Vollersgracht, gekocht van Jan van Ammersoyen (Ke. 669);
* 14 nov. 1358 1 £ g.g. op een huis en erf aan het Steenschuur; 1 apr. 1359 is van 40 s.g.g. sprake (Ke. 967)
* 21 dec. 1358 9 s.g.g. met houde op 3 aaneengesloten huizen en erven in de steeg achter Jan van Ammersoyens woonhuis en van deze gekocht (Ke. 672); de voornoemde renten vermaakte zij 1 apr. 1359 aan haar stichtingen (Ke. 1038).
stichtingen:
1 apr. 1359 2 kapelanieën, van St. Andries en St. Jan, ter gedachtenis aan haar ouders, mr. Andries, Margaretha van Henegouwen en al haar vrienden, te verdienen op een plaats door de collator aan te wijzen; dat was 1 sep. 1364 nog St. Pieterskerk, maar werd 30 aug. 1368 St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 92v.). Zij deed hieraan schenkingen (vgl. land- en rentebezit van haar, haar broer Andries en zr. Reinsent). Stelde Huge van der Hant, priester, haar neef, aan tot vicaris van St. Andries en haar neef Jacob Jacob Honghersz.z., clericus, tot vicaris van St. Jan. De collatie zou overgaan op haar dr. Alijd en bij gebrek van nageslacht van deze op heer Huge van der Hant, Daniel diens broer, dan wel haar nicht Lijsbeth, gehuwd met Jan van Ammersoyen, en tenslotte voor de naaste verwanten gesproten uit het nageslacht van haar zr. Clare (Ke. 1038).
familie:
tr. Boudijn van Zwieten (zie ald.)
tr. Jan Grietenz. (zie Van der Hant I; hun zoon Huge noemde mr. Andries zijn oom, Ke. 415 f. 77, en werd door Trude Hein Honghersdr. neef genoemd; behoorde bovendien tot het nageslacht van Trudes ouders, vgl. de bepalingen bij haar kapelaniestichtingen, Ke. 1038).
(Ke. 1038)
tr. Gerrit Gorisz. van der Bregghe (zie Simon Goris van der Bregghe c.s.; haar dr. Lijsbeth, tr. Jan van Ammersoyen, was nicht van Clares zr. Trude en zal gezien de bepalingen inzake de collatie van Trudes vicarieën tot het nageslacht van Trudes ouders behoren).
Met dit geslacht was wrsch. verwant:
Heer Jacobus Hongher ovl. 25 jan. 1431 (Ke. 416 f. 82v., 418 p. 12).
functies:
vicaris van St. Pancras; bedienaar van St. Andriesvicarie, gesticht door Trude Hein Honghersdr., verm. 1399-1400 en 09-10 (Rek. Lei., I 126, Ke. 323 (8) f. 17v., zie ook onder Willem Luutgardenz. c.s.: mr. Jacob Simonsz.); organist van St. Pieterskerk (Ke. 323 (2) f. 16v., 323 (3) f 15v.; F. Annegarn, Floris en Cornelis Schuyt).
opleiding:
als student te Keulen verm. 1396 (Keussen, Matrikel Köln, I nr. 29, 5).
Auteur | Fred van Kan |
Publicatie | Het Leidse Patriciaat |
Home | www.oudleiden.nl |