Regenten Weeshuis Leiden
Drabbe

 

Drabbe: Personalia
<bron
1>
             
1   Drabbe, Adriaan Isaac Burgittus, regent van 1797-1807  
2   geb. Sas van Gent 24.12.1745, daar de kerkelijke registers van Sas van Gent van de jaren 1742 t/m 1747 geheel of gedeeltelijk vernield zijn bij een kerkbrand, is zijn doop niet meer te vinden  
3   overl. L. 29.3.1828, (oud 82¼ jaar, kinderloos weduwnaar van Henriette Cocq), begr. L. HK. 2.4.1828  
4   woonde op het Steenschuur en in de Breestraat  
5   kapitein in het leger tot zijn pensionering 1788  
6   militair lid van de Maatschappij van Weldadigheid, afd. Leiden 1818-1820 en burgerlijk lid 1821-1827  
7   wijkmeester van wijknummer 15 in 1800  
8   opzichter over de aanvoer en distributie van brood, kaas, jenever en bier voor het werkvolk n.a.v. de ramp met het kruitschip 1807 (waarbij ook zijn huis op het Steenschuur werd verwoest)  
9   regent van het gevangenhuis 1816-1823  
10   lid van de commissie van inkwartiering en kasernering 1816-1828  
11   zoon van Jacob Drabbe, geb. L. 4.1.1709, ged. L. HK 6.1.1709, overl. Breda 30.6.1769 en Margrieta Dilia Feith, geb. Breda 24.11.1725, ged. Breda 25.11.1725, overl. L. 18.1.1801 (75 jaar), begr. L. HK. 17/24.1.1801, aang. 21.1.1801, 1ste klasse met koetsen (30 gulden)  
12   x Zwolle 10.11.1774
Henriette Cocq
geb. Zwolle 6.8.1751
overl. L. 2.8.1811 (60 jaar) in het huis in de Breestraat
nalatende man Adr. Is. Burg. Drabbe en 1 kind, van de Breestraat naar IJsselsteyn 3.8.1811, begr. aldaar 6.8.1811
op 14-5-1789 komende van Bergen op Zoom aangenomen als lidmaat van de NHK met attestatie
dochter van Gerrit Albert Cocq, kapitein der burgerij te Zwolle en Anna Hartman
 
13   a. Gerrit Willem Hartman
geb. Groningen [1782]
overl. L. 18.9.1827, 45 jaar
 
             
 

 

Drabbe: Notitie 1
<pers
2>
             
1   A.I.B. Drabbe huurde een huis op de Herengracht, gebuurte Schilperoord, dat hij met zijn vrouw en een kind van 15-5-1789 tot 7-4-1790 bewoonde.  
2   Eigenaar: wed. Renaar.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1762-1796, inv.nr. 1856, nr. 42
 
 

 

Drabbe: Notitie 2
<1
3>
             
1   A.I.B. Drabbe huurde een huis op de Herenstraat, gebuurte Sevenhuyse, dat hij met zijn vrouw, een kind en een dienstbode van april 1790 tot mei 1793 bewoonde.  
2   Eigenaar: wed. Pieter Castrop.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1762-1796, inv.nr. 1702, nr. 77
 
 

 

Drabbe: Notitie 3
<2
4>
             
1   A.I.B. Drabbe, stemgerechtigde was eigenaar van een huis op de Koepoortgracht, dat hij met zijn vrouw, een kind en een dienstbode tot oktober 1801 bewoonde.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1906, buurt 15, nr. 31
 
 

 

Drabbe: Notitie 4
<3
5>
             
1   A.I.B. Drabbe, weduwnaar, was eigenaar en bewoner van een huis op de Breestraat. Het huis werd bewoond door 2 leden van het mannelijk geslacht van 18-50 jaar; 1 lid van boven de 50 jaar en 1 lid van het vrouwelijk geslacht.  
             
   
ELO, Volkstelling 1818, inv.nr. 1091, wijk 4, nr. 345
 
 

 

Drabbe: Notitie 5
<4
6>
             
1   De tijdelijke president [van het regentencollege van het weeshuis] Drabbe op de Bredestraat. Waarschijnlijk woonde hij vanaf 1801 op de Breestraat.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 3869
 
 

 

Drabbe: Notitie 6
<5
7>
             
1   Een groot deel van de begunstigers, [zangcollege weeshuis] destijds leden of intekenaars genoemd, is te plaatsen in de milieus van regenten, intelligentia en grotere ambachtsbazen.  
2   In 1796 waren er meer dan 100 donateurs, in 1797 waren er precies 100 en in 1798 bedroeg hun getal 78. Een van hen, kapitein der schutterij Drabbe trok zich eind 1796 terug als donateur. Zijn bijdrage werd teruggegeven.  
             
   
Haan, S.W.M.A. den en P.M. Kann, Zucht om zich te oefenen in de lieflijke zangkunst. (Alphen aan den Rijn 1996) 39
 
 

 

Drabbe: Notitie 7
<6
8>
             
1   Geeft te kennen Adriaan Isaac Burgittus Drabbe, wijkmeester van het wijknummer 15 binnen deze stad, dat hij suppliant in het uitoefenen van den voorschr. post zovele continuele werkzaamheden ontmoet, dat het hem ondoenlijk wordt dezelve in die orde te kunnen blijven waarnemen, zoals zulks naar des suppliants inzien behoort. Dat hem suppliant voornamelijk daarin hinderlijk zijn zo huiselijke omstandigheden als en wel bijzonder de post van regent van het H.G. of armen weeshuis alhier, waartoe hij suppliant ook geen gering gedeelte van zijn tijd besteden moet. Dat hoe volwaardig de suppliant ook anders zijn mogen om in alle maatschappelijke lasten te delen en te helpen dragen, hij suppliant zich echter verzekerd houdt, dat gijlieden niet meerder van hem vorderen zult dan de suppliant mogelijk is te kunnen verrichten. En keert mitsdien de suppliant zich tot ulieden, verzoekende dat het Ulieden mogen behagen hem van zijn post als wijkmeester te ontslaan en daarvan te verlenen appointment in forma.  
2   De administratieve municipaliteit van Leiden heeft den requestrant ontslagen van de post als wijkmeester van het wijk nr. 15. Actum 25 febr. 1800.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 602, f. 254-255
 
 

 

Drabbe: Notitie 8
<7
9>
             
1   Adriaan Isaac Burgittus Drabbe is benoemd tot opzichter over de aanvoer en distributie van brood, kaas, jenever en bier voor het werkvolk dat n.a.v. de kruitramp op 12 januari 1807 naar Leiden kwam om het puin op de ruine op te ruimen.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 642, notulen H.Hren. Wethouderen der stad Leiden, d.d. 17-1-1807
 
 

 

Drabbe: Notitie 9
<8
10>
             
1   Naamlijst der eigenaren van de gebouwen den 12 januari 1807 te Leiden vernield of onherstelbaar geworden, behorende bij de kaart van deze ruïne door de landmeter P. van Campen daarvan gemaakt. De getallen op de gronden in deze kaart getekend zijn overeenkomende met de cohieren der verpondingen.  
2   Bon West-Nieuwland 242 en 244 [tussen Koepoortsgracht, Molensteeg, Vliet en Steenschuur] Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en de zijnen.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 642, bijlage no. 107a
 
 

 

Drabbe: Notitie 10
<9
11>
             
1   Op 8 mei 1807 koopt Adriaan Isaac Burgittus Drabbe van Frans van Stripiaan Jacobsz. t.o.v. schout en schepenen van Leiderdorp "een zeer vermakelijke speeltuin nr. 7, genaamd Veldzigt voor deze geweest zijnde twee tuinen, med deszelfs hegte sterkes en logeabele huizinge, voorzien van diversen kamers en vertrekken, keuken, kelder en verdere getimmertens, zijnde de tuin nieuw aangelegt en met exquise vruchtbomen beplant, staande en gelegen buiten de Maarepoort der stad Leiden aan de Heerenweg of Trekvaart op Haarlem onder dezen Ambagte van Leiderdorp, belend aan de eene zijde Anthony Arnolts, aan de andere zijde Jan Moelee, strekkende voor van de Trekvaart tot achter aan zekere vaarsloot". Voorts vrij en zonder enige belasting, zijnde de jongste waarbrief van 26-3-1801.  
2   koopsom: 2100 gl. a 40 groten gereed.  
             
   
NA, Rechterlijk Archief Leiderdorp 55, f. 87v, d.d. 8-5-1807
 
 

 

Drabbe: Notitie 11
<10
12>
             
1   De heren Drabbe en Van Senden na vooraf belet gevraagd te hebben, zijn ter kamer van vrouwe regentessen gekomen en hebben haar edelen kennis gegeven (mede in naam van de heer Scheltus) dat zij ontslag van hun posten als regenten van dit godshuis verzocht en verkregen hadden. De heer Drabbe het woord voerende mede voor de andere heren, nam een allervriendelijkst en aandoenlijk afscheid, bedankende de dames voor de goede harmonie en aangename verkering gedurende deszelfs samenzijn en werkzaamheden tot welzijn van dit godshuis. Eindigende zijn aanspraak met de beste en uitgebreidste zegeningen toe te wensen over het werk der dames en de belangen van dit huis als over haar edele personen en familie. Dit alles werd door mevrouw Bisdom als voorzitster in naam der overige dames met gene minder hartelijkheid en aandoening op dezelfde wijze beantwoord en de heren in hunne onderscheidene betrekkingen de beste zegen toegewenst, terwijl de dames niets vurigers verlangt hadden als dat deze band nog lang onverbroken gebleken was, zijnde dit bezoek na aanbeveling van vrienschap ter beider zijde, gescheiden.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 200, verg. 9-11-1807, art. 6
 
 

 

Drabbe: Notitie 12
<11
13>
             
1   Brief van A.I.B. Drabbe en A.P.I. Drabbe aan de burgemeester van de stad Leiden.  
2   Geven eerbiedig te kennen de ondergetekende A.I.B. Drabbe en A.P.I. Drabbe dat hun oliemagazijn en aanbelende huizen, staande en gelegen in zekere poort aan de westzijde van de Koepoortsgracht binnen deze stad onder het bon West-Nieuwland no. 244 door de noodlottige gebeurtenis van 12 januari 1807 mede zeer zwaar beschadigd, doch uit hoofde van het groot belang, weder in orde zijn hersteld.  
3   Dat de supplianten om hun magazijn voornoemd niet geheel ten prooi te laten in de noodzakelijkheid worden gebracht om de overblijfsels van een daar nevenstaand pakhuisje no. 243 als toen toebehorende aan Jan Merlijn (het tweede volgende no. 242 aan ons ondergetekende en welk bewoond werd door onze opziender van gedagte magazijn) benevens het daarnaast gelegen huisje no. 241 behoord hebbende aan de erven Matthijs Lulst aan te kopen en alzo ook eigenaars van dezelve zijn geworden met oogmerk en verlangen om het magazijn en de drie daarnaast gelegen huisjes met elkander gecombineerd in orde te laten herstellen, doch daarin door vele beletselen tot hiertoe tot hunne grote schade zijn verhinderd geworden, totdat nu eindelijk de opziender Blank aan hun heeft laten aanzeggen dat zij met het herstellen van meer genoemde huisjes onder approbatie van uwe grootachtbare zouden kunnen voortgaan en keren mitsdien de supplianten tot uwe grootachtbare met ootmoedig verzoek dat aan hun nog mogen worden gepermitteerd om hun  
4   voorschr. magazijn met de drie bovengemelde huisjes aan hun in eigendom toebehorende te mogen combineren en in behoorlijke orde te laten brengen.  
5   A.I.B. Drabbe, mede namens mijn broeder A.P.I. Drabbe.  
6   Fiat verleend 22-9-1808.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 596, f. 97
 
 

 

Drabbe: Notitie 13
<12
14>
             
1   Antwoord van de burgemeester op bovenstaand verzoek.  
2   De burgemeester der stad Leiden heeft bij dezen aan A.I.B. Drabbe en A.P.I. Drabbe wonende binnen deze stad op derzelven verzoek bij requeste gedaan en om daarbij aangevende redenen toegestaan dat zij onder opzicht van een der stadsfabrieken aan hun olie-magazijn zullen mogen aantrekken en daarmede in behoorlijke orde brengen drie daar neven staande pakhuisjes in zekere poort aan de westzijde van de Koepoortsgracht onder het bon West-Nieuwland aan hun in eigendom toebehorende, als een naast voorschr. magazijn staande door hun gekocht van Jan Merlijn; een daaraanvolgende aan hun ook tevoeren hebbende toebehoord en een daarnaast volgende door hun gekocht van de erven van Matthijs Lulst. Leiden den 22 september 1808.  
3   J.C. Potgieter.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 596, f. 98
 
 

 

Drabbe: Notitie 14
<13
15>
             
1   Bij gelegenheid dat twee leeden uit den Raad tot Wethouderen waaren verkooren.  
2   't gaat in deez' Stad hoe langs hoe welder,
op Burgemeesteren Kamer zit,
het Dikste en het Dunste lidt,
De een was Lantaaren man, en de and're briefbestelder
 
3   En Tempore  
4   Welder dit woord word in dien tijd in eene spotagtigen toon veel  
5   gebruyt, in plaats van Beeter, 't gaat wel nog Welder.  
6   de Heer Drabbe, voor heen Commandant van 'S Bosch naderhand  
7   tot Lid van den Raad verkooren, was hij verpligt geworden, om de Leverantie van het ligt voor de Stadslantaarne (iets het welke hij met zijn broeder had aangenoomen) te moeten bedanken, niemand in den Raad evenaarden hem in dikte, maar wel in Verstand.  
8   De Heer Kluit, Postmeester een zeer dun mager manneke met een gezonde kop, minder Vleesch dan D ... maar meer Herssens.  
9   [ca. 1805].  
             
   
ELO, Bibliotheek Leiden en omg. nr. 15148 pf
 
 

 

Drabbe: Notitie 15
<14
16>
             
1   Testament in dato 21 juli 1815.  
2   Voor Thomas van Bergen .... is gecompareerd de heer Adriaan Isaac Burgittis Drabbe, oud-kapitein, wonende op de Breestraat, wijk 4, nr. 345 binnen deze stad, .... zijnde gezond naar ziel en lichaam, zijn geheugen en oordeel hebbende als uiterlijk bleek dewelke aan mij notaris in tegenwoordigheid der getuigen zijn testament en uiterste wille heeft opgegeven ...  
3   Ik herroepe en vernietige alle vorige door mij gemaakte testamenten en uiterste wils dispositien.  
4   Ik noeme en stelle tot mijn enige en algehele erfgenaam mijn enige zoon de heer mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe, wonende binnen deze stad en bij vooroverlijden van dezelve zijn wettige decendent/en bij representatie.  
5   En in geval mijn voornoemde zoon voor mij mocht komen te overlijden zonder wettige nazaten achter te laten, dan benoem ik tot mijn algemene erfgenaam mijn aanbehuwde dochter Wilhelmina Frederika Louisa Tollius, thans echtgenote van mijn voornoemde zoon, willende en begeerde ik dat zij bij mijn overlijden over het eigendom en het genot van alles wat mij op dat tijdstip mocht toehoren de vrije beschikking hebben ....  
6   Gepasseerd ten woonhuize van de heer testateur in een beneden vertrek uitziende op de tuin in tegenwoordigheid van .....  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1815, inv.nr. 61-2, akte nr. 163, f. 317-318
 
 

 

Drabbe: Notitie 16
<15
17>
             
1   Inventaris van goederen, gelden, effecten en papieren in bewaring van Adriaan Isaac Burgittis Drabbe opgemaakt  
2   d.d. 13-2-1828 ten overstaan van notaris Thomas van Bergen op verzoek van de weledelgestrenge heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe, gepensioneerd kapitein, wonende op de Breestraat in wijk 4, nr. 345, wedunaar van wijle Henriette Cocq met wie hij in gemeenschap van goederen onder de vorige bestaand hebbende Hollandse wet is gehuwd geweest. Mitsgaders op verzoek van Wilhelmina Frederica Louisa Tollius, weduwe van mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe, met wie zij op 28-6-1815 onder het thans bestaande burgerlijk wetboek in gemeenschap van goederen volgens de wet is gehuwd geweest en door wie zij bij testamentaire dispositie op 21-7-1815 voor mij notaris in presentie van getuigen ..... .... wonende bij Adriaan Isaac Burgittus Drabbe in huis. Noch ten verzoeke van voorgemelde Frederica Louisa Tollius, weduwe van mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe in haar betrekking als moeder en wettige voogdes over haar alle nog minderjarige kinderen, genaamd: Adriaan henry Hartman Drabbe, Herman Tollius Drabbe, Jean Cretien Drabbe,  
3   Guillaume Jacob Drabbe, Bartha Hermanna Drabbe en Susanna Elisabeth Drabbe welke voornoemde minderjarigen gerechtigd zijn tot de indisponibele portie inde nalatenschap van wijlen hun vader en bekwaam om zich als zodanig te gedragen.  
4   In tegenwoordigheid van mr. Arend Jacob Adriaan Drabbe, rechter ter instructie bij de rechtbank van eerste aanleg van het district 's-Gravenhage, wonende aldaar als toeziend voogd over de voorgemelde minderjarigen waartoe hij is benoemd en beedigd in een familieraad gehouden ten overstaan van de heer vrederechter van het kanton Leiden nr. 1, blijkens het proces verbaal dd. 17-1-1828.  
5   De rekwiranten [eisers] verklaren dat voormelde Henriette Cocq bij mutueel [wederzijds] testament door haar en haar voormelde man op 22-11-1774 in besloten vorm gemaakt, door haar op 2-8-1811 binnen Leiden met de dood bevestigd en hetwelk op bevel van de president van de rechtbank van eerste aanleg te Leiden d.d. 8-12-1812 behoorlijk geregistreerd is en bij acte van depot op 14-1-1813 voor mij notaris in tegenwoordigheid van getuigen gepasseerd is en behoorlijk geregistreerd is en onder de rang mijner minuten geplaatst en onder mij berustende. In gemeld testament heeft voormelde Henriette Cocq tot haar erfgenaam/erfgenamen geinstitueerd, het kind of de kinderen die uit haar voorschreven huwelijk geboren zullen worden. Daar zij bij overlijden geen andere kinderen dan haar zoon mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe nalaat en deze dan ook haar enige en algehele erfgenaam is geworden en het recht tot de wederhelft van de gemeenschappelijke boedel van haar en voorn. zijn vader heeft verkregen.  
6   Voorts wordt vermeld dat omtrent de voorschreven gemeenschappelijke boedel nog niets door Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en zijn zoon was geregeld en dat nu door het overlijden van laastsgemelde noodzakelijk is geworden. Op deze inventaris zal worden gebracht alles wat tot de gecontinueerde gemeenschap in voege voorschreve behoort en hetgeen thans de gemelde boedel uitmaakt. De opgaaf zal geschieden door de heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe, die beloofd heeft alles te zullen aanwijzen en opgeven wat daartoe behoort zonder daarvan iets te verzwijgen of achter te houden direct noch indirect .......  
7   De taxatie der goederen daaraan onderhevig zal geschieden door Johanna Morree, buitengewoon erfhuismoeder, wonende op het Levendaal als daartoe door de belanghebbenden benoemd, die met ede heeft verklaard zich van deze aan haar opgedragen commissie wel en naar geweten te zullen kwijten, blijkens proces verbaal van voorgmelde heer vrederechter dd. 26-1-1828.  
8   Dit gedaan zijnde is men met de inventarisatie der goederen aan taxatie onderhevig aangevangen op de volgende wijze:  
9   In de kleine zijkamer uitziende met twee ramen op de straat:  
10      
11   Twee linnen valgordijnen, getaxeerd op fl. 8,--.    
12   Vier kleine gordijntjes en twee groene meubelgordijnen fl. 12,--.    
13   Een uitsteekspiegel fl. 5,--.    
14   Een spiegel met vergulde lijst fl. 20,--.    
15   Een mahonie houten tafel met kleedje fl. 8,--.    
16   Daarop een pijpenlade en tabaksdoos fl. 2,--.    
17   Een cilinder kastje fl. 6,--.    
18   Een mahoniehouten secretaire fl. 30,--.    
19   Daarop een pendule, twee branches met stolpen, en een inktkoker fl. 25,--.    
20   Daarin een tabakskistje, een dito, twee theekistjes,een blaadje met enig theegoed en een desert-trommeltje fl. 6,--.    
21   Een eikenhouten turfkist fl. 4,--.    
22   Daarop vier koppen en vier bakken fl. 3,--.    
23   Een lessenaartje fl. 1,--.    
24   Acht stoelen en twee fauteuils met zwarte zittingen fl. 20,--.    
25   Een tafel fl. 10,--.    
26   Twee platen in lijsten fl. 6,--.    
27   Een vloerkleed, karpet en twee kleedjes fl. 50,--.    
28   In een vaste kast:        
29   Vier en vijftig porseleinen koppen en vijf en zestig dito schoteltjes fl. 8,--.    
30   Vijftien porseleinen schotels fl. 3,--.    
31   Vijfien dito kommetjes fl. 3,--.    
32   Acht dito schoteltjes, een dito pot en kan fl. 1,--.    
33   Twee en twintig koppen en achttien bakken fl. 4,--.    
34   Zeven porseleinen kommen en zes en twintig dito schoteltjes fl. 4,--.    
35   Een zwart theeserviesje, een lamp, een koffiemolen en suikerpot fl. 3,--.    
36   Een porseleinen theeservies en een koffiekan fl. 6,--.    
37   Twee koffiekannen, twee melkkannen, drie blikken fl. 3,--.    
38   Een bruine ketel, een pot, kan en drie glaasjes fl. 2,--.    
39   Twee verlakte vazen, een broodben, een blik en fl. 3,--.    
40   Een boterpot en drie blikjes fl. 3,--.    
41   In de grote beneden zijkamer uitziende met twee ramen op straat:  
42      
43   Een geverfde boekenkast fl. 8,--.    
44   Een mahonie cilinderkastje fl. 10,--.    
45   Een spiegel met vergulde lijst fl. 10,--.    
46   Twee linnen valgordijnen, vier kleine gordijntjes en twee meubelgordijnen fl. 20,--.    
47   Vier schilderijen fl. 5,--.    
48   Acht stoelen en een fauteuil met zwarte zittingen fl. 8,--.    
49   Een koperen schoorsteen, een tang en twee        
50   branches fl. 10,--.    
51   Zeven porseleinen pullen fl. 1,--.    
52   Een bruin tafeltje fl. 2,--.    
53   Een vloerkleed, karpet en loper fl. 30,--.    
54   In de binnenkamer uitziende op de tuin:  
55      
56   Twee linnengordijnen en twee gele meubel-        
57   gordijnen fl. 16,--.    
58   Een raamkussen fl. 8,--.    
59   Twee mahoniehouten speeltafeltjes fl. 8,--.    
60   Een spiegel met vergulde lijst fl. 25,--.    
61   Een ingelegd tafeltje fl. 20,--.    
62   Een porseleinen servies en blad fl. 25,--.    
63   Een mahoniehouten buffet fl. 20,--.    
64   Een likeurkeldertje fl. 4,--.    
65   Zes stoven fl. 3,--.    
66   Een mahoniehouten blad fl. 3,--.    
67   Een ijzeren haard en tang fl. 4,--.    
68   Vijf potjes, drie schilderijen met glazen en twee branches fl. 10,--.    
69   Een bruin houten theestoof, koperen ketel en confoor fl. 8,--.    
70   Een smirna karpet fl. 50,--.    
71   In de kinderkamer uitziende op de tuin:  
72      
73   Drie linnen gordijnen fl. 2,--.    
74   Zes stoelen en een fauteuil fl. 6,--.    
75   Een ingelegd bureau fl. 25,--.    
76   Negen chinese beeldjes en drie porseleinen potjes fl. 10,--.    
77   Een spiegeltje fl. 3,--.    
78   Een jas en hoed fl. 10,--.    
79   Een blauw porseleinen servies, bestaande uit een honderd en twaalf stuks fl. 20,--.    
80   Drie en twintig porseleinen borden fl. 2,--.    
81   Achttien schalen fl. 2,--.    
82   Drie slabakken en vier schotels fl. 2,--.    
83   Twintig porseleinen schotels en drie fruitschoteltjes fl. 8,--.    
84   Zeven flesjes, een waskom en kan fl. 1,50.    
85   Vier en vijftig stuks gele schotels en borden fl. 8,--.    
86   De matten op de vloer, een karpet, een loper, een tang en pook fl. 8,--.    
87   Een boekenkast fl. 5,--.    
88   In de doorloop:  
89      
90   Acht schilderijen, een hangoor tafel, een geverfd tafeltje, een spiegel, vier stoelen, zes mandjes een dambord en schijven en drie paraplu's fl. 20,--.    
91   In een vaste kast:        
92   Een blad, drie stenen kannetjes en een ketel fl. 4,--.    
93   Twee verlakte bladen, zes flessenbakjes, een olie- en azijnstel, twaalf messen, een bruin messen-bakje, drie tafelconforen en twee koperen kandelaars en pijpen fl. 6,--.    
94   In een vaste kast:        
95   Negen kelken, vijftien stuks divers glaswerk, twintig kelken, drie bokalen, zes bierglazen, drie compotten en drie karaffen fl. 10,--.    
96   In de gang in een vaste kast:  
97      
98   Drie koperen ketels, een dito theeketel, drie dito pannen, een dito grote ketel, een dito braadpan, twee emmers met koperbeslag, een koperen spuit, een poffertjes pan, enige houten vlootjes, een koperen keteltje fl. 32,--.    
99   In de gang:  
100      
101   Een bankje, een puntrum, een klok, drie ganglopers, acht matjes, een fonteintje en handdoek fl. 8,--.    
102   Een barometer en een klok fl. 2,--.    
103   In de keuken:  
104      
105   Twee koperen schotels, een dito rand, een vuilnis-blik, een schuimspaan, een ijzeren ketting, een rooster, een blaasbalg en pijp fl. 12,--.    
106   Twee blikken, een kaarsenbak, een rek met twaalf kelken, vier bierglazen, een karaf en een verlakt blaadje fl. 2,--.    
107   Een blik, theestoofje en koperen ketel fl. 3,--.    
108   Een tinnenkast fl. 3,--.    
109   Daarin: vier en dertig stuks geelgoed, een tinnen visplaat, een dito schotel, een dito bord, een koperen vijzel, twee dito blakers, vier stuks klein koper, een koffiemolen, twee tafelconforen, een lantaarn, een tinnen trekpot, een dito peperbus, en een puddingblik fl. 8,--.    
110   Een tafeltje, een blaker, een keteltje, een blaadje,vier stoven, vijf stoelen, twee theestoven, een koper keteltje, een stenen kannetje, twee koperen stoofpotten, vier aspotten, een ijzeren ketel, een ketting, scheptang, en twee koekenpannen fl. 24,--.    
111   Twee koperen ketels en enige potten en pannen fl. 2,--.    
112   In de mangelkamer:  
113      
114   Een mangel, een pers, een wastafel, een mand, twee stoelen, een tuinbank, drie ladders, een kastje, een vliegenkast, een vuurbak, twee koperen strijkijzers, vier blikken emmers, enige stofgereedschap fl. 64,--.    
115   In de timmerkamer:  
116      
117   Een slee, tuingereedschap, een ton, enig hout en rommeling fl. 5,--.    
118   In de orangerie:  
119      
120   Een kachel, tang en pook en drie gieters fl. 3,--.    
121   Op de plaats:  
122      
123   Een bank, twee rakken, een emmers, een tafel en mand fl. 2,--.    
124   Op de provisiekamer:  
125      
126   Dertien blikken, zestien provisiepotten, achttien provisie flessen, zes tonnetjes en drie houten dozen, twee koperen ketels, een ijzeren doofpot, een haardje en bak, een tafeltje, vier schalen en gewicht, zes koperen pannen, een tinnen schotel en visplaat, drie borden, een sauskom, een waterpot, een bierkan, vier stuks klein tin, twee koperen chocolade pannen, een koffiekan, een tinnen bierkan, twee tabaksconforen, een nachtblaker, een blaker, een theetrommeltje, twee houten schalen en enig houtwerk fl. 50,--.    
127   Op de boven logeerkamer uitziende met twee ramen op de straat:  
128      
129   Twee linnen gordijnen, vier kleine gordijntjes, een ronde mahoniehouten tafel, en kleedje fl. 10,--.    
130   Een spiegel met vergulde lijst, een toiletspiegel, een bruin tafeltje, een kastje, zes stoelen en twee fauteuils met zwarte zittingen, een vuurscherm en een schilderij fl. 42,--.    
131   Een wastafel, twee gele lampetten en kommen, een karaf en twee bierglazen en een bruin kistje fl. 3,--.    
132   Een ledikant met groen behangsel fl. 40,--.    
133   Een paardenharen matras, een bed, een peluw, zes kussens, een katoenen deken, een sprei, een wollen deken en een onderkleed fl. 10,--.    
134   Een vloerkleed fl. 14,--.    
135   Een mahoniehouten kabinet met drie stuks porselein fl. 50,--.    
136   Een bedtafeltje fl. 2,--.    
137   In het gemelde kabinet:        
138   Zes slopen fl. 3,--.    
139   Zestien slopen fl. 8,--.    
140   Twaalf kleine slopen fl. 2,--.    
141   Veertig slopen fl. 20,--.    
142   Een tafellaken en drie en dertig servetten fl. 20,--.    
143   Twee tafellakens en vier en twintig servetten fl. 22,--.    
144   Twee tafellakens fl. 8,--.    
145   Drie dito en vier en twintig servetten fl. 24,--.    
146   Vier tafellakens en vier en twintig servetten fl. 30,--.    
147   Een tafellaken en achttien servetten fl. 20,--.    
148   Achttien vrouwen hemden fl. 54,--.    
149   Een tafellaken en twintig servetten fl. 17,--.    
150   Twee tafellakens en vier entwintig servetten fl. 26,--.    
151   Een tafellaken en twaalf servetten fl. 12,--.    
152   Twee tafellakens en zes en twintig servetten fl. 26,--.    
153   Een tafellaken en twaalf servetten fl. 11,--.    
154   Een tafellaken en twaalf servetten fl. 14,--.    
155   Een tafellaken en dertien servetten fl. 15,--.    
156   Een tafellaken en twaalf servetten fl. 14,--.    
157   Achttien manshemden fl. 54,--.    
158   Zes en veertig beddenlakens fl. 184,--.    
159   Twaalf zakken fl. 2,--.    
160   Twee vrouwen rokken fl. 6,--.    
161   Vier witte mantels fl. 2,--.    
162   Vier borstrokken fl. 3,--.    
163   Drie jakken fl. 1,--.    
164   Zeven broeken fl. 6,--.    
165   Een mans japon fl. 2,--.    
166   Vijf en twintig paar kousen fl. 12,50.    
167   Een zwarte zijden japon fl. 3,--.    
168   Een witte dito fl. 3,--.    
169   Een zwarte zijden mantel fl. 3,--.    
170   Een blauw zijden jak fl. 5,--.    
171   Een witte zijden rok fl. 2,--.    
172   Enige portefeuilles en prenten fl. 2,--.    
173   Op de kinderkamer uitziende met drie ramen op de straat:  
174      
175   Een kleerkast fl. 3,--.    
176   Zes tinnen borden, vier blikjes en een koperen keteltje fl. 4,--.    
177   Een bedstede en twee gordijnen fl. 15,--.    
178   Twee stro-matrassen, een bed, een peluw, vier kussens, een onderkleed, een wollen- en een katoenen deken fl. 50,--.    
179   Een spiegel, een vloerkleed en karpet fl. 14,--.    
180   Acht stoelen met matte zittingen fl. 6,--.    
181   Drie linnen gordijnen en zes kleine gordijntjes fl. 8,--.    
182   Een tafel fl. 2,--.    
183   Een kachel, een hekje, een kolenemmer, tang, schop, pook en turfton fl. 20,--.    
184   Op de bovenslaapkamer uitziende met twee ramen op de tuin:  
185      
186   Twee linnen gordijnen en een spiegel met        
187   vergulde lijst fl. 14,--.    
188   Een ledikant met groen behangsel fl. 25,--.    
189   Een paardenharen matras, een bed, twee peluwen, drie kussens, twee wollen dekens en een katoenen dito fl. 80,--.    
190   Een tombeau met groen behangsel (compositie ter nagedachtenis van iemand) fl. 40,--.    
191   Een paardenharen matras, een bed, twee peluwen, drie kussens, een katoenen deken, twee wollen dito en een onderkleed fl. 80,--.    
192   Twee beddentafeltjes en drie tinnen potten fl. 8,--.    
193   Zes stoelen en twee fauteuils met gele zittingen en een stilletje fl. 13,--.    
194   Een tafel fl. 4,--.    
195   Een kleed en vijf kleine karpetjes fl. 16,--.    
196   Een eikenhouten kabinet met vijf pullen fl. 30,--.    
197   Daarin;        
198   Twaalf handdoeken fl. 6,--.    
199   Twaalf servetten fl. 12,--.    
200   Zes keuken servetten fl. 1,80.    
201   Een poederkleed fl. 2,--.    
202   Elf servetten en een tafellaken fl. 8,--.    
203   Twaalf servetten en een tafellaken fl. 8,--.    
204   Vijftien servetten en een tafellaken fl. 9,--.    
205   Achttien servetten en een tafellaken fl. 9,--.    
206   Twaalf keuken servetten fl. 4,--.    
207   Zes kleine slopen fl. 1,80.    
208   Zes keuken tafellakens fl. 3,--.    
209   Zeven en twintig beddelakens fl. 54,--.    
210   Zes en twintig slopen fl. 9,--.    
211   Een en veertig handdoeken fl. 25,--.    
212   Vijf tafellakens fl. 10,--.    
213   Vier scheerdoeken fl. 1,--.    
214   Een kleerkast fl. 4,--.    
215   Daarin een jas, een rok, vijf vesten, twee broeken, twee paar schoenen, een hoed en vijf porseleinen pullen fl. 40,--.    
216   Op de kleine achterkamer uitziende met een raam in de tuin:  
217      
218   Elf schilderijen fl. 3,--.    
219   Een glasgordijn fl. 2,--.    
220   Een ijzeren kist en kleed fl. 20,--.    
221   Een bruin houten bureau kabinet fl. 25,--.    
222   Een zieke stoel fl. 8,--.    
223   Vier stoelen fl. 8,--.    
224   Een geverfde latafel fl. 3,--.    
225   Daarin:        
226   Veertien paar witte kousen, zes paar wollen dito, en zeven paar zwarte zijde kousen fl. 14,--.    
227   Tien mans hemden fl. 26,--.    
228   Zeven onderbroeken fl. 5,--.    
229   Zestien zakdoeken fl. 6,--.    
230   Elf dassen fl. 3,15.    
231   Acht dito fl. 2,--.    
232   Zes nachtmutsen fl. 2,--.    
233   Zeven overhemden fl. 4,--.    
234   Vijf slaapjakken fl. 2,50.    
235   Tien borstrokken fl. 7,--.    
236   Drie kistjes fl. 2,--.    
237   Een kastje fl. 3,--.    
238   Twee tafeltjes fl. 2,--.    
239   Een spiegel met vergulde lijst fl. 10,--.    
240   Een bedtafeltje fl. 1,50.    
241   Een paardeharen matras, een bed, twee peluwen, drie kussens, een onderkleed en een sitse deken fl. 58,--.    
242   Een tapijt fl. 10,--.    
243   Twee gele lampetten en twee kommen fl. ,50.    
244   Op het portaal en de trap:  
245      
246   Een voetenbankje, een kastje, een vloerkleed en drie lopers op de trappen fl. 16,--.    
247   Op de zolder:  
248      
249   Een kist fl. 3,--.    
250   Een kinderbedje, twee kussens, een matras, vier stoelkussens, twee wollen dekens en een        
251   onderkleed. fl. 24,--.    
252   Twee vlootjes en een speelbord fl. 2,--.    
253   Vier kleerbakken en een droograk fl. 2,--.    
254   Zeven koffers fl. 14,--.    
255   Een kist, drie tafellakens, veertien servetten        
256   en een tafellaken fl. 17,--.    
257   Vier en twintig kleerstokken fl. 6,--.    
258   Een hangoor tafel fl. 3,--.    
259   Zestien schilderijen fl. 5,--.    
260   Een kleed en een waszak fl. 6,--.    
261   Negen stuks mandwerk fl. 6,--.    
262   Op een tweede zolder;  
263      
264   Een tafeltje, twee kleden, een loper en enige oude kleden fl. 10,--.    
265   Op het meidenkamertje:  
266      
267   Vijf gordijnen fl. 2,--.    
268   Twee tafeltjes, drie stoelen en een kleed fl. 3,--.    
269   Twee bedstee gordijnen, een bed, een onderkleed, een wollen- en een katoenendeken, een peluw, drie kussens, een tinnen waterpot en een spiegeltje fl. 30,--.    
270   Enige potten en rommeling fl. 1,50.    
271   Op een kamertje:  
272      
273   Zes stoven, twee bedtafeltjes, een persje, enige doosjes, een stoel, een kistje, een kuip, een schilderij en een vloerkleed fl. 20,--.    
274   Een spiegeltje, een tafeltje, een stoel en enige matten fl. 2,--.    
275   In de kelder:  
276      
277   Een kist, een bierstelling en enige flessen fl. 3,--.    
278   Boeken:  
279      
280   Enige boeken tesamen getaxeerd op fl. 150,--.    
281   Juwelen:  
282      
283   Twee haarspelden fl. 5,--.    
284   Een ring fl. 70,--.    
285   Ongemunt goud:  
286      
287   Een snuifdoos fl. 84,50.    
288   Ongemunt zilverwerk:  
289      
290   Twee tabaksconforen fl. 60,--.    
291   Een tafel tabaksdoos fl. 67,34.    
292   Zes kandelaars fl. 273,--.    
293   Een koffiekan fl. 45,50.    
294   Een trekpot en melkan fl. 45,50.    
295   Twee suikerbussen fl. 56,42.    
296   Een olie- en azijnstel fl. 41,86.    
297   Twee schenkbladen fl. 131,04.    
298   Vier zoutvaten fl. 16,38.    
299   Een broodben fl. 54,60.    
300   Vier kandelaars fl. 127,40.    
301   Twee kandelaars fl. 83,72.    
302   Een presenteertrommel fl. 48,56.    
303   Een dito fl. 40,04.    
304   Een bekermolen fl. 21,56.    
305   Twee punschlepels fl. 8,--.    
306   Twaalf lepels fl. 68,25.    
307   Twaalf vorken fl. 63,70.    
308   Twaalf lepels fl. 67,34.    
309   Twaalf vorken fl. 63,70.    
310   Vier potage lepels fl. 36.40.    
311   Twee souslepels fl. 6,82,5.    
312   Twee suikerstrooiers fl. 5,46.    
313   Een soeplepel fl. 22,75.    
314   Veertien lepels fl. 101,92.    
315   Dertien vorken fl. 80,08.    
316   Een potage lepel fl. 17,29.    
317   Twee zoutvaten fl. 18,20.    
318   Een mergboor fl. 5,18.    
319   Twee sauskommen fl. 69,16.    
320   Twaalg grote en twaalf kleine mesheften fl. 80,--.    
321   Zes theelepeltjes fl. 3,84.    
322   Drie paar gespen, een knipbeugeltje, twee kokers, een sleutelring en haak, twee gespen, een inkt-koker, een stukje zilver, een lepel, een kurke-trekker, twee cachetten, twee pennetjes, een etui met zilver gemonteerd, een hoorn met zilver, een paarlemoeren doosje met zilver gemonteerd en een bandgesp, tesamen fl. 50,--.    
323   Een en vijftig zowel grote als kleine pennetjes fl. 27,30.    
324   Met bedrag der voorschreven taxatie bedraagt fl. 5007,56,5.    
325   De taxatie van de goederen daaraan onderhevig afgelopen zijnde, heeft de schatster na gedane voorlezing alhier getekend,  
326   Johanna Morree.  
327   Door de voornoemde heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe wordt opgegeven dat de contante penningen op het inventariseren dezes in de boedel voorhanden in differente specien bedragen een som van fl. 609,--.  
328   Effecten en papieren:  
329   Vier en zestig certificaten van nationale uitgestelde schuld, dd. 1-1-1815, ieder groot fl. 1000,--.  
330   Zes dito en alles als de vorigen.  
331   Tachtig kansbiljetten tot de voorschreven uitgestelde schuld ieder groot fl. 1000,--.  
332   Vier obligaties ten laste van de stad Leiden, dd. 1-5-1790, rente 3,5%, ieder groot fl. 500,--.  
333   Een obligatie ten laste van de planters in de kolonie van Essequebo en Demerary groot fl. 100,-- waarop de rente sedert december 1825 niet meer is betaald.  
334   Een dito in alles als voren.  
335   De helft in een obligatie genegotieerd op 20 plantages gelegen in de kolonie Suriname groot fl. 500,--, rente 5% , waarop de rente sedert 1-1-1803 niet meer is betaald.  
336   De helft in een obligatie genegoteerd op twee plantages te Suriname, groot fl. 1000,--, waarop de rente onbetaald is sedert 1-4-1824.  
337   Door genoemde heer A.I.B. Drabbe wordt opgegeven dat hij jouisseerd in een pensioen van fl. 800,-- per jaar, hetwelk onbetaald is sedert 1-1-1828.  
338   Voorts dat aan hem competeert van wijlen mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe wegens geleend geld fl. 230,--.  
339   Een acte van transport dd. 6-6-1801 voor het committee van civiele en criminele justitie te Leiden gepasseerd, waarbij an de heer A.I.B. Drabbe wordt getransporteerd een huis en erve staande en gelegen binnen Leiden op de Breestraat onder het bon Vleeshuis nr. 66, 69, 71, 72, 73, 74 en 75 voor fl. 3200,-- wordende door hem zelf bewoond.  
340   Een acte van transport op 3-6-1812 waarbij aan A.I.B. Drabbe wordt overgedragen de helft in vier bunders en circa 10 roeden land gelegen in de Zusetrpolder onder Den Haag voor fl. 1900,-- waarvan de wederhelft bereids aan gemelde heer A.I.B. Drabbe toebehoorde en zijnde verhuurd voor fl. 250,-- per jaar en waarvan de huurpenningen onbetaald zijn sedert kerstmis 1827.  
341   Een acte van transport 26-1-1824 waarbij burgemeesters der stad Leiden overdragen aan de heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe een bouwvallig huisje of schuur, wijk 4, nr. 372 voor de som van fl. 7,30,--. Welk huisje of schuur thans (13-2-1828) aan het voorschreven huis en erve is verheeld.  
342   Door de heer A.I.B. Drabbe wordt opgegeven dat hij in eigendom bezit een derde gedeelte in circa 10 bunders land, gelegen in de Nieuwe Groenendijksepolder onder Hazerswoude, mitsgaders een derde gedeelte in een bunder en ruim 49 roeden land gelegen in de Delfspolder mede onder hazerswoude. verhuurd voor fl. 445,-- per jaar, waarop de huurpenningen onbetaald zijn sedert kerstmis 1827.  
343   Nog een derde gedeelte in zes bunders en ruim 81 roeden land, gelegen in de Nieuwe Groenendijkse polder onder Hazerswoude, zijnde verhuurd voor fl. 260,-- per jaar, waarop de huurpenningen onbetaald zijn sedert kerstmis 1827.  
344   Van de voorschreven landen is door mevr. Henriette Drabbe, geboren Cocq staande huwelijk bij erfenis geacquireerd een fl. 18,-- vierde gedeelte en zijnde nog een derde in een vierde gedeelte in dezelfde landen an de heer A.I.B. Drabbe getransporteerd bij acte dd. 2-5-1814 door mij notaris.  
345   Nog wordt door de heer A.I.B. Drabbe als pretensie ten laste der nalatenschap van wijlen de heer mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe opgegeven een som van fl. 460,-- wegens begrafenis kosten, uitschotten en de rouw.  
346   Afschrift van de acte van depot en het mutueel testament van vrouwe Henriette Cocq en de heer A.I.B. Drabbe uit het hoofd dezes gemeld, geparafeerd door mij notaris en genoemd onder nr. 44.  
347   Schulden en lasten des boedels:  
348      
349   - Aan J.J. van den Berg, behanger fl. 89,95,5.    
350   - Aan Abraham de Wringer, smid fl. 3,60.    
351   - Aan A. Rodbard, zilversmid fl. 3,--.    
352   - Aan H. Sparenburg en I. Bianchi stucadoors fl, 15,--.    
353   - Aan N. Veuger, koopman in matten fl. 4,15.    
354   - Aan C. Bos, horlogemaker fl. 34,80.    
355   - Aan C. la Lau, schoenmaker fl. 46,45.    
356   - Aan S. Eland en compagnie, wegens geleverde azijn fl. 11,55.    
357   - Aan C.C. van den Hoek, boekverkoper fl. 2,50.    
358   - Aan A. taroni, schoorsteenveger fl. 1,90.    
359   - Aan Thomas van Lelyveld wegens geleverd hout fl. 32,--.    
360   - Aan Isaac la Lau, metselaar fl. 4,85.    
361   - Aan P. Roodhuyzen, timmerman fl. 22,10.    
362   - Aan N.J. Teerlink, apotheker fl. 184,25.    
363   - Aan Gerrit de Zwager en Zn, stoelenmaker fl. 8,50.    
364   - Aan M. Seuter, kleermaker fl. 17,50.    
365   - Aan dezelfde fl. 67,96.    
366   - Nog aan dezelfde fl. 41,75.    
367   - Aan P. J. Mangner, verver en glazenmaker fl. 190,97,5.    
368   - Aan J.J. Droeze, chirurgijn, fl. 19,20.    
369   - Aan J. van den Berg, behanger fl. 252,--.    
370   - Aan Kroon, wegens geleverde turf fl. 180,--.    
371   - Aan de wed. Stripiaan, wegens geleverde wijn fl. 165,--.    
372   De verdere lasten des boedels niet bekend zijnde worden alhier gebracht voor memorie voorts volgens declaratoir van meergemelde heer A.I.B. Drabbe niets meer te inventariseren overig zijnde, heeft dezelve daarop dadelijk onder ede in handen van mij notaris afgelegd, verklaard dat deze inventaris is deugdelijk en oprecht en dat daarop voor zo veel hem bekend is, alles gebracht is wat tot deze boedel enigzins behoort, zonder daarvan iets verzwegen, achtergehouden of vervoerd te hebben of door anderen te hebben zien afvoeren direct noch indirect met onderwerping aan de straffen bij de wet bepaald.  
373   Zijnde de geinventariseerde goederen, gelden, effecten en papieren gebleven in de bewaring van gezegden heer A.I.B. Drabbe, die zulks erkend en zich belast om alle hetzelfde ten alle tijden weer te voorschijn te brengen en te verantwoorden daar en aan wie zulks behoren zal.  
374   Waarna deze inventaris is gesloten met al hetwelke men is bezig geweest tot 's-avonds acht uur.  
375   En hebben de requiranten, de toeziende voogd en de getuigen deze minute welke onder mij notaris berustende blijft met mij notaris na gedane voorlezing ondertekend.  
376   A.I.B. Drabbe  
377   W.F.L. Tollius, wed. Drabbe  
378   Drabbe  
379   Cephas Longepee, kuiper  
380   Jacobus van Erkel, kleermaker  
381   Thomas van Bergen, notaris  
382   Geregistreerd te Leiden dd. 15-2-1828.  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1828, akte nr. 34, inv.nr. 74-1, fiche nr. 1006
 
 

 

Drabbe: Notitie 17
<16
18>
             
1   Ampliatie inventaris d.d. 8-5-1828.  
2   Dat in aanmerking genomen de weinig verlopen tijd tussen het formeren van de inventaris (zie acte nr. 34) en het overlijden van A.I.B. Drabbe die tot de helft der voorschreven gemeenschap gerechtigd was, nu door zijn dood is ontruimd en in dezelfde staat bepaaldelijk ten aanzien der bezittingen is gebleven, zijn comparanten geoordeeld hebben tot menagement van kosten geen nieuwe inventaris (die hetzelfde als de voorgemelde zou moeten bevatten) na de dood van meergemelde heer A.I.B. Drabbe moeten formeren, maar volstaan konden zich daartoe te refereren zoals zij comparanten verklaren zich daartoe te referenen bij dezen en voorts bij wijze van ampliatie waartoe deze strekkend is, de weinige veranderingen op te geven, die neerkomen op de volgende:  
3   - Eerstelijk dat ontvangen is van twee pretensien ten lasten van planters in de kolonie Esfequebo en Demerarie ieder groot een duizend gulden de som van dertig gulden.  
4   - Ten tweede dat de overledene van de contanten die op het formeren van voorgemelde inventaris aanwezig waren ten bedrage van fl. 609,-- heeft uitgegeven een som van fl. 259,--, zodat op zijn dood daarvan nog maar voorhanden was een som van fl. 350,--.  
5   - Ten derden dat de begrafeniskosten van de overledene tesamen bedragen een som van fl.364,30,--.  
6   - En eindelijk dat sedert het formeren van den voornoemde inventaris nog zijn opgekomen de volgende daarbij niet vermelde lasten en schulden, te weten:  
7      
8   - Van J.A. Zuur, wegens geleverde kruidenierswaren fl. 33,41,5.    
9   - Van N.J. Teerlink, apotheker fl. 25,60.    
10   - Van Hana Kluit en compagnie fl. 20,--.    
11   - Van M. Seuter, kleermaker fl. 11,05.    
12   - Van J. Focks, voor smidswerk fl. 11,40.    
13   - Van C. la Lau, schoenmaker fl. 7,80.    
14   - Van A. de Wringer, loodgieter fl. 5,55.    
15   - Van W. van Leeuwen, boekverkoper fl. 18,75.    
16   - Van C.H. Kroon, voor turf fl. 18,--.    
17   - Van de heer Gerardus Plaat, med. doctor fl. 100,--.    
18   Voorts door gemelde vrouwe W.F.L. Tollius verklaard zijnde niets meerder te weten dan op deze ampliatie inventaris behoord gebracht te worden, heeft dezelfde daarop dadelijk onder ede in handen van mij notaris afgelegd, verklaard dat de voorschreven opgave is deugdelijk, ter goeder trouw en oprecht zonder iets verzwegen te hebben direct of indirect met onderwerping aan de straffen bij de wet bepaald, zijnde al de goederen, gelden, effecten en papieren bij de dikwijls genoemde inventaris en bij deze ampliatie vermeld in de bewaring van van de vrouwe comparante, die in het sterfhuis van de heer A.I.B. Drabbe is inwonende, gebleven zoals zij zulks bij dezen erkend en zich belast om allen dezelfde ten alle tijden weer te voorschijn te brengen en te verantwoorden daar en aan wie zulks behoren zal.  
19   Met al hetwelke men is bezig geweest van 's-morgens negen uur tot na middags een uur ten mijne kantore.  
20   En heeft de vrouwe comparante, benevens de heer toeziend voogd en de getuigen deze minute welke onder mij notaris berustende blijft met mij notaris na gedane voorlezing ondertekend.  
21   W.F.L. Tollius, wed. Drabbe  
22   Drabbe  
23   Cephas Longepee, kuiper  
24   Jacobus van Erkel, kleermaker  
25   Thomas van Bergen, notaris  
26   Geregistreerd te Leiden dd. 8-5-1828.  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1828, inv.nr. 74-1, akte nr. 106, fiche nr. 1019
 
 

 

Drabbe: Notitie 18
<17
19>
             
1   Proces verbaal d.d. 20-8-1828, nr. 162 en 252.  
2   Extract uit het register van de voorlopige aangiften ter verkoop van roerende goederen berustende ten kantore van de burgelijke acten te Leiden.  
3   Den 14-8-1828.  
4   Comparerende Willem Kooij, kantoorbediende wonende te Leiden in kwaliteit als gemachtgde van Thomas van Bergen, openbaar notaris, residerende te Leiden blijkens onderhandse procuratie op 10-12-1822 getekend en ten zelve dagen aan dit kantoor geregistreerd, die verklaard heeft dat voornoemde heer Thomas van Bergen op de twintigste dezer lopende maand augustus aan het verkoophuis van meubelen op de Hooigracht, wijk 7, nr. 770 binnen deze stad zal overgaan tot het verkopen op rechtelijke autorisatie van roerende goederen waaronder juwelen en ongemunt goud- en zilverwerk behoorlijk gestempeld, zo tot den gemeenschappelijke boedel van wijlen de heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en zijn voor hem overleden echtgenote als tot den afzonderlijke boedel van Adriaan Isaac Burgittus Drabbe behorende.  
5   Heden den 20-8-1828 in het bijwezen van Hermanus Richard van Gelder, wonende op de Hooigracht in wijk 7, nr. 770 in kwaliteit als bij onderhandse procuratie dd. 14-8-1828 gemachtigde van Wilhelmina Frederica Louisa Tollius, weduwe van mr. gerrit Willem Hartman Drabbe, wonende op de Breestraat in wijk 4, nr, 345 in haar betrekking als in gemeenschap van roerende goederen volgens de wet onder het thans bestaande burgerlijk wetboek met genmelde hare echtgenoot gehuwd geweest zijnde, voorts als bij de testamentaire dispositie van dezelve haar echtgenoot op 21-7-1815 voor mij notaris in presentie van getuigen gepasseerd door hem op 18-9-1827 met den dood geconfirmeerd en dd. 18-1-1828 bij den ontvanger Potgieter behoorlijk geregistreerd in geval hij met achterlating van kinderen mocht komen te overlijden, genoemd en gesteld zijnde tot zijn legataresse van al datgenen waarover de wet hem toestond ten hare voordelen te beschikken zowel in eigendom als in vruchtgbruik en nog als moeder en wettige voogdesse over alle haar nog minderjarige kinderen ... die rechtigd zijn tot de indisponibele portie in de nalatenschap van wijlen hun vader en enige erfgenamen volgens de wet geworden zijn van de nalatenschap van wijlen hun op 29-3-1828 overleden grootvader,welke beide nalatenschappen ten hunne behoeven onder benificie van inventaris zijn aanvaard, blijkens twee acten dd. 21-3-1828 en 24-5-1828 ter griffie van de rechtbank van eertse aanleg binnen deze stad gepasseerd en behoorlijk geregistreerd ...........  
6   Heb ik Thomas van Bergen ...... mij bevonden aan het verkoophuis van meubelen op de Hooigracht ten einde aldaar publiek en aan de meestbiedende te verkopen en tot gelde te maken de na te melden roerende goederen waaronder juwelen, mitsgaders ongemunt goud en zilverwerk behoorlijk gestempeld behorende zo tot den gemeenschappelijke boedel van wijlen Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en zijn vooroverleden echtgenote Henrietta Cocq van welke laatstgemelde Gerrit Willem Hartman Drabbe [haar zoon] enige erfgenaam is geweest als tot den afzonderlijke boedel van Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en die vermeld staan bij de inventaris op den 13-2-1828 ten overstaan van mij notaris ....  
7   Tot welke verkoop autorisatie is verleend door de president van de rechtbank van eerste aanleg alhier ter stede dd. 10-6-1828 ......  
8   Zijnde deze verkoping bekend gemaakt door aanplakking van biljetten ... alsmede bij drie annonces in de Leydsche Couranten....  
9   De te verkopen boedel bevatte o.a.:  
10   Twee partijen bloempotten  
11   Drie broeibakken  
12   Een wieg en loopwagen.  
13   Een kinderstoel.  
14   Twaalf schilderijen.  
15   Een juwelen ring.  
16   Twee juwelen spelden.  
17   Een gouden snuifdoos.  
18   Twee zilveren tabaksconforen.  
19   Een zilveren tafel tabaksdoos.  
20   Twaalf zilveren kandelaars.  
21   Twee zilveren schankbladen.  
22   Een zilveren koffiekan en confoor.  
23   Een zilveren trekpot en melkan.  
24   Een zilveren broodben.  
25   Twee zilveren presenteer trommeltjes.  
26   Twee zilveren suikerbussen.  
27   Twee zilveren suikerstrooiers.  
28   Twee zilveren sauskommen.  
29   Een zilveren olie en azijnstel.  
30   Zes zilveren zoutvaten.  
31   Zilveren bestek.  
32   Acht zilveren gespen.  
33   Ee beeldje.  
34   Een kloklantaarn.  
35   Een spiegel in vergulde lijst.  
36   Een boekenkast.  
37   Twee speeltafels.  
38   Twee schotels met platen.  
39   Boeken 279.  
40   Drie partijen boeken.  
41   Een partij couranten.  
42   Het gehele rendement der verkoping bedraagt fl. 2392,90.  
43   Nr. 252. Voor Thomas van Bergen, openbaar notaris ... is gecompareerd W.Fr.L. Tollius, weduwe van wijlen Gerrit Willem Hartman Drabbe, zonder beroep, gewoond hebbende op de Breestraat, thans wonende op de Apothekersdijk, wijk 6, nr. 22, dewelke bekende van het provenu der voorstaande verkoping voldaan te zijn en daarvoor te kwiteren bij dezen zonder enige reserve.  
44   Waarvan acte die aan de comparente is vooegelezen. Gepasseerd binnen Leiden ten woonhuize van de comparante in tegenwoordigheid van getuigen welke minute onder mij notaris berustende blijft dd. 21-12-1828.  
45   Brief van Wilhelmina Frederica Louisa Tollius ..... verklaren bij dezen te constitueren en te volmachten Hermanus Richard van Gelder, wonende op de Hooigracht speciaal om in mijn naam en van mijnentwege op rechterlijke autorisatie ... publiek te verkopen en tot gelde te maken enige roerende goederen tot den gemeenschappelijke boedel van Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en zijn voor hem overleden echtgenote Henrietta Cocq, van wlke laatstgemelde Gerrit Willem Hartman Drabbe erfgenaam is geweest als tot den afzonderlijke boedel van voornoemde Adriaan Isaac Burgittus Drabbe behorende het vereist wordende proces verbaal van veiling en toewijzing te tekenen ..... en ik zelf present zijnde zouden kunnen, mogen en moeten doen, dd. 14-8-1828. (f. 686v-687).  
46   Ik ondergetekende mr. Arend Jacob Adriaan Drabbe .... als toeziend voogd over de minderjarige kinderen van wijlen mr. gerrit Willem Hartman Drabbe en zijn weduwe, die voor de indisponibele portie gerechtigd zijn tot de nalatenschap van wijlen hun vader en enige erfgenaam geworden zijn van hun grootvader welke respectieve boedels ten hunne behoeve onder benifice van inventaris zijn aanvaard, verklaar bij dezen te nachtigen Israel Pierot om in mijn naam te assisteren bij de verkoping van enige roerende goederen behorende tot de bovengenoemde boedels .... dd. augustus 1828. (f. 687).  
47   Aan de president bij de rechtbank van eerste aanleg te Leiden.  
48   Geeft te kennen Wilhelmina Frederica Louisa Tollius als weduwe van haar overleden echtgenoot Gerrit Willem Hartman Drabbe en als voogdesse over haar minderjarige kinderen, welke minderjarigen ten opzichte van de nalatenschap van hun vader zijn gerechtigd tot de indisponibele portie en ten aanzien van de nalatenschap van hun grootvader als zijn enige en algemene erfgenamen volgens de wet.  
49   Dat der suppliantes man een zoon is geweest van wijlen Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en wijlen Henrietta Cocq onder de vorig bestaand hebbende Hollandse wet in algemen gemeenschap van goedern gehuwd geweest.  
50   Dat gezegde vrouwe Henrietta Cocq blijkens het mutueeel testament door haar en haar man op 22-11-1774 in besloten vorm gemaakt en door haar op 2-8-1811 met de dood bevestigt en hetwelk ten gevolge van het bevel van uwedele dd. 8-12-1812 behoorlijk geregistreerd bij acte van depot op 14-1-1813 van gemelde notaris Thomas van Bergen onder den rang zijner minuten is geplaatst tot haar erfgenaam of erfgenamen heeft geinstitueerd het kind of haar kinderen uit haar voorschreven huwelijk geboren zullen worden.  
51   Dat zij bij het overlijden geen andere kinderen dan haar zoon Gerrit Willem Hartman nagelaten heeft en deze haar enige en algemene erfgenaam is geworden en het recht tot de wederhelft van de gemeenschappelijke boedel van haar en zijn voornoemde vader heeft verkregen.  
52   Dat na het overlijden van Henrietta Cocq tot hiertoe geen scheiding of verdeling van die gemeenschappelijke boedel tussen vader en zoon heeft plaatsgehad.  
53   Dat op 13-2-1828 ten gevolge van het overlijden van mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe de boedel van wijlen zijn ouders door genoemde notaris is geinventariseerd.  
54   Dat kort na deze inventarisatie en wel op 29-3-1828 de heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe mede is komen te overlijden en tot zijn enige en algehele erfgenamen en ingevolgde dewet heeft nagelaten zijn hiervoor gemelde minderjarige kleinkinderen.  
55   Dat dien tengevolge op 8-5-1828 door de notaris is opgemaakt een ampliatie inventaris bij welke de suppliante verklaard heeft zich tot de vorige dd. 13-2-1828 te refereren.  
56   Dat door de suppliante als moeder en voogdesse op 24-5-1828 de boedel en nalatenschap van Adriaan Isaac Burgittus Drabbe voor de minderjarigen onder benificie van inventaris is aanvaard terwijl in de voogdij behoorlijk is voorzien als zijnde bij besluit des familieraards dd. 17-1-1828 tot toeziend voogd benoemd is mr. Arend Jacob Adriaan Drabbe, lid van de rechtbank te 's-Gravenhage.  
57   Dat tot de voorschreve zo gemeenschappelijke boedel als tot den afzonderlijke boedel van genoemde heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe zijn behorende enige roerende goederen alsmede vier stuks obligaties ten laste van de stad Leiden van 1-5-1790 welker verkoop vereist wordt ten einde tot de vereffening, scheiding en verdeling te kunnen geraken doch waartoe niet kan worden overgegaan alvorens door uw weledele gestrenge daartoe autorisatie is verleend.  
58   Weshalve de suppliante zich eerbiedig went tot uw weledel gestrenge verzoekende dat het u behagen moge haar suppliante tot den voorschreven verkoop te autoriseren ingevolge de wet en wel ten aanzien der gezegde effecten.  
59   Verzoek wordt ingewilligd, dd. 10-6-1828.  
60   Authorisatie tot verkoop der roerende goederen en enige effecten behorende tot den gemeenschappelijke boedel van wijlen de heer A.I.B. Drabbe en vrouwe H. Cocq mitsgaders van de afzonderlijke boedel van gemelde heer A.I.B. Drabbe.  
61   dd. 10-6-1828.  
62   Aangeplakt ter plaatse de biljetten inhoudende de aankondiging van de verkoop van enige roerende goederen behorende tot den gemeenschappelijke boedel van wijlen de heer A.I.B. Drabbe en vrouwe H. Cocq mitsgaders van de afzonderlijke boedel van gemelde heer A.I.B. Drabbe welke zal plaats hebben op donderdag 20-8-1828 aan het verkoophuis van meubelen op de Hooigracht.  
63   Biljet met aankondiging van verkoping op rechterlijke autorisatie.  
64   Men is van mening op woensdag 20-8-1828 ter elfder ure aan het woensdags verkoophuis van meubelen op de Hooigracht, wijk 7. nr. 770 in het openbaar aan den meestbiedenden om gereed geld te verkopen: twee juwelen haarspelden, een fraaie juwelen ring en een uitmuntende gouden snuifdoos. Voorts enig ongemunt zilverwerk bestaande uit: twee tabaksconforen, een tafeltabaksdoos, diverse gepolijste kandelaars, fraai bewerkte en net gefatsoencerde kofiiekan, trekpot en melkkan, suikerbussen, olie- en azijnstel met kristallen flesjes, schenkbladen, zoutvaten, broodben en presenteertrommels, uitmuntende lepels en corken, voorts potage-, saus-, punsch- en suikerlepels, twee sauskommen, messen met zilveren heften, drie paar gespen en een knipbeugeltje.  
65   Voorts enige net geconserveerde meubilaire goederen, bestaande in: mahoniehouten tafels, stoelen, bureau, kasten, bedstede en gordijnen, bureau kabinet, ijzeren kist, enige schilderijen waaronder van voorname meesters en hetgeen verder te voorschijn zal worden gebracht en te koop aangeboden.  
66   f. 687v e.v.  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, inv.nr. 74-2, akte nr. 162, 252, fiche nr. 1033, 1034
 
 

 

Drabbe: Notitie 19
<18
20>
             
1   Rekening en scheiding, dd. 31-12-1828.  
2   Voor Thomas van Bergen, openbaar notaris ....... zijn gecompareerd W.F.l. Tollius, wed. van mr. G.W.H. Drabbe, zonder beroep, gewoond hebbende op de Breestraat in wijk 4, nr. 345 en thans wonende op de Apothekersdijk, wijk 6, nr. 22 eerstelijk in hare betrekking als onder het thans bestaande burgerlijk wetboek in gemeenschap van roerende goederen volgens de wet, met gemelde haar overleden echtgenoot gehuwd geweest en voorts als bij de testamentaire dispositie van voorgemelde haar echtgenoot op 21-7-1815 voor mij notaris in presentie van getuigen gepasseerd door hem op de 18-9-1827 binnen deze stad met de dood geconfirmeerd en den 18-1-1828 bij den ontvanger Potgieter alhier behoorlijk geregisteerd bij alsien hij met achterlating van kinderen mocht komen te overlijden (zoals werkelijk heeft plaats gehad) tot zijn legataresse van al dat gene waarover de wet hem toestond ten hare voordelen te beschikken zowel in eigendom als in vruchtgebruik genoemd en gesteld zijnde en alzo in voorgemelde respectieve betrekkkingen geinteresseerd in de gemeenschappelijke en nog onverdeelde boedel van wijlen de heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en van zijn vooroverleden vrouw Henrietta Cocq van welke laastgemelde mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe universeel erfgenaam is geweest, ten ene  
3   En de weledel gestrenge heer mr. Arend Jacob Adriaan Drabbe, rechter van instructie bij de rechtbank van eerste aanleg, distict 's-Gravenhage .... als toeziend voogd over de zes allen nog minderjarige kinderen van wijlen mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe ......... waartoe hij is benoemd en beeedigd in een familieraad gehouden ten overstaan van de heer vrederechter van het kantoor Leiden, nummer een, blijkens proces verbaal dd. 17-1-1828 .... welke voornoemde minderjarigen zo uit hoofde der indisponibele portie, hun uit de nalatenschap van hun vader competerende, gedeeltelijk gerechtigd zijn tot de ene helft des gemeenschappelijke boedel van wijlen hun grootouders, Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en Henrietta cocq, door de laatstgemelde daarvan met de dood ontruimd en nagelaten en die op de minderjarige vader is gedevolveerd, mitsgaders nog als erfgenamen ab intestato van voorgemelde hunner grootvader - voor welke minderjarigen de boedel van wijlen hunner vader bij acte van den 21-3-1828 en die van gemelde hunner grootvader bij acte op den 24-5-1828 beiden ter griffie van de rechtbank ter eerste aanleg binnen deze stad gepasseerd en behoorlijk geregistreerd ....  
4   Te kennen gevende dat nu wijlen voornoemde heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe in leven gepensioneerd kapitein, gewoond hebbende binnen deze stad en aldaar op den 29-3-1828 overleden, met zijn voor hem overleden echtgenote Henrietta Cocq onder vorige bestaand hebbende Hollandse wet in algemene gemeenschap van goederen gehuwd geweest zijnde, dezelve echtelieden bij mutueel besloten testament, getekend te Zwolle dd. 22-11-1774 waarvan de acte is gepasseerd voor schepenen ders tad Zwolle dd. 22-11-1774, hetwelk op bevel van de heer president der rechtbank van eerste aanleg alhier ter stede bij acte dd. 4-1-1813 voor mij notaris gepasseerd en onder de rang der minuten van mij notaris is gedeponeerd tot hun erfgenaam/namen hebben geinstitueerd het kind of de kinderen uit voorschreven hun huwelijk geboren zullen worden.  
5   Dat Hentietta Cocq voor haar echtgenoot op 2-8-1811 alhier ter stede is overleden geen andere kinderen in leven heeft nagelaten dan haar zoon Gerrit Willem Hartman Drabbe, deze dan ook haar enige en algehele erfgenaam is geworden en dientengevolge gesuccedeerd in haar helft des gemeenschappelijke boedel met haar echtgenoot bezeten geweest.  
6   Dat deze gemeenschap onafgebroken is blijven voortduren en ook nog bestond toen Gerrit Willem Hartman Drabbe met Wilhelmina Frederica Louisa Tollius in 1815 in gemeenschap van goederen volgens de wet zich in de echt verenigden, zonder dat daaraan gedurende het leven van dezelven eeneinde is gemaakt.  
7   Dat meergemelde G.W.H. Drabbe op 18-9-1827 alhier ter stede overleden is bij testament dd. 21-7-1815 voor mij notaris ..... aan zijn echtgenote met vrijstelling van cautie heeft  
8   gelegateerd al hetgene waartoe de wet hem toestond ten hare voordele te beschikken zowel in eigendom als in vruchtgebruik ........ tot een vierde part zijner nalatenschap in eigendom en tot een ander vierde gedeelte in vruchtgebruik terwijl zijn nagelaten kinderen voor het overige of indisponibele gedeelte gerechtigd zijn.  
9   Dat al verder teneinde uit hoofde van het overlijden van G.W.H. Drabbe een einde aan de voorgemelde gecontinueerde gemeenschap des boedels van voornoemde heer A.I.B. Drabbe en zijn voor hem overleden echtgenote Henrietta Cocq te maken  
10   en een verdeling tot stand te brengen dezelve op den 13-2-1828 ten overstaan van mij notaris is geinventariseerd geworden ... korten tijd daarna en wel op 29-3-1828 is A.I.B. Drabbe komen te overlijden zonder enige testamentaire beschikkingen gemaakt te hebben tot zijn erfgenamen heeft nagelaten zijn gezamenlijke kleinkinderen ..... en ten aanzien van welker nalatenschap ten overstaan van mij notaris op 18-5-1828 een suppletoire inventaris is gemaakt en behoorlijk geregistreerd.  
11   ..........................................  
12   Voorts geven de comparanten nog te kennen dat bij het formeren van de voorgeschreven inventaris des gemeenschappelijke boedels van A.I.B. Drabbe en zijn vooroverleden echtgenote Henrietta Cocq uit hoofde van gebrek, zo aan genoegzame aantekeningen en het ter bekwamer tijd doen maken van een behoorlijke inventaris als aan voldoende inlichtingen het volstrekt onmogelijk is geweest om te ontdekken hoedanig den staat deszelves gemeenschappelijke boedel bij het overlijden van Henrietta Cocq zich heeft bevonden,men dien ten gevolge genoodzaakt is geweest denzelfde te nemen als die op 13-2-1828 tijdens het formeren van voorgemelde inventaris bestond en daaronder te brengen en te comprehenderen ook zodanige onroerende goederen als welken door A.I.B. Drabbe na de dood van zijn huisvrouw zijn aangekocht, doch waarvan niet gebleken is uit particuliere fondsen van dezelve te zijn betaald, maar in tegendeel schijnen uit de fondsen der gecontinueerde gemeenschap geacquireerd en in dezelve gebracht.  
13   Dat de voorgemelde gemeenschap tot liquiditeit gebracht zijnde daarvan vooraf rekening en verantwoording zal geschieden en voorts een scheiding en verdeling tot stand worden gebracht.  
14   En komt dus alhier eerst, hetgeen wegens de voorschreven gemeenschap tot op 1-5-1828 op welke dag dezelve gemeenschap met onderling genoegen gehouden is voor geeindigd, is _______  
15   ontvangen:  
16   Wegens enige meubelen, schilderijen, boeken, juwelen en ongemunt goud- en zilverwerk, die op 20-8-1828 na bekomen rechtelijke autorisatie en met in acht neming der formaliteiten bij de wet bepaalt ten overstaan van mij notaris publiek zijn verkocht en is blijkens proces-verbaal daarvan gehouden ..... fl. 2392,90--.  
17   De contanten penningen bedragen fl. 609,--.  
18   Rente over obligaties fl. 52,50,--.  
19   Rente uit ander kapitaal fl. 398,75,--.  
20   " " " " fl. 24,35,--.  
21   Van twee pretensien planters kolonie fl. 30,--.  
22   Wegens het pensioen van den overledene tot fl. 800,-- per jaar is sedert 1-1-1828 tot den 29-3 daaraan volgende ontvangen na aftrek van enige kosten fl. 197,78,--.  
23   Alhier wordt verantwoord hetgeen deze boedel van Gerrit Willem Hartman Drabbe wegens geleend geld te vorderen had fl. 230,--.  
24   Nog komt alhier hetgeen uit deze boedel wegens begrafeniskosten van G.W.H. Drabbe en uitschotten voor de vrouw is betaald fl. 460,--.  
25   De gehele ontvang relatief de voorschreve gemeenschap bedraagt fl. 4395,28--.  
26   Waartegen wederom relatief dezelve gemeenschap is uitgegeven en wel eerstelijk wegens schulden bij de inventaris vermeldt:  
27   - Aan C.C. van den Hoek, boekverkoper fl. 2,50,--.  
28   OPM. weinig, vergelijk  
29   - Aan M. Seuter, kleermaker fl. 17,50,--.  
30   - Aan dezelve fl. 109,71,--.  
31   - Aan de wed. Stripiaan voor wijn en ledige flessen fl. 183,22,--.  
32   Enz. Tesamen: fl.1447,80,5--.  
33   Volgen de verdere lasten die na het formeren van den inventaris zijn opgekomen door de continuatie der gemeenschap tot 1-5-1828 veroorzaakt en op de liquidatie dzes boedels gevallen.  
34   - Aan W. van Leeuwen, boekverkoper fl. 18,75,--.  
35   - Aan H. Verboog, tuinman fl. 6,25,--.  
36   - Aan de heer prof. Pruys van der Hoeven  
37   voor gedane visites fl. 5,--.  
38   Aan den medicina doctor Plaat, terzelver zake fl. 100,--.  
39   - Aan de heelmeester J.I. Droeze fl. 23,60,--.  
40   - Aan De Munnik, boekverkoper fl. 6,--.  
41   - Aan Van der Stok, pruikmaker fl. 10,--.  
42   - Aan de drie dienstboden voor een vierde jaar huur tot 1-5-1828 fl. 48,75,--.  
43   - Aan C. de Keyzer een vierde jaar wasloon fl. 36,20,--.  
44   - In de huishouding van 1-4-1828 tot 1-5 daaraan volgende uitgegeven fl. 95,--.  
45   - Aan de personele belasting over 1828 fl. 100,30,--.  
46   - Wegens stadslantaarn en brandspuitgeld over 1828 fl. 24,30,--.  
47   - Aan de schrijver der gebuurte nr. 24 een som van fl. 217,95,-- die gebleken is bij de overledene als oudste raad dier gebuurte in kas te moeten zijn fl. 217,95,--.  
48   enz. Te samen: fl. 2997,18,50,--.  
49   Volgen alhier zodanige uitgaven als door A.I.B. Drabbe voor de gemeenschap zijn gedaan sedert het formeren van den inventaris derzelve dd. 13-2-1828 tot op zijn overlijden waarmede de contanten bij die inventaris zijn gemeld, die hiervoren in het geheel zijn gebracht, zijn verminderd en van welke vermindering bij de suppletoire inventaris dd. 8-5-1828 behoorlijk geregistreerd, melding is gemaakt.  
50      
51   - Aan C. de Keyzer, kleerbleker een vierde jaar fl. 31,--.    
52   - Aan een collecte fl. 1,50,    
53   - Aan garst fl. 2,--.    
54   - Wegens de vier eerste maanden van 1828 in de grondlasten van het huis te Leiden fl. 19,60.    
55   - Voor brandhout fl. 3,50.    
56   - Wegens impost van wijn fl. 7,60.    
57   - Voor het thuisbrengen derzelve fl. 0,45.    
58   - Aan F. de Munnik, boekverkoper fl. 4,22.    
59   - Aan de conrector van het Latijnse school voor instructie fl. 7,45.    
60   - Aan de tekenmeester voor instructie fl. 10,--.    
61   - Voor de huishouding uitgegeven fl. 171,68.    
62   De gehele uitgaaf betrekkelijk de gemeenschap bedraagt fl. 3486,83,5.  
63   De ontvang derzelve als hiervoren fl. 4395,28.  
64   Jegens elkander vereffend en geliquideerd zijnde, komt meerder ontvangen dan uitgegeven fl. 908,44,5.  
65   Volgt nu staat en begroting van de roerende bezittingen tot voorschreve gemeenschap behorende:  
66   - Waarop eerst gebracht wordt het voordelig saldo der voorenstaande rekening en verantwoording ter somme van fl. 908,44,5.  
67   - Voorts de onverkochte en nog aanwezig zijnde meubelen en inboedel, tafel en beddelinnen, kleren, ongemunt zilverwerk tegen de taxatieprijs bij de inventaris dezes boedels vermeld tot fl. 2872,--.  
68   - Vier en zeventig certificaten van Nationale uitgestelde schuld fl. 601,25.  
69   - Zes dito fl. 48,75.  
70   - Vijf en zeventig onuitgelote kansbiljetten fl.1462,50.  
71   enz. enz.............  
72   De deelbare staat van de roerende bezittingen des gemeenschappelijke boedels van wijlen A.I.B. Drabbe en Henrietta Cocq bedraagt fl. 10235,04, waarin de ene helft gecompeteerd zoude hebben aan voorgemelde heer A.I.B. Drabbe en nu gedevolveerd is op zijn zes kleinkinderen ter somme van fl. 5117,52.  
73   Doch welke verminderd moet worden met hetgeen wegens kosten op zijn begrafenis gevallen is betaald ter somme van fl. 364,30.  
74   Rest dus zuiver deelbaar wegens deze helft de som van  
75   fl. 4753,22.  
76   De wederhelft gecompeteerd hebbende aan wijlen G.W.H. Drabbe als daarin voor zijn overleden moeder gesuccedeerd zijnde, bedraagt een gelijke som van fl. 5117,52. Waarvan W.F.L. Tollius, uit krachte der tussen haar en haar overleden man bestaan hebbende gemeenschap de helft behoort .......  
77   Volgt nu de staat der onroerende bezittingen en hetgeen daartoe behoort, welke reeds voor het aangaan van het huwelijk van G.W.H. Drabbe het eigendom van de ouderlijke boedel geweest zijnde, overzulks ten aanzien zijner echtgenote buiten gemeenschap zijn gebleven.  
78   En komt dus alhier eerst een huis, tuin, verder getimmerte en erve, tevoren geweest zijnde verscheidene percelen, doch thans aan elkander verheelt, staande en gelegen aan de zuidzijde van de Nobel- of Breestraat tussen de Mooi Jacob en Varken- of Schoolstegen uitkomende op de overwelfde Voldersgracht of Langebrug en strekkende langs de oostzijde der gemelde Varken- of Schoolsteeg onder het Bon Vleeshuis nr. 66, 69, 71, 72, 73, 74 en 75, wijk 4, nr. 345 met en benevens de grond waarop voor dezen een huisje gestaan heeft tot berging der brandweergereedschappen van het bon Vleeshuis gelegen aan de oostzijde van de Varken- of Schoolsteeg, thans aan het erf van het eerstgemelde huis verheeld onder het voorgemelde bon nr. 70 in wijk 4, nr. 372, welk huis en erve door Isaac la Lau, metselaar ..... is getaxeerd dd. 22-3-1828 op een waarde van  
79   fl. 6000,-- zoals consteerd uit een onderhandse acte van taxatie dd. 13-10-1828.  
80   Het voorschreven huis en erve is sedert 1-11-1828 verhuurd aan Jonkheer H. van Beresteyn voor fl. 675,-- per jaar. (f.951-951v).  
81   - Enige partijen land ...  
82   De deelbare staat der onroerende bezittingen des gemeenschappelijke boedels van wijlen A.I.B. Drabbe en H. Cocq bedraagt fl. 14058,80. (f. 954v).  
83   De weduwe Tollius kreeg uit de gemeenschappelijke boedel o.a. het huis op de Breestraat met de daarop te goed zijnde huurpenningen na aftrek van enige lasten begroot op fl. 6045,27,5.  
84   Acte opgemaakt dd. 31-12-1828. (f. 957v-958).  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris Van Bergen, 1828, inv.nr. 74-2, akte nr. 254, fiche nr. 1046-1047
 
 

 

Drabbe: Notitie 20
<19
21>
             
1   Gerrit Willem Hartman Drabbe, ingeschreven in het Album Studiosorum 17-4-1800, 17 jaar, geboren Groningen (f. 1195).  
2   Zie ook De Wapenheraut 1921 voor geboortedatum Gerrit Willem Hartman Drabbe. De grootouders van moederskant Gerrit Albert Cocq en Anna Hartman treden als doopgetuigen op.  
             
   
ELO, De Wapenheraut 1921, 10. A.2
 
 

 

Drabbe: Notitie 21
<20
22>
             
1   Op 28-11-1800 koopt Margaretha Delia Feith, wed. van Jacob Drabbe [moeder van Adriaan Isaac Burgittus] voor fl. 1400,-- een zeer beklante kleerblekerij met deszelfs hecht, sterk en welgelegen washuis, spoelhuis, woonhuis, knechthuis, paardenstal, loodsen, turfschuur en verder getimmerte, gelegen even buiten de Hogewoerdsepoort van de stad Leiden aan de Herenweg, in het ambacht Zoeterwoude groot 300 roeden.  
             
   
ELO, archief Zoeterwoude, schout en schepenen 1587-1811, inv.nr. 103, f. 218
 
 

 

Drabbe: Notitie 22
<21
23>
             
1   Na het overlijden van hun moeder Margaretha Delia Feith in 1801 erfden haar beide zoons, Adriaan Isaac Burgittus en Arend Pieter Jan het huis Rapenburg 47.  
2   Zij verkochten nog in dat zelfde jaar de verhuurde woning aan de huurder voor fl. 2500,--.  
             
   
Lunsingh Scheurleer, Th. H., C.W. Fock en A.J. van Dissel, Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht. Deel IIIb: Meyenburch. (Leiden 1988) 672-673, 681, 752
 
 

 

Drabbe: Notitie 23
<22
24>
             
1   Verschijnt de procureur Van Bergen namens de erven van de wed. Drabbe zich beklagende over het afnemen en stelen der koperen knoppen van de lantarens, waarover hij zich meer dan eens reeds geadresseerd had aan het comitvan justitie.  
2   En is geresolveerd hierover met gemeld comitte confereren.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 636, verg. comité van algemeen belang, d.d. 19-3-1801
 
 

 

Drabbe: Notitie 24
<23
25>
             
1   De moeder van Drabbe had met de municipaliteit een contract gesloten voor de verzorging van het benodigde voor de stadslantarens.  
2   In 1801 geven revenentelijk te kennen Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en Arend Pieter Jan Drabbe wonende binnen Leiden voorn. als enige kinderen en erfgenamen ab intestato [erfgenamen zonder testament] van wijlen vrouwe in leven wed. van wijlen Jacob Drabbe en alzo subintrerende in de plaats van gen. hunne overleden moeder in de aanneming en verzorging van het benodigde voor deze stadslantarens, dat de supplianten tot hun leedwezen gedurende enige tijd hebben moeten ondervinden, dat van deze stadslantarens de koperen kappen met geweld geroofd en de blikken lampen uit dezelven weggenomen worden, waarvan in de twee laatste afgelopen maanden het getal niet minder belopen heeft dan 78 stuks koperen kappen en ruim 100 stuks lampen.  
3   Dat de supplianten van deze diefstallen zowel aan het committee van algemeen belang als aan dat van justitie alhier kennis gegeven hebben. Dat deze committees ter stuiting van die misdaden zowel als ter ontdekking van de daders met de supllianten zijn werkzaam geweest, maar tot heden zonder enig effect. Supplianten berichten de municipaliteit dat zij zich persoonlijk niet aansprakelijk achten voor de geleden schade aan publieke goederen.  
4   De Municipaliteit van Leiden geexamineerd hebbende het nevenstaande requesten gehoord het bericht van het committee van Financien en Onderstand heeft na gehouden deliberatien uit hoofde der bepalingen bij art. 6 en 16 van het contract van besteding en aanneming tussen de Municipaliteit en wijlen M.D. Feith, wed. Drabbe op den 26-11-1799 gepasseerd, goedgevonden en verstaan het verzoek bij hetzelve request gedaan te wijzen van de hand. Actum 1-5-1801.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 603, f. 69-70
 
 

 

Drabbe: Notitie 25
<24
26>
             
1   George Willem Kramer verklaart verkocht te hebben aan de heer Adriaan Drabbe "een vermakelijke welbepoote en beplante speelthuijn voor deeze geweest zijnde twee tuijnen staande en geleegen buijten de Maarepoort der stad Leyden aan de trekvaart van Leyden op Haarlem". Jongste waarbrieven van 11-10-1766 en 14-5-1768.  
2   Belend Dr. Wilhelm Leon Veerman en Adriaan van Deyster, strekkende voor van de trekvaart tot achter aan zekere vaarsloot.  
3   Koopsom: 1400 gl. en voor het kind een present van 50 gl. "voor de loode swaan en het pedestal".  
             
   
NA, Rechterlijk Archief Leiderdorp, 82, d.d. 10-12-1770. Inbrengboek van huizen, tuinen, landerijen, steenplaatsen etc.
 
 

 

Drabbe: Notitie 26
<25
27>
             
1   Op 26 maart 1801 verkopen de erfgenamen van Margaretha Delia Feith [overl. L. 18.1.1801] wed. van Jacob Drabbe [wiens broer was Adriaan Drabbe, geb. L. 15.7.1716; overl. L. 1782 x Elisabeth Feith] "een vermakelijke welbepoote en beplante Speeltuin met desselfs speelhuisinge en verdere getimmerte daarinne zijnde, voor deese geweest twee tuinen" etc. vrij van lasten. Jongste waarbrief 22-12-1770.  
2   Koopsom fl. 1600 a 40 groten gereed. [contant] aan Frans van Stripiaan Jacobsz. gelegen aan de Haarlemmertrekvaart, van af de trekvaart tot achter aan de vaarsloot.  
3   ter enen zijde I.A.B. Bloys van Treslong.  
4   ter andere zijde Jan Moelee.  
             
   
NA, Rechterlijk Archief Leiderdorp 53, f. 241, d.d. 26-3-1801
 
 

 

Drabbe: Notitie 27
<26
bron>
             
1   N.B. Zie ook testament van Adriaan Drabbe x Elisabeth Feith, die tot hun erfgenamen maakten haar zuster Margaretha Delia Feith en haar twee zonen.  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris J. Thijssen, inv.nr. 2289-2314, akte nr. 117, 1781, fiche nr. 1061
 
 

 

Drabbe: Bronnen
             
1   ELO, Doop-, Trouw- en Begraafregisters.
2   ELO, Recht. Arch., inv.nr. 213, Impost op het begraven 1790-1802, 1e klasse, nr. 57.
3   ELO, Liste Civique de la commune de Leide 1811, nr. 801.
4   ELO, Herenboekjes.
5   ELO, Kerkeraad NH Gemeente Leiden, inv.nr. 83, Namen der op nieuw aangekomene ledematen soo door belijdenis als met attestatie.
6   ELO, Maatschappij van Weldadigheid, Subcommissie Leiden, inv.nr. 73
7   ELO, Bevolkingsregister 1762-1796, inv.nr. 1856, nr. 42.
8   ELO, Bevolkingsregister 1762-1796, inv.nr. 1702, nr. 77.
9   ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1906, buurt 15, nr. 31.
10   ELO, Volkstelling 1818, inv.nr. 1091, wijk 4, nr. 345.
11   ELO, SA II, inv.nr. 602, f. 254-255.
12   ELO, SA II, inv.nr. 603, f. 69-70.
13   ELO, SA II, inv.nr. 636, d.d. 19-3-1801
14   ELO, SA II, inv.nr. 642, notulen wethouders d.d. 17-1-1807.
15   ELO, SA II, inv.nr. 642, bijlage 107a.
16   ELO, SA II, inv.nr. 596, f. 97-98.
17   ELO, HGW, inv.nr. 200, verg. 9-11-1807, art. 6.
18   ELO, HGW, inv.nr. 3869.
19   ELO, Notarieel Archief, notaris J. Thijssen, inv.nr. 2289-2314, akte nr. 117, 1781, fiche nr. 1061.
20   ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1815, inv.nr. 61-2, akte nr. 163, f. 317-318.
21   ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1828, inv.nr. 74-1, akte nr. 34, fiche nr. 1006.
22   ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1828, inv.nr. 74-1, akte nr. 106, fiche nr. 1019
23   ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1828, inv.nr. 74-2, akte nr. 162, 252, fiche nr. 1033, 1034.
24   ELO, Notarieel Archief, notaris Van Bergen, 1828, inv.nr. 74-2, akte nr. 254, fiche nr. 1046-1047.
25   ELO, archief Zoeterwoude, schout en schepenen 1587-1811, inv.nr. 103, f. 218.
26   NA, Rechterlijk Archief Leiderdorp, 82, d.d. 10-12-1770.
27   NA, Rechterlijk Archief Leiderdorp 53, f. 241, d.d. 26-3-1801.
28   NA, Rechterlijk Archief Leiderdorp 55, f. 87v, d.d. 8-5-1807.
29   ELO, De Wapenheraut 24 (1920) 153-154; 168-169.
30   Haan, S.W.M.A. den en P.M. Kann, Zucht om zich te oefenen in de lieflijke zangkunst. (Alphen aan den Rijn 1996) 39.
31   Lunsingh Scheurleer, Th. H., C.W. Fock en A.J. van Dissel, Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht. Deel IIIb: Meyenburch. (Leiden 1988) 672-673, 681, 752.
32   Lunsingh Scheurleer, Th.H.C.W. Fock en A.J. van Dissel, Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht. Deel IVa: Leeuwenhorst (Leiden 1989) 133.
33   ELO, Bibliotheek Leiden en omg. nr. 15148 pf.
             
 

 

Publicatie Auteur Home
Leiden Weeshuis Regenten Antoinette Frijns 2008 www.oudleiden.nl