Regenten Weeshuis Leiden
Cunaeus
 
cunaeus

 

Cunaeus:Personalia
<bron
1>
             
1   Cunaeus, Everhard Hendrik Jacob, regent van 1806-1833  
2   geb. L. 10.1.1779, ged. L. HK. 17.1.1779  
3   overl. L. 26.3.1833 weduwnaar  
4   woonde op de Hogewoerd  
5   ingeschreven Latijnse school, 7.11.1790  
6   ingeschreven als student 13-9-1793, 14 jaar en 28-10-1795, 16 jaar J.  
7   op 2-4-1798 wonende op de Hogewoerd aangenomen als lidmaat van de NHK  
8   commissaris van de echtzaken 1803  
9   regent weeshuis 1806-1833  
10   rentmeester van het kapittel ten Hooglande, Memorien en Getijde Goederen 1807  
11   Kerkmeester van de Hoofdkerken 1807  
12   lid van de commissie van het Nederduitsch Hervormde kerkgenootschap 1810-1833  
13   raadslid vanaf 1813  
14   lid van de vergadering van notabelen 1814  
15   stadssecretaris 1814-1833  
16   secretaris rekenkamer 1814-1833  
17   secretaris commissie van fabricage 1816-1825  
18   regent gevangenhuis 1816  
19   regent Schachtenhofje op de Middelstegracht 1828-1833  
20   op 30-9-1830 staat zijn naam op de naamlijst der H.H. leden van 't Kiescollege dezer stad, ingesteld ingevolge art. 21 en 22 van het reglement voor het bestuur derzelve stad, gearresteerd bij Z.M. besluit van 4-1-1824, no. 108, in de orde van derzelver aftreding  
21   9 jaar lid van het leesgezelschap 'Miscens Utile Dulci'  
22   lid van de Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde 1806-1833  
23   burgelijke lid van de Maatschappij van Weldadigheid, afd. Leiden, 1822-1827 (bedankt)  
24   ordinair lid van het Genootschap MSG 1826-1833 (overleden)  
25   zoon van mr. Johan Andreas Cunaeus en Arnoldina Wilhelmina Brantsen  
26   x Zoeterwoude 7.11.1808
Louisa Johanna van Rosefelt
geb. Klarenbeek 26.7.1779
overl. ?
 
27   a. Johanna Theodora Wilhelmina
geb. L. 21.12.1809
ged. L. PK. 14.1.1810
 
28   b. Geen voornaam
zijnde 8 dagen na de geboorte overleden 8.7.1811?
 
             
 

 

Cunaeus: Notitie 1
<pers
2>
             
1   E.H.J. Cunaeus was ca. 1800 eigenaar en bewoner van een huis in de Breestraat.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1912, buurt 22, nr. 9
 
 

 

Cunaeus: Notitie 2
<1
3>
             
1   E.H.J. Cunaeus was in 1818 eigenaar van een huis op de Hogewoerd, dat hij met zijn vrouw, een dochter en een dienstbode bewoonde.  
             
   
ELO, Volkstelling 1818, inv.nr. 1091, wijk 3, nr. 407
 
 

 

Cunaeus: Notitie 3
<2
4>
             
1   E.H.J. Cunaeus, 50 jaar, weduwnaar woonde in 1829 op de Hogewoerd met zijn 19 jarige dochter Johanna Theodora Wilhelmina en twee dienstboden.  
             
   
ELO, Volkstelling 1829, inv.nr. 1092, wijk 3, nr. 422
 
 

 

Cunaeus: Notitie 4
<3
5>
             
1   In 1803 werd op last van het Departementaal bestuur door de hoofdschout in de Vierschaar een nieuwe Raad geïnstalleerd en beëdigd, waarin gematigde patriotten met enkele orangisten volgens aanwijzing van genoemd bestuur zitting kregen, o.a. Cunaeus. Het waren weder bijna allen personen uit voormalige regenten-families.  
             
   
Blok, P.J., Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad in den nieuweren tijd. ('s-Gravenhage 1918) 73.
 
 

 

Cunaeus: Notitie 5
<4
6>
             
1   Door wethouderen in oktober 1807 de persoon van Evert Hendrik Jacob Cunaeus voorgedragen voor de vacature van het rentmeesterschap van het kapittel ten Hoogelanden en de Memorie en Getijden Goederen binnen Leiden.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 644, bijlage 284
 
 

 

Cunaeus: Notitie 6
<5
7>
             
1   Testament dd. 24-11-1809.  
2   De comparant in dezen heeft onder ede verklaard tot geen vijftig duizend gulden gegoed te zijn en verklaar ik notaris dat in dit testament geen making van fides commis is vervat.  
3   Comparerende voor mij de weledel geboren heer Evert Hendrik Jacob Cunaeus wonende binnen deze stad .... en verklaart voorts alle andere testamenten ... voor dato dezes gemaakt te vernietigen.  
4   En verklaart hij aan de kind of kinderen uit zijn tegenwoordig huwelijk te verwekken en door hem na te laten te maken de legitieme portie ....  
5   latende voorts aan zijn huisvrouw Louisa Johanna van Rozenfeld de macht en vrijheid om ten einde het beloop der voorschreven legitieme portie te kunnen bepalen al zijn goederen tot comparants boedel behorende door deskundige en bevoegde personen te doen waarderen ...  
6   Begerende hij comparant dat al hetgeen waarvan zijn huisvrouw de zuivere vruchten en interesse ...... zal moeten blijven onder de administartie van zijn huisvrouw zolang het vruchtgebruik zal duren als verklarende hij zijn huisvrouw tot administratrice dier goederen ...  
7   Stellend ehij voorts tot voogdesse en voogden over zijn na te laten minderjarige kinderen zijn voorn.huisvrouw en zijn aanbehuwde vader de weledele heer Johannes van Rosevelt en zijn broer Petrus Cuneaus en tot toeziend voogd de hooggeleerde heer Roeland van Staphorst ....  
8   Sluitende hij comparant voor altijd uit zijn boedel alle weeskamers ...  
9   Laatstelijk verklaart hij comparant de mogelijkheid ten alle tijde om dit testament te mogen veranderen en andere voogden aan te stellen...  
10   Akte nr. 183 is het testament van de huisvrouw van E.H.J. Cuneaus en wat inhoud en onderwerp betreft gelijk aan dat van haar man.  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris H. Roskes, inv.nr. 2730-2739, 1809, akte nr. 182-183, fiche nr. 311, lade 85
 
 

 

Cunaeus: Notitie 7
<6
8>
             
1   Bundel met een lofdicht op E.H.J. Cunaeus, bij zijne volbragte vijf en twintigjarige dienst als regent van het H. geest of Armen-, Wees- en Kinderhuis te Leyden. Den 22 juni 1832. In naam van regenten en regentessen, H. Roskes, president. Verder bevat de bundel feestgezangen, ter gelegenheid van het vijf en twintigjarig regentschap van den wel-edelen heer, de heer E.H.J. Cunaeus, in het H. geest of Armen-, Wees- en Kinderhuis te Leyden. Uigevoerd door de wezen op den 25 juni 1832.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 304
 
 

 

Cunaeus: Notitie 8
<7
9>
             
1   Brief van Cunaeus aan Jan Dermout jr.  
2   Ofschoon ik alle reden heb om gevoelig te zijn voor de wijze waarop u onze commissie hedenmorgen ontvangen heb, zou ik geenzins vooruitlopen, indien ik wilde aandringen op een spoedig besluit van uwentwegen intussen als iemand die een wezentlijk belang stelt in de gunstige uitslag van ons verzoek, vermeen ik nog dit volgende te moeten bijbrengen en aan uwe ernstige overweging over te laten.  
3   Van het eerste ogenblik dat uw naam in onze vergadering viel, maakte ik dadelijk de bedenking, dat hij die eenmaal zo onterecht van het kussen gestoten is, weinig lust zoude gevoelen om op hetzelfde wederom gebracht te worden. Maar ik loste dadelijk mijne zwarigheden op met de gedachten dat het althoos groot is verongelijkingen die ons door ondankbare worden aangedaan te verduren, maar dubbel groot is het met werken te tonen dat wij de schuldigen vergeven en hun daden vergeten. Mijn oogmerk is niet om aan een man van uwe jaren een zedeles aan te prijzen maar alleen bedoeld om u te smeken ook uit dat oogpunt de zaak te beschouwen en alle weldenkenden zullen u den welverdiende lof moeten geven, dat gij belangeloos handelt en alleen beoogt het welzijn van onze wezen. Overigens verbinden ik mij gewillig tot alles wat u te moeilijk zoude kunnen vallen. In een woord ook ik zal trachten die vervlogen genoegens u te doen herinneren en zelfs het ... door uw andere ambtsgunsten te ... die mensen van uw jaren een wens naar ons hart zijn, waartoe ik reeds gunstige uitzichten heb.  
4   Verschoon de vrijheid die ik genoemen heb, maar ik kon niet afzien om u schriftelijk nogmaals de belangen van ons godshuis aan te bevelen. Cunaeus.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 4691
 
 

 

Cunaeus: Notitie 9
<8
10>
             
1   De president geeft de vergadering legaal kennis van het treffend en spoedig afsterven van het oudste lid dezer vergadering den weledel geboren heer E.H.J. Cunaeus, sedert den 25 juni 1807 onafgebroken werkzaam met ijver en volharding ten nutte van het weldadig gestigt. De leden betreuren in den afgestorvene een waardig lid voor het gesticht terwijl zij zijn vrienschappelijk verkeer met smartgevoel herdenken. Overeenkomstig gebruik en ter voldoening aan hetgeen hun gevoel eist, wordt besloten een commissie te benoementen einde deze de enige dochter der overledene van de deelneming en achting der vergadering te verzekeren. Wordende tot deze commissie verzocht de tijdelijke president en secretaris welke deze commissie op zich nemen. Door de binnenvader wordt namens deze commissie tegen den volgende dag aan het sterfhuis belet gevraagd, terwijl staande deze vergaderingde commissie rapport ontvangt, dat zij zullen worden afgewacht.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 74, verg. d.d. 27-3-1833
 
 

 

Cunaeus: Notitie 10
<9
bron>
             
1   De president/secretaris berichten dat zij ingevolge de last hun in de laatste vergadering opgedragen de treurige plicht hebben vervuld van rouw beklag aan het sterfhuis van de overledene, terwijl het lid Hartevelt welke op aanzoek der president hiertoe uitgenodigd de begrafenis hunner ambtgenoot had bijgewoond, dat hij verzocht is de leden dezer vergadering namens de betrekkingen dank te betuigen voor het blijk van achting en betoonde vriendschappelijke hulp.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 74, verg. d.d. 1-4-1833
 
 

 

Cunaeus: Bronnen
             
1   ELO, Doop-, trouw- en begraafregisters.
2   ELO, Album Studiosorum, f. 1178, 1185.
3   ELO, Kerkeraad NH Gemeente Leiden, inv.nr. 87. Achteraan in dit boek uit de wijk bevattende de Hoogewoerd, Garenmarkt, de ingekomene en aangenomene leden in de jaren 1787-1826.
4   ELO, Archief MSG, inv.nr. 49.
5   ELO, Maatschappij van Weldadigheid, Subcommissie Leiden, inv.nr. 73.
6   UB. Leiden, Douza, Archief Maatschappy der Nederlandsche letterkunde te Leyden, inv.nr. 318, Ba 3, p. 14; inv.nrs. 319, 321, 323.
7   ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1912, buurt 22, nr. 9.
8   ELO, Volkstelling 1818, inv.nr. 1091, wijk 3, nr. 407.
9   ELO, Volkstelling 1829, inv.nr. 1092, wijk 3, nr. 42.
10   ELO, SA II, inv.nr. 644, bijlage 284.
11   ELO, HGW, inv.nr. 304.
12   ELO, HGW, inv.nr. 4691.
13   ELO, HGW, inv.nr. 74, verg. d.d. 27-3-1833 en 1-4-1833.
14   Blok, P.J., Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad in den nieuweren tijd. ('s-Gravenhage 1918) 73.
15   Coebergh van den Braak, A.M., Meer dan zes eeuwen Leids Gymnasium. Herziene, tot 1997 bijgewerkte uitgave, 2e editie (Leiden 1997) 213.
16   Elias, A.M. en P.C.M. Scholvinck, Volksrepresentanten en wetgevers. De politieke elite in de Bataafs-Franse tijd 1796-1810. (Amsterdam 1991) 273.
17   Maanen, R.C.J., 'Leidse Patriotten 1787-1795', in: Holland, regionaal historisch tijdschrift 19 (1987) 252, 257.
18   Prak, M., Gezeten burgers. De elite in een Hollandse stad Leiden 1700-1780. (Stichting Hollandsche Historische Reeks 1985) 383.
19   ELO, Notarieel Archief, notaris H. Roskes, inv.nr. 2730-2739, 1809, akte nr. 182-183, fiche nr. 311, lade 85.
             
 

 

Publicatie Auteur Home
Leiden Weeshuis Regenten Antoinette Frijns 2008 www.oudleiden.nl