JAN VOC C.S. |
JAN VOC C.S.
I. JAN VOC
tr. Russent (Ke. 418 f. 78v.).
kinderen:
ovl. 6 apr. 1371, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 33).
functies:
burgemr. 1350-51; indien dezelfde als Claas Jansz.; schepen 1353-54, 61-62; H. Geestmr. juli-aug. 1356-57; gasthuismr. 63-64, 64-65.
rentebezit:
* 12 juli 1349 1 £ g.g. op een huis en erf aan de Breestraat-Rijnzijde, nagelaten aan St. Pancraskerk voor memoriediensten (Ke. 415 f. 33).
* 12 apr. 1351 1 £ g.g. op 6 morgen land, de Gheer te Alphen, wrsch. aan de H. Geest vermaakt (W. 428 f. 79v.).
* 2 jan. 1369 10 s.g.g. op een huis en erf te Leiden, later in handen van Jacob van der Hant Claasz. (Ke. 415 f. 17 en v.).
borgstelling:
6 okt. 1364 Hendrik Pieter Galenz. (Secr. 19 f. 1v.).
familie:
tr. Gobburg (Ke. 415 f. 33). Dochters:
a. Katharine
(Ke. 415 f. 33).
b. Alijd
tr. Claas Jacobsz. (Ke. 418 p. 49). Zijn zoon was missch. Jacob van der Hant Claasz., deze droeg o.m. voor Claas' memorie renten over aan St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 17 en 33); (zie Van der Hant III en vgl. hierna onder Jan Jan Vockenz.).
ovl. voor 29 nov. 1361 (W. 428 f. 18v.); zij bezat 10 s.g.g. rente op een hofstad te Marendorp, voor 29 nov. 1361 vermaakt aan de H. Geest (W. 428 f. 18v.). tr. Jacob die Scrijnmaker, ovl. na 29 nov. 1361 (W. 428 f. 18v.).
II. JAN VOCKEN
ovl. 19 juli 1369, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 20).
beroep:
leverde 1344-45 varkens (Hamaker, Rek. Holl., II 165).
familie:
tr. IJde, zij kocht 16 juli 1370 1 £ g.g. op een huis en erf aan de Nieuwe Rijn, droeg deze 30 aug. 1372 voor memoriediensten over aan St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 20), schonk de H. Geest 10 £ pay. (W. 428 f. 60v., zie ook Kam, 'Memorieboek', 205). Kinderen (Ke. 418 f. 78v., 415 f. 20):
tr. Jan Dilianenz.?
III. JAN JAN VOCKENZ.
functies:
schout? (vgl. schuldbrief); schepen 1392-93, 97-98, 98-99, 99-1400; burgemr. 1405-06.
woonhuis:
aan de Rijn 1385 (Ke. 416 f. 6).
huisbezit:
verm. als belendend aan de grfl. boomgaard te Leiden 1 okt. 1389 (Rijnsburg 130 f. 71v.).
rentebezit:
een schuldbrief van 326 £ 6 s. 2 p.pay. ten laste van Heer Philips van Wassenaer, 1394 in handen van Herman Willemsz. (GvH. 1249 f. 13).
borgstelling:
* 19 apr. 1371 Bertelmeeus van Raephorst (Secr. 19 f. 26).
* 2 feb. 1400 Jacob Jan Dirksz.z. (Secr. 20 f. 3).
varia:
zegel: een tweekoppige adelaar met barensteel in het schildhoofd (Ga. 502, 10 okt. 1397). Pachter van de bieraccijns met Louwe 1395-96 (Ga. 334 (3) f. 10v.). Ontving 29 mrt. 1411 een grfl. vrijgeleide tot 12 apr. 1411 (GvH. 205 f. 41).
familie:
was zwager of schoonzoon van Huge van der Hant (Secr. 19 f. 26, zie Van der Hant II en vgl. ook de relatie tussen Claas Jan Vockenz. en Jacob van der Hant Claasz.). tr. Duve, wrsch. ovl. 1386, begr. St. Pieterskerk (tr. eerder Wouter, RA. 2a, aanhangsel f. 19v., waaruit een Aarnd, Kam, 'Memorieboek', 205); tr. 2e Margriet (Ke. 7 f. 75).
Auteur | Fred van Kan |
Publicatie | Het Leidse Patriciaat |
Home | www.oudleiden.nl |