POES

 

Previous PageHome PageNext Page


POES

ovl. 1291, in dienst van graaf Floris V, tijdens diens Engelse reis (Ke. 322 f. 1, vgl. Kruisheer, Oorkonden en Kanselarij, I 10-11).

landbezit:

2 kampen land bij de Maredijk, Hollands leen, verm. 1281 in handen van Poijs (Muller, 'Het Oude Register', 220, vergl. met GvH. 706 f. 52v.; d.i. De Fremery, Supplement, 186).

familie:

tr. Katrine. Zij stichtte, met haar broer Claas als voogd, 6 nov. 1304 (zoals haar man reeds had gewenst en met instemming van wijlen haar zoon) de H. Kruisvicarie in St. Pieterskerk en schonk daaraan de Lote, de Havercamp, de Corte camp en een uiterdijk. Bedienaar werd heer Hendrik Spiker; de collatie zou voor haar nageslacht zijn (Ke. 322 f. 1, vgl. Ke. 123 en Holtkamp, Register, 30). Te Oegstgeest bezat zij land aan de Rijn, daarop had de burggraaf 3 p. tijns (W. 428 f. 82v.). Op een huis en erf te Leiden had zij een rente van 12 s.g.g. die vererfde op haar kleinzoon Gerrit Heinenz. Rottier (W. 428 f. 18). Kinderen:

1. Jooes [of Poes?]

sneuvelde 1304 bij Duiveland (Ke. 322 f. 1).

2. Dirk Poes

(W. 428 f. 18).

3. Katrine

ovl. voor 19 aug. 1333 (W. 428 f. 82v.). tr. Hein Rottier (W. 428 f. 18 en 82v., zie Rottier).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl