22. Vreugdenrijk |
Stadskaart |
|
Ga met de muis naar de cirkel voor de naam van de buurt. Klik voor detailkaart en informatie. |
Ligging:
Volgens Jan van Hout bestond de buurt reeds ten tijde van Jacob Deyman (stadssecretaris 1531 - 1553). De ligging wordt dan omschreven als: Vreugdenrijc no. xxij / Begint ten halven van de Blaeuwestege tot St. Katrijnenzusterhuys toe / St. Katrijnenstege aen beyde zijden tot opten houc van de Nonnenstege toe / plach te hebben huysen of cameren.
Feitelijk ging het dus om de gehele bebouwing van het stadsdeel tussen de huidige Witte Singel, Kaiserstraat, Rapenburg en Nonnensteeg (oorspronkelijk met uitzondering van de Nonnensteeg zelf die tot 't Land van Belofte behoorde). Uit berichten van 1599 en 1600 valt op te maken dat de westzijde van de Cellebroedersgracht oorspronkelijk deel uitmaakte van de buurt Jericho en Jeruzalem. Zie in dit verband ook de opmerkingen onder Jeruzalem, Bloem van Jericho, Land van Belofte en Kostverloren (zie ook 'Buurthouden', pag. 62).
(SA II inv. nr. 1220 fol. 12)
Geschiedenis:
Mogelijk wordt de buurt al in 1519 genoemd als prijswinnaar in de stadsloterij. Het zou ook kunnen gaan om 't Land van Belofte. De prose luidt: Die buyren van de witte nonnen hadden gaerne tgrote lot gewonnen. Men wint een zilveren schaal met het gewicht van een mark (zie ook 'Buurthouden', pag. 33).
(SA I inv. nr. 988 fol. vj vso)
Waarschijnlijk ontleent de buurt haar naam aan het feit dat in dit stadsdeel prostitutie werd bedreven. In 1450 waren deze activiteiten alleen toegestaan in het de omgeving tussen de Groenhazengracht en het Noordeinde (zie Billenburg) en in de Coddesteeg en de Mirakelsteeg. Onder de titel Waer de deernen int leven sittende wonen sullen wordt in 1545 een keur afgekondigd (die daarna weer wordt ingetrokken) waaruit blijkt dat er eveneens sprake is van prostitutie achter het klooster van de Jacobinessen en de Cellebroeders an de aftergraften (...) ende an de vest. De buurt werd kennelijk door de bewoners ervaren als aan vreugden rijk (zie ook 'Buurthouden', pag. 66).
(Hamaker, Keurboek 1545 V. 15.)
In 1571 komen Adriaen Vincentz. en Jacob Jacobsz. (woonachtig in de Kolfmakersteeg) in conflict met Marytken Eeuwoutsdr. over de levering van een paar toortsen tot behouff van den voors. gebuyerte daar d(e) eysers woonachtich sijn genaempt Vreuchdenrijcke. Ook wordt er geruzied over de kosten van tgelach verteert bij de voors. parthyen mitsgaders bij de zegsluyden ofte arbyters ten wederseyden daer inne begrepen tsalarys van zeeckere zoencedulle te schrijven als volgende zeeckere buyersoene. Kennelijk was er dus aanvankelijk met behulp van zegslieden overeenstemming bereikt, die naar het gebruik van die dagen werd gevolgd door een geschreven verzoeningsverklaring en tenslotte werd beklonken met een stevige dronk. Marytken Eeuwoutsdr. wordt in het ongelijk gesteld, doch gaat in appel bij het Hof van Holland.
Volgt hier de integrale tekst van het vonnis:
den xvii en february
Cornelis Meeuss van Hout gemachtigt van Adriaen Vincentzoon coornmeter ende van Jacob Jacobsz. besemaecker als vader ende bloedich voocht van Jacob zijne zoone woonende inde Colfmaeckersstege in dier qualite eysschers contra Marytken Eeuwoutsdochter mit haer voocht gedaechde. Om leveringe van een paer toortsen tot behouff van den voors. gebuyerte daar deysers woonachtich sijn genaempt Vreuchdenrijcke mitsgaders oock te betalen tgelach verteert bijde voors. parthyen mitsgaders bij de zegsluyden ofte arbyters ten wederseyden daer inne begrepen tsalarys van zeeckere zoencedulle te schrijven als volgende zeeckere buyersoene daervan ghemaect of drie gulden daer voren te geven behouden juste moderatie. Oft in andere fijnen als uuyt deductie van desen bevonden sal worden te behooren deysers oirboirlijck synder concluderende tot conclusie mitten costen gedaen ende te doene ende protesterende voorts soe naer rechte behoeren sal.
Boven op dynxsdaeghe naestcommende actum den 11 marty 1571 Jacob Fransoon gemachtigt van den verweerder versouck copie van de soenbrief ende des eysers getuychnisse ende dach van beraet. Schepenen guennen de verweerders sijn versochte copie ende stellen de saecke acht dagen. Actum den vi en marty 1571.
Jacob Franss. gemachtigt van verweerder bij seedkere middeln tot nyet ontfankelijck ende absolutie. Schepenen naer alle bescheyt hemluyden gebleken wijsen deysers in sijn clachte ende compenseren die costen om redenen Acte den xiii en martij 1571 de verweerster heeft illico (op staande voet) geappeleert aen hemluyden van Hollant.
(ELO, ORA inv. nr. 43, Dingboek HJ, 17-02 en 04-03-1571)
In 1588 wordt vpte Req(uest)e vande gebuyrte vande Aftergraft bij de doele het Gerecht bericht dat een zekere Hillegont de turffstou(c)ster wonende in een van de nieuwe huisjes aan de Catrijnenveststeeg (het verlengde van de Nonnensteeg, thans Hortus Botanicus) in het gasthuis is opgenomen vanwege de pokken (zij is geslegen vande poxelsije). De buurt verzoekt of de kinderen in het weeshuis kunnen worden geplaatst. Het Gerecht wil eerst weten of de kinderen, hetzij geheel of gedeeltelijk, de kost zelf kunnen verdienen. Uiteindelijk wordt besloten dat de twee jongste kinderen in tweeshuys deser stede zullen werden ontfangen ende als andere schamele weeskinderen gevoet ende ondhouden zullen worden. Het oudste kind zal ook worden verzorgd, maar wordt kennelijk niet in het weeshuis geplaatst.
(SA II inv. nr. 45 fol. 99 vso en 10)
Op 15-10-1592 wordt de buurtkaart na onderzoek door het Gerecht met enige correcties goedgekeurd.
(SA II inv. nr. 46 fol. 243)
Van Vreugdenrijk resteert nog een 16e-eeuwse zilveren lepel, thans aanwezig in de Lakenhal. Mogelijk is deze lepel dezelfde die in 1519 door de gebuyren van de witte nonnen in de stadsloterij wordt gewonnen (zie ook 'Buurthouden', pag. 33).
(Lakenhal, Catalogus van Voorwerpen 1924 no. 40)
Op 01-08-1602 blijkt Vreugdenrijk te zijn gesplitst in de buurten Oost Vreugdenrijk en West Vreugdenrijk. Overigens blijkt dat toen - of zelfs al eerder - de huizen aan de zuidzijde van de Nonnensteeg (nu genomt de Universiteytstrate), oorspronkelijk behorend tot 't Land van Belofte al aan (Oost) Vreugdenrijk waren toegevoegd (zie ook 'Buurthouden', pag. 62).
(SA II inv. nr. 1216 fol. 2 - 2 vso, 01-08-1602)
Buurtheren:
onbekend
Auteur | Publicatie | Home |
Kees Walle 2006/2007 |
Buurthouden | www.oudleiden.nl |