GONTER

 

Previous PageHome PageNext Page


GONTER

I. A(A)RST GONTER(SZ.)

ovl. voor 7 mei 1364 (Ke. 493 f. 19v.).

functies:

schepen 1332-33, 42-43, 43-44; gasthuismr. 1335-36.

woonhuis:

aan de Breestraat, leen van Polanen, reeds voor 26 sep. 1342 door Jan (I) van Polanen beleend; opnieuw 4 aug. 1344 (Obreen, Gesch. Wassenaar, 183); Nass. Dom. 44 (6461) f. 332v.). Vestigde hierop 6 jan. 1350 40 s.g.g. rente t.b.v. zijn vicarie (W. 428 f. 80). Dit huis is de voorloper van het huidige Rijnlands Huis (G. 't Hart, Rijnland's huis, 9).

landbezit:

* de Groete weyden en het Smalle weer te Zoeterwoude, gekocht voor 10 feb. 1345, samen met Jan van der Bregghe van Jan van Egmond en Daniel Coppenz. (Ga. 784); zijn weduwe verm. met land ter plaatse 6 mrt. 1373 (Secr. 1735).

* 5 morgen, 9 gaard, 2 voet te Zoeterwoude (Vroonmade), ten westen van de Leidse vaart bij de Naakte Sluis verm. 1326-30 (Ke. 493 f. 87); geschonken aan zijn vicarie 6 jan. 1350 (W. 428 f. 80).

* 3 morgen, 18 gaard land langs Rodenburger wetering te Zoeterwoude, verm. 1326-30 (Ke. 493 f. 87). Missch. identiek met het volgende:

* 3 morgen, 4½ gaard ten zuiden van de stad, ten noorden van Rodenburger wetering, onder Zoeterwoude, verm. 1326-30 (Ke. 493 f. 87v.).

rentebezit:

40 s.g.g. op 10 morgen land onder Alkemade, 6 jan. 1350 geschonken aan zijn kapelanie (W. 428 f. 80).

stichting:

samen met zijn echtgenote: een kapelanie in St. Pieterskerk (6 jan. 1350).

schenkingen:

zie land- en rentebezit en woonhuis. Tot bedienaar stelden zij de priester Aarnd Hodden Frankenz. aan (misschien wijst dit op een relatie met het geslacht Rijswijc, zie ald.). De collatie zou zijn voor hun zoon Gerrit Gonter of diens nageslacht om uiteindelijk te komen aan de H. Geest (dit laatste geschiedde voor 3 mrt. 1433) (W. 428 f. 80).

familie:

tr. Machteld, dr. van Costijn van der Bregghe (zie ald.). Zij werd 3 apr. 1355 door haar echtgenoot getocht aan diens woonhuis te Leiden (GvH. 244 f. 48). Hield dit huis na haar mans dood in leen van de heer van Polanen (Nass. Dom. 44 (6461) f. 333). Zoon:

II. GERRIT GONTER

functies:

schepen 1329-30, 33-34, 34-35, 35-36, 41-42, 44-45, 45-46, 47-48, 48-49, 49-50; burgemr. 1350-51.

varia:

zegel: de Leidse sleutels met een ster in het schildhoofd (22 apr. 1342, Ke. 1084). Pachter van de visserij in de Rijn bij Alphen 1343 en (samen met Dirk van der Dobbe) 1354 (Hamaker, Rek. Holl., II 123, GvH. 1442 f. 25v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl