Regenten Weeshuis Leiden
Hubert

 

Hubert: Personalia
<bron
1>
             
1   Hubert, ds. Samuel, regent van 1796-1800 en echtgenoot van Sophia Elisabeth Thijssen, regentes van 1796-1800  
2   geb. Hoorn 1749  
3   begr. L. HK. 19/26.12.1801, aang. 24.12.1801, 1ste klasse (30 gulden)  
4   annos academicus habens 16.9.1767  
5   predikant te Venhuizen 1772  
6   predikant te Leiderdorp in de geref. kerk 1774-1790  
7   verdi divini minister 1790  
8   hoogheemraad van Rijnland 1796-1801  
9   honorair lid van het Tael- en Dichtlievend Genootschap, onder de Spreuk: Kunst wordt door Arbeid Verkreegen 28-8-1776  
10   zoon van Samuel Hubert en Johanna Elisabeth Hooger  
11   x ot. L. 29.4.1773, aang. 29.4.1773, 1ste klasse (30 gulden)
Sophia Elisabeth Thyssen, wonende alhier, zullende trouwen met ds. Samuel Hubert, predikant te Venhuizen wonende aldaar
ged. L. PK. 5.3.1755
overl. L. 15.10.1821, in het huis op het Steenschuur, wed. van Tjaard Nicolaas Suringar
dochter van Johannes Thyssen, notaris en Lena Basijn
 
12   Kinderloos  
             
 

 

Hubert: Notitie 1
<pers
2>
             
1   Testament d.d. 9-6-1789.  
2   Verklaar ik notaris dat in dit testament geen making van fide commis is vervat.  
3   Heden den 9-6-1789 comparerede voor mij de heer Samuel Hubert predikant te Leiderdorp en mejuffrouw Sohia Elisabeth Thyssen, ecgtelieden, wonende te Leiderdorp .. ende hij heer comparant als nu verklaart indien hij de eerststervende was, te legateren aan ieder van de dienstboden welke als dan op zijn overlijden in zijn dienst en zonder wederzijdse opzegging van hun zullen zijn de som van fl. 75,-- i.p.v. een rouw en aan Jannetje du Bois fl. 100,--.  
4   Verklaart voorts tot zijn enige en algehele erfgenaam te stellen zijn tegenwoordige huisvrouw ...  
5   Ende zij juffrouw comparante verklaart ingevolge de vrijheid aan haar bij de codicille dispositie dd. 5-2-1788 van wijlen haar vader Johannes Thijssen gegeven, het bij zijn leven bij deze codicillaire dispositie gemaakt conditioneel legaat van fl. 300,-- aan Aagje van Biesen te niet te doen. Comparante verklaart verder ingevolge de vrije dispositie aan haar gedaan bij wijlen haar vader bij de bovengenoemde codicillaire dispositie gelaten, dedaarbij gemaakte fl. 20.000,-- aan de publieke gereformeerde diakonie en huiszittenarmen dezer stad zo wanneer onverhopelijk een of ander der twee gevallen bij wijlen haar vader bij zijn testamentaire dispositie dd. 1-4-1776 voor notaris Jan van den Broek bepaald, mocht komen te exsteren, te niet te doen en daar omtrent als nu nader disponerende, verklaarde zij ... de fl. 20,000,-- tesamen aan de nagenoemde publieke gereformeerde armen, godshuizen ect. te weten o.a. ......  
6   Aan het weeshuis van de stad fl. 2000,--.  
7   Aan de hoofdkerken binnen deze stad fl. 1000,-- onder conditie dat haar comparantes grafstede gelegen in de Hooglandse kerk, in de zuidkapel nr. 170 en 171, de mond zuidpand nr. 1 (nadat zij comparante en haar tegenwoordige man daarin zullen zijn begraven) den tijd van 60 jaar zal moeten gesloten blijven, aanvang nemende nadat de laatste van hun beiden daarin zal zijn begraven en nadat daarvan door kerkmeesters aantekening op het register der graven zal moeten worden gedaan ....  
8   Voorts verklaart zij comparante indien zij de eerststervende is, eerstelijk te legateren aan ieder van de dienstboden welke als dan op haar afsterven in haar dienst en zonder wederzijdse opzegging van huur zullen zijn de som van fl. 75,-- voor en inplaats van een rouw en aan Jannetje du Bois fl. 100,--.  
9   Gewone formulering.  
10   Voorts legateren zij wanneer er geen wettige erfgenamen zijn aan hun neef de heer Samuel Hubert Timmerdes de heer comparantes bibliotheek benevens alle manuscripten onder deze conditie dat alle preken van den comparant daaronder gevonden wordende, voor zover daar omtrent geen nadere bepaling zal zijn gemaakt op het overlijden van voornoemde heer Samuel Hubert Timmerdes moeten worden verbrand.  
11   Aan mejuffrouw Christina Sebasta Koning of bij vooroverlijden aan haar kinderen fl. 6000,-- alsmede alle de comparantes kleren, zo van linnen, zijde als wolle tot haar lijf, gerief en versieringe behoord hebbende ....  
12   Aan ieder van de dienstboden welke op het afsterven van de langstlevende zonder wederzijdse opzeggngen van huur bij de langstlevende dienstbaar zal worden bevonden, voor ieder jaar dat zij bij de langstlevende in dienst zullen zijn geweest, daaronder mede te berekenen de tijd welke zij staande het leven van de eerststervende in dienst zullen zijn geweest, het lopende jaar waarin de langstlevende komt te sterven voor een geheel jaar gerekend fl. 50,-- en nog daarop fl. 75,-- voor en i.p.v. een rouw.  
13   Aan Jannetje du Bois gedurende haar leven fl. 1:10,-- per week ....  
             
   
ELO, Notarieel archief, inv.nr. 2635-2648, notaris F. Booij, 1789, akte nr. 41, fiche nr. 81-82, lade 77
 
 

 

Hubert: Notitie 2
<1
3>
             
1   Samuel Hubert was eigenaar van een huis in de Breestraat, dat hij van 1788 - aug. 1797 met zijn vrouw, drie bijwoners en twee dienstboden bewoonde. De bijwoners waren Jan Samuel Timmerman Thijssen en ..., twee inwonende jongeheren ter studie en wed. Timmerman-Hubert.  
2   Vorige eigenaar was procureur Thijssen.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1762-1796, inv.nr. 1678, nr.1; Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1913, buurt 23, nr. 40
 
 

 

Hubert: Notitie 3
<2
4>
             
1   Samuel Hubert, dominee, stemgerechtigd was per 2-9-1797 eigenaar van een huis op de Hogewoerd, dat hij met zijn vrouw, twee dienstboden en drie bijwoners (Samuel en Jan Timmerman en wed. Timmerman-Hubert) bewoonde.  
2   Na zijn overlijden in 1801 werd zijn weduwe eigenaresse/bewoonster.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1926, buurt 36, nr. 26
 
 

 

Hubert: Notitie 4
<3
5>
             
1   Samuel Hubert huwde in 1773 met Sophia Elisabeth Thijssen. Haar vader Johannes Thijssen, procureur, eigenaar en bewoner van een huis op de Breestraat, weduwnaar van Lena Basijn (overleden L. 27.6.1769, 1ste klasse, 30 gulden) overleed in 1788 (L. begraven HK 8/15.11.1788, 1ste klasse, 30 gulden met koetsen). Na zijn overleden werd Samuel Hubert met zijn echtgenote eigenaar en bewoner van dit pand. Toen Hubert in sept. 1797 naar de Hogewoerd verhuisde, verhuurde hij het huis op de Breestraat aan Hermannus Proper (wiens echtgenote Hendrina Eekmans regentes was van 1799-1804), die het huis van 1798-1799 bewoonde. Rond 1800 verkocht Hubert dit huis.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1913, buurt 23, nr. 40
 
 

 

Hubert: Notitie 5
<4
6>
             
1   Op 19-12-1789 verkoopt de weledele heer Nicolaas Simon van Winter, wonende binnen de stad Leiden uit ten hand en zulks in volle eigendom op te dragen en over te geven bij dezen aan en ten behoeve van den weleerwarde heer Samuel Hubert, predikant in de gereformeerde gemeente te Leiderdorp voor fl. 10.000 een buitenplaats genaamd Bijdorp, met deszelfs huizinge, erven en verdere getimmerten, bepoting en beplanting met alle de behangsels, schoorsteenstuk, broeibakken, ramen en voorts al hetgeen daarop nagelvast is gelegen aan de Hoge Rijndijk en de Rijn op de hoek van de Meerburger Watering in het ambacht Zoeterwoude. Belend ten noordoosten de Rijn, ten noordwesten de Meerburger Wetering, ten zuidwesten de Hogenrijndijk en ten zuidoosten zekere sloot en daaraan de heer Paulus van Lelyveld.  
             
   
ELO, archief Zoeterwoude, schout en schepenen 1578-1811, inv.nr. 101, f. 97
 
 

 

Hubert: Notitie 6
<5
7>
             
1   Op 4-5-1793 koopt Samuel Hubert, em. predikant te Leiden een partij warmoesland voor fl. 325,-- gelegen aan het einde op de Haverzak in de Pesthuislaan, groot 200 roeden, genaamd Het Sniepje.  
2   Belendingen:
oost: de vaarsloot
west: Catharinagasthuis
zuid: wed. Mattheus Lulst
noord: wed. Laurens Groenendijk
 
             
   
ELO, Register Transporten Oegstgeest 2, 251-500, nr. 283: B.XIV. 37. Oegstgeest, d.d. 4-5-1793, f. 106
 
 

 

Hubert: Notitie 7
<6
8>
             
1   Op 6-5-1799 koopt Samuel Hubert, rustend predikant in de hervormde gemeente te Leiderdorp, wonende te Leiden voor fl. 330,-- een partij warmoesland, gelegen buiten de Hogewoerdsepoort van de stad Leiden in het ambacht Zoeterwoude, groot 308 roeden. Belend ten noorden een perceel warmoesland van oudsgenaamd de Kelder, ten westen de Roomburgerwetering, ten zuiden Steenbergen en ten oosten denzelven zijnde.  
             
   
ELO, archief Zoeterwoude, schout en schepenen 1578-1811, inv.nr. 103, f. 153
 
 

 

Hubert: Notitie 8
<7
9>
             
1   Briefje van Du Mortier aan S. Hubert met het verzoek "dat Gij U één klein oogenblikjen bij ons vervoegt - wij wachten U ingevolgen Uwe afspraak met broeder Milders van hedenmorgen, met verlangen".  
2   Antwoord van Hubert,  
3   Medeburger, Broeder, Vriend,  
4   Het is mij volstrekt onmogelijk wil ik mij niet geheel overhoop werpen, want vrezen dat het rijden een geheel kwaad effect zal hebben op de zware pijn in mijn voet. Refereren mij geheel aan al aan mijn briefje deze namiddag aan de burger Milders gegeven. "Die niet kan is vrij. S. Hubert".  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 305
 
 

 

Hubert: Notitie 9
<8
10>
             
1   Brief van Hubert aan zijn medeburger, voorzitter.  
2   Afzegging voor het bijwonen van een buitengewone vergadering wegens het moeten bijwonen van een zeer belangrijke comparitie [vergadering]. Na vriendelijke morgengroeten ook aan mejuffrouw uwe echtgenote, verblijven na heil en broederschap geheel uwe, Hubert.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 305
 
 

 

Hubert: Notitie 10
<9
11>
             
1   Album Amicorum van Samuelis Hubert 1768-1797.  
2   1) Opdracht van zijn echtgenote Sophia Elisabeth Thijssen:
De Huwelijksband bind hart en hand.
Par l'amour et l'estime.
Symbolum toujours le meme.
Leiderdorp, den 29 februari 1776.
 
3   2) Opdracht van A.J.B. Drabbe Leiden d.d. 13-12-1796 op de vriendschap.  
             
   
ELO, bibli. Leiden en omgeving, 7000/1, Hubert, S., d
 
 

 

Hubert: Notitie 11
<10
12>
             
1   De regentes Hubert bericht dat haar man geresolveerd zijnde zijn domicilium fixum uit de stad te verplaatsen naar het platteland onder Zoeterwoude, zij dus mede ophield burgeresse dezer stad te zijn en daarom haar post in de schoot der municipaliteit had neergelegd. Zij bedankte haar mede-regentessen voor alle genoten hulp, liefd en vriendschap recommanderende haar met de hare verder bij aanhoudendheid in dezelve en eindigende hier mede haar werkzaamheden in dit godshuis.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 197, verg. 15-12-1800, art. 8
 
 

 

Hubert: Notitie 12
<11
13>
             
1   Nadat men onderling van vrouwe E. Thijssen, geb. Hubert afscheid genoemen had en haar edele vertrokken was, begaven de vier overige dames zich naar regentenkamer alwaar de voorzitster uit aller naam haar leedwezen betuigden over het vertrek, hetgeen zij zo even door het bedanken van een haarer mede-regentessen hadden ondergaan, voegende daarbij dat het voorgevallene en oorzaak van dit bedanken voor het vervolg geen genoegen aan haar posten zouden bijzetten.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 197, verg. 15-12-1800, art. 9
 
 

 

Hubert: Notitie 13
<12
14>
             
1   Op 29-8-1804 verkoopt Sophia Elisabeth Thijssen, wed. van ds. Samuel Hubert een partij warmoesland voor fl. 302,-- gelegen aan het einde op de Haverzak in de Pesthuislaan, genaamd Het Sniepje.  
2   Belendingen:
oost: de vaarsloot
west: Catharinagasthuis
zuid: Andries Bergen
noord: wed. Laurens Groenendijk
 
             
   
ELO, Register Transporten Oegstgeest 1, 1-250, nr. 133: B.XIV. 39. Oegstgeest, d.d. 29-8-1804, f. 96
 
 

 

Hubert: Notitie 14
<13
15>
             
1   Sophia Elisabeth Thijssen, wed. van Samuel Hubert woonde per 1-10-1802 in bij Jan Samuel Timmerman Thijssen en zijn huisvrouw Henriette Elisabeth Meyer (eigenaar en bewoners) en 2 dienstboden op de Hogewoerd nr. 11. Op 6-10-1803 vertrok zij buiten de stad en op 6-10-1804 vertrok Sophia Elisabeth Thijssen, wed. van Samuel Hubert naar de Langegracht.  
2   Dit huis was sedert 1798 na het overlijden van Willem Costerus eigendom van de weduwe Costerus.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1919, buurt 30, nr. 11
 
 

 

Hubert: Notitie 15
<14
bron>
             
1   Sophia Elisabeth Thijssen x 2de maal Lingen 11.9.1807 Tjaard Nicolaas Suringar, geb. 13.4.1741, ged. Stiens 21.5.1741, overl. L. 18.6.1820, oud-burgemeester van Leeuwarden en wedunaar van Petronella Couperus.  
             
   
ELO, Nederlands Patriciaat 17 (1927) 317
 
 

 

Hubert: Bronnen
             
1   ELO, Doop-, Trouw- en Begraafregisters.
2   ELO, Recht. Arch., inv.nr. 211, Impost op het trouwen 1759-1795, 1e klasse, nr. 16.
3   ELO, Recht. Arch., inv.nr. 213, Impost op het begraven
4   1790-1802, 1e klasse, nr. 57.
5   ELO, Album Studiosorum, f. 1092, 1170.
6   ELO, Herenboekjes.
7   ELO, Nederlands Patriciaat 17 (1927) 317.
8   Lieburg, F.A. van, Repertorium van Nederlandse hervormde predikanten tot 1816, deel 1: predikanten. (Dordrecht 1996) 107.
9   ELO, Bevolkingsregister 1762-1796, inv.nr. 1678, nr. 1.
10   ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1913, buurt 23, nr. 40.
11   ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1926, buurt 36, nr. 26.
12   ELO, archief Zoeterwoude, schout en schepenen 1578-1811, inv.nr. 101, f. 97 en inv.nr. 103, f. 153.
13   ELO, archief Zoeterwoude, schout en schepenen, inv.nr. 104, f. 76 en 80; inv.nr. 105, f. 91-93.
14   ELO, Register Transporten Oegstgeest 1, 1-250, nr. 133: B.XIV. 39. Oegstgeest, d.d. 29-8-1804, f. 96
15   ELO, HGW, inv.nr. 305.
16   ELO, HGW, inv.nr. 197, verg. 15-12-1800, art. 8, 9.
17   ELO, bibli. Leiden en omgeving, 7000/1, Hubert, S., d.
18   ELO, bibli. Leiden en omgeving, 76131 pf., Naemlijst der tegenwoordige leden van het Tael- en Dichtlievend Genootschap, onder de Spreuk: Kunst wordt door Arbeid Verkreegen 1790.
19   ELO, Notarieel archief, inv.nr. 2635-2648, notaris F. Booij, 1789, akte nr. 41, fiche nr. 81-82, lade 77.
             
 

 

Publicatie Auteur Home
Leiden Weeshuis Regenten Antoinette Frijns 2008 www.oudleiden.nl