amh_intro

't Vertooch nopende het

Dijckgraef en Heemraetschap

van Rijnlant

 

Jan van Hout

Leiden 1595

 

Transcriptie:

Marleen van Amstel-Horák

 
amh_intro

 

Op 18 mei 1595 gaf het stadsbestuur van Leiden aan zijn secretaris Jan van Hout en aan zijn pensionaris Rombout Hogerbeets opdracht kritisch de keuren te bezien die de hoogheemraden van Rijnland hadden ingeleverd bij een arbitragecommissie (Gerechtsdagboek C; SA II inv.nr. 47 fol 177v). Deze commissie, bestaande uit leden van de Hoge Raad, het Hof van Holland en de Rekenkamer, die tevens hoofdingeland van Rijnland waren, diende een einde te maken aan de vele geschillen die tussen het stadsbestuur en het college van Rijnland sinds 1588 waren gerezen over de jurisdictie van dijkgraaf en hoogheemraden. Onbekendheid met de keuren was vaak de aanleiding tot de conflicten.

De oorzaak was evenwel het streven van de stad de zeggenschap van dijkgraaf en hoogheemraden te verminderen met name over ontgrondingen (slagturven en kleidelven). Dit zou mogelijk zijn omdat de hoogheemraden deze bevoegdheid niet uit hoofde van hun heemrecht uitoefenden maar krachtens delegatie van de landsheer. Jan van Hout heeft zijn verhandeling 'Nopende het dijcgraef- en heemraetschap van Rijnlant' in drie maanden geschreven. De gegevens ontleende hij aan het archief van de hoofdingelanden dat op het stadhuis werd bewaard, en aan afschriften van akten die hij sedert 1591 had verzameld.

Het (oud) archief van Rijnland (OAR) werd (en wordt) bewaard in het Gemeenlandshuis en was niet openbaar; de keuren waren niet gecodificeerd. Het Stadsarchief (SA II) bevat drie versies van het vertoog: a. door Jan van Hout beschreven losse vellen (5471); b. samengebonden handschriften en drukwerkjes (5470); c. een door klerken geschreven netexemplaar (5469). Deze laatste tekst is getranscribeerd en genummerd { } en soms aangevuld met passages uit versie b (genummerd < >). De verhandeling heeft lacunes en sommige onderwerpen komen op verschillende plaatsen aan de orde. De hand van Hogerbeets is te herkennen op de folio's t/m (getranscribeerd {222r} t/m {235r}).

In hoeverre het vertoog van Jan van Hout heeft bijgedragen aan een voor Leiden gunstiger formulering van de keuren van Rijnland is moeilijk vast te stellen. Het is wel de eerste beschrijving van het hoogheemraadschap van Rijnland geworden. Het fraaie kaartmateriaal is welwillend beschikbaar gesteld door het Hoogheemraadschap van Rijnland.

 

Marleen van Amstel - Horák

Leiderdorp, december 2005

 

Bronnen: ELO SA II (inv.nr. 5469); ELO SA II (inv.nr. 5470); ELO SA II (inv.nr. 5471).