33. Bremmen |
Stadskaart |
|
Ga met de muis naar de cirkel voor de naam van de buurt. Klik voor detailkaart en informatie. |
Ligging:
gelegen onder Oostnieulandt ende Hogewoert / beginnende aen de noortzijde van Levendael mit 't achterhuys van Griet Joostendr., wedue van oude Adriaen Wmz. van Warmont / tot aen de St. Jorysstege / vorder aen de zuytzijde van Levendael mit 't huys van Henric Meynertsz. gelegen beneffens St. Jorysbrugge / totter Zijtgraft toe ende de oostzijde van dien tot aen der walle / vorder in de corte Raemstege de noortzijde mit 't huys van de Crancken Paus den houc van de Zijtgraft ommelopende / eyndende mit 't huys van Jan Jansz. Schilde (?) aen de zuytzijde van Levendael.
In de marge: Aernt Cor. van Brem bij de gebuyrte genaemt 't Huys te Brem zijn bij apostille van de 31-05-1618 gevoucht de huysen aen de oostzijde van de Stinckstege tusschen Levendael ende de poort van Aelbt. Corns. ende Sloth - staende alhier naar fol. 42
(SA II inv. nr. 1216 fol. 3 vso, 24-10-1602 - zie ook idem fol. 84, 06-05-1627)
beginnende aen de oostsijde (moet zijn: noordzijde) van Levendael met het huys van Cornelis Jansz. glasemaecker / oostwaerts tot aen de St. Jorissteech / vorder aen de noortsijde van de Corte Raemsteech beginnende met het huys van Jacques Valckenaer daer de Krancke Paus uythangt / oostwaers den houck van de Zijtgraft ommelopende / voorts westwaerts aen / eyndende met het huys van Annetgen Leenerts, wedue van Lambert Willemsz. Buysscher.
(SA II inv. nr. 1216 fol. 146, 16-05-1642)
Geschiedenis:
De buurt bestond volgens Jan van Hout reeds ten tijde van Jacob Deyman (stadssecretaris 1531 - 1553). De ligging wordt dan omschreven als: Bremmen no. xxxiij / Begint van St. Jorysbrugge / langs Levendael totten Steenschuyr ende Oosterlingplaetse toe / mitten Zijtgraft tot 't huys te Brem / plach te hebben aen huysen of cameren 46. De naam van de buurt is ontleend aan de gelijknamige muurtoren die was gelegen omtrent de plek bij de ingang van het Plantsoen waar tegenwoordig het 3 Oktobermonument staat.
(SA II inv. nr. 1220 fol. 8 vso)
Op 01-03-1584 keurt het Gerecht de buurtkaart goed. De buurt wordt dan vermeld als de Heerlicheyt van Bremmen. De kaart wordt geregistreerd in het Registro Diversorum, dat echter verloren lijkt te zijn.
(SA II inv. nr. 44 fol. 268)
In 1601 vinden er enkele burenruzies plaats, waarbij o.a. Catrijn Jorisdr., de vrouw van Arent Cornelisz. van Brem, de buurtheer, bij betrokken is. Er komt een vergelijk tot stand, waarbij tevens wordt afgesproken dat degene die opnieuw beledigingen jegens de ander uit, twee tonnen bier zal verbeuren. Daarbij beroept men zich op de oude buurtkaart (van 1584 ?) alsof de Generale Ordonnantie hier niet van toepassing is (zie de bijlage hieronder, zie ook 'Buurthouden', pag. 79).
(Weeskamer inv. nr. 4900)
In 1618 richten de bewoners van de tussen Levendaal en Steenschuur gelegen Stincstege zich tot het stadsbestuur met de mededeling dat zij tot geen gebuurte behoorden en soo starck nyet en waeren omme haer dooden eerl(ick) ter aerden te brengen ende sulx geen bequame gebuyrte conden uytmaken. Men verzoekt om bij een aangrenzende gebuurte te worden gevoegd. Het Gerecht besluit na inspectie door de schepenmeesteren Hendric. Egbertsz. van Hal, Willem Claesz. Warmont en de stadssecretaris om de westzijde van de steeg bij de gebuyrte van 't Steenschuyr (Galicië) te voegen. Dit gedeelte komt overeen met de westzijde van de tegenwoordige Korevaarstraat, vanaf de Steenschuur tot en met de (toen nog niet bestaande) synagoge. De oostzijde van de steeg vanaf de Hogewoerd tot aan het poortge van Sloth inclus komt onder de gebuyrte van de Hogewoert, dus de buurt Kaarskorf. De resterende oostzijde komt onder de gebuyrte van Levendael, dat is de buurt Huis te Brem.
(SA II inv. nr. 1216 fol. 42 - 42 vso, 31-05-1618)
Op 16-05-1642 wordt op verzoek van de geburen en na inspectie van de schepenmeesters de buurt gesplitst in Huis te Brem en het Huis te Zuid Brem.
(SA II inv. nr. 1216 fol. 146)
De heer en raden van 't Huis te Brem en de raden van de gebuurte West Zijtgracht brengen ter kennis dat zij niet langer in staat zijn om hun buurten apart te onderhouden en de doden ter aarde te bestellen. Bovendien is de heer van West Zijtgracht, Johannes van Thoir, overleden en is tot dusver geen nieuwe heer benoemd. Derhalve verzoekt men het stadsbestuur om beide gebuurten te combineren. Het Gerecht besluit conform, met dien verstande dat de gebuurte West Zijtgracht onder het bestuur van 't Huis te Brem wordt gebracht (zie ook 'Buurthouden', pag. 138).
(SA II inv. nr. 127 fol. 145, 28-10- 1763)
Hendrik Lieffers, heer van 't Huis te Brem en bonmeester van Oost Nieuwland, verzoekt en verkrijgt ontslag wegens drukke privébezigheden. Vooral wanneer het zijn beurt is om (als bonmeester) het lantaarn- en klappergeld op te halen, moet hij veel moeite doen om zich vrij te maken.
(SA II inv. nr. 136 fol. 64, 23-03-1780)
Bijlage:
GAL, Arch. Weeskamer inv. nr. 4900. Huis te Brem, kwestie van injurie d.d. 10 maart en 27 augustus 1601
Eigenlijk gaat om een smeulende ruzie in de gebuurte Huis te Brem, waarvan het vreemd is dat de betreffende stukken zich in het archief van de Weeskamer bevinden.
Zoveel is duidelijk dat er begin (?) 1601 bij Heinrick Meyndertsz. (hij woonde bij de St. Jorisbrug aan het Levendaal) een burenhof werd gehouden, waarbij Catrijn Jorisdr., echtgenote van (de buurtheer) Arend Cornelisz. van Brem, als eerste begon te schelden tegen Jan Arentsz. (of Adriaensz.). Na enige tijd en door bemiddeling van de buren werd de ruzie bijgelegd en vergaven Jan en Catrijn elkaar de beledigingen die ze elkaar in hafticheyt hadden toegevoegd. Bovendien beloofden ze elkaar niet meer te beledigen, te bedreigen en te slaan (dus het zal er hard aan toe zijn gegaan). Degene die opnieuw begint te ruziën zal twee tonnen van het beste bier verbeuren, waarin de betaling van de impost en de accijns zijn begrepen. Wanneer de beledigde partij zich niet weet te beheersen, zal hij/zij één ton bier verbeuren. Daarbij wordt verwezen naar de bepalingen van het buurtreglement (de gebuyrtechaerte). Overigens is er reeds in 1584 sprake van dit reglement wanneer het Gerecht de buurtkaart goedkeurd.
Ook geeft Catrijn toe dat ze kwaad heeft gesproken van Claertge (of Claesge) Cornelisdr. de zuster en huishoudster van Jan Adriaans. Ze heeft gezegd dat Claertge met vier knechten bastert (kennelijk een soort wijn) heeft gedronken daarna in de goete (de goot ?) was gelegd en vervolgens de wil van haar hadde gehadt (mogelijk gaat het hier om niet nader te preciseren seksuele handelingen ?). Tenslotte zouden de knechten haar met de voet hebben aangestoten en gezegd dat haar dat beter was bekomen dan de wijn. Catrijn geeft toe dit alles te hebben gelogen uit weerwraak om zo via zijn zuster Jan Adriaensz. te beledigen. Claertge is uit medelijden bereid om Catrijn te vergeven. Wanneer Catrijn haar buurvrouw weer beledigt, zal ze de tonnen met bier verbeuren.
Een half jaar later, in augustus, is het weer hommeles in de buurt wanneer Gerritge Cornelisdr., de vrouw van Jan Adriaensz. de moeder en zuster van Joris Claesz. voor resp. oude en jongehoere, zelfs dieffachtige hoere heeft uitgescholden. Joris Claesz. die namens zijn dochter en vrouw optreedt, wil het er niet bij laten zitten en schakelt het College van Vredemakers aan. De heren Vredemakers hadden o.a. tot taak om te proberen conflicterende partijen te verzoenen. Wanneer dat niet lukte gaf men 'opening tot justitie', d.w.z. dat de klagers toegang kregen tot de 'echte' rechtbank. Niet geheel duidelijk is in dit geval wat de twee kwesties Jan Adriaensz. versus Trijn Jorisdr. (maart 1601) en Joris Claesz. versus Gerritge Cornelisdr., de vrouw van Jan Adriaensz. (augustus 1601) met elkaar van doen hebben. Ook onduidelijk is of het bij Jan Adriaensz. om één en dezelfde persoon gaat. In ieder geval is Jan Adriaensz. die zijn beklag doet bij Vredemakers en als zodanig Arent Cornelisz. (de buurtheer) laat verdagen. Hij verkrijgt toegang tot de rechtbank.
Interessant is vooral dat:
1 het in dit stuk nog om boetebepalingen gaat die in natura moeten worden voldaan. Dit was niet onbekend, maar wél dat dit begin 1600 nog werkelijk in zwang was. Ook is het interessant dat de bepalingen van de Generale Ordonnantie worden genegeerd, men beroept zich op het eigen en oudere buurtreglement ;
2 er van Huis te Brem een oudere buurtheer wordt genoemd die tot dusver onbekend was (de reeks begint in 1602).
toelichting op onderstaande stukken
Jan Adriaensz. van wegen Claertgen Cornelisdr. zijn huysvrou ende zuster hadde voorde Gecommitteerde Vredemaeckers doen verdagen Aernt Cornelisz. man ende voocht van Trijn Jorisdr. Om twee tonnen van tbeste bier ten behouve vande gemene gebuyren met exchijs ende al ten aensien (...) (...) huysvrou de zelve contrarie (..) innehouden van taccordt in date den Xen Marty 1601 geinjurieert heeft den (...) (...) de twee tonnen bier en te geven en ontkende dat zijn huysvrou Claertgen geinjurieert hadde / Commissarissen niet cunnende partijen verdragen openen partijen de wech van Justitie. aldus gedaen opten XXVIIen Augusty ano. XVI ende een.
eerste pagina
Alsoe de gemeene gebuyren van de Heerlickheyt van Brem met den anderen versaemelt zijn geweest ten huyse van Heyndrick Meynertsz. van Hoegendyck buyerman der voors. gebuerte alwaer men alsdan nyet dan vrolicheyt behoort te bedryven ende den anderen nyet dan min ende vruntschap te doene / Soe es ter contrarie dat tusschen Jan Arent zoen ter eenre ende Catryn Jorisdr., huysvrou van Arent Cornelisz. van Brem, heere van de voors. gebuyrte ter andere sijde oneensheyt gevallen geseyt deurt eerst hovenspreecken vande voors. Catryne Jorisdr. ende sulcx den anderen groffelicken in eer, faem ende naem geiniureert / Twelck de gebuyeren met naemen onderschreven verdroeten hebbende ende overdocht wat daer vuyt soude te verwachten ende te (...) ende oock te tenderen tot elcx groete costen / hebben zyluyden naer heur toornicheyt was gepasseert de voors. persoenen op versouck by henluyden geroepen ende affgevraecht off deen als dander bij sijn gedaen injurie persisteerde ende daar van (reflierende) (end) affwyckende mitsgaders leet wesen toonende / Soe es tusschen henluyden een ewige vrede geleyt / denvolgens hebben de voors. Tryntgen Jorisdr. ende Jan Ariaensz. deen den anderen vergeven ende vergeven ( ) alle tgunt zyluyden malcanderen te naegeseyt moegen hebben (naer) zij verclaeren beyde vuyt een hafticheyt te zijn geschiet / ende off syluyden malcanderen yemants eer te nae mochten gesproecken hebben dat zyluyden daer van (...) ende ter contrarie dat zij van malcanderen nyet aen (...) dan alle eer ende vromicheyt / Belovende mede malcanderen nyet (...) te injureren (diffameren)
tweede pagina
(Dreygen) noch slaen in gheene manieren / Ende soe wye contrarie doet ende daer van overtret verbeurt ten behouve vanden gemeen gebuyren twee tonne biers van tbest met impost ende excijs met al / ende den overtreet anderen yet aenseggende ende deselve dat aengeeft sonder tegen te spreecken nyet en sal verbeuren / maer wederomme spreckende ende sijn partien mede injureert smyt off slaet verbeure sal ten behouve als voren een tonne biers mede met impost ende excijs / Die den overtreder als dander gehouden sullen wesen te voldoen volgende het verbant inde ordonnantie van de gebuyrtcarte verhaelt / daer onder sij haer (subject) maecken / Vorder bekent de voors. Catrijn Jorisdr. hoe dat sy in int mynste gheen questie noch gekijff gehadt en heeft met Claertgen Cornelisdr. huysvrouw en suster van Jan Aryensz. / Ende dat zij in wederwraecke vande woorden met de voorn(oemde) Jan gehadt haer heeft vordert / de selve Claertgen te injureeren seggende dat de selve Claesgen in geselscap van knechts hadde geweest ende met de selve vyer stoopen bastert hadde helpen drincken ende naer dat gedaen dat de knechts zij in den goet leggende de wil van haer hadde gehadt ende dat oock de selve haer stoetende met en voet seyden off haer dat beter hadde becomen dan de wijn. / Ende alsoe zij Catrijn de voors. Claesgen met onrecht heeft betijt ende als geloegen dat tonrecht heeft naegegeven ende sulcx van haer nyet en noch en can seggen te sijn gedaen, maer dat sy es een jonge dochter met eeren ende dagelicx nyet dan eer ende vromicheyt aen haer siende / Soe heeft de voors. Catrijn aen de voors. Claesgen versocht
derde pagina
gheen wraeck daer op (..)oeme maer haer tselve te willen vergeven. Twelck de voors. Claesgen uyt compassie gaerne heeft gedaen gelyck sy doet by desen / Twelck de voors. Catrijn danckelyk aennemende belooft heeft de voors. Claesgen nyet meer te injureren noch heur eer nyet te nae te spreecken int groot noch cleyn up peene contrarie doende gelijcke boete te verbeuren als vooren te verbeuren als vooren es verhaelt. / Sonder fraude Actum bij partien ende gebuyren geteyckent den Xe marty ao. 1601 ende geslooten ten huyse van Heyndrick Meynertsz. van Hoegendijck ende was onderteyckent tzijn Joriso merck / Jan van Gootenso merck / Jan Aryensz.. Dirck Gerritsz.o merck.
Op een apart vel met het opschrift 'Copie'
Joris Claesz. internemerende voor sijn moeder ende suster verclaert hoe dat nyemant van wat staet of qualite hij sije geoerloft es eeneen anderen te injureren sijn eer goede naem ende faem te beneden hij behoort daer van te werden gestraft andere ten exempel / Tis sulcx dat eenen Gerritge Cornelisdr. huysvrou van Jan Adriaens zoon clappecluysmaecker haer vervordert heeft de moeder van hem Joris nae te geven dat zij es een oude hoere ende diefachtige hoere ende oock een (...)maeckster ende sijn suster zij was de jongehoere ende diefachtige hoere ende tselve tot diversche reysen gerepeteert hebbende / Twelck hem was nyet en staet te lijden, noch oock en begeert te verdraegen ongestraft. / Soe wilt (...) (...) up versocht (...) (...) aen de voors. Gerritgen Cornelisdr. ende haer affvraegen off sij bij de voorgaende injurienste woorden persisteert ende sulcx diende haer presizeren dach voor vredemakers om haer aenseggen te bewijsen ende daer van (...)thierende dat sij sulcx doet met de clausule / dat sijt tselve vuyt een hafticheyt heeft geseyt ende van de voors. sijne moeder ende suster nyet dan alle eer ende vromischeyt en weet te spreecken / Daeromme begerende up t heer boede dit selve de voors. (...) voorte lesen ende te injumeren ende van heure antwoort relaes te maecken. In forma Actum XXVIe Augusty ao. 1601 ende was onderteyckent bij mij Joris Claesz.
Buurtheren:
zie voor uitleg de Toelichting
Naam | Benoemd | Voor- dracht |
Reden vervang |
Meer Info |
Brem, Arent Cornelisz. (van) - | <10-03-1601 | ? | ? | * |
Brem, Cornelis Cornelisz. - | 24-10-1602 | 1 | v | * |
Uythage, Cornelis Jansz. - | 06-05-1627 | 1 | † | * |
Westerwijck, Jacob - | 22-06-1655 | 2 | † | |
Franchois, Jan - | 15-07-1655 | 3 | † | |
Groot, Jacob de - | 06-03-1670 | 2 | † | * |
Fedder, Coenraad - | 07-04-1673 | 1 | † | * |
Mutschenbroeck, Meyndert - | 02-11-1680 | 2 | † | * |
Es, Leendert (Pietersz.) van - | 19-08-1683 | 3 | o | * |
Ramp, Cornelis - | 26-02-1728 | 1 | † | |
Sandt, Matthijs van - | 17-09-1744 | 1 | † | |
Sonsbeek, Gerrit van - | 17-07-1749 | 1 | † | |
Roomburg, Huybert van - | 12-02-1756 | 1 | v | |
Vroeter, Arnoldus de - | 08-09-1763 | 1 | v | |
Olst, Johan George - | 09-08-1764 | 1 | † | |
Lieffers, Hendrik - | 16-11-1769 | 1 | o | * |
Claveren, Jacobus van - | 10-04-1780 | 1 | v | |
Reus, Dirk Nicolaas - | 06-04-1792 | 1 | o |
Auteur | Publicatie | Home |
Kees Walle 2006/2007 |
Buurthouden | www.oudleiden.nl |