VOS (VLAMINC)

 

Previous PageHome PageNext Page


VOS (VLAMINC)

I. JAN VLAMINC

ovl. voor 9 juli 1355 (W. 428 f. 26 en v.).

woonhuis:

te Marendorp; verm. ald. 1344-45 (Hamaker, Rek. Holl., II 151); zijn huis belendde aan de Rijn (W. 428 f. 26 en v.).

beroep:

bierkoper (1344-45, Hamaker, Rek. Holl., II 90); viskoper? (zie Wouter Vlamincsz., die zou dan zijn broer zijn).

familie:

zoons:

1. Jan (die) Vos, volgt II.

2. Hendrik Vlamincsz.

woonhuis:

wrsch. te Marendorp 1344-45 (Hamaker, Rek. Holl., II 151).

rentebezit:

9 juli 1355 30 s.pay. op het huis en erf van zijn broer Jan Vos, spruitend uit 13 £ pay. die deze hem schuldig was; droeg de rente 19 okt. 1356 over (W. 428 f. 26 en v.).

familie:

tr. voor 23 apr. 1355 Katrine, dr. van Dirk van Oestgeest Willem Heermansz.z., die toen het goed of de woning te Lopsen opdroeg aan de burggraaf t.b.v. Willem Willemsz. (Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 45v.; Hoek, 'Wassenaar', 115).

II. JAN (die) VOS (JAN VLAMINXZ.)

ovl. 24 aug. 1382, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 84v.).

functies:

schout van Marendorp 1348-51, van Leiderdorp verm. 3 feb. 1355 (W. 428 f. 12v.; Ke. 400), van Benthuizen, verm. 21 juli 1358 (Ke. 691); taalman van Rijnland 1363 of 1374 (Heniger, 'De Krijthoeve', 96); schepen 1364-65, 65-66, 66-67, 70-71, 71-72, 72-73, 79-80; burgemr. 1367-68, 74-75 en 1382.

beroep:

exploiteerde een steenplaats (1377, GvH. 226 f. 173; Ke. 415 f. 84v.).

woonhuis:

te Marendorp 1344-45 (Hamaker, Rek. Holl., II 151). Op zijn woonhuis, afkomstig van zijn vader, vestigde hij i.v.m. 13 £ pay. schuld aan zijn broer Hendrik, 30 s.pay. t.b.v. deze (W. 428 f. 26 en v.). De burggraaf bezat op zijn huis een rente (Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 70v.). Naar hem werd de Jan Vossensteeg genoemd (vgl. o.m. Ke. 416 f. 23).

huisbezit:

* 2 dec. 1360 een hofstad te Marendorp tegen 10 s. 6 p.pay. rente; erop rustte reeds een rente t.b.v. Gerrit Heynenz. Rottier (Ke. 493 f. 116).

* 2 hofsteden, gekocht van Aarnd en Jan Bollekijn, belendend aan bovenstaande (Ke. 493 f. 116).

* missch. identiek met Jan Vlamincsz. die 18 okt. 1348 een huis en erf bezat te Leiderdorp (Ke. 493 f. 27v.).

landbezit:

* land te Oegstgeest, verm. 3 okt. 1353, gemene voor gelegen met dat van Gerrit uter Delle (W. 428 f. 37).

* een rietkamp van 4 morgen land, geëxploiteerd als steenplaats, tussen dijk en Burchland te Rodenburg, Zoeterwoude, verm. 18 feb. 1377 en na zijn dood (GvH. 226 f. 173 en Ke. 415 f. 84v.).

borgstelling:

* 11 okt. 1365 Jacob Dirk(sz.) van Alphen (Secr. 19 f. 4v.).

* 4 mei 1368 Jan Engelbrechtsz. (Secr. 19 f. 14).

* 30 mei 1370 Claas die Haen ((Secr. 19 f. 23).

* 28 juni 1370 jkvr. Belie van den Houte (Secr. 19 f. 23v.).

* 20 juni 1372 (met Jacob van der Hant Claasz.) Gerrit Aarndsz., van Pijnacker (Secr. 19 f. 31).

* 11 mrt. 1374 heer Gerrit van Poelgeest (Secr. 19 f. 38v.).

* 12 sep. 1374 Jan Gode (Secr. 19 f. 39v.).

* 1 aug. 1375 Jacob Jansz. (Secr. 19 f. 39).

* 10 feb. 1377 Broeder Gerrit Lotsz. (Secr. 19 f. 43).

* 11 nov. 1378 Jan Nachtegaal (Secr. 19 f. 46v.).

* 22 juli 1379 Jan van Loven (Secr. 19 f. 47).

* 21 juni 1381 Evereit Raes (Secr. 19 f. 52v.).

varia:

zegel: gevierendeeld, in het eerste kwartier een ster, overige blank (W. 984). Pachter van de Rijntiende van Hazerswoude 1365 (GvH. 1451 f. 5), van de tiende van Kerkwerve en Oegstgeest 1376 en 78 (GvH. 1457 f. 5 en 1458 f. 5), van Koudekerk 1378 en 80-82 (GvH. 1458 f. 5, 1459 f. 4v., 1460 f. 4v., 1462 f. 8). Pachtte van de graaf van Blois: 1357 en 72 een tiende bij Doedijnslaan onder Zoeterwoude (Gr.v.Blois 86 f. 7v. en 100 f. 10v.); 1357 en 80 het zgn. middelste tiendblok te Zoeterwoude (ibidem 86 f. 7v. en 108 f. 13v.); 1358 een tiendblok te Benthuizen (ibidem 88 f. 9) en 1370 en 71 een tiende bij de Leidse stadspoort, onder Zoeterwoude (ibidem 98 f. 10v. en 99 f. 10). Pachtte bovendien een tiende van de abdij van Rijnsburg (Hüffer, Bronnen, II 740).

familie:

tr. Katrine (W. 428 f. 61).

kinderen:

1. Claas Jansz. Vos, volgt IIIa.

2. Jan Hugen

(W. 428 f. 61).

3. Willem Jans. Vos, volgt IIIb.

4. Doen

was 1390 met zijn broer Willem aan de kinderen van Dirk Coenen 22 £ pay. verschuldigd (Secr. 84 f. 19v.).

5. Margriet Jan Vosdr.

zij had sinds 9 dec. 1389 op het goed van haar broer Claas 4 £ pay. (verm. 1414; RA. 50 f. 137).

6. Cille Jan Vosdr.

(W. 428 f. 61)

tr. Dirk Hoogstraat (Ke. 7 f. 89, zie ald.).

Bastaard (gezien diens naam, zegel en relatie met het geslacht Van den Bosch uit een verhouding met een lid van het geslacht Strevelant):

7. IJsbrand Strevelant Jansz. Vos, volgt IIIc.

N.B. Erkenraad, tr. Floris heren Jacobsz. (van der Hant) en dr. van Jan Vos en Jutte, was wellicht een kind van Jan Vos uit een ander huwelijk (zie Van der Hant I); verder wordt op 24 juli 1371 een Gijsbrecht Jansz. Vos verm. met een huis en erf aan de Breestraat, waarop 36 s.pay. rente rustte (W. 429 f. 141).

IIIa. CLAAS JANSZ. VOS

ovl. 1413-14, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (10) f. 13v.).

functies:

schepen 1373-74, 74-75, 78-79, 88-89, 92-93, 93-94; burgemr. 1375-76, 76-77, 82-83, 90-91, 94-95, 95-96, 1400-01, 01-02, 04-05, 05-06, 11-12; schout ca. 1385; kerkmr. van St. Pieter 1392-93, 1410-11, 11-12.

beroep:

wijnkoper (1409-18, GvH. 228 f. 135); aannemer van bouwwerken te Loevestein (GvH. 204 f. 29v.); scheepsbouwer (1407-08, GvH. 1261 f. 96); verkocht loden of stenen kanonskogels (1399-1400, Rek. Lei., I 154); 1398 grfl. timmermeester (GvH. 350 f. 11 d.i. Van Mieris, Groot Charterboek, III 682). Exploiteerde een kalkoven en een steenoven (1399-1413, GvH. 1476 f. 47v.; Ga. 334 (6) f. 19v., (10) f. 17v.; Ke. 323 (9) f. 19v.).

woonhuis:

een huis en erf aan de Breestraat, naast het stadhuis, belendend aan de achterzijde aan een huis en erf aan St. Pieterskerkstraat [hoe kan dat?], belast met 2 s.pay. t.b.v. St. Catharinagasthuis, 27 okt. 1388 opgedragen aan de burggraaf uit eigen (Hoek, 'Wassenaar', 531; RA. 50 f. 137; Secr. 1573). Vestigde hierop t.b.v. de H. Geest 12 okt. 1388 40 s.pay., voor memoriediensten (W. 428 f. 61, dit huis behoorde 1421 tot het stadhuis, W. 429 f. 77 en tafel); ca. 1390 verm. in het Wanthuisvierendeel (Blok, Hollandsche stad, I 324).

huisbezit:

* een huis en erf aan de Vollersgracht, erkende 9 feb. 1386 St. Catharinagasthuis hierop 40 s.g.g. schuldig te zijn, losbaar met 12 £ g.g. (Ga. 455 f. 8v.).

* 27 jan. 1398 een huis en erf met renten daarop, gekocht voor 126 £ pay. (RA. 50 f. 24).

* 1400 een huis en erf aan de Vollersgracht, gekocht van Alijd van der Hant Jan heren Hermansz., die hierop 6 s.g.g. met de houde behield (Ga. 456 p. 38).

* 1401 een huis en erf, voor 24 £ pay. gekocht (RA. 50 f. 37).

* 19 okt. 1405 ontving hij de toren bij Costverloren (de stadspoort aan de oostzijde van de Hogewoerd) van de stad in gebruik met het huis dat hij erop zou bouwen, bij vordering door de stad diende hij dit tegen vergoeding van de bouwkosten weer af te staan (Secr. 84 f. 276; Van Oerle, Leiden, 261); de daarbij gelegen boomgaard was ook in zijn bezit (Secr. 1640). Verm. als belender in de Paradijssteeg 18 okt. 1388 en aan de straat van Marendorp 16 juni 1392 (Secr. 1504). Na zijn dood werd een staat van zijn schulden opgemaakt, ter delging waarvan zijn huis en erf en naastgelegen huis en erf werden verkocht; de staat omvatte het volgende:

* achterstallige renten t.b.v. St. Pieterskerk: 6 £ 13 s. 4 p.pay. en van zijn graf 4 £ pay.;

* 40 s. rente op zijn woonhuis aan de Breestraat t.b.v. heer Jacob Jacobsz.; een pandrente t.b.v. deze van 6 s. 3 p. (28 sep. 1414);

* een rente van 4 £ pay. t.b.v. Margriet Jan Vosdr. van 9 dec. 1389;

* 2 Eng. nobel rente t.b.v. Willem van Alkemade Jansz. van 1406;

* 22 s.g.g. rente met houde op het erf met keuken naast zijn woonhuis (RA. 50 f. 139) t.b.v. Jan van Leyden (en 4 jaar achterstal).

* 2 s.pay. rente t.b.v. St. Catharinagasthuis (met 2 jaar achterstal);

* ca. 7 £ rente t.b.v. Willem Bort (d.w.z. voor de kapelanieën);

* een schuld, verbonden met Willem Borts kalkoven (onduidelijk);

* 31 £ 16 s. 4 p.pay. verschuldigd aan de H. Geest inzake achterstallige renten voor memoriediensten;

* het St. Pancraskapittel 40 £ 12 s. 8 p.pay. van 5 jaar achterstallige renten;

* 40 s. 6 s. 4 p.pay. op een huis buiten Rijnsburger poorthuis t.b.v. heer Aarnd Willem Bollenz.z.;

* een waarbrief t.g.v. Boudijn van Zwieten, betreffende het vrijwaren van het huis aan de Vollersgracht (Ga. 456 p. 38), waarin Jan Vos Hoogstraatsz. woonde met 29 s. 4 p. met houde; t.b.v. de H. Geest daarop 30 groten 1 p. rente met houde alsmede 50 p.; het St. Pancraskapittel 10 comans groten rente en Alijd Jan Hermansz. 6 s. rente met houde;

* een waarbrief van IJsbrand Jansz. Vos van zijn huis en erf, dat Claas had beloofd te vrijwaren met 30 s. p.j. (20 aug. 1392); IJsbrand eiste beslaglegging op dit huis met een pandbrief van 9 £ 18 s. 4 p. en Floris die Bruun hetzelfde met een brief van 18 s. 4 p. p.j. (1392); IJsbrands hoofdbrief bedroeg 35½ Dordtse schild (1391);

* een schuldbrief van 5 Eng. nobel t.b.v. Gerrit Andriesz. (17 dec. 1410);

* een lijfrentebrief voor zijn vrouw Bartraad van 26 £ pay. (2 dec. 1404), met achterstal van tweemaal 6½ £;

* een schuldbrief van 18 oude schilden t.b.v. Lijsbeth Willem Heinenz. (4 aug. 1408).

* een schuldbrief van 60 Eng. nobel t.b.v. Jan Willem Jansz. Vosz. (22 okt. 1412);

* een pandrente van 8 £ 4 p.pay. t.b.v. Jan Vos Claasz. (17 aug. 1414, oorspr. brief 7 dec. 1404);

* een schuldbrief van 5 gouden schilden t.b.v. IJsbrand Hoflantsz. en hem aanbestorven van Zeger Clemmentsz. (7 mei 1401).

* een brief t.b.v. Jan Danielsz., waarbij Claas vrijwaring beloofde aan Willem Albrechtsz. van 1 £ p.j. voor zijn huis en erf (27 nov. 1396); daarom werd nu beslaglegging geëist met een brief van 1/3 van 18 s. 4 p. rente;

* Frank Claasz. had van Claas' uitvaart en belichting 4 gouden nobel tegoed;

* Boudijn van Zwieten een brief van 6 £ 18 s.pay. van beslag dat Pieter Gobburgenz. had met een brief op een huis en erf dat Boudijn verkocht aan Jan van der Woude, waarin Jan Vos Dirk Hoogstraatsz. nu woonde;

* een pandbrief van 8 £ 2 s. t.b.v. Pieter Heerman (26 mrt. 1411, hoofdbrief van 27 Eng. nobel van 26 aug. 1409);

* een brief van 2½ nobel t.b.v. Jan Vos IJsbrandsz. t.l.v. Femeynse, Claas Jansz.'s weduwe en haar kinderen van 8 nov. 1414;

* een pandrente van 13 £ 19 s. (5 feb. 1414, hoofdbrief van 31 Eng. nobel van 24 okt. 1411);

* 17 nobel schuld t.b.v. Dirk van den Bosch;

* 6 £ 7 s. 6 p.pay. pandrente t.b.v. Dirk Foytgen Jacobsz. (17 feb. 1404, hoofdbrief van 52 £ van 25 juli 1401); op 14½ Gentse nobel na afbetaald;

* verder nog pandrenten van 31 s. 1 p.pay. (27 apr. 1408), 3 £ 6 s. 7 p.pay. (30 apr. 1411), 23 s. 8 p. 1 hallinc pay. (18 jan. 1413) en 33 s. 8 p. 1 hallinc pay. (3 okt. 1413);

tenslotte van verleden renten 14 £ 14 s. 7 p.pay. en

* 32 Eng. nobel schuldbrief t.b.v. Philips van Cralingen (3 juni 1412) en een pandbrief daarbij van 13 £ 6 s. 7 p. (25 aug. 1414). Zijn huis en erf werden verkocht met behoud daarop van 13 s. met houde t.b.v. Machteld Ghijsbrechts weduwe van den Horn en 40 s. rente t.b.v. heer Jacob Jacobsz. Ook het naastgelegen erf met keuken werd verkocht met behoud van 22 s. rente met houde t.b.v. Jan van Leyden (voor 149 nobel, RA. 50 f. 137-140).

landbezit:

* 2½ morgen land te Leiderdorp, 17 jan. 1368 verkocht (Ke. 493 f. 65).

* 15 mrt. 1378 de hofsteden met de molenwerf aan de Mare, strekkend tot de stadsmuur, beleend door de burggraaf, afkomstig van Jan Heinenz.z. (Rottier? Hoek, 'Wassenaar', 531); e.e.a. was uitgegeven en zal voor 14 feb. 1379 ten eigen zijn ontvangen (vgl. rentebezit).

* 4 morgen land, destijds zijn vaders steenplaats, tussen dijk en Burchland te Rodenburg, Zoeterwoude, vestigde hierop 23 jan. 1384 30 s.pay. t.b.v. St. Pancraskapittel, losbaar met 20 £, waarvan 10 s. i.p.v. een rente gevestigd op een boomgaard aan Jan Vossensteeg in Marendorp, die Margaretha Heinendr. aan het kapittel had vermaakt (Ke. 415 f. 84 en v.).

* ½ weer land te Alkemade tussen Nieuwe en Oude Wetering, 4 nov. 1388 aan zijn bastaardbroer IJsbrand gegeven (Secr. 1640).

* 15 aug. 1394 11 morgen land te Voorschoten, gekocht van de graaf (GvH. 228 f. 135).

* 13 morgen land bij Lopsenpoorthuis, in erfhuur gehouden voor 19 £ pay. van de abdij van Rijnsburg, verm. 18 dec. 1400, beloofde toen een deel tot boomgaard in te richten met een stal voor twee paarden t.b.v. het klooster (Rijnsb. 130 f. 33, vgl. ook W. 428 f. 97).

rentebezit:

* 3 £ 8 s.pay. op huizen en erven bij de Mare, strekken langs de Mare tot aan de stadsvest waar de Maremolen staat; 14 feb. 1379 verkocht aan Frank Diedwarenz. (Ga. 455 f. 74).

* 10 s.g.g. op een huis en erf te Marendorp in Dirk Martijnsz.'ssteeg, geruild met de H. Geest voor:

* 7 aug. 1388 10 s.g.g. op een huis en erf in Jan Vossensteeg (W. 428 f. 62v.).

* 2 s. 6 p.g.g. op een huis en erf aan de Breestraat, hem aangekomen van Jan Duker en Jan Costijnsz.'s erfgenamen; 14 mei 1409 verkocht (Ga. 456 p. 15).

* 52 s.pay. op een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 107v.).

* 9 apr. 1409 een schuldbrief van 6½ nobel op voornoemd huis en erf (RA. 50 f. 107v.).

* 3 £ 5 s. 2 p.pay., 25 s. 2 p.pay., 21 s. 4 p.pay. 7 s. 4 p.pay. op huizen en erven te Marendorp, verkocht aan Willem Foytken (Bort) (Ke. 322 f. 16).

borgstelling:

* 5 nov. 1370 Philips Aarndsz. van den Damme (Secr. 19 f. 25).

* 17 mei 1374 Gerrit Jacob Dirksz.z. (Secr. 19 f. 38v.).

* 28 juli 1377 Gijsbrecht van Warmond (Secr. 19 f. 44v.).

* 3 juli 1380 Hendrik Willemsz. en Alijd diens vrouw (Secr. 19 f. 49v.).

* mei 1382 Jan van Schevoirde (Secr. 19 f. 56v.).

* 30 okt. 1384 Dirk Stienkiaen Gerritsz. (Secr. 19 f. 65).

* 15 okt. 1386 Jan Dirk Gerritsz.z. (Secr. 19 f. 75).

* 31 dec. 1387 Willem Coc (Secr. 19 f. 77).

* 24 juni 1389 Dirk Jacob Zibenz.z. (Secr. 19 f. 79).

* 4 apr. 1389 Simon Jacobsz. (Secr. 19 f. 80v.).

* 13 nov. 1390 Anthonie Pali (Secr. 19 f. 85).

* 11 juni 1393 Huge Liene (Secr. 19 f. 97).

* 23 juni 1396 Jan die Brabander (Secr. 19 f. 108v.).

* 7 juli 1396 Jan Gerrit de Wolmaker (Secr. 19 f. 108v.).

* 3 juni 1403 Dirk Martijnsz. de timmerman (Secr. 20 f. 13v.).

* 29 nov. 1407 Wouter Claasz. de goudsmid (Secr. 20 f. 28).

* 23 dec. 1407 Willem Pieter Tetenz.z. (Secr. 20 f. 29).

* 7 nov. 1409 Pieter Jansz. de Vrieze (Secr. 20 f. 35).

* 3 nov. 1413 Engelbrecht Hubrechtsz. (Secr. 20 f. 46).

varia:

zegel: gevierendeeld, tweede kwartier een ster (Ke. 678, 23 okt. 1374). Ontving i.v.m. een schuld van de graaf aan hem (555 Franse kronen) van deze een schuldbrief op het 24 dec. 1408 verschenen morgengeld van Leiden en t.l.v. de heer van Egmond (GvH. 204 f. 29v.). Beloofde 30 juni 1401 vrijwaring bij verkoop van land door Raas van Lingen (Ke. 493 f. 80v.). Pachter van de Leidse hop 1380 (GvH. 1459 f. 5v.), van de gruit 1399, 1400 en 1404 (GvH. 1477 f. 12v., 1478 f. 11v. en 1481 f. 12v.); pachter van de korenaccijns met Albrecht Jansz. 1396-97 (Ga. 334 (4) f. 9v.), van de visaccijns 25 dec. 1398-19 feb. 1399 (Rek. Lei., I 57). Was 1390 45 £ pay. schuldig aan Dirk Coenen kinderen (Secr. 84 f. 19v.); T.l.v. hem verkregen Jan van Alkemades kinderen 15 sep. 1413 1 £ pay. rente (Secr. 1762).

familie:

tr. Bartraad Jan heren Simonsz.dr. (zie ald.; Rijnsburg 130 f. 33); ontving van haar man 2 dec. 1404 een lijfrente op diens goed van 26 £ pay.; was 1416 nog in leven (RA. 50 f. 138).

zoon:

1. Jan Vos Claasz.

beroep:

wijnkoper (1409-17/18, Ke. 323 (8) f. 22 en (11) f. 42).

woonhuis:

aan het Rapenburg 1417-18 (Ke. 323 (11) f. 42).

landbezit:

13 morgen land bij Lopsenpoorthuis, in erfhuur gehouden van de abdij van Rijnsburg en afkomstig van zijn vader (Rijnsburg 130 f. 33; Secr. 1696; Klo. 150; Ga. 456 p. 69).

rentebezit:

7 dec. 1404 een waarbrief, op grond waarvan een pandbrief van 8 £ 4 p.pay. van 17 aug. 1414 op Claas Jansz. Vos, zijn vader; 1416 afgeschat (RA. 50 f. 138).

varia:

pachter van de tiende te Hazerswoude 1412 en 13 (GvH. 1488 f. 12 en 1489 f. 12). 1 juni 1416 beloofde zijn oom IJsbrand Strevelant Jansz. Vos Jans schulden aan St. Catharinagasthuis en de H. Geest te zullen betalen (Ke. 372 f. 4v.).

IIIb. WILLEM JANSZ. VOS

ovl. 8 mei 1411, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 48v.).

functies:

schepen 1400-01, 02-03, 03-04; schout van Hazerswoude 1393-94 (GvH. 1878 f. 3v., 1879 f. 4).

beroep:

drapenier (1404-05, GvH. 1259 f. 22v.).

woonhuis:

wrsch. in de Breestraat ; op zijn huis en erf ald. had Simon Frederik 12 s. 6 p.g.g. rente die hij 25 juli 1386 aan St. Catharinagasthuis overdroeg (Ga. 455 f. 12); 1399-1400 verm. in het Wolhuisvierendeel (Rek. Lei., I 80); 1402-03 en 1407-08 verm. in St. Pietersparochie (Ke. 323 (5) f. 14v., (7) f. 18v.).

huisbezit:

* een huis en erf aan St. Joostgracht, verm. 19 okt. 1390 (Ga. 455 f. 16v.).

* 30 jan. 1401 een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 34).

* 17 apr. 1408 een huis en erf met de gift, gekocht voor 90 Eng. nobel (RA. 50 f. 63).

landbezit:

* 1371 land te Hazerswoude, gehuurd van de graaf, verm. tot in 1388 (GvH. 1453 f. 16v. en volgende rek., t/m 1467 f. 6).

* 1378 land te Alphen, gehuurd van de graaf, verm. tot in 1388 (GvH. 1458 f. 6 en volgende rek. t/m 1467 f. 5v.).

* 1380 land te Hazerswoude, gehuurd van de graaf, samen met Ever Vos; verm. tot in 1388 (GvH. 1459 f. 6 en volgende rek. t/m 1467 f. 6).

rentebezit:

* 24 okt. 1396 10 s.pay. op een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 19v.).

* 26 nov. 1401 Gentse nobel schuldbrief op Huge Screvels huis en erf (RA. 50 f. 57).

* 10 mrt. 1404 15 Eng. nobel schuldbrief (RA. 50 f. 51).

* 14 juni 1409 3 £ 10 s. schuldbrief (RA. 50 f. 87).

borgstelling:

* 10 aug. 1377 Claas Alidenz. (Secr. 19 f. 44v.).

* 14 feb. 1377 Alewijn Engelbrechtsz. (Secr. 19 f. 44v.).

* 11 juli 1379 Coppenanne Jacobsz., van Hazerswoude (Secr. 19 f. 46v.).

* 20 juli 1379 dezelfde (Secr. 19 f. 47).

* 19 jan. 1380 Willem Jacobsz. (Secr. 19 f. 50).

* 13 juli 1381 Jan Simon Gerrit Sijsz.z. (Secr. 19 f. 53).

* 15 juni 1381 Jacob Hugenz. (Secr. 19 f. 54v.).

* 6 juli 1383 Jacob Pieter Claasz.z. (Secr. 19 f. 60v.).

* 3 juni 1384 Jan Willem Dirk Frankenz.z. (Secr. 19 f. 62).

* 23 apr. 1385 Jan Zalic, van Hazerswoude (Secr. 19 f. 67v.).

* 3 dec. 1387 Alide Gerrit Willemsz.'s weduwe (Secr. 19 f. 77).

* 5 feb. 1389 Trude van Eyteren (Secr. 19 f. 80).

* 29 sep. 1389 Claas Vijf Scellinghe, van Hazerswoude (Secr. 19 f. 82).

* 8 mrt. 1391 Floris IJsbrandsz. (Secr. 19 f. 86v.).

* 12 okt. 1398 Boudijn Stiengensz. (Secr. 19 f. 109v.).

* 16 nov. 1400 Pieter Willemsz., uit Nieuwenbroek (Secr. 20 f. 5).

* 8 mrt. 1404 Coppaart Ruuskenz. (Secr. 20 f. 16v.).

schenking:

15 £ pay. voor memoriediensten aan St. Pancraskapittel (Ke. 416 f. 48v.).

varia:

pachter van de grfl. tiende te Benthorn 1370, 80-82, 84, 88, 93 (GvH. 1452 f. 8, 1459 f. 4, 1460 f. 4, 1462 f. 7v., 1463 f. 8v., 1467 f. 4, 1470 f. 8v.); de Rijntiende te Benthorn 1394, samen met gezellen (GvH. 1471 f. 11v.); de tiende te Zoeterwoude 1380, 82 (GvH. 1459 f. 4v, 1462 f. 8v.), de smaltiende ald. 1396 (GvH. 1474 f. 8); de smaltiende te Hazerswoude 1381 en 93 (GvH. 1460 f. 5, 1470 f. 10); de smaltiende te Waddinxveen 1394 en 96 (GvH. 1471 f. 13, 1474 f. 8); de tiende te Wintglape 1395 (GvH. 1472 f. 12), te Waddinxveen 1397 (GvH. 1475 f. 7v.), en te Coenencoop 1398 (GvH. 1476 f. 9). Pachter van de Leidse gruit 1393 (GvH. 1470 f. 11v.) en de hop 1381 (GvH. 1460 f. 5). Huurde de Leidse Hal 1399-1400 (Rek. Lei., I 90). Was 1390 met zijn broer Doen aan de kinderen van Dirk Coenen 22 £ pay. verschuldigd (Secr. 84 f. 19v.). Trad 28 okt. 1391 op als voogd voor Femeynse mr. Pieter Michielsz.'s weduwe (Secr. 84 f. 35). Verzoende zich 18 juli 1393 met de graaf (GvH. 228 f. 90v.).

familie:

tr. Russent; zij kocht 9 sep. 1416 van Jan Vos Zeverijnsz. een huis en erf met boomgaard buiten Rijnsburger poorthuis, met de daarop gevestigde renten (15 s.g.g. met houde t.b.v. Andries Nannenz. van Lis, 40 s.pay., 40 s.pay., 40 s.pay. en 40 comans groten met houde; Ga. 456 p. 69). Zij gaf hiervan 20 feb. 1417 een uiterdijk uit aan het klooster St. Jeronimusdal tegen 40 s.pay., een rente van 40 comans groten bleef erop gevestigd (Ga. 456 p. 70 en Klo. 151) en 10 mrt. 1417 een uiterdijk tegen 54 s. 8 p.pay. (Ga. 456 p. 71); 11 mrt. 1417 een erf van 1½ roede breed, tegen 20 s. 4 p.pay.; 2 juni 1417 hetzelfde tegen 27 s. 4 p.pay. en bovendien een erf van 2 roeden breedte tegen 30 s. 6 p.pay. (Ga. 456 p. 70).

kinderen:

1. Jan Willem Jansz. Vosz.

functie:

schepen 1404-05, 05-06, 08-09, 09-10.

beroep:

wijnkoper (1417-18; Ke. 323 (11) f. 43v.).

woonhuis:

1417-18 verm. aan het Rapenburg (Ke. 323 (11) f. 43v.).

huisbezit:

* 19 aug. 1408 een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 68).

* 6 apr. 1410 een huis en erf daarnaast, gekocht voor 24 nobel (RA. 50 f. 92v.).

rentebezit:

* 15 s.pay. met houde,

* 15 s.pay. met houde,

* 30 s.pay. met houde,

* 21 s.g.g. met houde en

* 21 s.g.g. met houde, alles op huizen en erven te Marendorp, hem aanbestorven van zijn vrouw en door hem 23 mei 1407 aan de Duitse Orde verkocht (DuO. 1978 f. 40v.).

* 22 okt. 1412 twee schuldbrieven van 60 Eng. nobel op Claas Jansz. Vos (RA. 50 f. 138).

varia:

huurde 1412-13 de singel (Rek. Lei., I 215).

familie:

tr. Aagte Claas Rengersdr., ovl. voor 23 mei 1407 (DuO. 1978 f. 40v., zie Nuweveen - Dirk Renger c.s.).

2. Voppeken Willem Jansz.z. Vos

verm. 1371 te Hazerswoude (Kort, 'Vrijkopingen', 14).

3. Gerrit Willem Jansz.z. Vos

studeerde 1420 te Keulen aan de artesfaculteit (Keussen, Matrikel Köln, 125, 27-28).

IIIc. IJSBRAND STREVELANT JANSZ. VOS

ovl. 31 jan. 1419, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 60).

functies:

schout 1401; schepen 1404-05, 05-06, 13-14; burgemr. 1403-04, 07-08; homan van een deel van de Hogewoerd 1404 (Secr. 84 f. 271); procurator van O.L.V.Broederschap verm. 29 aug. 1414 (Rijnsburg 320); schout van Hazerswoude 1410 (GA. Haarlem, Klo. Arch. 5 (1) f. 139v.).

beroep:

wijnkoper (1403-04, GvH. 1257 f. 36); verwer (1411-12, Ga. 334 (16) f. 27); ontving ca. 1400 het aandeel van Jan van den Bosch' kinderen in diens steenplaats (Secr. 84 f. 70).

woonhuis:

in het Wanthuisvierendeel ca. 1390, in St. Pietersparochie 1402-03 en 1403-04 (Blok, Hollandsche stad, I 324; Ke. 323 (5) f. 14v. en (6) f. 14), verm. 26 mrt. 1408 naast de Hal met zijn (woon?)huis en erf; Machteld Hoogstraat, weduwe van Gijsbrecht van der Horn had hierop 20 s.g.g. rente (Secr. 84 f. 72v.); verm. aan het Rapenburg 1417-18 (Ke. 323 (11) f. 42); verm. van zijn weduwes huis en erf aan de Vollersgracht 30 sep. 1420 (Secr. 1612).

huisbezit:

* een huis en erf in het noordeinde van de Breestraat, verm. 13 feb. 1397 (met zijn stiefkinderen; W. 428 f. 81).

* een huis en erf aan de Mare, hierop verkocht Wive Claas doctor de H. Geest 27 juli 1399 38 s. 6 p.pay. (W. 428 f. 88v.).

* een huis en erf aan de Nieuwe Rijn, verkocht 25 jan. 1410 (RAZH, Familiearchief Cousebant 1006 f. 23v.).

* 1408 een huis en erf te Leiden, gekocht voor 17½ Eng. nobel (RA. 50 f. 79).

* 1408 de stove met de loods tot de gracht toe (RA. 50 f. 80v.).

* 12 juni 1410 een huis en erf aan de Maredijk, gekocht voor 3 £ pay. (RA. 50 f. 99).

* 1410 een huis en erf, voor 75 nobel gekocht (RA. 50 f. 100v.).

landbezit:

* een erf in St. Pietershoeve, tussen Molengracht en Nieuwe Vollersgracht, verm. 1398/99 - 1412/13 (Ke. 323 (1) f. 7 t/m (9) f. 10).

* land te Leiden op de Camp, samen met Jan van den Bosch bezeten en afkomstig van heer Aarnd Zwaluwairt; deze besprak er 1 £ g.g. rente op t.b.v. het klooster Koningsveld. Deze rente kochten beiden 13 mei 1391 af. Zijn aandeel in genoemd land droeg hij wrsch. omstreeks 22 jan. 1416 over aan St. Pancraskapittel (Ke. 695).

* 4 nov. 1388 een ½ weer land te Alkemade tussen Nieuwe en Oude Wetering, ontvangen van zijn broer Claas (Secr. 1640).

rentebezit:

* 10 s.pay. op een huis en erf aan de Hooigracht, afkomstig van mr. Dirk Zwaluwairt, 6 apr. 1399 overgedragen aan Frank Diedwarenz. (Ke. 416 f. 91v.).

* 20 aug. 1392 een waarbrief van 30 s. (pay.) op een het huis en erf van zijn broer Claas, verzocht 1414 beslaglegging met een pandbrief van 9 £ 18 s. 4 p. (de hoofdbrief van 1391 bedroeg 35½ Dordtse schild) (RA. 50 f. 138).

* 6 nov. 1396 4 £ g.g. op een huis en erf te Leiden, afgekocht 31 dec. 1396 (RA. 50 f. 13).

* 16 aug. 1408 een schuldbrief van 20 Eng. nobel; vervolgens een pandbrief van 3 nobel 4 s. (21 aug. 1409).

* 22 aug. 1408 een schuldbrief van 21½ nobel, vervolgens een pandbrief van 8 £ 13 s. 4 p.pay.; hierop nog twee pandbrieven van 24 s. 7 p. en 25 s. 9 p. (van 2 okt. 1410; RA. 50 f. 108).

* 10 nobel lijfrente t.l.v. de stad, verm. 1412-13 samen met zijn vrouw (Secr. 513 f. 21v.).

* 2 aug. 1414 36 gouden nobel schuldbrief op een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 150, Secr. 1612).

borgstelling:

* 28 juni 1389 Roelof Strenairtsz. (Secr. 19 f. 81).

* 17 aug. 1395 Simon bi Oosten (Secr. 19 f. 105).

* 1 apr. 1404 Gerrit van Everen (Secr. 20 f. 17).

* 21 okt. 1404 Dirk Claasz. (Secr. 20 f. 18).

* 23 nov. 1407 Joris Willemsz. van Stienberghen (Secr. 20 f. 28).

* 22 jan. 1408 Willem van der Horst (Secr. 20 f. 29v.).

* 7 mei 1408 Frederik Hendriksz. (Secr. 20 f. 30v.).

* 24 aug. 1408 Claas Aarstsz., van Katwijk (Secr. 20 f. 31).

* 19 sep. 1408 IJsbrand Reegensz. (Secr. 20 f. 31v.).

* 28 okt. 1409 Rike Mees (Secr. 20 f. 34v.).

* 9 apr. 1410 Dirk Jansz., van Nieuwveen (Secr. 20 f. 36).

* 21 jan. 1411 Engel de Schout, uit de Kaag (Secr. 20 f. 40v.).

schenking:

3 Eng. nobel gelds, voor memoriediensten, nagelaten aan St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 60).

varia:

zegel: gevierendeeld, in het eerste kwartier een ster, over het geheel een schuinbalk (W. 987, 4 jan. 1405; identiek met het zegel van Albrecht van den Bosch, zie ald.); werd 4 juni 1393 balling (Secr. 80 f. 52v.); pachtte 1398 de Leidse hop (GvH. 1476 f. 11), 1406 de tiende van Koudekerk en 1410 de smaltiende van Hazerswoude (GvH. 1483 f. 10v., 1486 f. 14v.; of betrof dit IJsbrand Strevelant Willem Dukersz.?); verstrekte de graaf 25 apr. 1407 een lening i.v.m. de Arkelse oorlog (GvH. 203 f. 23v.); beloofde 1 juni 1416 aan St. Catharinagasthuis en de H. Geest de schulden van zijn neef Jan Vos Claasz. te zullen betalen (Ke. 372 f. 4v.).

familie:

verm. als maag van Willem Hermansz. 26 mrt. 1415 (GvH. 199 f. 14v., zie Willem Luutgardenz. c.s.); trad ca. 1400 op t.b.v. de kinderen van Jan van den Bosch (Secr. 84 f. 70), met wie hij verwant moet zijn geweest (via het geslacht Strevelant, zie ald. en onder Van den Bosch). tr. 1e Aagte Gerritsdr., verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 21v., tr. eerder N.N., Ga. 444 f. 31); tr. 2e Jutte, verm. 1417 (RA. 50, aanhangsel f. 1v.); tr. 3e Clare, ovl. na 30 sep. 1420 (Secr. 1612). Kinderen (uit het 1e huwelijk):

1. Boudijn IJsbrandsz.

droeg 30 sep. 1420 met zijn zr. Cille aan Clare, hun stiefmoeder, de nalatenschap van hun vader over, m.u.v. Clares woonhuis aan de Vollersgracht en een rente van 36 gouden nobel, die zij zouden delen (Secr. 1612).

2. Cille IJsbrandsdr.

tr. wrsch. Tielman Reinersz. (Secr. 1612, zie hiervoor).

3. Kind

ovl. ca. 1400 (Ga. 444 f. 28).

4. Jan IJsbrandsz.

woonhuis:

zijn huis werd 17 okt. 1417 verkocht voor 10 Eng. nobel; hierop waren gevestigd: 3 s. 2 p.g.g. rente met houde t.g.v. Nanne van Lis, 40 s.pay. rente, 8 s.pay. rente voor de heren en schuldbrieven van 8½ nobel (18 feb. 1416) en 1 gouden kroon (2 jan. 1417) (RA. 50 f. 172).

rentebezit:

8 nov. 1414 2½ nobel op Femeynse Claas Janz. weduwe en kinderen (RA. 50 f. 138v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl