HEER JAN PHILIPSZ. |
HEER JAN PHILIPSZ.
ovl. tussen 1 juni 1349 en 28 okt. 1351 (Ke. 1006, 1007).
functies:
grfl. klerk 1328-41; rentmr. van Zeeland 1340-41 (zie hfdst. 6).
Bezat de cure van Ouwerkerk op Duiveland, ruilde deze 19 dec. 1333 voor een kanunniksprebende in de Utrechtse Dom, in bezit daarvan verm. 24 juni 1340 en 12 mei 1341 (Brom, Bullarium I 380-381, DuO. 2040x en Devillers, Cartulaire, I 137).
woonhuis:
aan St. Pieterskerkhof, naast de Commanderij van de Duitse Orde, verm. 24 juni 1340 (vgl. DuO. 2040x; Leupen, Filips van Leiden, I 46).
landbezit:
* 13 morgen 2 hond land te Zoeterwoude (Ke. 1007).
* 11 mei 1335 een erf bij een huis en erf aan St. Pieterskerksteeg, gekocht van zijn zwager Claas Godevaardsz. (Ke. 407 f. 2v.).
rentebezit:
20 sep. 1339 een schuldbrief van 120 £ g.g., t.l.v. Claas Godevaardsz. (Ke. 1004).
varia:
zijn zwager Claas Godevaardsz. deed 20 sep. 1339 afstand van alles wat zijn vrouw zou erven van haar broer heer Jan (Ke. 1005); Frank Frankenz. deed t.b.v. hem 14 aug. 1345 afstand van al het goed waar hij door huwelijk met Alide, zr. van Claas Godevaardsz., recht had (Ke. 407 f. VIa).
familie:
zoon van Philips en ver Machteld (die later een onbekende Jacob tr.) (Ke. 407 f. 2v.; daar Machteld als schoonmoeder van Claas Godevaardsz. genoemd). Zijn zr. was Ermgard, tr. Claas Godevaardsz. (Ke. 1005, zie Godevaard Simonsz.). Zijn verwanten waren wrsch.: Dirk, Jan en Gerrit Frankenz. (verm. 26 mei 1353; Ke. 1008, zie Rijswijc).
Auteur | Fred van Kan |
Publicatie | Het Leidse Patriciaat |
Home | www.oudleiden.nl |