Jan van Hout

CRAUWEL

 

Previous PageHome PageNext Page


CRAUWEL

I. WILLEM CRAUWEL (OUDE CRAUWEL)

ovl. 17 dec. 1411, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 51).

beroep:

drapenier (zie raambezit).

landbezit:

* ½ raamstede in St. Pietershoeve, met rente met houde t.g.v. St. Pieterskerk, verm. sinds 1398-99, voor of in 1409-10 verkocht (Ke. 323 (1) f. 5v. t/m (8) f. 7v.).

* 1402-03 ½ raamstede ald., gehuurd als boven, 1410-11 verkocht (Ke. 323 (5) f. 11 t/m (9) f. 7).

* 1402-03 ½ raamstede ald., als boven, 1409-10 na verkoop in andere handen (Ke. 323 (5) f. 11 t/m (8) f. 7v.).

* 1402-03 ½ raamstede ald., als boven, 1409-10 na verkoop in andere handen (Ke. 323 (5) f. 11 t/m (8) f. 7v.).

* 1409-10 ½ raamstede ald., als boven (Ke. 323 (8) f. 7v.).

rentebezit:

16 feb. 1409 1 nobel 69 bot op een huis en erf te Leiden, afgeschat 11 okt. 1411 (RA. 50 f. 120).

borgstelling:

5 mei 1407 Jan Claas Diedenz.z. (Secr. 20 f. 26).

varia:

28 feb. 1394 poorter met 32 £ en Claas die Monnic als borg (Secr. 19 f. 100).

familie:

zoons:

1. Dirk Crauwel Willemsz., volgt II.

2. Jan Willem Crauwelsz.

drapenier, blijkens het bezit van ½ raamstede na zijn vaders ovl. in St. Pietershoeve; verm. 1412-13 en 13-14 (Ke. 323 (9) f. 7 en (10) f. 7v.).

II. DIRK CRAUWEL WILLEMSZ. (WILLEM CRAUWELSZ. of JONGE CRAUWEL)

functie:

schepen 1416-17.

rentebezit:

3 nobel lijfrente, samen met zijn vrouw, t.l.v. de stad, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 20v.).

borgstelling:

* 6 jan. 1416 Pieter Dirk Hendriksz.z. (Secr. 20 f. 54v.).

* 1 nov. 1416 Gijsbrecht Jacob Willemsz.z. (Secr. 20 f. 54v.).

* 24 dec. 1416 IJsbrand Gerrit Engelbrechtsz.z. (Secr. 20 f. 55).

varia:

pachter van de hop 1408 (GvH. 1484 f. 12v.).

familie:

tr. 1e Bartraad (Ke. 416 f. 71v.); 2e Lijsbeth Aarndsdr. (Secr. 513 f. 20v.).

kinderen:

1. Willem Crauwel

ovl. 29 nov. 1423, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 71v.).

woonhuis:

aan de Hooigracht, verm. 12 feb. 1412 (Ke. 493 f. 91v.).

schenking:

3 nobel aan St. Pancraskapittel voor memoriediensten (Ke. 416 f. 71v.).

familie:

tr. Ermgard, ovl. na 29 nov. 1423, dr. van Dirk Geerlofsz. en Elisabeth (ibidem, 418 f. 67v.).

2. Jan Crauwel Dirksz.

(Ke. 416 f. 71v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

DANIEL COPPENZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


DANIEL COPPENZ.

ovl. tussen 17 feb. 1356 en 19 nov. 1358 (W. 428 f. 48 en Ga. 786, vgl. ook Hoek, 'Wassenaar', 103).

woonhuis:

te Marendorp aan de straat, bij Donkersteeg en Mare, voor 9 feb. 1360 door zijn neef Jan van Santen Aarnd Coppenz.z. verkocht aan Michiel van der Heyde; dit perceel omvatte 3 hofsteden. Hierop hield Gerrit Heinenz. Rottier 40 s. rente met houde in leen van de burggraaf (Hoek, 'Wassenaar', 103; Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 31; zie Van den Hove). Belender te Marendorp 17 feb. 1356 (W. 428 f. 48).

landbezit:

* de Groete Weyde en het Smalle Weer te Zoeterwoude, met Jan uter Wike bezeten en voor 10 feb. 1345 verkocht (Ga. 784).

* 5 morgen 1 hond land (d.i. ½ van de Niedel) en een uiterdijk daarbij, te Zoeterwoude, voor 10 feb. 1345 gekocht van Jan van Egmond uter Wike (Ga. 784).

* 16 hond land aan de Leidse vaart te Zoeterwoude, samen met Aarnd Coppenz., zijn broer, bezeten; dit land was 19 nov. 1358 in handen van Jan van Santen, zoon van Aarnd, die het verkocht (Ga. 786).

* land te Heemskerk, gepacht van de abdij van Egmond, verm. 1344-45 (Egmond 763 f. 56).

varia:

pachter van de grfl. visserij tussen Leiden en Haarlem 1333, samen met Jan van den Rine (Hamaker, Rek. Holl., I 171).

familie:

broer van Aarnd Coppenz., deze verbeurde voor 22 feb. 1339 Arnd Tsgravenwere te Hazers- en Zoeterwoude (1 morgen land, GvH. 218 f. 23).

Diens zoon Jan van Santen bezat goederen afkomstig van Daniel (zie hoger) en droeg 15 jan. 1359 renten over, 3 s.g.g. op zijn woonhuis te Marendorp, 3 s.g.g. op een huis en erf aan de Oude Rijn, 12 p.g.g. op 2 huizen en erven ald. en 24 s.g.g. op een kamer aan de straat van Marendorp, alsmede 5 s.g.g. op een huis en erf ald.; alles met de houde (Ke. 573).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

JAN COMAN

 

Previous PageHome PageNext Page


JAN COMAN

ovl. voor 17 jan. 1431, begr. St. Pieterskerk (Ke. 7 f. 94).

functie:

kerkmr. van St. Pieter 1414-15, 17-18.

beroep:

drapenier (1404-05, GvH. 1259 f. 22v.).

landbezit:

1401-02 ½ raamstede, gehuurd van St. Pieterskerk (Ke. 323 (4) f. 8v. en volgende rek.).

rentebezit:

2½ nobel 27 groten lijfrente t.l.v. de stad, samen met zijn vrouw, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 19).

familie:

zoon van Jacob Coman en Volkwijf (Ke. 416 f. 48v.); missch. verwant met heer Gerrit van Hilleghom, met wie hij gezamenlijk 24 mrt. 1411 een hoogtijd op Elfduizend Maagdendag besprak, alsmede memoriediensten (Ke. 7 f. 88v.). tr. Katrijn, ovl. na 17 jan. 1431 (Ke. 7 f. 94).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

COMAN PHILIPS

 

Previous PageHome PageNext Page


COMAN PHILIPS

functie:

H. Geestmr. 1342-43, 47-48 en 48-49.

beroep:

gezien zijn naam koopman.

woonhuis:

aan de Vollersgracht (verm. 23 mrt. 1337, Ke. 493 f. 40v.). Hierop vestigde hij een rente van 10 s.g.g. t.g.v. de H. Geest voor memoriediensten; dit huis was 1380 in handen van Floris Gijsbrechtsz. (W. 1765 f. 8v.; Kam, 'Memorieboek', 190).

familie:

verm. van zijn zwager of schoonzn. Pieter Claasz. 7 nov. 1360 als belender met land aan een uiterdijk, wrsch. te Leiderdorp (Ga. 455 f. 13v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

PIETER COKENAEDSE

 

Previous PageHome PageNext Page


PIETER COKENAEDSE

ovl. na 5 jan. 1337 (Ke. 493 f. 39v.).

functie:

schepen 1322-23.

landbezit:

* 29 apr. 1321 6½ morgen land te Zoeterwoude, aan Rodenburger wetering en Rijndijk, samen met Huge van der Bregghe bezeten, door hen van Dirk van Zwieten gekocht en van de graaf ten eigen ontvangen (GvH. 242 f. 17v., Van Kan, 'Van Zwieten', I 48).

* een boomgaard te Leiden achter St. Pieterskerksteeg, verm. 21 okt. 1330 (W.1 f. 6v.).

* land te Leiderdorp, voor 24 juli 1341 verkocht (Nass. Dom. 44 (6461) f. 322v. en 383).

rentebezit:

* 9 s.g.g. op een huis en erf te Leiden;

* 2 s.g.g. als boven;

* 5 s.g.g., wrsch. op een huis en erf aan de Breestraat.

Deze renten verkocht hij 5 jan. 1337 (Ke. 493 f. 39v.).

familie:

dochter:

1. Vocke

verm. 23 mrt. 1337 met een huis en erf aan de Breestraat of Vollersgracht (Ke. 493 f. 40v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

CODDE

 

Previous PageHome PageNext Page


CODDE

I. KERSTANT CODDE

rentebezit:

wrsch. van hem afkomstig: 1 £ pay. op een huis en erf aan Hogelandskerkgracht, door zijn zonen Willem en Gerrit 25 mei 1378 aan St. Pancraskapittel geschonken voor memoriediensten (Ke. 415 f. 56).

borgstelling:

* 26 juli 1365 Bazelis Codde (Secr. 19 f. 4).

* 4 jan. 1368 Jan Dirksz., van Oudshoorn (Secr. 19 f. 13).

* 29 dec. 1371 Clemens Jansz., van Nieuwkoop (Secr. 19 f. 29).

familie:

tr. Alijd, zr. van Stefanie, Gerrit Goedes echtgenote (Ke. 415 f. 56, 416 f. 50v., 418 f. 55v., zie Dammas Zegersz. c.s.).

kinderen:

1. Willem Kerstantsz., volgt IIa.

2. Reiner Kerstansz.

(DuO. 1978 f. 61).

functies:

grfl. klerk van de kost 1393-1401 en 03-04; mr. van het lardier sinds 1401 (zie hfdst. 6); gasthuismr. 1410-11, 11-12, 15-16, 17-18; kerkmr. van St. Pieter 1412, 13-14, 14-15; burgemr. 1412-13.

woonhuis:

in het Wanthuisvierendeel (1407-08, Ke. 323 (7) f. 48v.).

landbezit:

land aan Doedijnslaan te Wassenaar, samen bezeten met Zeger Dammasz., zijn neef (zie Dammas Zegersz. c.s.); beloofde vrijwaring toen Zeger zijn deel 23 sep. 1413 verkocht (DuO. 1978 f. 61).

rentebezit:

* 16 jan. 1391 1 £ pay op een huis en erf aan de Oostgracht, 23 okt. 1393 aan St. Catharinagasthuis overgedragen (Ga. 455 f. 17).

* 26 okt. 1401 1 hoet tarwe p.j. uit de renten van Noord-Holland, verkregen bij zijn aanstelling tot levenslang mr. van het lardier (Van Riemsdijk, Tresorie, 181).

3. Willem Codde

zie IIb.

4. Heer Gerrit Codde

functies:

priester, doceerde te Parijs de artes 9 mei 1370 (Denifle, Auctarium, I 356, 22-24); pastoor van Alphen, verm. 27 jan. 1371 en 25 mei 1378 (Brom, Bullarium, II 183, Ke. 415 f. 56).

opleiding:

studeerde te Parijs de artes, studie voltooid 1368, licentiaat 29 apr. 1370, (Denifle, Auctarium, I 327, 44-46; 354, 33-36; magister in art., verm. 27 jan. 1371 (Brom, Bullarium, II 183).

woonhuis:

aan de Hooigracht, verkocht hierop 7 apr. 1396 een rente van 10 s.pay. (Ga. 455 f. 47).

varia:

voor hem werd 27 jan. 1371 een beneficie gereserveerd in de Paulusabdij te Utrecht (Brom, Bullarium, II 183).

5. Geertruud

ovl. 2 okt. 1411, begr. St. Pieterskerk; tr. Dammas Zegersz. (Ke. 416 f. 50v., zie ald.).

IIa. WILLEM KERSTANTSZ.

ovl. 1401-02, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (4) f. 13v.).

functies:

H. Geestmr. 1385-86, 86-87, 87-88, 88-89, 90-91, 91-92, 92-93, 93-94, 96-97, 99-1400, 00-01; schepen 1397-98.

woonhuis:

verm. als belender 14 mrt. 1396 aan de Roggenbroetsteeg (W. 975); zijn weduwe woonde 10 juni 1416 aan de Nieuwe Rijn (Ke. 1043).

rentebezit:

* 6 juni 1368 1 £ pay. op 1/3 huis en erf aan de Hooigracht, 3 jan. 1369 overgedragen (W. 428 f. 31).

* 14 sep. 1380 14 s.pay. op een huis en erf aan St. Nicolaasgracht, 29 aug. 1399 overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 85v.).

* 28 apr. 1385 40 s.pay. op een huis en erf aan de Breestraat, 21 apr. 1394 overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 78v.).

* 10 dec. 1388 1 £ pay. op een huis en erf aan de Oostgracht en:

* 1 £ pay. op een huis en erf aan de Oostgracht, hoek Vledersteeg; deze beide renten droeg zijn zoon Jan Gode 26 jan. 1403 over aan de H. Geest voor memoriediensten (W. 428 f. 95v.).

borgstelling:

* 5 mei 1372 Gerrit Clemensz. en Willem Claassz. (Secr. 19 f. 30v.).

* 9 jan. 1385 Bertelmeeus Hermansz. (Secr. 19 f. 66).

* 8 okt. 1390 Aarnd Dirksz. van Leeuwen (Secr. 19 f. 84).

* 16 apr. 1392 Bertelmeeus Dirksz. (Secr. 19 f. 90v.).

* 21 mrt. 1396 Walich Jansz. (Secr. 19 f. 108).

varia:

zegel: de Leidse sleutels met ster in het schildhoofd (Ke. 653, 11 juni 1398).

familie:

voor 11 okt. 1372 (Ke. 420 f. 33) Clemense (Femense), ovl. 1417-18, begr. St. Pieterskerk (Kam, 'Memorieboek', 16), Ga. 334 (25) f. 19v., Ke. 323 (11) f. 17); dr. van Zeger (zie Dammas Zegersz. c.s.). Zij kocht 1403-04 een kerkstoel in St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 14).

kinderen:

1. Alijd

(Kam, 'Memorieboek', 160), ovl. 1398-99, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (1) 10).

2. Jan Gode Willem Kerstants.z.z.

ovl. voor 29 mrt. 1436 (Voorne D f. 20, zie Berwoud Willemsz.).

rentebezit:

1 Eng. nobel op een huis en erf in St. Pietershoeve, in de nieuwe vrijheid, afkomstig van zijn schoonvader; 21 mei 1404 aan de H. Geest overgedragen (W. 428 f. 98).

familie:

tr. Aagte, dr. van Berwout Willemsz. (zie ald.).

IIb. WILLEM CODDE

ovl. na 3 okt. 1416 (Secr. 1647).

landbezit:

* 9 juli 1411 20 morgen land, te Oudshoorn, strekkend van de Nuwensloot tot de Swette, leen van de Binckhorst (Hoek, 'Rept. Binckhorst', 91).

* land te Oudshoorn, verm. 3 okt. 1416 (Secr. 1647).

borgstelling:

* 12 jan. 1391 Aarnd Bostelmansz. (Secr. 19 f. 86).

* 8 mrt. 1404 Frederik Willemsz. (Secr. 20 f. 16v.).

varia:

beloofde 2 juli 1396 vrijwaring met en t.b.v. Gerrit Jan Dirksz. (Secr. 1466).

familie:

kinderen:

1. dochter

tr. Gerrit; hun zoon Pieter Gerritsz. werd 9 sep. 1411 verm. (Hoek, 'Rept. Binckhorst', 91).

2. dochter

tr. Simon, hun dr. Machteld Simonsdr. tr. Huge Koenraadsz., verm. 24 okt. 1440 (ibidem).

Bastaard:

3. Bazelis Codde, volgt IIIb.

IIIb. BAZELIS CODDE

ovl. na 9 sep. 1411 (ibidem).

beroep:

veekoper (ca. 1388, Secr. 84 f. 4).

woonhuis:

te Marendorp (1399-1400, Rek. Lei., I 84; werd de Coddesteeg naar zijn familie genoemd?).

varia:

werd 26 juli 1365 Leids poorter met 16 £ en Kerstant Codde als borg (Secr. 19 f. 4); opnieuw poorter 2 juni 1376 met 20 £ en Willem Reinersz. als borg (Secr. 19 f. 42v.).

familie:

tr. ? Aagte (Ke. 7 f. 73).

kinderen:

1. Claas Bazelisz.

landbezit:

* 16 aug. 1388 een erf in de Herencamp, gekocht van de Duitse Orde, die er een rente op behield (DuO. 1978 f. 25).

* 1398 een erf in St. Pietershoeve tussen Hoeflaan en Vliet, gekocht van Jan Blijfhiers kinderen; hierop had St. Pieterskerk een rente met houde; 1407-08 in andere handen (Ke. 323 (4) f. 11v. en volgende rek.; 323 (7) f. 11v.).

familie:

tr. wrsch. 1e Ermgard Claas Louwerisz.dr. (zie ald. en Ke. 7 f. 73); tr. 2e Duve (ibidem).

2. Thomas Bazelisz.

priester (ibidem).

3. Gerrit Bazelisz.

(ibidem).

4. Willem Bazelisz.

(ibidem)

tr. Alijd, verm. 29 mrt. 1416 (RA. 50 f. 164). Zoon:

a. Claas Willem Bazelisz.z.

verm. 29 mrt. 1416 (RA. 50 f. 164).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

LOUWERIS CLAASZ. (VAN DER BEKE, Ke. 896).

 

Previous PageHome PageNext Page


LOUWERIS CLAASZ. (VAN DER BEKE, KE. 896).

functie:

gasthuismr. 25 juli 1406-07; homan van het Gasthuisvierendeel vanaf 1392 en opnieuw sinds 1404 (Secr. 84 f. 270v. en 272v.).

beroep:

houtkoper (1405-14; Ga. 334 (13) f. 17, 334 (16) f. 26, 334 (17) f. 23, 334 (19) f. 23v., 334 (21) f. 23v.).

woonhuis:

in het Gasthuisvierendeel (Secr. 84 f. 270v.).

landbezit:

* 3½ morgen 9 gaard land in Coenencamp, Oegstgeest, waarvan 1½ morgen in Ghibencamp, het laatste perceel verwierf hij door huwelijk. Ontving 3 okt. 1379 toestemming van de abt van Egmond tot verkoop van de 2 morgen, tot dan leenland. Verkocht e.e.a. 13 mei 1380 aan Philips van Leyden (Ke. 493 f. 20v.-21).

rentebezit:

* 1 £ g.g. rente, 14 apr. 1388 samen met Jan Dirk Nuweveensz. en Lijsbeth Jacobsdr., allen erfgenamen van Jacob Florisz., verkocht (W. 428 f. 63v.).

* 31 mrt. 1396 1 £ pay. op en huis en erf in Gerrit Alewijnsz.steeg (d.i. 1513: O.L.V.steeg), met zijn zoon Jacob 23 sep. 1418 aan St. Catharinagasthuis overgedragen (Ga. 456 p. 14-15).

varia:

werd 27 dec. 1373 Leids poorter met 26 £, afkomstig van Lisse, met Hendrik die Stigher als borg (Secr. 19 f. 37); opnieuw 19 apr. 1379 met 24 £ borg: Simon Rondiel en 25 apr. 1379 met 2 £ en dezelfde borg (Secr. 19 f. 47 en v.).

familie:

missch. verwant met Claas van der Beke, gegoed te Velsen (GvH. 228 f. 391); deze of een andere Claas was 24 nov. 1384 overleden en had land bezeten in de Hoge Waard te Koudekerk a.d. Rijn (Hoek, 'Rept. Poelgeest', 175). tr. Catharina, dr. van Jacob Florisz. (zie land- en rentebezit). Zij kocht 1403-04 2 kerkstoelen in St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 14). Zoons:

1. Claas Louwerisz.

beroep:

houtkoper (1414-20, Ga. 334 (21) f. 23 en v., 334 (2) f. 2v., 334 (24) f. 26v., 334 (25) f. 30v., 334 (27) f. 28, 334 (30) f. 6).

woonhuis:

in St. Pietersparochie 1406-07 (Ke. 323 (7) f. 17).

familie:

kinderen:

?a. Louweris Claasz.

tr. Claar Jacobsdr.; zij vermaakten elkaar 24 juli 1423 de lijftocht van een woning en 7 morgen aan de A te Alkemade (of betrof dit zijn grootvader in een 2e tr. ?).

?b. Ermgard Claas Louwerisz.dr.

woon(?)huis: aan de Diefsteeg, hierop bezat de H. Geest in 1380 10 s. pay. (W. 1765 f. 9v.); tr. wrsch. Claas Bazelisz. (zie ald. en Ke. 7 f. 73).

2. Jacob Louwerisz.

(NH. Kerkvoogdij 2032 f. 29).

functie:

schepen 1415-16, 16-17.

beroep:

houtkoper (1415-20, Ga. 334 (23) f. 22v., 334 (25) f. 30v., 334 (27) f 28, 334 (20) f. 26, 334 (30) f. 6) en drapenier (vgl. raambezit).

huisbezit:

een huis te Zevenhuysen, Leiden, bezeten met zijn zwager Jacob Willemsz., afkomstig van zijn echtgenote (DuO. 1978 f. 29v.).

landbezit:

17 mei 1419 land aan de Zijl, strekkend uit de Rijn, te Leiderdorp verkregen na scheiding met zijn zwager Jacob Willemsz. (zie Blijfhier, Ke. 1035).

* 1417-18 1 raamstede gehuurd van St. Pieterskerk tegen 16 s.pay. (Ke. 323 (11) f. 11v.).

rentebezit:

* 9, 15 en 15 s.g.g. met houde op 3 huizen erven te Zevenhuysen (Grisoord), samen met zijn zwager Jacob Willemsz. 25 sep. 1417 aan de St. Pieterskerk verkocht, door huwelijk verkregen (DuO. 1978 f. 29v., zie Blijfhier).

familie:

tr. Ermtruud (NH. Kerkvoogdij 2032 f. 29), dr. van Jan Blijfhier (zie ald.), ovl. voor 17 mei 1419 (Ke. 1035).

Tot dit geslacht behoorden vermoedelijk:

1. Katrijn Jacob Louwerisz.dr.

die 1403-04 een kerkstoel kocht in St. Pieterskerk (Ke. 323 (5) f. 14v.) en:

2. Heer Louweris Claasz.

functie:

priester, vicaris van een der kapelanieën gesticht door Trude, weduwe van Boudijn van Zwieten, verm. 1391-92 (in 1399-1400 heer Jacob Hongher in zijn plaats, Rek. Lei., I, 38, 126).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

GOZEWIJN CLAAS(Z.)(HILLENZ.Z.)

 

Previous PageHome PageNext Page


GOZEWIJN CLAAS(Z.)(HILLENZ.Z.)

functies:

schepen 1387-88, 90-91, 91-92; burgemr. 1402-03, 12-13; gasthuismr. 1389-90, 90, 92-93, 93-94; H. Geestmr. 1394-95; kerkmr. van St. Pieter 1398-99, 11 nov. 1401-02, 02, 07-08, 08-09 (tot 25 juli; werd hij vervolgens schepen?), 09-10.

beroep:

houtkoper (1394-1404; Ga. 334 (2) f. 13v., 334 (5) f. 15v., 334 (6) f. 17, 334 (8) f. 20, Ga. 444 f. 11, GvH. 1470 f. 66v.-67, 1471 f. 65v., 1472 f. 58v.). Had de beschikking over een bark, verm. 1408 (Rek. Lei., I 208).

woonhuis:

aan de Nieuwe Rijn bij de Wanthuisbrug (naar hem Goeswijn Claesz.brug genoemd) (Hamaker, Keurboeken, 51 en 303; Van Oerle, Leiden, I 321).

huisbezit:

1394-95 een huis en erf, met voorhuur voor St. Catharinagasthuis, gekocht van Bertelmeeus van Zwieten (Ga. 334 (2) f. 8v.).

landbezit:

* 1401-02 een uiterdijk (met daarop een rente voor St. Pieterskerk (Ke. 323 (4) f. 12v.).

* 1402-03 een uiterdijk buiten Zijlpoorthuis, waarop een rente voor St. Pieterskerk (Ke. 323 (5) f. 17v.).

* 6 percelen land te Esselikerwoude en Oudshoorn, verkocht 29 feb. 1416 samen met Wermboud Marksz., Jacob Marksz. en Jan Claas Hendriksz.z. met wie hij het bezat (Secr. 1647).

* 1412-13 een erf in St. Pietershoeve, tussen Molengracht en Nieuwe Vollersgracht, 1413-14 in andere handen (Ke. 323 (9) f. 10 en 323 (10) f. 9v.).

varia:

zegel: de Leidse sleutels met een ster in het schildhoofd (Ke. 900, 20 feb. 1392); pachter van de Leidse wijnaccijns 1419 (Rek. Lei., I 323).

familie:

zoon van Claas Hillenz. en Geertruud. Zijn broer was Allard, geh. m. Clare (Ke. 7 f. 59). Tr. 1e Jutte (Ke. 7 f. 10; Ga. 440 f. 13v.); tr. 2e Katrijn; zij kocht evenals haar man 1403-04 een kerkstoel in St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 14v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl