Activiteiten

CODDE

 

Previous PageHome PageNext Page


CODDE

I. KERSTANT CODDE

rentebezit:

wrsch. van hem afkomstig: 1 £ pay. op een huis en erf aan Hogelandskerkgracht, door zijn zonen Willem en Gerrit 25 mei 1378 aan St. Pancraskapittel geschonken voor memoriediensten (Ke. 415 f. 56).

borgstelling:

* 26 juli 1365 Bazelis Codde (Secr. 19 f. 4).

* 4 jan. 1368 Jan Dirksz., van Oudshoorn (Secr. 19 f. 13).

* 29 dec. 1371 Clemens Jansz., van Nieuwkoop (Secr. 19 f. 29).

familie:

tr. Alijd, zr. van Stefanie, Gerrit Goedes echtgenote (Ke. 415 f. 56, 416 f. 50v., 418 f. 55v., zie Dammas Zegersz. c.s.).

kinderen:

1. Willem Kerstantsz., volgt IIa.

2. Reiner Kerstansz.

(DuO. 1978 f. 61).

functies:

grfl. klerk van de kost 1393-1401 en 03-04; mr. van het lardier sinds 1401 (zie hfdst. 6); gasthuismr. 1410-11, 11-12, 15-16, 17-18; kerkmr. van St. Pieter 1412, 13-14, 14-15; burgemr. 1412-13.

woonhuis:

in het Wanthuisvierendeel (1407-08, Ke. 323 (7) f. 48v.).

landbezit:

land aan Doedijnslaan te Wassenaar, samen bezeten met Zeger Dammasz., zijn neef (zie Dammas Zegersz. c.s.); beloofde vrijwaring toen Zeger zijn deel 23 sep. 1413 verkocht (DuO. 1978 f. 61).

rentebezit:

* 16 jan. 1391 1 £ pay op een huis en erf aan de Oostgracht, 23 okt. 1393 aan St. Catharinagasthuis overgedragen (Ga. 455 f. 17).

* 26 okt. 1401 1 hoet tarwe p.j. uit de renten van Noord-Holland, verkregen bij zijn aanstelling tot levenslang mr. van het lardier (Van Riemsdijk, Tresorie, 181).

3. Willem Codde

zie IIb.

4. Heer Gerrit Codde

functies:

priester, doceerde te Parijs de artes 9 mei 1370 (Denifle, Auctarium, I 356, 22-24); pastoor van Alphen, verm. 27 jan. 1371 en 25 mei 1378 (Brom, Bullarium, II 183, Ke. 415 f. 56).

opleiding:

studeerde te Parijs de artes, studie voltooid 1368, licentiaat 29 apr. 1370, (Denifle, Auctarium, I 327, 44-46; 354, 33-36; magister in art., verm. 27 jan. 1371 (Brom, Bullarium, II 183).

woonhuis:

aan de Hooigracht, verkocht hierop 7 apr. 1396 een rente van 10 s.pay. (Ga. 455 f. 47).

varia:

voor hem werd 27 jan. 1371 een beneficie gereserveerd in de Paulusabdij te Utrecht (Brom, Bullarium, II 183).

5. Geertruud

ovl. 2 okt. 1411, begr. St. Pieterskerk; tr. Dammas Zegersz. (Ke. 416 f. 50v., zie ald.).

IIa. WILLEM KERSTANTSZ.

ovl. 1401-02, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (4) f. 13v.).

functies:

H. Geestmr. 1385-86, 86-87, 87-88, 88-89, 90-91, 91-92, 92-93, 93-94, 96-97, 99-1400, 00-01; schepen 1397-98.

woonhuis:

verm. als belender 14 mrt. 1396 aan de Roggenbroetsteeg (W. 975); zijn weduwe woonde 10 juni 1416 aan de Nieuwe Rijn (Ke. 1043).

rentebezit:

* 6 juni 1368 1 £ pay. op 1/3 huis en erf aan de Hooigracht, 3 jan. 1369 overgedragen (W. 428 f. 31).

* 14 sep. 1380 14 s.pay. op een huis en erf aan St. Nicolaasgracht, 29 aug. 1399 overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 85v.).

* 28 apr. 1385 40 s.pay. op een huis en erf aan de Breestraat, 21 apr. 1394 overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 78v.).

* 10 dec. 1388 1 £ pay. op een huis en erf aan de Oostgracht en:

* 1 £ pay. op een huis en erf aan de Oostgracht, hoek Vledersteeg; deze beide renten droeg zijn zoon Jan Gode 26 jan. 1403 over aan de H. Geest voor memoriediensten (W. 428 f. 95v.).

borgstelling:

* 5 mei 1372 Gerrit Clemensz. en Willem Claassz. (Secr. 19 f. 30v.).

* 9 jan. 1385 Bertelmeeus Hermansz. (Secr. 19 f. 66).

* 8 okt. 1390 Aarnd Dirksz. van Leeuwen (Secr. 19 f. 84).

* 16 apr. 1392 Bertelmeeus Dirksz. (Secr. 19 f. 90v.).

* 21 mrt. 1396 Walich Jansz. (Secr. 19 f. 108).

varia:

zegel: de Leidse sleutels met ster in het schildhoofd (Ke. 653, 11 juni 1398).

familie:

voor 11 okt. 1372 (Ke. 420 f. 33) Clemense (Femense), ovl. 1417-18, begr. St. Pieterskerk (Kam, 'Memorieboek', 16), Ga. 334 (25) f. 19v., Ke. 323 (11) f. 17); dr. van Zeger (zie Dammas Zegersz. c.s.). Zij kocht 1403-04 een kerkstoel in St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 14).

kinderen:

1. Alijd

(Kam, 'Memorieboek', 160), ovl. 1398-99, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (1) 10).

2. Jan Gode Willem Kerstants.z.z.

ovl. voor 29 mrt. 1436 (Voorne D f. 20, zie Berwoud Willemsz.).

rentebezit:

1 Eng. nobel op een huis en erf in St. Pietershoeve, in de nieuwe vrijheid, afkomstig van zijn schoonvader; 21 mei 1404 aan de H. Geest overgedragen (W. 428 f. 98).

familie:

tr. Aagte, dr. van Berwout Willemsz. (zie ald.).

IIb. WILLEM CODDE

ovl. na 3 okt. 1416 (Secr. 1647).

landbezit:

* 9 juli 1411 20 morgen land, te Oudshoorn, strekkend van de Nuwensloot tot de Swette, leen van de Binckhorst (Hoek, 'Rept. Binckhorst', 91).

* land te Oudshoorn, verm. 3 okt. 1416 (Secr. 1647).

borgstelling:

* 12 jan. 1391 Aarnd Bostelmansz. (Secr. 19 f. 86).

* 8 mrt. 1404 Frederik Willemsz. (Secr. 20 f. 16v.).

varia:

beloofde 2 juli 1396 vrijwaring met en t.b.v. Gerrit Jan Dirksz. (Secr. 1466).

familie:

kinderen:

1. dochter

tr. Gerrit; hun zoon Pieter Gerritsz. werd 9 sep. 1411 verm. (Hoek, 'Rept. Binckhorst', 91).

2. dochter

tr. Simon, hun dr. Machteld Simonsdr. tr. Huge Koenraadsz., verm. 24 okt. 1440 (ibidem).

Bastaard:

3. Bazelis Codde, volgt IIIb.

IIIb. BAZELIS CODDE

ovl. na 9 sep. 1411 (ibidem).

beroep:

veekoper (ca. 1388, Secr. 84 f. 4).

woonhuis:

te Marendorp (1399-1400, Rek. Lei., I 84; werd de Coddesteeg naar zijn familie genoemd?).

varia:

werd 26 juli 1365 Leids poorter met 16 £ en Kerstant Codde als borg (Secr. 19 f. 4); opnieuw poorter 2 juni 1376 met 20 £ en Willem Reinersz. als borg (Secr. 19 f. 42v.).

familie:

tr. ? Aagte (Ke. 7 f. 73).

kinderen:

1. Claas Bazelisz.

landbezit:

* 16 aug. 1388 een erf in de Herencamp, gekocht van de Duitse Orde, die er een rente op behield (DuO. 1978 f. 25).

* 1398 een erf in St. Pietershoeve tussen Hoeflaan en Vliet, gekocht van Jan Blijfhiers kinderen; hierop had St. Pieterskerk een rente met houde; 1407-08 in andere handen (Ke. 323 (4) f. 11v. en volgende rek.; 323 (7) f. 11v.).

familie:

tr. wrsch. 1e Ermgard Claas Louwerisz.dr. (zie ald. en Ke. 7 f. 73); tr. 2e Duve (ibidem).

2. Thomas Bazelisz.

priester (ibidem).

3. Gerrit Bazelisz.

(ibidem).

4. Willem Bazelisz.

(ibidem)

tr. Alijd, verm. 29 mrt. 1416 (RA. 50 f. 164). Zoon:

a. Claas Willem Bazelisz.z.

verm. 29 mrt. 1416 (RA. 50 f. 164).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

LOUWERIS CLAASZ. (VAN DER BEKE, Ke. 896).

 

Previous PageHome PageNext Page


LOUWERIS CLAASZ. (VAN DER BEKE, KE. 896).

functie:

gasthuismr. 25 juli 1406-07; homan van het Gasthuisvierendeel vanaf 1392 en opnieuw sinds 1404 (Secr. 84 f. 270v. en 272v.).

beroep:

houtkoper (1405-14; Ga. 334 (13) f. 17, 334 (16) f. 26, 334 (17) f. 23, 334 (19) f. 23v., 334 (21) f. 23v.).

woonhuis:

in het Gasthuisvierendeel (Secr. 84 f. 270v.).

landbezit:

* 3½ morgen 9 gaard land in Coenencamp, Oegstgeest, waarvan 1½ morgen in Ghibencamp, het laatste perceel verwierf hij door huwelijk. Ontving 3 okt. 1379 toestemming van de abt van Egmond tot verkoop van de 2 morgen, tot dan leenland. Verkocht e.e.a. 13 mei 1380 aan Philips van Leyden (Ke. 493 f. 20v.-21).

rentebezit:

* 1 £ g.g. rente, 14 apr. 1388 samen met Jan Dirk Nuweveensz. en Lijsbeth Jacobsdr., allen erfgenamen van Jacob Florisz., verkocht (W. 428 f. 63v.).

* 31 mrt. 1396 1 £ pay. op en huis en erf in Gerrit Alewijnsz.steeg (d.i. 1513: O.L.V.steeg), met zijn zoon Jacob 23 sep. 1418 aan St. Catharinagasthuis overgedragen (Ga. 456 p. 14-15).

varia:

werd 27 dec. 1373 Leids poorter met 26 £, afkomstig van Lisse, met Hendrik die Stigher als borg (Secr. 19 f. 37); opnieuw 19 apr. 1379 met 24 £ borg: Simon Rondiel en 25 apr. 1379 met 2 £ en dezelfde borg (Secr. 19 f. 47 en v.).

familie:

missch. verwant met Claas van der Beke, gegoed te Velsen (GvH. 228 f. 391); deze of een andere Claas was 24 nov. 1384 overleden en had land bezeten in de Hoge Waard te Koudekerk a.d. Rijn (Hoek, 'Rept. Poelgeest', 175). tr. Catharina, dr. van Jacob Florisz. (zie land- en rentebezit). Zij kocht 1403-04 2 kerkstoelen in St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 14). Zoons:

1. Claas Louwerisz.

beroep:

houtkoper (1414-20, Ga. 334 (21) f. 23 en v., 334 (2) f. 2v., 334 (24) f. 26v., 334 (25) f. 30v., 334 (27) f. 28, 334 (30) f. 6).

woonhuis:

in St. Pietersparochie 1406-07 (Ke. 323 (7) f. 17).

familie:

kinderen:

?a. Louweris Claasz.

tr. Claar Jacobsdr.; zij vermaakten elkaar 24 juli 1423 de lijftocht van een woning en 7 morgen aan de A te Alkemade (of betrof dit zijn grootvader in een 2e tr. ?).

?b. Ermgard Claas Louwerisz.dr.

woon(?)huis: aan de Diefsteeg, hierop bezat de H. Geest in 1380 10 s. pay. (W. 1765 f. 9v.); tr. wrsch. Claas Bazelisz. (zie ald. en Ke. 7 f. 73).

2. Jacob Louwerisz.

(NH. Kerkvoogdij 2032 f. 29).

functie:

schepen 1415-16, 16-17.

beroep:

houtkoper (1415-20, Ga. 334 (23) f. 22v., 334 (25) f. 30v., 334 (27) f 28, 334 (20) f. 26, 334 (30) f. 6) en drapenier (vgl. raambezit).

huisbezit:

een huis te Zevenhuysen, Leiden, bezeten met zijn zwager Jacob Willemsz., afkomstig van zijn echtgenote (DuO. 1978 f. 29v.).

landbezit:

17 mei 1419 land aan de Zijl, strekkend uit de Rijn, te Leiderdorp verkregen na scheiding met zijn zwager Jacob Willemsz. (zie Blijfhier, Ke. 1035).

* 1417-18 1 raamstede gehuurd van St. Pieterskerk tegen 16 s.pay. (Ke. 323 (11) f. 11v.).

rentebezit:

* 9, 15 en 15 s.g.g. met houde op 3 huizen erven te Zevenhuysen (Grisoord), samen met zijn zwager Jacob Willemsz. 25 sep. 1417 aan de St. Pieterskerk verkocht, door huwelijk verkregen (DuO. 1978 f. 29v., zie Blijfhier).

familie:

tr. Ermtruud (NH. Kerkvoogdij 2032 f. 29), dr. van Jan Blijfhier (zie ald.), ovl. voor 17 mei 1419 (Ke. 1035).

Tot dit geslacht behoorden vermoedelijk:

1. Katrijn Jacob Louwerisz.dr.

die 1403-04 een kerkstoel kocht in St. Pieterskerk (Ke. 323 (5) f. 14v.) en:

2. Heer Louweris Claasz.

functie:

priester, vicaris van een der kapelanieën gesticht door Trude, weduwe van Boudijn van Zwieten, verm. 1391-92 (in 1399-1400 heer Jacob Hongher in zijn plaats, Rek. Lei., I, 38, 126).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

GOZEWIJN CLAAS(Z.)(HILLENZ.Z.)

 

Previous PageHome PageNext Page


GOZEWIJN CLAAS(Z.)(HILLENZ.Z.)

functies:

schepen 1387-88, 90-91, 91-92; burgemr. 1402-03, 12-13; gasthuismr. 1389-90, 90, 92-93, 93-94; H. Geestmr. 1394-95; kerkmr. van St. Pieter 1398-99, 11 nov. 1401-02, 02, 07-08, 08-09 (tot 25 juli; werd hij vervolgens schepen?), 09-10.

beroep:

houtkoper (1394-1404; Ga. 334 (2) f. 13v., 334 (5) f. 15v., 334 (6) f. 17, 334 (8) f. 20, Ga. 444 f. 11, GvH. 1470 f. 66v.-67, 1471 f. 65v., 1472 f. 58v.). Had de beschikking over een bark, verm. 1408 (Rek. Lei., I 208).

woonhuis:

aan de Nieuwe Rijn bij de Wanthuisbrug (naar hem Goeswijn Claesz.brug genoemd) (Hamaker, Keurboeken, 51 en 303; Van Oerle, Leiden, I 321).

huisbezit:

1394-95 een huis en erf, met voorhuur voor St. Catharinagasthuis, gekocht van Bertelmeeus van Zwieten (Ga. 334 (2) f. 8v.).

landbezit:

* 1401-02 een uiterdijk (met daarop een rente voor St. Pieterskerk (Ke. 323 (4) f. 12v.).

* 1402-03 een uiterdijk buiten Zijlpoorthuis, waarop een rente voor St. Pieterskerk (Ke. 323 (5) f. 17v.).

* 6 percelen land te Esselikerwoude en Oudshoorn, verkocht 29 feb. 1416 samen met Wermboud Marksz., Jacob Marksz. en Jan Claas Hendriksz.z. met wie hij het bezat (Secr. 1647).

* 1412-13 een erf in St. Pietershoeve, tussen Molengracht en Nieuwe Vollersgracht, 1413-14 in andere handen (Ke. 323 (9) f. 10 en 323 (10) f. 9v.).

varia:

zegel: de Leidse sleutels met een ster in het schildhoofd (Ke. 900, 20 feb. 1392); pachter van de Leidse wijnaccijns 1419 (Rek. Lei., I 323).

familie:

zoon van Claas Hillenz. en Geertruud. Zijn broer was Allard, geh. m. Clare (Ke. 7 f. 59). Tr. 1e Jutte (Ke. 7 f. 10; Ga. 440 f. 13v.); tr. 2e Katrijn; zij kocht evenals haar man 1403-04 een kerkstoel in St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 14v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

FRANK CLAASZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


FRANK CLAASZ.

functie:

H. Geestmr. 1395-96.

varia:

wrsch. was hij 1397-98 pachter van de Leidse hopaccijns met Willem Bort Poesz. (Ga. 334 (4) f. 10).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

WERMBOUD KERSTANTSZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


WERMBOUD KERSTANTSZ.

functies:

gasthuismr. 1418-19, 1419-20, 1420-21; procurator van O.L.V. Broederschap (29 aug. 1414, Rijnsburg 320).

beroep:

korenkoper (1418-20, Ga. 334 (27) f. 24, 334 (28) f. 22v.).

woonhuis:

voor 1407-08 in het Wanthuisbon (Ke. 323 (7) f. 48v.).

rentebezit:

7 nov. 1415 25 £ licht geld op Philips Andriesz.'s huis en erf (1417 afgeschat; RA. 50 f. 173v.).

borgstelling:

8 dec. 1407 Gillis Pouwelsz. (Secr. 20 f. 28v.).

familie:

was hij een zoon van Kerstant Codde? (zie ald.)

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

MR. THOMAS COENRAADSZ. VAN KERSKEN

 

Previous PageHome PageNext Page


MR. THOMAS COENRAADSZ. VAN KERSKEN

(ook wel: VAN VOIR)

ovl. 23 sep. 1409, begr. St. Pieterskerk (Ke. 416 f. 42, 323 (8) f. 13v.).

functie:

priester, notaris, verm. als zodanig sedert 23 dec. 1367 (Rijnsburg 557), erekanunnik van St. Pancras verm. 1389-90 en 96; ingeschreven aan de universiteit te Keulen (als docent) 1396, verm. als magister in de artes ald. 1398 (Van Riemsdijk, Tresorie, 418; Keussen, Matrikel Köln, I 30 A, 1).

woonhuis:

aan de Vollersgracht, bij St. Pieterskerk, verm. 2 sep. 1388 (Ga. 455 f. 14), achter belendend aan een huis en erf aan de Diefsteeg (6 dec. 1382, W. 429 f. 166).

landbezit:

* 4 morgen land te Voorschoten, te Wadding aan de Rijndijk, leen van de Binckhorst, beleend door de graaf 1 juni 1353, vervolgens door de heer van de Binckhorst 1 juni 1355 (GvH. 707 f. 5v., Hoek, 'Rept. Binckhorst', 299).

* 3 morgen land aan een wetering te Waddingerbroek, Voorschoten, 8 aug. 1407 t.b.v. zijn memorie overgedragen aan St. Pancraskapittel (Ke. 416 f. 42).

rentebezit:

* 15 £ pay. lijfrente t.l.v. St. Pieterskerk, verm. sinds 1398-99 (Ke. 323 (1) f. 14v. en volgende rek.).

* 26 mei 1402 5 Eng. nobel lijfrente t.l.v. de stad, gekocht voor 33 1/3 nobel.

varia:

17 mei 1374 betrokken bij een arbitraire uitspraak tussen de pastoors van Noordwijk en Rijnsburg en de abdis van Rijnsburg (Rijnsburg 558). Hertog Albrecht verzocht voor hem bij de paus om een beneficie, al dan niet met zielzorg, staande ter begeving van het kapittel van St. Jan te Utrecht (Van Riemsdijk, Tresorie, 418).

familie:

zoon van Coenraad Claasz. van Kersken (wrsch. ovl. voor 1 juni 1353 (GvH. 707 f. 5v.) en Eemse (Ga. 440 f. 31v.); zijn zr. was Remburg, tr. Michiel (Ga. 440 f. 29).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

VAN CATWIJCK

 

Previous PageHome PageNext Page


VAN CATWIJCK

Voor de familiebanden met het geslacht Van Brabant zie aldaar. Vgl. ook Y.H.M. Nijgh, 'Het wapen der familie Speelman', NL 56 (1938) 327-329.

I. (DIRK) DIDDEBOEY FLORISZ. VAN CATWIJCK

(R.T. Muschart, 'Wapen der familie Speelman', NL 56 (1938) 233-234, Hoek, 'Wassenaar', 115, GvH. 244 f. 40v. en Nass. Dom. 44 (6461) f. 346). Zoons:

1. Hendrik Diddeboeysz. van Catwijck

ovl. voor 12 nov. 1371 (RA. 2a f. 28 = Blok, Rechtsbronnen, 10).

functies:

schout van Noordwijkerhout 22 apr. 1360 (Lhorst 1 f. 48v.), van Katwijk verm. 6 apr. 1361-26 nov. 1369, van Valkenburg 1368-69 (Rijnsburg 337, Lhorst 1 f. 84, GvH. 1862 f. 2, Secr. 1708).

landbezit:

* 3 morgen land te Maasland (Anneboeysweer), na 15 mrt. 1366 verworven, in leen gehouden van de burggraaf en afkomstig van Dirk Florisz. van Brabant (Hoek, 'Wassenaar', 567).

* 28 juni 1369 9½ morgen land (Het Rijnlant) te Oegstgeest, na betaling van 100 £ beleend door de burggraaf. Er rustte 15 £ rente op t.b.v. zijn vrouw (Hoek, 'Wassenaar', 567).

varia:

verm. als knaap 13 aug. 1365 (Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 16). Leids poorter 16 mei 1369, met 200 £ en Jacob Gerritsz. (waarsch. Emmensz.z.) als borg (Secr. 19 f. 19). Zegel: 2 handen, een dwarsbalk, daaronder een hamer (26 nov. 1369, Secr. 1708).

familie:

tr. Badeloge, dochter van Philips van Wassenaar, burggraaf van Leiden (Hoek, 'Wassenaar', 567; W. 428 f. 50; Kam, 'Memorieboek', 167 en 197). 12 nov. 1371 kwam een scheiding tot stand van haar mans nalatenschap tussen haar en haar kinderen (RA. 2a f. 28 d.i. Blok, Rechtsbronnen, 10).

kinderen:

a. Beatrijs

verm. 30 sept. 1389; tr. Bartout van Haesbroeck (Ke. 322 f. 11v-12). Hij hield Haesbroeck in leen van de graaf sinds 8 nov. 1364, na overl. van zijn vader Jan Gael (Thierry de Bye Dólleman, 'Gael', 46); ovl. in of na 1379 (W. 1765 f. 2v). Beatrijs tr. vermoedelijk 2e Herman Willemsz. (zie Willem Luutgardenz. c.s.) en is waarsch. de Beatrijs van Haesbroeck die 14 sept. 1386 Leids poortster werd met Jan Bartout (van Brabant) als borg (Secr. 19 f. 74v.).

?b. Pieter

stond 16 mei 1394 borg toen Jan Woytkiin van Randerode poorter werd (Secr. 19 f. 100v.).

Bastaard:

Katrijn, tr. Floris Maerlant, verm. als wonende te Rijnsburg 9 nov. 1376 (Rijnsburg 128 f. 49).

2. Dirk Diddeboey(sz.) van Catwijck

functies:

schepen 1368-69 en 69-70 (dan Hendrik geheten; Hendrik echter was bij het begin van de termijn slechts 2 maanden poorter en trad in dit tijdvak in Katwijk en Valkenburg als schout op; de vermelding in het afschrift zal dan ook op Dirk betrekking hebben - W. 428 f. 23v. -); heemraad van Rijnland verm. 4 aug. 1363 en 19 aug. 1375 (Hhr. Rijnl. 1 f. 9v. en 9508 f. 14v.).

woonhuis:

zijn huis verm. 3 okt. 1368 als belendend aan de Hogewoerd, achter: de Rijn (Ke. 415 f. 15v.). Op zijn huis had Katrine Hendriksdr. (zie Hendrik veren Bartradenz. c.s.) 5 sch. g.g. rente (Ke. 493 f. 39).

borgstelling:

* 1 juni 1366 Jonge Pouwels en Willem Pouwels (Secr. 19 f. 7).

* 2 nov. 1368 Philips Dirksz. van den Veen (Secr. 19 f. 17).

* 24 nov. 1368 Dirk Hugenz. van Voorhout (Secr. 10 f. 17).

* 23 feb. 1371 Gijsbrecht Jacobsz. van Catwijc (Secr. 19 f. 26v.).

varia:

zegel: 2 handen, een dwarsbalk, daaronder een hamer (8 nov. 1368, Ke. 517).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

WILLEM UTEN CAMPE

 

Previous PageHome PageNext Page


WILLEM UTEN CAMPE

functie:

burgemr. 1385-86, 86-87.

beroep:

korenkoper (1382-83; Hüffer, Bronnen, II 744).

landbezit:

8 hond 15½ gaard land, die Gheer, te Oegstgeest bij Podikenpoel en 1 morgen 11 gaard, Aelwijns Venekijn, ald.; 18 mrt. 1387 aan de H. Geest verkocht (W. 428 f. 60v.).

Een broer van Frank Diedwarenz. was eveneens Willem uten Campe geheten; van verwantschap blijkt uit de bronnen niets (zie ald.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl