Het bestuur van de Historische Verenging Oud Leiden (HVOL) maakt in deze zienswijze haar bezwaren kenbaar met betrekking tot de aanvraag omgevingsvergunning zoals gepubliceerd is in de stadskrant van 4 januari 2024. Het betreft de aanvraag omgevingsvergunning met nummer Z/23/3618690 voor herontwikkeling van een horecabedrijf en wijziging gebruik op Prinsessekade 5L.
De aanvraag betreft een vergunning voor een wijziging/vergroting van een horeca bedrijf in een historisch waardevol gebied: het beschermd stadsgezicht. Het plan zoals het is ingediend voldoet naar de mening van de HVOL geheel niet aan de eisen die in deze kwetsbare omgeving gesteld moeten worden. Wij hebben daartoe de volgende argumenten:
Proces en participatie
De Historische Vereniging Oud Leiden is zeer ontstemd over het volledig ontbreken van enige vorm van participatie rond dit voorstel. Bij een horeca-uitbreiding middels nieuwbouw van een dergelijke omvang, mag - zeker gezien het verleden - van uw college verwacht worden dat zij de initiatiefnemer wijst op het belang van goede betrokkenheid van alle belanghebbenden. Of liever nog: dat u zelf de regie in dezen ter hand zou nemen. Ons standpunt inzake de gewenste borging door de overheid van goede participatie veronderstellen wij als bekend. Dit bouwplan toont helaas opnieuw de noodzaak daarvan aan.
Wij betwijfelen bovendien of hier de juiste procedure wordt gevolgd, gezien het ingrijpend karakter van het bouwplan. Het bouwvlak in het bestemmingsplan lijkt hier op enig moment (wanneer?) al aanzienlijk vergroot. Dit voelt als impliciete besluitvorming en dat is ongewenst. Bovendien is het plan naar onze inschatting alsnog in strijd met het geldende bestemmingsplan. Daardoor is een uitgebreidere bestemmingsplanprocedure wenselijk of wellicht zelfs noodzakelijk.
De keuze voor deze procedure en het gebrek aan participatie daarbij, leiden ertoe dat wij dit proces (en daarmee de onderbouwing) als onzorgvuldig beschouwen.
Vorm en volume
Was bij het huidige horeca paviljoen, met het daar lager daarnaast gelegen (onvergunde!) terras nog een poging gedaan te verwijzen naar zeilschepen in de vorm van de puntvormige daken, het nu voorliggende ontwerp is niet anders dan een platte doos zonder enige relatie met de omgeving. Het huidige paviljoen is beperkt van omvang, veelvormig, licht qua constructie en heeft een terras zonder overkapping.
Het nieuwe plan ontbeert deze kwaliteiten en kenmerken en toont mede daardoor geen enkele relatie met het omringende cultuurhistorische stadsgezicht. Het is vanwege de ongelede bouwmassa, de hoogte over de gehele lengte, maat en de schaal een storend element in deze fijnschalige omgeving. Een langwerpige ‘doos’ van deze omvang was indien zij als woonark/-boot was aangevraagd op geen enkele locatie vergund geworden. En terecht. Hiervoor gelden doorgaans eisen van maximaal 18 meter (en bij uitzondering 30 meter), terwijl het hier om een maximale lengte van maar liefst 48 meter gaat.
Er is geen nut of noodzaak om op een dergelijke locatie zo’n bestemmingsplan- en beleidsregeloverschrijdend volume wel toe te staan. Ook zien wij de materialisatie van het plan als niet passend.
Zichtlijnen op het water en de bebouwing
Onbegrijpelijk vinden wij het ontbreken van een deugdelijk zichtlijnenonderzoek bij deze aanvraag. Door de omvang (zowel de lengte, als de hoogte) van het voorgestelde plan wijzigen de zichtlijnen op het water en de bebouwing aanzienlijk. Daar waar in andere projecten (o.a. Singelpark) het versterken van de relatie van oever en water juist het uitgangspunt is, ontbreekt hier enig onderzoek naar de zichtlijn vanaf de Prinsessekade op het water en óver het water in de richting van het Kort Galgewater. Dit is onbegrijpelijk.
Ook andersom: vanaf het Kort Galgewater zal het zicht op de Prinsessekade verstoord worden. De oever en een deel van de gevelwand zullen schuil gaan achter de nieuwe bebouwing. De meegeleverde artist impressions zijn volstrekt onvoldoende (elke bebouwing daarop ontbreekt) en kunnen niet als betrouwbare onderbouwing gelden.
Aantasting van het karakter van de historische haven
Tenslotte zouden er voor het realiseren van dit plan historische schepen moeten verdwijnen. Ons is onduidelijk waar deze schepen naartoe zouden moeten en waarom deze ruimte niet langer zinvol bruikbaar zou hoeven te zijn als ligplaats voor de historische haven. Ook hier ontbreekt onderbouwing en een integrale afweging van belangen.
Ook wijzigt door dit bouwvolume het aanzicht van het gehele havengebied en de Blauwpoortsbrug, voor zover nog waarneembaar na uitvoering van het plan, bepaald niet in gunstige zin. In plaats van aan weerszijden van de Blauwpoortsbrug, zou deze nog slechts aan de Kort Galgenwater-zijde door historische schepen geflankeerd worden. Het bestaande, historische remmingwerk moet ervoor worden gesloopt (en komt niet terug?). De ligplaats zoals nu in de aanvraag is aangegeven, is niet opgenomen in De Verbeelding van het Ligplaatsenplan. Het plan is daarmee in stedenbouwkundige zin onwenselijk.
Relatie met beleid
Wij verwijzen in dit verband ook naar de Erfgoednota 2014-2020, waarin onder Doel 5 (blz. 27) staat genoemd dat Leiden de omgevingskwaliteit en omgevingswaarde versterkt voor een aantrekkelijke stad. Ook wordt onder dit item benoemd dat Leiden streeft naar het behouden, versterken van de leefbaarheid en kwaliteit van het historisch water en groen.
Een belangrijke ambitie uit de Erfgoednota is dat Leiden haar historische omgevingskwaliteit wil behouden, benutten en versterken voor een aantrekkelijke, vitale en toekomstbestendige stad. Erfgoed inspireert in de ontwikkeling van de stad. Daarbij benut Leiden de inspiratie uit het verleden en zoekt aansluiting bij bestaande historische karakteristieken en essenties. Ook menen wij dat hier zonder nadere onderbouwing van noodzaak wordt afgeweken van het geldende uitgangspunt dat nieuwe of uit te breiden terrassen op het water slechts uit dekschuiten mogen bestaan.
Onderhavig plan is volgens ons geheel in tegenspraak met de ambities uit de Erfgoednota 2014-2020. Wij vinden het onbegrijpelijk dat een plan op dergelijke punten in strijd is met gemeentelijke ambities en beleid een instemmend advies van de welstandscommissie zou hebben gekregen. Van een (onafhankelijk) advies van Erfgoed Leiden ontbreekt overigens in het dossier ook ieder spoor.
Het bestuur van de HVOL verzoekt u, op grond van het bovenstaande, de aangevraagde omgevingsvergunning voor de herontwikkeling van een horecabedrijf en wijziging gebruik op de Prinsessekade 5 L niet te verlenen.