[041] Aelbrecht bij goids genaden palensgrave upten Rijn, hertoge in Beyeren, grave van Henegouwen, van Hollant, van Zeelant ende here van Vrieslant doen condt allen luyden want onse bailiu van Rijnlant toe gesproken hadde voir onsen hogen hiemraet van Rijnlant Florijs Aelbrechts soen alst [82v] scout van Alphen, Willem van Leeuwen ende Willem Heynricx soen als hiemraders van Alphen, Willem Pouwels soen ende Dircx Ysbrants z. als hiemraders van Hasertswoude ende Clais Boudijns z. als hiemraet van Boscoep van dat sij een onrecht scouwe gedaen souden hebben inden ambocht van Waddinxveen op die Bacweteringe, ende seyde dat sij dair en verbuert hebben die hoechtste boete of also veel als hem die hoge hiemraders dair of over wijsden, welc vonnisse die selve hoge hiemraders wijsden an ons ende an onsen rade so dat wij over seyden mit onsen rade den voirnoemden scout ende hiemraders van Alphen ende den voirn. hiemraders van Hasertswoude ende van Boscoep dat elcx van hem luyden tegens ons verbuert hadde ende ons geven souden vierwarven tseventich pont goets gelts. Soe hebben wij overmits goedertieren vervolchs welke dat ons die selve scout ende hiemraders voirsc. gedaen hebben ende goede dienste wille die onse goede luyden van Alphen, van Hasertswoude ende van Boscoep gedaen hebben ende noch doen mogen onsen genaden gekeert, totter voirsc. scout ende hiemraders van Alphen ende hiemraders van Hasertswoude ende van Boscoep ende hebben hem dankliken verdragen ende quyt gesconden vanden verbuernissen ende gelden dat wij hem overgeseyde hadden als voirsc. is, overmits seven hondert ende vijftich hollantsche gulden sulker als wij lest hebben doen slaen die sij betaelt hebben onsen getruwen tersorier den prosst van Bergen in Henegouwen diere ons goede rekeninge of doen sal. Ende hebben dairmede vorder hem luyden ende alle die gene die scouten of hiemraders geweest hebben tot desen dage toe inder ambochte van Alphen, van Hasertswoude of van Boscoep ende die weteringe voirsc. gescouwet hebben quyt gesconden hebben ende scelden quyt mit desen brieve van all brueken ende misdaden die sij tot desen dage toe misdaen mogen hebben roerende vanden waterganc voirsc. Oec mede hebben wij den voirsc. scout ende hiemrade van Alphen, den hiemrade van Hasertswoude ende van Boscoep quyt gesconden ende stelden quyt mit desen brieve van sulken coste als hem luyden ons bailiu ende hoge hiemraders van Rijnlant eyscheijde mogen wesen ende gedaen souden hebben om die vonnissen ende der zaken wille voirsc., al up dat wij hem luyden die overgeseyd hadden dien coste te betalen, want sij mit ons gedadinct hebben die sij dair of oic quyt wesen sullen. In oirconde desen brieve besegelt mit onsen segel. Gegeven inden Hage upten negentiensten dach in meye int jair ons heren duysent vierhondert ende een. |
|