Vestmeestersrekeningen
Leiden 1460 - 1465
 
 
Transcripties
Jan Dröge
 
 
 

 

Uit: Blok, Geschiedenis eener Hollandsche Stad, 1912  
   
Vestmeesters  
   
Een ambt, dat uit de betrekking der burgemeesters ontstond, was dat der vestmeesters.  
Waarschijnlijk zijn deze ten getale van twee in 1445 voor het eerst verkozen. Zij hadden toezicht op de vestingwerken te houden en werden verkozen door schepenen en burgemeesters met St-Maartensavond; de gelden voor het onderhoud der vestingwerken werden door de burgemeesters verstrekt uit de som, die de nieuwe poorters bij hunne aannneming betaalden, en uit de opbrengst der boeten, welke aan de stad vervielen.  
Weldra bleek het, dat in deze betrekking allerlei knoeierijen plaats hadden, daar de vestmeesters meestal timmerlieden of houtkopers waren en dan zelf de materialen voor de vestingbouw leverden; dit laatste werd dan ook streng verboden en om dezelfde reden werd bepaald, dat de leden van het gerecht evenmin zulke materialen mochten aanleveren.  
Dit ambt is meermalen uit zuinigheid afgeschaft maar later telkens weder hersteld.