Leidse Patriciaat (tot 1420)

Pat_1210-97

HEIN HUGE

 

Previous PageHome PageNext Page


HEIN HUGE

functie:

schepen 1413-14, 14-15.

borgstelling:

2 okt. 1418 Wobbe Willemsz. (Secr. 20 f. 60).

varia:

zegel: een geruit kruis (Secr. 1696, 10 juli 1414).

familie:

zoon van Claas Jansz. (Blok, Hollandsche stad, I 326, Secr. 84 f. 288v.) en broer van Wive Claas dochter; trad 27 juli 1399 als haar voogd op (W. 428 f. 88v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

Pat_1210-96

VAN DEN HOVE (VAN DER HEYDE)

 

Previous PageHome PageNext Page


VAN DEN HOVE (VAN DER HEYDE)

I. GERRIT DIDDENZ. VAN DEN HOVE

ovl. tussen 26 dec. 1360 en 15 nov. 1368 (Hoek, 'Wassenaar', 537; Ke. 415 f. 7).

woonhuis:

te Marendorp (Ke. 415 f. 7).

huisbezit:

hofstad met stenen kamer en kelder tot de Rijn, breed 1½ gaard, aan de straat van Marendorp, beleend door de burggraaf na ovl. van zijn zoon Aarnd van der Heyde; 26 dec. 1360 overdracht door hem aan zijn kleinzoon Frank Michielsz. (Hoek, 'Wassenaar', 537, S.J. Fockema Andreae, 'Historie en legende van het Huis ter Lucht', Leids Jaarboekje 28 (1935-1936) 1-15).

landbezit:

* 24 morgen land te Bloemenvenne, Rijpwetering (GvH. 243 f. 1v. en landbezit van zoon Michiel).

* 13 dec. 1333 verm. van Gerrit Diddenz.'s land te Zoeterwoude (betrof dit hem? NH. Kerkvoogdij 2031 f. 7v.).

familie:

zoon van Dirk van den Hove (Ke. 415 f. 7; vgl. GvH. 243 f. 1v.; Van den Bergh, Oorkondenboek, II 398). tr. Aleidis (Ke. 415 f. 7).

kinderen:

1. Dirk van den Hove

ovl. voor 15 nov. 1368 (Ke. 415 f. 7).

varia:

was hij de Dirk van den Hove die 10 sep. 1364 Leids poorter werd met 25 £ en Aarnd Bollekijn als borg? (Secr. 19 f. 1v.).

familie:

missch. was Gerrit Hovenz., afkomstig van Zoeterwoude, die 20 apr. 1385 Leids poorter werd met Michiel van der Heyde als borg, zijn zoon (Secr. 19 f. 67v.).

2. Aarnd van der Heyde

ovl. tussen 21 en 26 dec. 1360 (Ke. 574; Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 45; Hoek, 'Wassenaar', 537).

functie:

schepen 1353-54, 54-55, 55-56, 56-57, 57-58, 58-59, 59-60, 60.

woonhuis:

hofstad c.a. te Marendorp, leen van de burcht, na zijn dood in handen van zijn vader, (zie ald.)

huisbezit:

een huis en erf aan de Weversteeg (Ke. 493 f. 17).

landbezit:

* een woning te Leiderdorp, later als burchtleen in handen van Frank Michielsz. (Hoek, 'Wassenaar', 103).

* een hofstad te Marendorp (hierop had Gerrit Heinenz. Rottier een rente) verkocht 21 dec. 1360 aan Jan Vos Jan Vlamincxz. tegen een rente van .....

rentebezit:

21 dec. 1360 10 s. 6 p.pay. (Ke. 574).

varia:

zegel: 3 harten (2:1, met ster in schildhoofd) (W. 981).

3. Michiel van der Heyde, volgt II.

4. Aagte Gerritsdr.

ovl. na 15 nov. 1368 (Ke. 415 f. 7).

woonhuis:

een huis en erf te Marendorp afkomstig van haar vader, hierop vestigde haar broer Michiel 15 nov. 1368 13 s. 4 p.pay. t.b.v. St. Pancraskerk voor memoriediensten (Ke. 415 f. 7).

familie:

tr. Hendrik Danielsz. (zie ald.).

II. MICHIEL VAN DER HEYDE (VAN DEN HOVE).

ovl. 28 aug. 1387, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 76).

functie:

schepen 1363-64, 64-65, 65-66, 66-67, 68-69, 82-83, 86-87; kerkmr. van St. Pancras 1377-78.

beroep:

viskoper (zie hfdst. 3); kocht 1361 boter uit de strandvond te Langeveld (GvH. 1856 f. 3).

woonhuis:

te Marendorp aan de straat, bij Donkersteeg en Mare, verm. 9 feb. 1360 (Hoek, 'Wassenaar', 532); vestigde hierop 15 nov. 1368 t.b.v. St. Pancraskapittel 6 en 8 p.pay. renten t.b.v. memoriediensten (Ke. 415 f. 7). Op zijn woonhuis, d.w.z. 3 hofsteden te Marendorp, strekkend uit de Rijn, hadden Gerrit Heinenz. Rottier en 9 aug. 1367 Jan Gerrit Heinenz.z. 40 s.g.g. rente met houde (Hoek, 'Wassenaar', 103, Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 8v. en 31).

huisbezit:

* een huis met watergang en rijweg van zijn grote huis ter breedte van ½ gaard, strekkend van de Brugstraat tot de Mare, belendend aan zijn woonhuis (12 aug. 1525 op de hoek van de Donkersteeg, strekkend van de straat tot de Mare), 9 feb. 1360 opgedragen aan de burggraaf en in leen ontvangen, te versterven op zijn zoon Frank (Hoek, 'Wassenaar', 532, Fockema Andreae, 'Huis ter Lucht', 4-6).

* huizen aan de Springersteeg te Leiden; vestigde hierop 1 £ pay. rente t.b.v. St. Pancraskapittel voor memoriediensten (Ke. 415 f. 7).

* huizen met een tuin in Jan Vossensteeg (Secr. 84 f. 37v.; Ke. 886).

molen:

½ molen, te Rijpwetering? (Secr. 84 f. 37).

landbezit:

* 2½ morgen land te Monster;

* ½ morgen land te Monster;

* ½ morgen land aan de Valkenburgerweg te Oegstgeest;

voornoemde 3 percelen 3 jan. 1376 overgedragen aan St. Pancraskerk t.b.v. zijn prebende (Ke. 493 f. 54).

* 2½ morgen land te Monster.

* 4½ morgen land te Monster.

* 1 morgen land ald.

voornoemde 3 percelen 24 jan. 1380 aan zijn prebende overgedragen (Ke. 493 f. 55).

* 24 morgen land te Bloemenvenne, Rijpwetering (Secr. 84 f. 37, vermoedelijk het land, verm. te Alkemade 23 sep. 1365, dat hij in leen (?) hield van de vrouwe van Alkemade (elders is overigens aldoor van huur sprake; Hoek, 'Rept. Poelgeest', 156).

* 15 morgen leenland, aan de Brasemmermeer (Secr. 84 f. 37).

* ½ van 2½ morgen land te Oegstgeest (ibidem).

* 3 morgen 4 hond land te Zoeterwoude (ibidem).

* 5 morgen land te Monster, in de clingen, grfl. leen, na koop (GvH. 226 f. 112; GvH. 740I, klein katern f. 7v.).

* 5 morgen land te Monster, in leen gehouden van de heer van Naaldwijk (Secr. 84 f. 37).

* het huis aan de Dobbe te Gelderswoude (ibidem).

* 10 morgen land te Zoeterwoude, in leen gehouden van de vrouwe van Rodenburch (ibidem).

* 1367 2 morgen land te Zoeterwoude, grfl. leen (GvH. 226 f. 112).

* 7 hond land te Zoeterwoude (Secr. 84 f. 37).

* 2 hond land een vierendeel houtland aan de Vliet ald. (ibidem).

* een woning met heemwerf te Leiderdorp, Wassenaars leen (Hoek, 'Wassenaar', 103).

* een erf aan het Noordeinde, buiten bij de molenwerf, tegen 21 s.paym. rente gekocht, samen met Aarnd Pietersz.; deze rente kon evt. ook betaald worden uit de molenwerf aan de Rijn, die dus in beider bezit moet zijn geweest (W. 428 f. 60v.-61, vgl. ook rentebezit).

* 1377 8 hond land te Zoeterwoude, liggend gemene voor met land van hemzelf; gehuurd van de H. Geest voor 10 jaar tegen 3 £ g.g. p.j. (W. 428 31 f. 17).

N.B. te Monster 1378 vermelding van 1 hond, 25 gaard (samen met Gerrit Dirk Hugenz.), 10 hond bij Poeldijk (samen met Jan Ommeloop) en 2 morgen land in zijn bezit (Emmens, 'Monster', 195, 204 en 206); dit betrof wrsch. hogervermelde percelen.

rentebezit:

* 15 sep. 1341 10 s.g.g. op 2½ morgen land tussen Zwiet en Zwet onder Zoeterwoude, bij Zwieter boomgaard (Ke. 493 f. 54).

* 12 juni 1366 14 s.pay. op een huis en erf te 's-Gravenhage (Ke. 493 f. 54v.).

* 13 juli 1366 4½ s.pay. pandrente te 's-Gravenhage (ibidem).

* 17 mrt. 1367 2½ s.pay. op een huis en erf ald. (ibidem).

* 1 okt. 1368 40 s.pay. op een huis en erf aan het Hogeland (Ke. 493 f. 54), 3 jan. 1376 aan zijn prebende vermaakt.

* 6 £ 8 s.pay. op een huis en erf bij de Kwakelbrug te Leiden, 3 jan. 1376 aan zijn prebende vermaakt (Ke. 493 f. 54).

* 31 mei 1369 50 s.pay. op een huis en erf te 's-Gravenhage (Ke. 493 f. 54v.).

* 23 juni 1369 30 s.pay. op een huis en erf te 's-Gravenhage (ibidem). De genoemde renten vermaakte hij 3 jan. 1376 aan zijn prebende (Ke. 493 f. 54 en v.).

* 4 £ pay. deels belast met vruchtgebruik, bij testament van 25 apr. 1369 aan St. Pancraskapittel vermaakt voor memoriediensten en uitdelingen (Ke. 987).

* 45 s.pay. op een huis en erf te Leiden, aan St. Pancraskapittel geschonken 25 apr. 1369 (ibidem).

* 30 s.pay. op een huis en erf te Leiden (ibidem).

* 4 £ g.g. op land te Gelderswoude (Secr. 84 f. 37).

* 8 s.g.g. op een huis en erf te Leiden (ibidem).

* 8 s.g.g. met houde op een huis en erf aan de Oude Rijn (ibidem), en:

* op een hofstede daarnaast 8 s. 2 p.g.g. met houde (ibidem).

* ½ van 17½ sch g.g. met houde op de Oude Molenwerf (zie landbezit aan het Noordeinde en Secr. 84 f. 37).

* 10 s.g.g. 1 kapoen met houde op een huis en erf te Leiden (ibidem).

borgstelling:

* 21 feb. 1365 Pieter Alidenz. en Albrecht Pietersz. (Secr. 19 f. 1v.).

* 21 juli 1365 Jan Boeyt, van Katwijk (Secr. 19 f. 2).

* 27 okt. 1366 Boudijn Claasz., van Bleiswijk (Secr. 19 f. 8v.).

* 4 mei 1368 Jacob heren Dirk Galenz. (Secr. 19 f. 14).

* 27 juli 1370 Martijn Simonsz. (Secr. 19 f. 24).

* 8 apr. 1381 mr. Jacob die Bontwerker (Secr. 19 f. 52).

* 5 mrt. 1383 Hildegond Wermboudsz.dr. (Secr. 19 f. 59v.).

* 20 apr. 1385 Gerrit Hovenz., van Zoeterwoude (Secr. 19 f. 67v.).

* 22 apr. 1385 Dirk Hovekiaan, van Zoeterwoude (Secr. 19 f. 67v.).

stichting:

1367 kanunniksprebende van Philippus en Jacobus, gesticht samen met zijn vrouw Ave; regelde 28 juli 1369 de collatie (Leverland, 'Kapittel van St. Pancras', Ke. 986, 493 f. 55).

schenking:

25 apr. 1369 9 lood zilver aan St. Pancraskerk (Ke. 987).

varia:

verklaarde 24 mei 1345 zijn 2 zonen voor hun moederlijk erfdeel 88 £ g.g. schuldig te zijn, hij zou hen onderhouden tot hun volwassenheid uit de opbrengst van deze som en hen bovendien 50 s. p.j. uitreiken die hij voor hen zou beleggen; zijn vader stond borg voor hem (Secr. 1885); pachtte 1361 de vroonvisserij tussen Haarlem en Leiden (GvH. 1448 f. 7v.); testeerde 25 apr. 1369 met zijn vrouw Ave (o.a. vermaking van renten, zie hoger; Ke. 987).

familie:

tr. 1e Kerstine, dr. van Pieter Gobburgenz. (zie ald.). Zij bezat het Voghellant onder Leiderdorp (Secr. 84 f. 36v.); ovl. voor 24 mei 1345 (Secr. 1885); tr. 2e Mabelie, ovl. voor 25 apr. 1369 (Ke. 987); tr. 3e Ave, dr. van Wouter Simon Galenz.z. en Alide (Ke. 987); haar vader verm. 1375 als welgeborene onder Voorschoten (Kort, Vrijkopingen, 31); zij ovl. 18 nov. 1380, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 74). Kinderen:

1. Pieter Michielsz., volgt IIIa.

2. Frank Michielsz., volgt IIIb.

IIIa. MR. PIETER MICHIELSZ. (VAN DEN HOVE)

ovl. 29 apr. 1390, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 14).

functies:

kanunnik van St. Pancraskapittel verm. 15 nov. 1367, deed daarvan spoedig afstand (Ke. 415 f. 91v. en zie hierna); notaris te Leiden, verm. 3 mrt. 1383 (De Geer, DuO., 611).

opleiding:

licentiatus in art. verm. 15 nov. 1367 (Ke. 415 f. 91v.); magister art., bacchalaureatus in legibus (Ke. 416 f. 14); hij was missch. de 14 mrt. 1369 te Parijs vermelde mr. Petrus de Leyden (Denifle, Auctarium, I 329, 34-42).

woonhuis:

aan de Vollersgracht; hij verklaarde 14 feb. 1378 de H. Geest 40 s.pay. rente schuldig te zijn op al zijn huizen tussen het erf van Sophie Gerrit Hoogstratenweduwe en de gracht, ingevolge testament van Jan Smeder en zijn echtgenote en spruitend uit een 1/3 van een schuld van 80 £; in 1380 is van zijn woonhuis ald. sprake (W. 428 f. 40, W. 1765 f. 8v.). 9 juni 1388 een huis met watergang enz. te Marendorp, leen van Wassenaar, na opdracht door Huge Frank Michielsz.z., zijn neef (Hoek, 'Wassenaar', 532, Fockema Andreae, 'Huis ter Lucht', 6); verm. van zijn weduwe te Marendorp 1399-1400 (Rek. Lei., I 85).

huisbezit:

huizen met een tuin in Jan Vossensteeg (Secr. 84 f. 37v.).

landbezit:

(met x is aangegeven of de landerijen en vervolgens de renten voorkomen in de staat van zijn nalatenschap):

x* 8 jan. 1376 7 morgen land te Zoeterwoude bij Rodenburg, grfl. leen (GvH. 226 f. 167v.); met ledige hand 1390 (GvH. 708 f. 1v.); bezat hierbij 1 morgen eigen goed; het geheel was in 1391 verhuurd aan Simon Frederik tegen 15 £ pay. p.j. (Secr. 84 f. 36v.).

* 1387 5 morgen land te Monster in de clingen, grfl. leen, afkomstig van zijn vader, 10 okt. 1388 overgedragen aan zijn neef Jan Zoet Frankenz., ingevolge boedelscheiding van zijn vaders nalatenschap (GvH. 709 f. 3; Secr. 84 f. 37).

* 8 feb. 1388 ½ van 24 morgen land te Bloemenvenne onder Rijpwetering; de totale 24 morgen bezat hij gemeen met de kinderen van zijn broer Frank; e.e.a. was afkomstig van zijn vader (Secr. 84 f. 37, vgl. Ke. 416 f. 19).

* 8 feb. 1388 15 morgen leenland aan de Brasemermeer (Secr. 84 f. 37).

* 8 feb. 1388 ½ van 2½ morgen land te Oegstgeest (ibidem).

* 8 feb. 1388 3 morgen 4 hond land te Zoeterwoude (ibidem).

* 8 feb. 1388 het huis aan de Dobbe te Gelderswoude (ibidem).

* 8 feb. 1388 7 hond land te Zoeterwoude (ibidem).

* 8 feb. 1388 2 hond en een vierendeel houtland aan de Vliet te Zoeterwoude (ibidem).

* 4½ morgen land te Leiderdorp, aan hem gekomen door huwelijk, opbrengend 12½ £ p.j. (Secr. 84 f. 35v.); het was missch. dit land dat hij samen met zijn zoon Floris bezat, verm. 8 mei 1381 en waarin Herman Boudijnsz. een ½ morgen land had (Hoek, 'Wassenaar', 538).

* 3 morgen 24 gaard land te Leiderdorp, hem aangekomen door huwelijk, opbrengend 12 £ 12 s. en 2 achtendelen erwten p.j. (Secr. 84 f. 35v.).

* 4 morgen 2/3 hond land te Voorschoten, verkregen door huwelijk, opbrengend 24 s. 1 gans (Secr. 84 f. 35v.).

* 2½ morgen land te Zoeterwoude, verkregen door huwelijk (ibidem).

* 3½ morgen land te Zoeterwoude, de Paardencamp, verhuurd aan Simon Frederik tegen 4 oude Franse schilden p.j. (ibidem).

* 3½ morgen land, de Kijfcamp, te Wassenaar, opbrengend 8 £ 10 s.pay. p.j. (Secr. 84 f. 36v.).

* 4 morgen land te Zoeterwoude, opbrengend 30 s. p.j. (ibidem).

* het Voghellant te Leiderdorp, deels binnen de stad gelegen; het deel binnen Leiden verhuurd tegen 42 s.g.g. met houde; afkomstig van zijn moeder (ibidem en Hoek, 'Wassenaar', 103).

rentebezit:

* 26 juli 1367 1 £ g.g. op een huis en erf te Leiden, 12 okt. 1372 overgedragen (Ke. 604).

x* 8 feb. 1388 4 £ g.g. op land te Gelderswoude, afkomstig uit zijn vaders nalatenschap (Secr. 84 f. 37).

Eveneens uit zijn vaders nalatenschap:

* 8 s.g.g. op en huis en erf te Leiden (Secr. 84 f. 36v.).

* 8 s.g.g. met de houde op een huis en erf aan de Oude Rijn (ibidem).

* 8 s. 2 p.g.g. met houde op een hofstede daarnaast (ibidem).

* ½ van 17½ s.g.g. met houde (ibidem).

* 10 s.g.g. 1 kapoen met houde op een huis en erf te Leiden (ibidem).

Renten verworven door huwelijk (Secr. 84 f. 35v.-36v., 35v.; de helft, alles g.g., behoorde Floris de Meyer toe):

* 1 £ op een huis en erf te Leiden.

* 30 s. op een huis en erf ald.

* 2 s. met houde op een huis en erf aan de Hogewoerd.

* 18 p. met houde op een huis en erf te Leiden.

* 40 s. op een huis en erf aan het Steenschuur.

* 16 s. op een huis en erf aan de Vollersgracht.

* 12 s. op een huis en erf aan de Vollersgracht.

* 10 s. op een huis en erf te Leiden.

* 18 s. 1 kapoen, 1 hen met houde op een huis en erf te Leiden.

* 1 £ op een huis en erf op de hoek van de Weversteeg.

* 1 £ op een huis en erf aan de Weversteeg.

* 2 s. op een huis en erf aan de Diefsteeg.

* 40 s. op een huis en erf aan de Rijn.

* 30 s. op een huis en erf aan de Nieuwe Rijn.

* 10 s. op een huis en erf te Leiden.

* 45 s. op een huis en erf te Leiden.

* 10 s. op een huis en erf te Leiden.

* 10 s. op een huis en erf in een steeg aan de Middelweg bij de Rijn.

* 6 s. op een huis en erf bij O.L.V.kerk.

Overige renten:

* 6 £ 8 s.g.g. op huizen en erven te Marendorp strekkend tot de straat (Secr. 84 f. 36v., vgl. zijn woonhuis ald.).

* 2 s.pay. met houde, na verkoop, op een huis en erf te Leiden (ibidem).

* 12 p.g.g. met houde op een huis en erf te Leiden, spruitend uit verkoop (ibidem).

* 8 groten pay. op een huis en erf aan de Hogewoerd (Secr. 84 f. 38).

varia:

was 24 mei 1345 onmondig (Secr. 1885); 15 nov. 1367 getuige t.b.v. heer Claas van Bleyswijc (Ke. 415 f. 91v.); 7 mrt. 1372 en 18 aug. 1382 aangesteld tot executeur-test. door mr. Philips van Leyden (Ke. 493 f. 21 en 894); 17 mei 1374 betrokken bij een scheidsrechterlijke uitspraak (Rijnsburg 558); 1385 pachter van de Leidse gruit (GvH. 1464 f. 8v.); 8 feb. 1388 vond boedelscheiding van de door zijn vader nagelaten goederen plaats, tussen hem en de kinderen van zijn broer Frank, waarbij werd bemiddeld door heer Philips Jansz., heer Jan Hamer, Huge van der Hant, Pieter Gobburgenz. en Jacob Rembrand Vinkenz., hij ontving hierbij, behalve land en renten (zie hoger), de collatie van zijn vaders prebende; op grond van zijn vaders testament diende hij 25 £ pay. aan de kanunnik van deze prebende te schenken als deze een huis t.b.v. de prebende kocht of liet bouwen (Secr. 84 f. 37).

familie:

tr. voor 8 jan. 1376 Femense; tochtte haar toen aan 7 morgen grfl. leen onder Zoeterwoude; hiervan deed zij 16 aug. 1414 afstand (GvH. 226 f. 167v., 230 f. 120v.). Gezien de naam van haar oudste zoon en op grond van het feit dat de renten die zij bij haar huwelijk inbracht voor de ½ aan Floris die Meyer toebehoorden, lijkt het wrsch. dat haar vader Floris die Meyer was (verm. o.m. 14 sep. 1357, DuO. 1978 f. 50v.-51; deze woonde 19 okt. 1383 in het bon Over 't Hof, bij St. Pieterskerkhof); 28 okt. 1391 kwam een boedelscheiding van haar mans goederen tussen haar en haar kinderen tot stand; daarbij kwam zij met Willem Jansz. Vos als voogd en instemming van heer Jan Philipsz., deken van St. Pancras en heer Philips Jansz., provisor van Rijnland, overeen met de poortmeesters dat zij de helft van al haar mans goed zou ontvangen, m.u.v. het leengoed. Zij zou alle schulden betalen, m.u.v. een schuldbrief van 50 £ pay. t.l.v. Michiel van der Heyde t.b.v. de aankoop van een huis voor diens prebende, die elk naar zijn deel zou betalen (voor de 'geestelijke renten' vermaakt door Michiel van der Heyde en Ave gold hetzelfde). Omdat de nagelaten schulden van Pieter Michielsz. groot waren, zou Femeynse haar kinderen onderhouden uit de renten van hun goed, gedurende 4 jaar (Secr. 84 f. 35). Zij kocht met de voogden van haar 2 zonen van de H. Geest een huis t.b.v. de kanunnik van Michiel van der Heydes prebende; ter lossing van de schuld van 12 £ g.g. als gevolg van de koop verkochten zij 24 juni 1392 de H. Geest 10 s.g.g. rente op Willem Tedenz.'s huis en erf aan de Weversteeg (W. 428 f. 60 en 76 en v.). Zij verkocht met haar voogd Willem Jansz. Vos 19 aug. 1391 de H. Geest 3½ hond land te Oegstgeest, gemene voor met de H. Geest en haar kinderen (W. 428 f. 70). Droeg 11 mei 1392 aan St. Pancras 31 s. 3 p.pay. rente over op ¼ van 56 morgen land te Bloemenvenne (Rijpwetering), ter voldoening van het testament van haar schoonvader en diens echtgenote (Ke. 415 f. 74v.). Verkocht 13 apr. 1400 aan Huge Frankenz. 6 p.g.g. op een huis en erf aan de Hogewoerd, 15 p.g.g. op een huis en erf te Marendorp, ¼ van 15 p.g.g. met houde op een huis en erf te Leiden, 1 hallinc g.g. met houde en 3 p.g.g. met houde op huizen en erven te Leiden (Ke. 538).

Zonen:

1. Floris die Meyer

ovl. 7 okt. 1415, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 54).

woon(?)huis:

* aan het einde van de Vollersgracht bij het Rapenburg en de Lombarden (1392, Secr. 84 f. 271).

* een huis met watergang enz. te Marendorp, in leen gehouden van de burggraaf, afkomstig van zijn vader (Hoek, 'Wassenaar', 532, Fockema Andreae, 'Huis ter Lucht', 7).

landbezit:

* ¼ van 13 hond land te Oegstgeest samen met zijn broer bezeten (zie ald.).

* 20 jan. 1398 7 morgen land te Zoeterwoude, grfl. leen (met behoud van zijn moeders lijftocht), afkomstig van zijn vader, bij de boedelscheiding na diens dood aan hem toegewezen. Droeg het leen 16 aug. 1414 op t.b.v. een ander (samen met zijn moeder; GvH. 228 f. 272, GvH. 230 f. 120v. d.i. Klo. 1582, Secr. 84 f. 35 en 38).

* 2½ morgen land te Zoeterwoude, behorend tot zijn vaders nalatenschap, door hem gehuurd tegen 8 £ p.j. (Secr. 84 f. 35v.).

schenking:

5 kronen aan St. Pancraskerk voor memoriediensten (Ke. 416 f. 54).

borgstelling:

11 apr. 1415 Jan Jacobsz. de snider (Secr. 20 f. 50v.).

familie:

dochter:

a. Floris

ovl. voor 18 mei 1421, zij hield na haar vader hoger genoemd huis van de burggraaf in leen (Hoek, 'Wassenaar', 532, Fockema Andreae, 'Huis ter Lucht', 7).

2. Frank Pieter Michielsz.z.

woon(?)huis: een huis en erf in het Noordeinde, verm. 1421, samen met Wendelmoed van Schoten bezeten; de H. Geest had hierop 1 £ g.g. (W. 429 f. 3 en tafel).

landbezit:

samen met zijn broer: ¼ van 13 hond land te Oegstgeest: hierop rustte een tijns t.b.v. de burggraaf. Gemeen gelegen land van de H. Geest en 26 nov. 1406 daaraan verkocht (W. 428 f. 102v.).

rentebezit:

22 s.pay. op een huis en erf aan de Hogewoerd, afkomstig van zijn schoonvader, overgedragen aan St. Pancraskerk voor memoriediensten (Ke. 416 f. 80v.-81).

familie:

tr. Haze, dr. van Jan Pietersz. van Leyden (zie Van Leyden en Ke. 407 f. IIIa e.v. en 416 f. 81). Kinderen (Hoek, 'Wassenaar', 532, Fockema Andreae, 'Huis ter Lucht', 7):

a. Pieter Frankenz.
b. Heer Floris Frankenz.
c. Bartha Frankendr.

ovl. na 18 juli 1506 (Ke. 322 f. f). Zij bezat de collatie van 3 kanunniksprebenden en 2 vicarieën in St. Pancraskerk en 5 vicarieën in St. Pieterskerk, gesticht door Michiel van der Heyde, heer Pieter van Leyden en Philips van Leyden (Ke. 322 f. f). tr. 1e Jacob Adriaansz., 2e Berwoud Willemsz. (Ke. 322 f. f).

IIIb. FRANK MICHIELSZ. VAN DER HOVE

ovl. voor 29 mrt. 1390 (Ga. 455 f. 23v.).

functies:

schepen 1377-78, 78-79, 79-80, 80-81, 81-82; gasthuismr. 1375-76.

woonhuis:

26 dec. 1360 een hofstad met stenen kamer enz. te Marendorp, Wassenaars leen, na overdracht door zijn grootvader Gerrit Diddenz. (zie ald.). Hierop bezat de H. Geest 1379 en eerder 1 £ g.g. rente (W. 1765 f. 1).

huisbezit:

verm. 14 feb. 1378 met een huis en erf nabij Breestraat en Vollersgracht (W. 428 f. 40); zijn kinderen verm. in belending aan de Vollersgracht 10 mei 1395 (GvH. 228 f. 168v.).

landbezit:

* zijn kinderen verm. als belenders te Zoeterwoude 29 mrt. 1390 (Ga. 455 f. 23v.).

* een woning te Leiderdorp, Wassenaars leen, afkomstig van Aarnd van der Heyde (Hoek, 'Wassenaar', 103).

* land te Leiderdorp (voornoemd leen?), gemene voor met land van Andries Hugenz. en Jan heren Simonsz., verm. 10 apr. 1373 (Ke. 493 f. 21v.).

rentebezit:

* 40 s. op een huis en erf in Jan van den Rijnssteeg, verm. 16 jan. 1384 (W. 428 f. 51v.).

* 40 s. op de Camp (Ke. 493 f. 72).

borgstelling:

5 juli 1373 Jacob Ludolfsz. (Secr. 19 f. 36v.).

varia:

zegel: 3 meerbladeren (2:1) in het hart een eend (Ke. 541, 17 dec. 1378); was 24 mei 1345 onmondig (Secr. 1885).

familie:

tr. Aagte van der Burch, dr. van Huge Pietersz. (Ke. 418 f. 137v., zie Milde).

kinderen:

1. mr. Huge Frankenz.

ovl. 20 dec. 1425 te Keulen, begr. ald. (Ke. 416 f. 80v.; Keussen, Matrikel Köln, I 218).

functies en opleiding:

studeerde te Parijs de artes, licentiatus ald. 1392, verm. 26 aug.-20 okt. 1392 als procurator van de Anglicaanse natie ald.; verm. als magister 27 sep. 1394 (Denifle, Auctarium, I 667, 20-23, 668, 20-23); 1404 ingeschreven aan de universiteit te Keulen als magister in de artes en licentiaat in de medicijnen 1404; voor die universiteit in 1418 gezant naar paus Martinus V; rector van die universiteit sedert 9 okt. 1425 (dan tevens als bacchalaureatus in decretis verm.) (Keussen, Matrikel Köln, I 218-218: 63,10).

huisbezit:

* een huis met watergang enz. te Marendorp, Wassenaars leen afkomstig van zijn grootvader Michiel van der Heyde; 9 aug. 1388 overgedragen op zijn oom mr. Pieter Michielsz. (Hoek, 'Wassenaar', 532, Fockema Andreae, 'Huis ter Lucht', 6).

landbezit:

1388 zie gemeenschappelijk bezit hierna verm.

rentebezit:

13 apr. 1400 (Ke. 538):

* 6 p.g.g. op een huis en erf aan de Hogewoerd;

* 15 p.g.g. met houde ald.;

* 6 p.g.g. op een huis en erf aan de Diefsteeg;

* 18 p.g.g. op een huis en erf te Marendorp;

* ½ van 15 p.g.g. met houde op een huis en erf te Leiden;

* 1 hallinc g.g. met houde op een huis en erf te Leiden;

* 3 p.g.g. met houde op een huis en erf te Leiden.

* 2 £ g.g. op de Camp te Marendorp, afkomstig van zijn vader 7 sep. 1394 overgedragen aan St. Pancraskapittel (Ke. 493 f. 57).

* rentebezit te Leiden, gemeen met Jan heren Simonsz. en na 28 dec. 1399 met diens zoon Claas van der Horst (Secr. 84 f. 66).

* 5 groten met houde op een huis en erf te Leiden, verm. 23 okt. 1412 (RA. 50 f. 118v.).

varia:

zegel: 3 meerbladeren (2:1) (Ke. 461, 3 apr. 1418); was 28 dec. 1399 een der genen die uitspraak deed inzake de boedelscheiding van Jan heren Simonsz.'s nalatenschap (Secr. 84 f. 66).

familie:

noemde Gerrit Hugenz. 3 apr. 1418 neef toen hij deze voordroeg voor de door zijn grootvader gestichte prebende (Ke. 461).

2. Jan Zoet Frankenz.

ovl. voor 7 juli 1434 (Hoek, 'Maasland', 141).

functies:

schepen 1402-03; kerkmr. van St. Pancras 1417-18.

beroep:

korenkoper (1406-07, Ga. 334 (14) f. 12); wijnkoper (1409-10, Ke. 323 (8) f. 22).

huisbezit:

* een huis en erf aan de Nieuwe Rijn, hierop rustten 80 comans groten met ½ houde alsmede 16 comans groten rente. Verkocht 27 okt. 1414 (Secr. 1533).

* ? een huis en hofstad aan de Breestraat, strekkend tot de Vollersgracht, leen van de hofstad Raephorst (Hoek, 'Rept. Raephorst', 81).

landbezit:

* 10 okt. 1388 5 morgen land in de clingen te Monster, beleend door de graaf na overdracht door zijn oom Pieter Michielsz. (GvH. 709 f. 3, vgl. ook de boedelscheiding van zijn grootvaders goederen); opnieuw beleend 1390 met ledige hand (GvH. 708 f. 1v.); droeg dit land 1406 over aan de leenheer (GvH. 741 f. 13).

* 10 okt. 1388 2 morgen land te Zoeterwoude, grfl. leen, opnieuw beleend 1390 met ledige hand (GvH. 708 f. 1v., 709 f. 3).

varia:

pachter van de gruit 1410 (GvH. 1486 f. 15), van de bieraccijns 26 mrt.-9 apr. 1413 met Jacob IJsbrandsz. (Rek. Lei., I 218), van de molenaccijns 6 sep. 1413-6 sep. 1414 met dezelfde (Rek. Lei., I 219) en van de strijkerij 1419 (ibidem, 324).

familie:

tr. Alijd Engelbrechtsdr., ovl. na 21 dec. 1436 (Hoek, 'Maasland', 142, med. W. van Duijn, Sassenheim), dr. van Engelbrecht Wormbrechtsz., grfl. klerk, kerkmeester van St. Jacobskerk te Den Haag, en Machteld Jan Pietersz.dr. (med. van F.J. van Rooyen te Den Haag, die een publikatie over Engelbrecht en zijn geslacht voorbereidt). Zegelde 1 mrt. 1420 voor zijn zwager Philips Engelbrechtsz. (Ke. 416 f. 60).

3. Hadewi

(Secr. 84 f. 37).

4. Alijd

(ibidem); tr. Huge (Ke. 407 f. 4c).

5. Frank

(ibidem).

Namens zijn broers en zusters droeg Huge Frankenz. 10 okt. 1393 aan St. Pancraskapittel 3 £ 2 s. 6 p. op ½ van 24 morgen te Rijpwetering over ter voldoening van het testament van zijn grootouders (Ke. 416 f. 19v.

in kwesties die hieromtrent waren gerezen waren Jan heren Simonsz., Pieter Gobburgenz. (jr.) en Andries Hugenz. scheidslieden geweest). 8 feb. 1388 vond tussen hen en Pieter Michielsz., hun oom, een scheiding plaats van de boedel van hun grootvader Michiel van der Heyde (Secr. 84 f. 37). Zij ontvingen daarbij diens ½ molen te Rijpwetering, diens Naaldwijkse lenen te Monster, 10 morgen land te Zoeterwoude, in leen gehouden van jvr. Lijsbeth van Rodenburg, 2 morgen grfl. leen ald., 5 morgen grfl. leen te Monster en de ½ van 24 morgen land, gemene voor gelegen met land van Pieter Michielsz. Ingevolge Michiels testament dienden zij de kanunnik van diens prebende 25 £ pay. te geven als deze t.b.v de prebende een huis kocht of liet bouwen.

6. Kerstine Frankendr.

ovl. na 3 jan. 1450 (C. Hoek, 'Acten betreffende Maasland', OV 24 (1969), 142).

familie:

tr. Claas Wermboudsz. (zie Wermboud Willemsz.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

Pat_1210-95

VAN DER HORN

 

Previous PageHome PageNext Page


VAN DER HORN

GIJSBRECHT HUGENZ. VAN DER HORN

ovl. tussen 29 okt. 1406 en 26 mrt. 1408 (Klo. 1528, Secr. 84 f. 72-77).

functie:

grfl. barbier verm. 18 juli 1396-17 dec. 1401 (Kapt. St. Marie 59 f. XLIv.; GvH. 67 f. 18; Secr. 857).

woonhuis:

aan de Breestraat naast St. Catharinagasthuis (Secr. 84 f. 76v.).

huisbezit:

een huis en erf naast St. Catharinagasthuis (Secr. 84 f. 74).

landbezit:

* 21 mrt. 1396 3½ morgen land te Wateringen (Kapt. St. Marie 59 f. XLIv.-XLII).

* 31 mei 1396 1½ morgen land ald., beide percelen overgedragen aan het kapittel van St. Marie te 's-Gravenhage 18 juli 1396 (ibidem).

* 29 aug. 1399 Ver Zwaneldenhorn te West-Zaanden, buiten de dijk, met 6 maden land, opbrengend 15½ Gentse nobel p.j. (GvH. 67 f. 18).

* 31 aug. 1403 die Hoeve en de Dijcstal bij Alkmaar, grfl. leen, sedert 26 juli 1400 onversterfelijk leen; 31 aug. 1403 opgedragen t.b.v. een ander en in ruil beleend met een gedeelte van Die Vlasch te Ouddorp (10 roeden 3 gaard); het overige bezat hij ten eigen (totaal 19 want, 71½ roeden; GvH. 228 f. 391v., 229 f. 32v., Secr. 84 f. 73v.).

* 4 morgen land buiten de Vest te Leiden, opbrengend 14 £ pay. p.j. (Secr. 84 f. 73 en 75).

* 18 morgen land te Leiderdorp, opbrengend 40 £ pay. p.j.

* 4 morgen land te Leiderdorp, opbrengend 10 £ pay. p.j. (Secr. 84 f. 73 en 75).

* 11 hond land aan de Vest te Leiden, opbrengend 10 £ pay. p.j. (Secr. 84 f. 73 en 75).

* 14 hond land te Leiden, opbrengend 10 £ 15 s. p.j. pay. (Secr. 84 f. 73 en 75).

* 2 morgen land te Maasland, opbrengend 52 s.pay. per morgen p.j. (Secr. 84 f. 73).

* 1 morgen land te Haagambacht, benoorden het Haagse Bos (Secr. 84 f. 73v.).

* een tuin ald. (Secr. 84 f. 74).

* 2½ morgen veenland (te 's-Gravenhage? Secr. 84 f. 73v.).

rentebezit:

alles met houde en op huizen en erven te Leiden; deze renten bewees zijn weduwe Machteld haar kinderen: * 2 s.g.g. * 4 s.g.g. * 4 s.g.g. * 8 s.g.g. * 8 s.g.g. * 6 s. 8 p.g.g. * 5 s. g.g. * 4 s. g.g. * 2 s. g.g.

* 20 s.g.g. op IJsbrand Strevelants huis en erf naast de Hal.

* 4 s.g.g. op een huis en erf op de Hogewoerd.

* 9 s.g.g. * 10 s.g.g. * 10 s. 6 p.g.g. (Secr. 84 f. 72v.).

* 40 s.pay. op een huis en erf te Leiden, door zijn weduwe aan zijn kinderen bewezen (Secr. 84 f. 73 en 75).

* 7½ £ pay. op een huis en erf te 's-Gravenhage (Secr. 84 f. 73).

* 2½ £ pay. op een huis en erf te 's-Gravenhage (Secr. 84 f. 73).

* 3 Franse kronen op een huis en erf te Rotterdam, door zijn weduwe aan zijn kinderen bewezen (Secr. 84 f. 75).

* 29 okt. 1406 4 £ 6 s. 4 p.pay. op land te Leiderdorp, strekkend uit de Rijn (Huge Boudijnsz.'s boomgaard); door zijn weduwe aan zijn kinderen bewezen (Klo. 1528, Secr. 84 f. 73).

De volgende renten en het land werden vermoedelijk pas na zijn dood aangekocht:

* 9 morgen land te Alphen, opbrengend 22 £ p.j.

* 2½ morgen land te Waddinxveen, opbrengend 8 £ 10 s. p.j. (Secr. 84 f. 76).

* 40 s. op een huis en erf te 's-Gravenhage (Secr. 84 f. 76v.).

* 3 £ 10 s. met houde op een huis en erf (ibidem).

* 30 s. op een huis en erf (ibidem).

* 10 £ op een huis en erf te 's-Gravenhage (ibidem).

* 8 £ op een huis en erf (ibidem).

* aan leengoed; 20 £ opbrengst p.j. te Wateringen en 20 £ te Haagambacht (ibidem).

varia:

10 aug. 1393 voor 5 jaar verbannen uit Leiden en Rijnland wegens onbehoorlijk gedrag jegens een Leidenaar; diende een bedevaart naar Rome te maken (RA. 4 f. 3).

familie:

verwant van Katrine van der Horn, drapenierster en bierkoopster, Leids poorteres (Rijnsburg 160 f. 63; GvH. 1255 f. 37; Secr. 857). tr. Machteld, dr. van Dirk Hoogstraat (zie ald.). Hij tochtte haar 26 juli 1400 aan Die Hoeve en de Dijcstal en in plaats daarvan 31 aug. 1403 aan de mindere helft van Die Vlasch (GvH. 228 f. 391v. en 229 f. 33). Tussen haar en haar kinderen vond 26 mrt. 1408 een boedelscheiding plaats (zie hoger genoemde goederen en renten).

De kinderen verkregen de renten als genoemd en ontvingen bovendien 50 £ p.j. aan grfl. lijfrente (Secr. 84 f. 72-77). De graaf gaf hen zolang een van de kinderen leefde het bodeambacht van Kennemerland en het veer van Middelburch (Secr. 84 f. 74). Verder kocht Machteld t.b.v. de kinderen voor 500 nobel de volgende renten (Secr. 84 f. 75v.), alles g.g. met houde, op huizen en erven te Leiden:

* 15 s., * 5 s. op een huis en erf op de hoek van Boudijn Louwensteeg, * 9 s. te Marendorp, * 3 s. over de gracht, * 3½ s., * 5 p., * 3 s., * 7 s. op 2 kameren, * 5 s., * 5 s., * 3 s., * 5 s. 3 p., * 3½ s. 3 p., * 3½ s. 3 p., *3½ s. 3 p., * 3 s. 9 p., * 3½ s. 3 p., * 3 s. 1 p., * 8 s. 4 p., * 4 s. 2 p., * 11 s., * 8 s. 4 p.

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

Pat_1210-94

HOOGSTRAAT

 

Previous PageHome PageNext Page


HOOGSTRAAT

I. DIRK VEREN BAVENZ.

ovl. voor 16 dec. 1328 (GvH. 243 f. 73), begr. St. Pieterskerk (Ke. 7 f. 58).

functie:

schepen 1307-08.

huisbezit:

11 huizen te 's-Gravenhage, ergens tussen Haagse Bos en Spui; hierop had zijn broer Hendrik 20 s. Holl. rente; zij gingen na panding 16 aug. 1323 over in handen van Gerrit Alewijnsz. en Jan Aarndsz. van Leyden, i.v.m. een som gelds die hij wijlen heer Pieter van Leyden schuldig was (RAZH, Fam. arch. De Riemer 28 p. 2-4 d.i. G.A. 's-Gravenhage, Arch. H. Geest 2 f. 172-174).

landbezit:

2½ morgen land te Honselersdijk, voor 1326 verkocht aan Pieter Jansz. van Leyden (GvH. 243 f. 5).

varia:

2 apr. 1309 beleend met een tiende tussen Leiden en Podikenpoel en langs de Maredijk, grfl. leen (GvH. 709 f. 11); 28 mei 1314 beleend door de graaf met een tiende tussen Leiden en Ter Wadding, na koop (GvH. 709 f. 11; opbrengend 10 £ p.j., vgl. Gr.v.Blois 91 f. 16 en volgende rek., GvH. 226 f. 81v.); 26 jan. 1315 na koop beleend met de korentiende (groot en klein) te Koudekerk a.d. Rijn door heer Diederik van Leyden (Hoek, 'Wassenaar', 138).

familie:

broer van Hendrik veren Bavenz., deze ovl. voor 22 sep. 1355 en hield van de graaf 5 morgen land te Hazerswoude in leen (GvH. 707 f. 12v.). Hendrik bezat te Zoeterwoude nabij de Rijn tussen Leiden en Ter Wadding land (samen met Pieter veren Ermegardenz.) en eveneens in Heynen hoeve ald., verm. 1326-30 (Ke. 493 f. 87 en v.); zijn rentebezit is reeds vermeld. Gezien de Haagse connecties van Hendrik en Dirk was wellicht een broer van beiden: Reiner ver Bavenz.; deze kocht 14 aug. 1313 4 morgen land met een woning te 's-Gravenhage en gaf deze uit in erfpacht; in 1315 kocht hij 1 £ op een hofstad (Rijnsburg 362 en 497). Dirk tr. Trude, dr. van Aarnd Snider van Leyden (zie Van Leyden), ovl. 1368-69 (Gr.v.Blois 95 f. 13v. en 96 f. 14); haar man tochtte haar aan zijn tiende tussen Leiden en Ter Wadding (Gr.v.Blois 91 f. 16 en volgende rek.). Zij besprak de H. Geest 1/3 van 4 gaarden land te Gelderswoude, gemeen liggend met land van Pieter van Leyden (W. 428 f. 35, hiervoor in de plaats droeg Jan van Leyden 22 jan. 1376 6 en 9 s.g.g. rente over). Zij bezat te Leiden 2 s.g.g. rente op een huis en erf aan St. Pieterskerksteeg, i.v.m. de aanleg van een straat 16 juni 1344 verplaatst naar de stadshofstede aan het zuideinde van de Breestraat (Ga. 455 f. 4v., Van Oerle, Leiden, I 113); verder sedert 14 feb. 1348 een rente van 10 s.g.g. op een huis en erf, wrsch. door haar nagelaten aan de H. Geest voor het houden van memoriediensten (W. 428 f. 24v.-25). Zoon:

II. GERRIT (VAN DER) HOGESTRATEN (HOOGSTRAAT).

ovl. voor 21 apr. 1363 (GvH. 226 f. 81v.).

functies:

sinds 1336 in grfl. dienst, klerk van de kost van de gravin 1341-44, 1359 kamerling van Machteld van Lancaster (zie hfdst. 6).

woonhuis:

aan de Breestraat (achter: de Vollersgracht), verm. 9 jan. 1369 (Nass. Dom. 6461 (44) f. 329v.). Zijn weduwe verm. alhier 27 nov. 1369 (Ke. 651), 14 feb. 1378 (W. 428 f. 40) en 10 mei 1395 (GvH. 228 f. 168v.).

landbezit:

22 sep. 1355 5 morgen land te Hazerswoude, grfl. leen, hem aanbestorven van zijn oom Hendrik veren Bavenz. (GvH. 228 f. 169v.).

varia:

bezat een korentiende, groot en klein te Koudekerk a.d. Rijn, in leen gehouden van Diederik van Leyden en later van de grafelijkheid (ingevolge grfl. toezeggingen van 16 dec. 1328 en 7 sep. 1335, GvH. 243 f. 73 en GvH. 709 f. 10v.); verder een tiende tussen Leiden en Podikenpoel en langs de Maredijk, alsmede een tiende tussen Leiden en Ter Wadding. Beide grfl. lenen (bezit af te leiden uit belening van zowel zijn vader als zijn zoon hiermee).

familie:

tr. Sophie, dr. van Gerrit Heinenz. Rottier (zie ald.), hij tochtte haar 18 sep. 1357 aan 5 morgen land te Hazerswoude (GvH. 709 f. 11). Zij ontving 25 okt. 1364 ½ van een ½ viertel land bij Boschuysen in leen van de abdij van Egmond (Egmond 598); verder bezat zij land te Oegstgeest, verm. 27 aug. 1385 (W. 428 f. 57); genoemd te Leiden als belendster aan het Steenschuur 15 okt. 1372 (W. 428 f. 30); te Leiden bezat zij de volgende renten:

- 9 s. 2 p.g.g. op een huis en erf aan St. Pieterskerkstraat, 26 dec. 1398 verkocht (RA. 50 f. 20v.);

- 4 £ 18 s. 9 p.g.g. met de houde op een erf van het St. Margrietklooster in de Leidse vrijheid (Klo. 1542);

- 25 s. 9 p.g.g. met houde op Simon Rondiels erf, naast voornoemd klooster (Klo. 1542) en

- 4 s. 2 p. 1 halling g.g. op Jan Costijnsz. van der Bregghes woonhuis aan de Maarsmanstraat (bevestiging 16 mei 1375, Ke. 50).

Zij ovl. 1402-03, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (5) f. 19v.). Kinderen:

1. Dirk, volgt III.

2. Machteld

ovl. 1411-'12 (Ga. 334 (16) f. 17); werd 9 aug. 1375 poorteres met haar moeder als borg (Secr. 19 f. 42). tr. voor 21 mrt. 1375 Willem van Leeuwen, zoon van Willem van Leeuwen Dirksz. en Badeloge Aarnd Dirksz.dr. (Klo. 622; Van Leeuwen, Van Leeuwen, 250). Willem van Leeuwen ovl. 1381-'82 (vgl. J.C. Kort, 'Repertorium op de grafelijke lenen in Rijnland 1222-1650', OV 42 (1987), 393. Hun zoon Gerrit Hoogstraat (Ke. 7 f. 64v.) woonde wrsch. te Leiden (Ke. 323 (6) f. 13), hij werd er voor 22 aug. 1422 in St. Pieterskerk begr. (DuO. 2033 f. 14v.). Tr. 2e Dirk Nuweveen (Ke. 7 f. 58, zie aldaar).

3. Beatrix

tr. Andries Gerrit Zeveritsz.z. (Ke. 7 f. 58; W. 428 f. 57; Ke. 493 f. 49, zie Gerrit Zeveritsz. c.s.); hij verkocht 11 mei 1408 renten hem aanbestorven van zijn schoonmoeder (Klo. 1542).

III. DIRK HOOGSTRAAT

ovl. voor 1 juni 1412 (RA. 41f tussen f. 145 en v.).

functies:

schepen 1379-80, 80-81, 85-86; burgemr. 93-94, 94-95; zou volgens grfl. gunst aan zijn vader (29 jan. 1359) het eerste openvallende Dordtse schroodambt ontvangen (GvH. 225 f. 26).

landbezit:

* 23 feb. 1373 12 morgen land (1390: 13 morgen) te Voorschoten achter de kerk en 11½ morgen land aan de Heerstraat ald., grfl. leen; afkomstig van zijn grootmoeder Trude Dirk veren Bavenz. (GvH. 709 f. 11v., zie Van Leyden), kreeg 25 apr. 1389 permissie Lipsen ald. (8 morgen 4 hond land) ten vrij eigen te verkopen, dat zal een deel van de 11½ morgen hebben betroffen, althans, in 1390 werd hij met ledige hand alleen met het land achter de kerk beleend. Toch was later Lipsen in handen van zijn nageslacht, zodat deze naam zal hebben geslagen op beide complexen (GvH. 226 f. 135 en 301, 708 f. 5v.).

* 21 apr. 1363 5 morgen land te Hazerswoude, grfl. leen, 1390 beleend met ledige hand (GvH. 226 f. 81v. en 708 f. 5v.).

* ½ morgen 4 gaard land te Leiderdorp, gemene voor gelegen met land van zijn moeder, strekkend tot de Leidse stadsvest, verkocht 1 okt. 1385 (Ke. 493 f. 49).

* 4 hond, 2 gaard land achter Boschuysen, gemene voor gelegen met zijn moeder, verkocht 1 okt. 1385 (Ke. 493 f. 49).

* 10 hond 11 gaard land te Oegstgeest, verkocht 27 aug. 1385 aan de H. Geest (W. 428 f. 57).

borgstelling:

16 aug. 1371 Jan Niesenz., van Voorschoten (Secr. 19 f. 28v.).

varia:

zegel: poortgebouw van stad of burcht met 2 torens, schildhouder een adelaar (Ke. 962, 26 juli 1385); 21 apr. 1363 beleend door de graaf met ½ korentiende, te Koudekerk a.d. Rijn (groot en klein, de andere ½ hield de pastoor), een tiende bij Podikenpoel en 10 £ g.g. p.j. uit een tiende tussen Leiden en Ter Waddinge (d.w.z. de tiende van de heer van Beaumont, GvH. 226 f. 81v., Gr.v.Blois 157, 98 f. 16 en volgende rek.); met ledige hand beleend 1390 (GvH. 708 f. 5v.).

familie:

als maag van vaderszijde betrokken bij de verzoening inzake de moord op Floris van Rijsoirde 15 mei 1396 en 3 jan. 1397 (zie Gerrit Alewijnsz. c.s.). tr. 1e Cille Jan Vosdr. (Ke. 7 f. 58 en 89); tr. 2e Belij (van Schoten?), ovl. voor 15 nov. 1438 (Hoek, 'Rept. Hodenpijl', 253); 1 juni 1412 vond een boedelscheiding tussen haar en haar beide stiefzoons plaats (RA. 41f tussen f. 145 en v. = Blok, Rechtsbronnen, 37). Kinderen uit het 1e huwelijk:

1. Jan Vos Dirk Hoogstraatsz.

functies:

1412-13 grfl. kamerling (zie hfdst. 6), 1421 schout van 's-Gravenhage (GvH. 711 f. 22v.).

woonhuis:

aan de Vollersgracht, verm. 1414 en 1421, afkomstig van Claas Jansz. Vos; dit huis was met verschillende lasten bezwaard, de eigendom was ca. 1414 of vroeger door Boudijn van Zwieten aan Jan van der Woude overgedragen (RA. 50 f. 137-138; vgl. ook Ke. 323 (11) f. 42v.).

landbezit:

* 31 mei 1413 5 morgen land te Hazerswoude, afkomstig van zijn vader en grafelijk leen (GvH. 230 f. 91) (13 morgen en de woning te Voorschoten, Lipsen, droeg hij reeds 3 aug. 1412 op t.b.v. zijn broer, zie ald.).

rentebezit:

4 £ (wrsch. pay.) lijfrente ten laste van het klooster Leeuwenhorst, verm. 1414-18 (Lhorst. 20 f. 40v., 21 f. 40v., 23 f. 34v.).

varia:

31 mei 1413 beleend met 10 £ uit de tiende tussen Leiden en Ter Wadding, een tiende tussen Leiden en Podikenpoel langs de Maredijk en een korentiende te Koudekerk, afkomstig van zijn vader (GvH. 230 f. 91); opnieuw beleend 1 jan. 1421 (GvH. 711 f. 22v.); verkocht met Willem Andries Gerritsz.z., Bertelmeeus IJmmenz. en Wouter Jansz. 8 dec. 1412 renten te Marendorp, deed dit zeer wrsch. als voogd over de minderjarige kinderen van Andries Gerrit Zeveritsz.z. (Ga. 455 f. 84v.).

familie:

tr. 1e IJve Willem Bortsdr. (Ke. 7 f. 87v.), tochtte haar 1 jan. 1421 aan zijn korentiende te Koudekerk; (GvH. 711 f. 22v., zie Willem Luutgardenz. c.s.); tr. 2e Geertruud Willem Hendriksz.dr. (GvH. 712 f. 144).

2. Gerrit Hoogstraat Dirksz.

functies:

1412 een der raden en dienaren van Jan van Beieren, 1419 diens kamerling (zie hfdst. 6).

ambacht: 13 mei 1412 een gedeelte van de Naters, zie landbezit.

landbezit:

* 13 mei 1412 ontving hij een uitgiftebrief tot bedijking van de gorzen en slikken genaamd de Naters (op Voorne bij Brielle), samen met Boudijn van Zwieten, Gillis van Arnemuiden en Lourijs van Overvest (GvH. 117 f. 18 (XII)).

* 3 aug. 1412 13 morgen land en de woning te Voorschoten (Lipsen), ten noorden van de kerk, beleend door de graaf na opdracht door zijn broer Jan Vos (GvH. 230 f. 89v.).

familie:

tr. Odelt (Ke. 7 f. 87v.). Dochters:

a. Katrijn

had met haar zuster (?) Aagte een lijfrente van 2 nobel 15 groot alsmede van 3 nobel t.l.v. de stad (Secr. 513 f. 20v.).

?b. Aagte

tr. Pieter Willem Tedenz.z. (Secr. 513 f. 20v.; zie Willem Tedenz. c.s.).

Dochter uit het 2e huwelijk:

3. Machteld

(Hoek, 'Rept. Hodenpijl', 253).

ovl. tussen 5 mrt. 1434 en 4 apr. 1442 (Hoek, 'Domproostdij', 6, Hoek, 'Wassenaar', 427).

familie:

tr. 1e voor 31 aug. 1403 Gijsbrecht van der Horn (zie ald.). tr. 2e voor 26 mrt. 1408 Engel van Alkemade, ovl. voor 10 aug. 1422 (Hoek, 'Wassenaar', 427; Secr. 84 f. 72v., Hoek, 'Domproostdij', 6; Eschauzier, 'Van Hoogstraten', 172).

Jan Vos Huge Boudijnsz.z., ovl. 24 jan. 1434, broer van Gerrit Hoogstraat en met een Trude Bavenz. als moeder (Ke. 416 f. 89), valt hier niet te plaatsen (zie Willem IJsbrandsz. c.s.: IIIc.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

Pat_1210-93

HONG(H)ER

 

Previous PageHome PageNext Page


HONG(H)ER

I. HENDRIK HONGHER

functie:

schout 1304-05.

varia:

zegel: de Leidse sleutels, vergezeld van 4 lelies (DuO. 1981xx, 29 mei 1305).

familie:

tr. ver Clare, ovl. na 3 okt. 1323, toen haar land belendde aan de IJdel te Zoeterwoude (Ke. 322 f. 2).

kinderen:

1. mr. Andries Hein Honghersz. (van Leyden)

ovl. tussen 7 juni 1357 en 30 mrt. 1359 (Ke. 658, Ke. 1037).

functies:

is hij de schepen van 1322-23? Leids schoolmr.; in ruil voor dit ambt werd hij 23 okt. 1324 secretaris en zegelbewaarder van roomskoningin Margaretha van Henegouwen (GvH. 243 f. 48, zie hfdst. 6); kanunnik van St. Waudru te Bergen, verm. 9 okt. 1353 (Devillers, Cartulaire, I 353).

landbezit:

* 29 aug. 1323 2½ hond land te Boschuysen, Zoeterwoude (GvH. 243 f. 37).

* 5 hond 15 gaard 2 voet land in de ontginning Boschuysen, verm. 1326-30 (Ke. 493 f. 87v.); het bovenstaande land hierin wrsch. opgenomen.

* 4 morgen land tussen Zijl en Mare, met een uiterdijk, te Leiderdorp (Ke. 1038); door zijn zr. Trude aan haar kapelanieën geschonken.

rentebezit:

* 17 nov. 1349 10 s.g.g. op een huis en erf te Leiden, door zijn zr. Trude t.b.v. hem gekocht en aan haar kapelanieën geschonken (Ke. 667 en 1038).

* 10 juni 1355 1 £ pay. op een huis en erf aan de Breestraat, door zijn zr. Trude t.b.v. hem gekocht en aan haar kapelanieën geschonken (Ke. 500 en 1038).

* 12 feb. 1357 40 s.pay. op een ½ huis en erf (later het Wolhuis), en een ½ huis en erf in de naastgelegen steeg, door zijn zr. Trude aan haar kapelanieën geschonken (Ke. 510, 1038, Rek. Lei., I 126, vgl. ook het huis van Jan Grietenz. van der Hant en zijn zoon Daniel dat hieraan belendde en over het Wolhuis Van Oerle, Leiden, 96-97).

* 22 mei 1357 20 s.pay. op een huis en erf te Leiden, door zijn zr. Trude aan haar kapelanieën geschonken (Ke. 671).

* 7 juni 1357 40 s.pay. met houde en 2 kapoenen (of 3 s. 4 p. voor de 2 kapoenen) op een huis en erf aan de Weversteeg, door zijn zr. Trude aan haar kapelanieën geschonken (Ke. 658).

varia:

de door zijn zr. Trude gestichte kapelanieën werden naar hem genoemd; de goederen waren deels van hem afkomstig (vgl. Ke. 1038, 415 f. 53 en 92v.).

2. Jacob;

zoon:

a. Heer Jacob Jacob Honghersz.

(Ke. 1038 Agn.bhf. 7) ovl. na 14 feb. 1373, begr. St. Pieterskerk (DuO. 2033 f. 13).

functie:

1 apr. 1359 als clericus aangesteld tot vicaris van St. Janskapelanie door zijn tante Trude (Ke. 1038); 30 aug. 1368 priester (Ke. 415 f. 92v.); twistte over een prebende in St. Pieter te Middelburg, deed 14 feb. 1373 afstand van zijn aanspraken (Brom, Bullarium, 237).

3. Reinsent

(Agn.bhf. 49).

woonhuis:

St. Pieterskerkhof westzijde, naast dat van haar zr. Trude (zie ald.).

rentebezit:

17 jan. 1344 1 £ g.g. op een huis en erf en het erf van een ververij buiten de stad; wrsch. werd deze rente door haar zr. Trude aan haar kapelanieën geschonken (Ke. 663, 1038).

familie:

tr. Bertelmeeus van der Bregghe (zie Simon Goris van der Bregghe c.s. en Ke. 826, betr. land voorheen van Bertelmeeus van der Bregghe; zie ook Van den Bosch (de kinderen van Dirk jr. van der Dobbe).

4. Trude

ovl. na 1 apr. 1359 (Ke. 1038).

woonhuis:

St. Pieterskerkhof westzijde, nabij Agnietenbegijnhof, verm. 2 mei 1355 (Agn.bhf. 49, Koorn, Begijnhoven 171-174).

landbezit:

* 8½ morgen land te Zoeterwoude aan Meerburger watering, afkomstig van Bertelmeeus van der Bregghe;

* 4½ hond land ald., verhuurd;

* 4½ morgen land te Voorschoten aan Amburgherlaan (= (H)Ammerlaan?); deze 3 percelen 1 apr. 1359 vermaakt aan haar vicarieën (Ke. 1038).

rentebezit:

* 12 feb. 1344 1 £ g.g. op een huis en erf, wrsch. aan de Breestraat (Ke. 664, 1038).

* 13 feb. 1355 10 s.g.g. op een huis en erf aan de Vollersgracht, gekocht van Jan van Ammersoyen (Ke. 669);

* 14 nov. 1358 1 £ g.g. op een huis en erf aan het Steenschuur; 1 apr. 1359 is van 40 s.g.g. sprake (Ke. 967)

* 21 dec. 1358 9 s.g.g. met houde op 3 aaneengesloten huizen en erven in de steeg achter Jan van Ammersoyens woonhuis en van deze gekocht (Ke. 672); de voornoemde renten vermaakte zij 1 apr. 1359 aan haar stichtingen (Ke. 1038).

stichtingen:

1 apr. 1359 2 kapelanieën, van St. Andries en St. Jan, ter gedachtenis aan haar ouders, mr. Andries, Margaretha van Henegouwen en al haar vrienden, te verdienen op een plaats door de collator aan te wijzen; dat was 1 sep. 1364 nog St. Pieterskerk, maar werd 30 aug. 1368 St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 92v.). Zij deed hieraan schenkingen (vgl. land- en rentebezit van haar, haar broer Andries en zr. Reinsent). Stelde Huge van der Hant, priester, haar neef, aan tot vicaris van St. Andries en haar neef Jacob Jacob Honghersz.z., clericus, tot vicaris van St. Jan. De collatie zou overgaan op haar dr. Alijd en bij gebrek van nageslacht van deze op heer Huge van der Hant, Daniel diens broer, dan wel haar nicht Lijsbeth, gehuwd met Jan van Ammersoyen, en tenslotte voor de naaste verwanten gesproten uit het nageslacht van haar zr. Clare (Ke. 1038).

familie:

tr. Boudijn van Zwieten (zie ald.)

5. Aleidis

tr. Jan Grietenz. (zie Van der Hant I; hun zoon Huge noemde mr. Andries zijn oom, Ke. 415 f. 77, en werd door Trude Hein Honghersdr. neef genoemd; behoorde bovendien tot het nageslacht van Trudes ouders, vgl. de bepalingen bij haar kapelaniestichtingen, Ke. 1038).

6. Clare

(Ke. 1038)

tr. Gerrit Gorisz. van der Bregghe (zie Simon Goris van der Bregghe c.s.; haar dr. Lijsbeth, tr. Jan van Ammersoyen, was nicht van Clares zr. Trude en zal gezien de bepalingen inzake de collatie van Trudes vicarieën tot het nageslacht van Trudes ouders behoren).

Met dit geslacht was wrsch. verwant:

Heer Jacobus Hongher ovl. 25 jan. 1431 (Ke. 416 f. 82v., 418 p. 12).

functies:

vicaris van St. Pancras; bedienaar van St. Andriesvicarie, gesticht door Trude Hein Honghersdr., verm. 1399-1400 en 09-10 (Rek. Lei., I 126, Ke. 323 (8) f. 17v., zie ook onder Willem Luutgardenz. c.s.: mr. Jacob Simonsz.); organist van St. Pieterskerk (Ke. 323 (2) f. 16v., 323 (3) f 15v.; F. Annegarn, Floris en Cornelis Schuyt).

opleiding:

als student te Keulen verm. 1396 (Keussen, Matrikel Köln, I nr. 29, 5).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

Pat_1210-92

DEN HOESCHE

 

Previous PageHome PageNext Page


DEN HOESCHE

I. JAN DEN HOESCHE

familie:

tr. Katrine (zij tr. 2e Gerrit Emmenz., zie ald.; Ke. 493 f. 30v.-31).

kinderen:

1. Heer Pieter den Hoesche

ovl. 21 mrt. 1395, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 44v.).

functie:

priester, verm. sinds 31 mrt. 1346 (Ke. 970), vicaris van zijn moeders kapelanie 26 jan. 1355 (Ke. 493 f. 31v.); kanunnik van St. Pancras sinds 1366 (Leverland, 'Kapittel van St. Pancras', 83).

woonhuis:

aan St. Pancraskerkgracht (25 apr. 1371, Ke. 493 f. 17).

landbezit:

* 31 mrt. 1346 4 morgen 4 hond land, Swinshoerne, te Leiderdorp, ontvangen van zijn moeder (Ke. 970, 493 f. 22); 26 jan. 1355 door zijn moeder aan haar vicarie geschonken (Ke. 493 f. 31v.) en 19 nov. 1368 en 20 nov. 1372 door hemzelf aan zijn prebenden (Ke. 493 f. 30v., 31 en 33v.).

* de Brigmade te Leiderdorp, tussen Zijl en Mare, 19 nov. 1368 en 20 nov. 1372 aan zijn prebenden geschonken (Ke. 493 f. 30v., 31 en 33v.).

* 7 feb. 1353 2 morgen 2 hond land bij de Mare (de Coppencamp) te Leiderdorp, 26 jan. 1355 door zijn moeder vermaakt aan haar vicarie, opnieuw door hem 19 nov. 1368 en 20 nov. 1372 aan zijn prebenden (Ke. 493 f. 30v., 31v., 32v., 33v.).

* 17 mrt. 1360 3 hond land aan Valkenburgerweg te Oegstgeest (Ke. 493 f. 32v.).

* 24 mei 1371 ½ morgen land te Oegstgeest (Ke. 493 f. 33).

* 3 morgen land te Oegstgeest aan Valkenburgerweg, 20 nov. 1372 aan zijn prebenden geschonken (Ke. 493 f. 33v.).

* 1 aug. 1371 8, 3, 1½ hond land in Raftersmade nabij Rijnsburg te Oegstgeest, 20 nov. 1372 overgedragen aan zijn prebenden (Ke. 493 f. 33-33v.).

* 3 morgen land te Zoeterwoude; kocht hier 4 mrt. 1363 2 morgen land bij. Schonk de 5 morgen 19 nov. 1368 en 20 nov. 1372 aan zijn prebenden (Ke. 493 f. 30, 31v., 33v.; 415 f. 44).

* 1 morgen 25 gaard land aan de Rijn, 7½ hond 13 gaard land; 4 hond 6 gaard land aan de Crommelaan; 2 hond 40 gaard land aan Doedijnslaan aan de Rijn, alles te Voorschoten; 28 feb. 1375 samen met zijn zr. Jutte aan St. Pancraskerk opgedragen op voorwaarde van vruchtgebruik voor hem en zijn zrs. na hem (Ke. 493 f. 34v.-35, 415 f. 42v.).

* 5 mrt. 1381 1½ hond land te Oegstgeest, tussen Rijndijk en Podikenpoel, gekocht met zijn zrs. Alijd en Jutte, gemene voor gelegen met land hen aanbestorven van hun moeder (Ke. 761).

rentebezit:

* 18 aug. 1349: 10 s. op 5 morgen land tussen Vliet en (Meerburger?)watering te Zoeterwoude (Ke. 930; is dit de rente die hij 20 nov. 1372 voor memoriediensten aan het kapittel overdroeg? Ke. 493 f. 30v.-31).

* 2 jan. 1355 1 £ pay. op een huis en erf aan het Steenschuur (Ke. 493 f. 43v.).

* 5 nov. 1356 10 s.pay. op een huis en erf te Leiden (Ke. 415 f. 43v.).

* 10 okt. 1358 1 £ pay. op 7 hond land te Voorhout (Ke. 493 f. 43v.).

* 24 okt. 1358 1 £ g.g. op een huis en erf op het Hogeland te Leiden (Ke. 493 f. 43v.).

* 17 mrt. 1366 1 £ g.g. met houde op een huis en erf te Marendorp, bij O.L.V.kerk; overgedragen aan St. Pancraskerk voor memoriediensten e.d. (Ke. 415 f. 43, 493 f. 30v.-31).

* 17 mrt. 1366 17 s. 3 p.g.g. op een huis en erf te Marendorp bij O.L.V.kerk, 20 nov. 1372 geschonken aan St. Pancraskapittel voor o.m. memoriediensten (Ke. 415 f. 43, 493 f. 30v.-31).

* 19 mrt. 1369 7 groten 2 p. 1 halling pay., wrsch. op een huis en erf te Marendorp (Ke. 415 f. 43v.).

* 10 s.g.g. op een huis en 2 hofsteden aan de Oude Rijn, 20 nov. 1372 geschonken aan St. Pancraskapittel voor memoriediensten (Ke. 493 f. 31).

* 1 £ pay. op een huis en erf aan de Rijn bij St. Catharinagasthuis (Ke. 415 f. 43v.).

* 14 mei 1379 10 s.g.g. op een huis en erf te Marendorp (W. 428 f. 86).

schenking:

10 £ 10 s.pay. aan St. Pancraskapittel voor memoriediensten (Ke. 415 f. 44).

stichtingen:

2 kanunniksprebenden, van St. Pieter en St. Paulus, alsmede van St. Jacobus de Meerdere (resp. 1366-67 en 68-72 gesticht, Leverland, 'Kapittel van St. Pancras', 83). In deze prebenden zal de door zijn moeder gestichte vicarie zijn opgegaan, vgl. de goederenoverdrachten). T.b.v. deze stichtingen ontving hij 13 aug. 1370 van Lijsbeth en Gerrit van Bennenbroec 19 hond, 2½ en 1½ morgen land te Maasland (Ke. 493 f. 44).

varia:

executeur-test. van heer Johannes Scoenman, die ovl. 16 okt. 1365 (Ke. 415 f. 16).

2. Jacob

(Ke. 493 f. 30v.-31, 7 f. 66).

familie:

zoon:

a. Pieter Jacobsz.

ovl. 27 sep. 1380 (Ke. 415 f. 71v.).

functie:

clericus, kanunnik van St. Pancras (Ke. 415 f. 71v.).

varia:

studeerde te Parijs, vluchtte van daar voor de pest, ovl. in Henegouwen te Solemies (Ke. 415 f. 71v.).

3. Alide

(Ke. 493 f. 35)

ovl. 7 okt. 1391 (Ke. 416 f. 16).

landbezit:

* 10 mei 1375 8½ hond land te Oegstgeest (Ke. 757).

* 1½ hond land te Oegstgeest, samen met haar broer en zr. Jutte gekocht, gelegen naast land hen aanbestorven van hun moeder (Ke. 761).

4. Jutte

ovl. 19 nov. 1403, begr. St. Pancraskerk op het kerkhof (Ke. 416 f. 37).

landbezit:

* 10 mei 1375 land gekocht met o.m. haar zr. Alide, zie ald.

* land, met haar broer Pieter 28 feb. 1375 overgedragen, zie ald.

rentebezit:

* 10 s.g.g. op een huis en erf te Leiden, afkomstig van haar moeder;

* 10 s.g.g. op een huis en erf te Marendorp; afkomstig van haar broer Pieter;

* 4 s.g.g. door haar man gekocht;

* 14 juli 1399 9 s.pay. op een huis en erf aan de Breestraat; genoemde renten droeg zij 29 aug. 1399 over aan de H. Geest (W. 428 f. 86 en v.)

familie:

tr. Jan Pietersz. (zie Pieter Gobburgenz. c.s.).

5. Katrine

(Ke. 493 f. 35)

haar zoon Herbaren zou bij ontstentenis van Trude Jacobsz., zijn nicht, of haar nageslacht, de collatie ontvangen van de door Pieter den Hoesche gestichte prebenden; hij ovl. na 20 nov. 1372 (Ke. 493 f. 30v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

Pat_1210-91

DIRK VAN DEN HOEC (HOIC)

 

Previous PageHome PageNext Page


DIRK VAN DEN HOEC (HOIC)

functie:

schepen 1350-51, 51-52.

landbezit:

een kamp land onder Oegstgeest bij de Hofdijc, verkocht 9 mei 1346 aan de abdij van Egmond (Egmond 515).

varia:

zegel: een gaande leeuw (Ga. 784, 14 dec. 1351).

familie:

missch. waren zijn zoons:

1. Jacob Dirksz. van den Hoec

tr. Katrine (Ke. 416 f. 15).

2. Frank Dirksz. van den Hoeke

verm. 10 apr. 1358 (Ke. 493 f. 61).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

Pat_1210-89

DIRK HILLENZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


DIRK HILLENZ.

ovl. voor 22 aug. 1409 (Ga. 456 p. 34).

woonhuis:

14 mei 1409 verm. van het woonhuis van zijn weduwe aan de Breestraat; hierop had Claas Jansz. Vos (tevoren Jan Duker en Jan Costijnsz.'s erfgenamen) 2 s. 6 p.pay. rente, die zij toen afkocht (Ga. 456 p. 15).

familie:

tr. Margriet (Ga. 440 f. 5). Zij kocht 22 aug. 1409 renten: 18 comans groten (waarvan 2 s. met houde) op een huis en erf aan de Vismarkt; 18 comans groten met ½ houde op een huis en erf aan St. Pieterskerkstraat; 4 comans groten met ½ houde op een huis en erf aan St. Pieterskerkstraat (Ga. 456 p. 34). Huurde 1417-18 een ½ raamstede van St. Pieterskerk tegen 14 s.pay. (Ke. 323 (11) f. 10). Zij ovl. voor 3 feb. 1427 (Ga. 456 p. 34).

Kinderen (Ga. 440 f. 5):

1. Pieter Dirk Hillenz.z.

ovl. voor 21 feb. 1412 (Ke. 323 (9) f. 7v.).

functie:

homan te Overmare 1410 (Secr. 84 f. 238v.).

rentebezit:

3 juli 1411 27½ nobel op Poes Stevensz. huis en erf, 17 feb. 1412 afgeschat (RA. 50 f. 124).

familie:

zijn weduwe en kinderen huurden ¼ raamstede van St. Pieterskerk, verm. 1412-13 en later (Ke. 323 (9) f. 7v., 323 (11) f. 11).

2. Willem Dirk Hillenz.z.

ovl. 1411-12? (Ga. 334 (16) f. 17).

woonhuis:

in St. Pietersparochie (Ke. 323 (6) f. 13v.).

3. Dirk Dirk Hillenz.z.

ovl. 1443 (Ke. 418 p. 37).

functie:

kerkmr. van O.L.V.kerk 1415-16.

beroep:

linnenwever (1398-1418; W. 428 f. 109; Ke. 323 (1) f. 8v.).

huisbezit:

* een huis en erf, belast met een rente voor St. Pieterskerk, verkocht 1403-04 (Ke. 323 (6) f. 13v.).

landbezit:

* een erf in St. Pietershoeve tussen Hoeflaan en Vliet verm. 1398-99 en 99-1400 (Ke. 323 (1) f. 8v., (2) f. 7v.).

* 1409-10 ½ raamstede, gehuurd van St. Pieterskerk; 1417-18 in andere handen (Ke. 323 (8) f. 7v. en 323 (11) f. 10v.

* 1417-18 raamstede, gehuurd als boven (Ke. 323 (11) f. 12v.).

* 1417-18 raamstede, gehuurd als boven (Ke. 323 (11) f. 10v. en 19).

rentebezit:

40 s.pay. op land en erf te Hazerswoude; 26 aug. 1410 aan de H. Geest overgedragen (W. 428 f. 109).

varia:

droeg door moeder gekochte renten 3 feb. 1427 over aan St. Catharinagasthuis (Ga. 456 p. 15 en 34).

familie:

tr. Geertruud (Ke. 418 p. 37; Ga. 440 f. 5 en Kam, 'Memorieboek', 211).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

Pat_1210-88

VAN HILLEGHOM

 

Previous PageHome PageNext Page


VAN HILLEGHOM

I. JAN VAN HILLEGHOM

functies:

schepen 1374-75, 79-80, 84-85; burgemr. 1380-81, 82-83, 83-84. Is hij de apr.-aug. 1352 vermelde grfl. klerk? (Van Riemsdijk, Tresorie, 68).

woonhuis:

aan de Breestraat, verm. 5 apr. 1380 (Ga. 456 p. 19); 1398 verm. van zijn woonhuis bij het St. Pieterskerkhof (Hamaker, Keurboeken, 98).

landbezit:

* 5 morgen land 1½ hond 4 gaard land aan de Rijn tussen Leiden en Waddingersluis te Zoeterwoude, 21 feb. 1376 verkocht aan St. Pancraskerk (Ke. 493 f. 66); verm. als belender te Zoeterwoude 20 nov. 1372 (Ke. 493 f. 31).

* 28 sep. 1368 6 morgen land te Zoeterwoude, in leen gehouden van de hofstad Zwieten (GAL, Bibl. 3214 f. 176v., Hoek, 'Rept. Swieten', 106).

* 16 okt. 1390 2 en 3 morgen land te Zoeterwoude, leen van de hofstad Hontshol, te versterven op zijn zoon Simon of diens broers (Hoek, 'Rept. Hontshol', 254).

rentebezit:

21 aug. 1400 14 £ 11 s. 4 p.g.g. op huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 37).

borgstelling:

* 6 juli 1385 Engelbrecht Heinenz. van Hazerswoude (Secr. 19 f. 68v.).

* 12 dec. 1385 Dirk Wouter Alewijnsz.z. (Secr. 19 f. 72).

varia:

zegel: een schuinbalk van rechtsboven naar linksonder, aan weerszijden 3 figuurtjes (lelies? Secr. 1422, 9 nov. 1384).

familie:

tr. 1e Aagte, verm. 8 okt. 1371 (RA. 2 f. 6v.). Zij tr. eerder Dirk van Valkenburch, die haar beloofde lijftocht te geven aan de mindere helft van 10 £ rente die hij van de graaf in leen hield, welke lijftocht zij omwille van haar 2e echtgenoot 29 mrt. 1353 ontving (GvH. 244 f. 45v.). tr. 2e Wive, dochter van Simon Matthijsz. (Hoek, 'Rept. Hontshol', 254, Ke. 416 f. 48v.; zie Bronstien).

kinderen:

1. Claas van Hilleghom Jansz.

functie:

bewaarder van de grfl. wildernis en het wild te Hazerswoude en omgeving sedert 21 aug. 1392 (GvH. 198 f. 43).

landbezit:

6 morgen land, leen van de hofstad Zwieten, afkomstig van zijn vader (GAL, Bibl. 3214 f. 177, Hoek, 'Rept. Zwieten', 106).

2. Heer Simon van Hilleghom Jansz.

(Hoek, 'Rept. Hontshol', 254).

functies:

prior en kanunnik van het regulierenklooster Engelendael te Leiderdorp, verm. 22 mei 1422 (Ke. 493 f. 96v.); verm. als broeder 5 nov. 1416 en 16 mrt. en 1 juli 1424 (Klo. 855 en C. Hoek, 'Acten betreffende Maasland', Ons Voorgeslacht 24 (1969), 144).

landbezit:

(na scheiding met zijn broers) 5 nov. 1416 4 morgen land te Koudekerk en 3½ morgen land (de Kerfmade) tussen Boschuysen en Ter Wadding onder Zoeterwoude (Klo. 855).

3. Hendrik van Hilleghom Jansz.

landbezit:

* 24 apr. 14.., 2 en 3 morgen land te Zoeterwoude, leen van de hofstad Hontshol, afkomstig van zijn vader (Hoek, 'Rept. Hontshol', 254).

* 5 nov. 1416 (na scheiding met zijn broers Gerrit en Simon) 6½ morgen land (het Nuweland en de Parric) te Oegstgeest (Klo. 855); reeds 22 feb. 1414 te Oegstgeest met land vermeld (W. 428 f. 119).

4. Heer Gerrit van Hilleghom

(Hoek, 'Rept. Hontshol', 254); ovl. na 14 jan. 1447 (Ke. 123).

functie:

priester, vicaris van de kapelanie op het H. Kruisaltaar in de St. Pieterskerk, gesticht door Katrine Poes, verm. 19 okt. 1446 (Ke. 123).

landbezit:

* land te Oegstgeest, verm. 26 nov. 1406 (W. 428 f. 102v.).

* 5 nov. 1416 (na scheiding met zijn broers) 2½ morgen land, in Dammashoeve, tussen de (Pieters-) Hoeflaan en Vliet (Klo. 855).

rentebezit:

22 dec. 1403 1 £ pay. op een huis en erf te Marendorp aan de straat; 20 feb. 1410 overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 108).

familie:

hij besprak memoriediensten voor o.m. zijn broer Hendrik Dirksz., dit zal een halfbroer zijn, missch. uit het 1e huwelijk van Aagte, hoger genoemd (Ke. 7 f. 88v.).

5. Margriet Jansdr. van Hilleghom

zij bezat 17 Wilh. schilden op een huis en erf te Leiden, in 1400 afgelost (RA. 50 f. 30v.).

6. Bartraad

tr. Jan Hugenz. (Ke. 7 f. 88v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl