Tophits uit de zeventiende eeuw
door Olga van Marion
m.m.v. Margot Kalse (zang) en Earl Christy (luit)
De Nederlandse Republiek kende een bijzonder levendige liedcultuur. Jong en oud zong niet alleen tijdens feesten en bruiloften, op school, op reis, in de kerk, aan tafel thuis, in vrolijke of juist in godvruchtige gezelschappen, maar ook tijdens het werk, aan boord van zeeschepen, op het toneel, of in de kroeg. Zingen ging in die tijd bijna vanzelf. Er bestond een repertoire van populaire melodieën die keer op keer werden gebruikt om er nieuwe teksten op te schrijven. Zo konden psalmen dienen om er popliedjes op te dichten, en andersom, popsongs voor stichtelijke gezangen, of een Franse air de cour voor een kluchtige liefdesklacht. Het voordeel van al die bekende wijsjes was dat nieuwe liedjes gemakkelijk meegezongen of onthouden kunnen worden. Ze klonken de mensen vertrouwd in de oren.
Onlangs heeft nieuw onderzoek aan de Universiteit Leiden de veertig populairste melodieën aan het licht gebracht die gebruikt zijn voor Nederlandse liedjes uit de periode 1535-1750. Een werkgroep van enthousiaste wetenschappers en alumni heeft bij die zangwijzen de leukste, mooiste en ontroerendste liedteksten uit die tijd gekozen, waarbij ze natuurlijk liederen over de stad Leiden en het Beleg en Ontzet niet zijn vergeten.
In deze lezing gaat Olga van Marion dieper in op dit project van de ‘Top 40 van de Gouden Eeuw’, dat ons veel kan leren over de zingende Nederlanders en hun cultuur in de zeventiende eeuw.
Alt-mezzo Margot Kalse zal, begeleid door luitist Earl Christy, tijdens de lezing enkele liederen of delen daarvan ten gehore brengen.