Activiteiten

Het grondgebied van de gemeente Leiden is beperkt en de populariteit van de stad, niet in de laatste plaats van de binnenstad en aangrenzende wijken, is de laatste decennia sterk toegenomen. Waar extra (woon)ruimte moeilijk in de lengte of de breedte te realiseren is, bespeurde de HVOL een tendens de hoogte in te gaan en de grenzen van het toelaatbare op te zoeken of daar overheen te gaan. We zagen dat o.a. bij de appartementen aan de Waardgracht (zie hierboven), bij de vergroting van een huis aan de Scheepmakersteeg, bij de nieuwbouw van de Lakenhal (die hierboven) en bij het herbestemming van een garagebedrijf aan Zijlsingel. Het bestuur van de HVOL heeft dit aan de orde gesteld in de zgn. Erfgoedkoepel, een halfjaarlijks overleg van erfgoedorganisaties met de meest betrokken wethouders.

Ten aanzien van de plannen voor appartementen aan de Zijlsingel heeft de HVOL in juni 2015 een zienswijze ingediend om haar standpunt duidelijk te maken: het geplande appartementenblok is te hoog en detoneert mede daardoor in de gevelwand van de Zijlsingel. Ook de wijkvereniging en omwonenden hebben protest aangetekend. In februari 2016 heeft het bestuur zijn standpunt nog eens uiteengezet in een brief aan de Welstands- en Monumentencommissie Leiden. Naar aanleiding van op- en aanmerkingen van de WML is het ontwerp van de gebouwen op een aantal punten aangepast, maar die wijzigingen zijn onvoldoende om de bezwaren van het bestuur van de HVOL, de wijkvereniging en buurtbewoners weg te nemen. Het college van B&W wil de vergunning toch verlenen, via een zgn verklaring van geen bedenkingen die de gemeenteraad daarvoor moet afgeven in verband met strijdigheid met het bestemmingsplan. Het bestuur van de HVOL heeft in september 2016 zijn bezwaren  nog eens naar voren gebracht in een inspraakreactie in een vergadering van de commissie Stedelijke Ontwikkeling van de gemeenteraad, maar dit heeft de commissie en vervolgens de gemeenteraad niet kunnen overtuigen. Ook de protesten uit de buurt konden dat niet. De gemeenteraad heeft op 1 december 2016 met de verklaring van geen bedenkingen ingestemd en de (enigszins aangepaste) vergunning van B&W is in de loop van december verleend. Omwonenden hebben een beroep gedaan op de rechter. De zaak dient in mei 2017 voor de bestuursrechter in Den Haag. Het bestuur van de HVOL heeft geen beroep aangetekend, aangezien het hier geen beschermd cultureel erfgoed / beschermd stadsgezicht betreft en dit daarmee valt buiten de doelstellingen van de HVOL; een beroep van de HVOL zou niet ontvankelijk worden verklaard en heeft dus geen zin. Het bestuur is uiteraard zeer teleurgesteld dat de gemeenteraad heeft ingestemd met deze inbreuk op de gevelwand van de Zijlsingel.

OLN 3-3

 

Toen er eindelijk schot kwam in de herbestemming en herontwikkeling van de Meelfabriek, bleek dat het voorgerecht bestond uit een controversieel appartementencomplex langs de Waardgracht en het Looiersplein, eigenlijk buiten het Meelfabriekterrein zelf. Langs de smalle Waardgracht en het Looiersplein moesten twee vier verdiepingen hoge blokken komen met 57 appartementen voor meer dan 150 “young professionals”. Een volledige miskenning van de stadsvernieuwing die in die wijk in de jaren ’70 had plaatsgevonden, toen het binnenstedelijk en historisch karakter van de wijk in het aangepaste bestemmingsplan tot uitgangspunt werd gekozen.

WaardgrachtIn februari 2015 diende de HVOL een zienswijze in om zich tegen deze bouw te keren en te pleiten voor (gestapelde) laagbouw en schuine kappen, in overeenstemming met het karakter van de wijk zoals die in de jaren ’70 was ontstaan. Ook de wijkvereniging en vele buurtbewoners protesteerden tegen de geplande nieuwbouw. Nadat de gemeente toch de vergunning had verleend, volgden de HVOL, wijkvereniging en buurtbewoners in mei 2015 met bezwaarschriften. De bezwarencommissie heeft veel tijd besteed aan deze zaak. Ook de HVOL heeft daar haar standpunt toegelicht, maar het eindresultaat bleef nagenoeg hetzelfde. Gemeente, opdrachtgever DUWO en projectontwikkelaar Van der Wiel (Meelfabriek) bleken zodanig aan de spoedige bouw van deze blokken te hechten, dat het college van B&W zelfs bereid was een deel van het risico te nemen indien juridische procedures zouden leiden tot een vernietiging van de verleende vergunning. De HVOL heeft haar kritiek op dit gebrek aan respect voor bestuurlijk-juridische procedures in een brief aan de gemeenteraad geuit. Hoe misplaatst we de plannen ook vinden, het bestuur van de HVOL heeft besloten geen verdere juridische stappen te ondernemen. Wijkvereniging en buurtbewoners hebben dit wel gedaan, maar zijn door de rechter in het ongelijk gesteld. Ook het hoger beroep van buurtbewoners bij de Raad van State heeft geen verandering in de plannen gebracht. De bouwwerkzaamheden zijn begin 2017 aangevangen en inmiddels voltooid. Nu de appartementen gereed en opgeleverd zijn, blijft het bestuur van de HVOL van mening dat zij op deze plek in de binnenstad misplaatst zijn.

OLN 3-3

Bijgewerkt tot decemberl 2019

 

Na een jarenlange voorbereiding werden in 2014 de plannen gepresenteerd voor een renovatie/restauratie plus een nieuwbouw-uitbreiding van het museum De Lakenhal. In 2015 werd de omgevingsvergunning aangevraagd.

Zowel de renovatie/restauratie als de nieuwbouw bevatten controversiële elementen: in het bestaande museum riep vooral de verplaatsing van de Joristrap veel verzet op, bij de nieuwbouw was het vooral de gevel aan de Lammermarkt die bezwaren ontlokte. Vanuit de HVOL is overleg geweest met de directie van het museum en de gemeentelijke projectleider.

Lakenhal nieuwbLakenhal voorzDe verplaatsing van de Joristrap werd door de HVOL, alles afwegende, acceptabel gevonden, een oordeel dat later door de Rijksbouwmeester die om een ‘second opinion’ was gevraagd, werd gedeeld. Ook de Rijksdienst Cultureel Erfgoed kon zich vinden in de verplaatsing. Meer moeite had de HVOL met de zeer opvallende gevel aan de Lammermarkt, een architectonisch ‘statement’ dat detoneert in de gevelwand. In juli 2015 heeft het bestuur van de HVOL zijn zienswijze aan het college van B&W kenbaar gemaakt. Na een lange ‘radiostilte’ vond in februari 2016 overleg plaats met de wethouder; het college van B&W reageerde vervolgens in maart 2016 schriftelijk op de brief van juli 2015. Het bestuur van de HVOL heeft in april 2016 per brief gereageerd op de brief van het college. Het bestuur heeft besloten geen verdere procedures te volgen, mede omdat deze weinig kans op succes boden. Verdere vertraging is ontstaan doordat de aanbestedingen het beschikbare budget aanzienlijk te boven gingen. Na enige aanpassingen (versoberingen) van de plannen en het beschikbaar stellen van een aanvullend budget door de gemeenteraad, zijn de bouwwerkzaamheden begin 2017 van start gegaan. De genoveerde en uitgebreide Lakenhal is in juni 2019 geopend door Koning Willem-Alexander. 

 

OLN 2-1, 2-2 en 3-3

De HVOL steunt de plannen voor een Singelpark aan de binnenzijde van de wateren die sinds 1659 de Leidse binnenstad omspoelen en vroeger onderdeel waren van de vestingwerken om de stad te beschermen. De HVOL is als vereniging ook 'vriend' van het Singelpark.

Het bestuur van de HVOL is van mening dat bij de inrichting van het park ruime aandacht moet worden besteed aan de historie, conform de intenties zoals o.a. verwoord in de 'Visie Leidse Singels: het langste park van Nederland', een uitwerkingsvisie van de Structuurvisie Leiden 2025, na inspraak in november 2011 vastgesteld door het college van B&W. Daarin staat bij het antwoord op de vraag 'Hoe verder?' onder meer: "De huidige situatie van de verdedigingswerken laat een overzicht zien van de loop van de geschiedenis van de verdedigingswerken. Het streven is om juist deze geschiedenis beter te verbeelden. Dit kan door het versterken van de nog bestaande historische elementen en structuren en juist ook door het toevoegen van eigentijdse elementen." Aan die uitgangspunten lijkt niet altijd door iedereen voldoende aandacht te worden gegeven.

SingelparkbrugOm een goede doorgaande route in het 'Singelpark' te bewerkstelligen dienden een vijftal nieuwe bruggen te worden gebouwd. De inpassing daarvan aan de rand van de historische binnenstad luistert uiteraard nauw. De HVOL is intensief betrokken geweest bij de keuze van de architect voor deze bruggen. Het fraaie ontwerp van die bruggen behoort duidelijk tot de 'eigentijdse elementen'. De laatste van de nieuwe bruggen, de enige brug die 'open' kan, is in juli 2020 op zijn plaats gebracht: de verbinding van Ankerpark naar Zijlpoort (zie foto). Voor de naamgeving van de bruggen is een prijsvraag uitgeschreven. Het gemeentebestuur heeft de namen van de bruggen in voorjaar 2017 conform aanbeveling van de jury vastgesteld. Of de moeilijk in het gehoor liggende namen hij de Leidse bevolking zullen aanslaan en 'beklijven' moet worden afgewacht. 

 

Naast de bezwaren van de herinrichting van het Morspoortplein (zie de rubriek Morspoortplein), door de gemeente merkwaardigerwijs behandeld als een deelproject van het Singelpark, heeft de HVOL ook bezwaren naar voren gebracht tegen de voorgenomen herinrichting van het Ankerpark en het Blekerspark. 

Het Blekerspark had in de eerste ontwerpen een hoog Japan-gehalte, waarvoor noch een logische noch een historische verklaring was. Door de toevoeging van een fors aantal onderhoudsgevoelige details was het bovendien kwetsbaar. In de loop van het ontwerpproces is het park versoberd  en is het Japanse karakter teruggedrongen. 

Het Ankerpark zou moeten worden afgegraven vanwege een sterk vervuilde bodem, veel bomen dienden te worden gerooid. De herinrichting was naar de mening van de HVOL te gekunsteld. Het plan voor het doortrekken van de  Zuidsingel naar de Zijlsingel, historisch volstrekt onverantwoord in verband met het doorbreken van de verdediging van de stad, i.c. de vestingwal, is op advies van de HVOL geschrapt.

Toen bleek dat de grond toch minder vervuild was dan aanvankelijk gedacht, sanering niet nodig was en de meeste bomen behouden konden blijven, was er sprake van een geheel nieuwe situatie. Het pleidooi van de buurt en de HVOL om de vestingwal (hoewel niet oorspronkelijk en ook qua vorm niet historisch correct) te behouden of aan te passen, is door de ontwerpers overgenomen. Een initiatief om een aantal beelden van de Leidse beeldhouwer Frans de Wit een plaats te geven in het park heeft zowel bij de gemeente als anderen (incl. de HVOL) een warm onthaal gekregen. In het park zal ook aandacht worden besteed aan de onderneming die hier in de 19e en 20e eeuw gevestigd was en waaraan de naam van het park is ontleend: de Koninklijke Grofsmederij Leiden, die naast veel andere zaken (zoals spoorrails en ijzeren kettingen) ook ankers maakte. De schoorsteenpijp van de Grofsmederij zal op voorstel van de HVOL op zijn oorspronkelijke plaats terugkomen, nu als een symbolische stalen verbeelding.

HortusvlonderDe gemeente is medio 2020 gestart met een haalbaarheidsstudie voor een vlonder door de Witte Singel, langs de Hortus en de Sterrenwacht om te vermijden dat de Singelpark-wandelaar een 'omweg' aan de stadszijde van dat gebied zou moeten maken. Het bestuur van de HVOL heeft zich fel tegen dat voornemen gekeerd. Juist de relatie van het Singelpark met de historische binnenstad is een deel van zijn kracht en waarde en de stadse 'omweg' is bepaald ook heel aantrekkelijk, w.o. de 5e Binnenvestgracht. Een vlonder over honderden meters door de Witte Singel zou bovendien het schitterende gezicht vanaf de Witte Singel op de Hortus en de Sterrenwacht aantasten: een aantasting van het beschermd stadsgezicht dat niet zou mogen plaatsvinden. Gelukkig bleek al spoedig dat het draagvlak voor een dergelijke vlonder minimaal was en is het idee van tafel gehaald. Bij discussies over de herinrichting van de Jan van Houtkade is begin 2021 opnieuw het idee van een vlonder langs de walkant naar boven gekomen. Het bestuur van de HVOL heeft zich hiertegen verzet.

In september 2020 zijn de Singelparkbruggen officieel in gebruik genomen. Ook het Blekerspark en het Ankerpark zijn officeel opengesteld. Het zijn belangrijke stappen in de voltooiing van het Singelpark. Een belangrijke 'bottleneck' voor een 'rondje Singepark' vormt de energecentrale die aanzienlijk langer open zal blijven dan aanvankelijk was voorzien. 

De website van het Singelpark vindt u hier: http://www.singelpark.nl/

 (bijgewerkt tot 26 februari 2021)

In het voorjaar van 2014 bracht het gemeentebestuur een concept-nota uit over “Waterkracht, beleidskader voor het gebruik van het Leidse water”. De HVOL heeft daarop in mei 2014 gereageerd met een zienswijze. Het vervolgtraject resulteerde in de door B&W uitgebrachte “Scenario’s voor de versterking van de bedrijvigheid op het Leidse water”, welke scenario’s voor de HVOL aanleiding waren in februari 2015 een zienswijze in te dienen, waarin o.a. gepleit werd voor een geprivilegeerde positie voor historische vaartuigen. 

In 2017 heeft het gemeentebestuur een concept Bedrijfs- en Pleziervaartuigenverordening 2017 opgesteld. Het bestuur van de HVOL heeft daarover een zienswijze ingediend, waarin o.a. de steun is verwoord voor de mogelijkheid en ook de kennelijke intentie van het gemeentebestuur strenger te zijn in het vergunningenbeleid met betrekking tot de technische staat en de uiterlijke staat van onderhoud van de vaartuigen. Handhaving op basis van de nieuwe verordening kan een wezenlijke bijdrage leveren aan de 'opschoning' van het Leidse water. We hebben in de zienswijze voorts een aantal wijzigingen in de (concept-)verordening voorgesteld die eveneens de belevingskwaliteit van de Leidse wateren ten goede komen. 

Bij de ontwikkeling van studentenappartementen langs de Langebrug, waar voorheen de sociale dienst en de brandweerkazerne waren gehuisvest, dreigde in 2014 de monumentale brandslangendroogtoren gesloopt te zullen worden. De HVOL heeft daar in september 2014 bezwaar tegen aangetekend. Zie hiervoor de brief van september 2014. Dat bezwaar is gehonoreerd onder de voorwaarde dat er een passende andere bestemming voor de toren zou worden gevonden die economisch rendabel zou zijn. Dat is inmiddels gelukt. De architect Jelle Verheijen heeft het gebouw in eigendom verworven en er zijn eigen architectenbureau in gevestigd. Verder worden er zgn. werkstudio's Jellein gecreëerd, terwijl een grotendeels glazen uitbouw voor vergaderingen en representatieve doeleinden kan worden gebruikt. De verbouwing is in de herfst van 2016 gestart, nadat de omliggende (nieuwe) studentenwoningen gereed waren. Een jaar later kon de brandslangendroogtoren feestellijk door de burgemeester worden geopend, in aanwezigheid van een grote delegatie van de brandweer, met brandweerauto's. Een mooi voorbeeld van behoud en herbestemming van een stukje Leids cultureel erfgoed in de binnenstad. De restauratie/herbestemming van de brandslangendroogtoren haalde de longlist van de Rijnlandse Architectuurprijs, maar niet de shortlist.

Zie voor dit project de website www.debrandmeester.nl

OLN 2-2 en 3-4

Groenen2In de Nieuwe Rijn, omgeving Kraaierstraat en Rijnstraat, liggen al vele jaren een aantal roestige dekschuiten en andere roestige vaartuigen die zeer weinig (meer) worden gebruikt. Niet alleen voor de bewoners in de buurt maar ook voor de HVOL een bron van ergernis omdat zij een aantasting van het beschermd stadsgezicht opleveren. Bovendien waren de vergunningen niet in orde. Toen het college van B&W besloot deze vaartuigen te legaliseren door vergunningen af te geven, heeft de HVOL in januari 2014 daartegen een bezwaarschrift ingediend en ervoor gepleit deze vaartuigen een ligplaats buiten de historische binnenstad te bieden. De gemeente bleek echter zodanig in gebreke te zijn geweest in deze zaak dat zij zich uiteindelijk gedwongen zag de vergunningen te verlenen om oude afspraken en verworven rechten te honoreren. Het bestuur van de HVOL heeft in juni 2016 in een brief aan B&W zijn teleurstelling daarover uitgesproken en het verzoek gedaan de toegezegde voorwaarden voor de vergunning gestand te doen en daarbij een formeel verzoek tot handhaving gedaan. Ook hebben we er opnieuw voor gepleit ligplaatsen buiten de binnenstad te zoeken voor niet in gebruik zijnde dekschuiten.

 

Het gemeentebestuur heeft grootse plannen laten ontwikkelen voor het Stationsgebied. Aangezien die plannen als zodanig nauwelijks raken aan het cultureel erfgoed van de stad, heeft de HVOL gekozen voor een terughoudende opstelling. Maar er is wel een relatie met ons cultureel erfgoed: vanaf Leiden CS is het stationsgebied de entree voor de historische binnenstad. Een zorgvuldige bouwkundige overgang is nodig. Ook moet de – uit economische overwegingen onvermijdelijke -hoogbouw door vormgeving zo weinig mogelijk de visuele zichtlijnen van die historische binnenstad verstoren. Economisch gezien moet het stationsgebied ook niet gaan concurreren met de historische binnenstad.

In december 2013 heeft de HVOL in de raadscommissie een inspraakreactie gegeven. Op het voorontwerp bestemmingsplan Rijnsburgerblok (later Lorenz genoemd) heeft de HVOL in juli 2014 een zienswijze ingediend, waarin o.a. gepleit werd voor voldoende afstand tussen de drie torens van het blok en helderheid werd gevraagd over een mogelijke bedreiging van de molenbiotoop van molen De Valk.

LorentzIn 2020 zijn de twee woontorens van de Lorentz en de onderbouw gereedgekomen, met de bouw van een derde nog hogere toren is in 2021 begonnen. Het
resultaat kunnen we vanauit de HVOL-invalshoek moeilijk als positief beoordelen. De torens vormen tezamen een grote bouwmassa die vanuit diverse hoeken vanuit de binnenstad wel erg masaal is en de onderbouw, de zgn. plint, sluit qua materiaal en grofmazigheid niet aan bij de Leidse binnenstad, hetgeen wel de bedoeling en ook de toezegging was. De overgang van het Stationsplein K1NS-station naar de historische binnenstad had wat de HVOL betreft beter gekund en gemoeten. De aangrenzende plannen voor het complex Octagon lijken die overgang er niet beter op te maken, integendeel. Ook de tegenover het Lorentz-complex voorziene 70 meter hoge gebouw De Geus, met o.a. een bioscoopcomplex, zal bijdragen aan een massaliteit in deze entree naar de Leidse binnenstad die niet in overeenstemming is met de "Leidse maat".


Ondertussen is eind 2019 door het gemeentebestuur een Gebiedsvsie Schipholweg gepresenteerd, die o.a. behelst een ophoging van bestaande panden met woonlagen. Het bestuur van de HVOL zet grote vraagtekens bij de maximum bouwhoogtes die worden
voorgesteld en bepleit in ieder geval de bouwhoogte op de hoek Schuttersveld-Schipholweg te verlagen in verband met de zichtlijnen vanuit de binnenstad. Ook dreigt een al te brute overgang tussen de hoogbouw aan de Schipholweg en de 19e eeuwse laagbouwbuurt tussen Marislaan en Maredijk. En opnieuw zijn molenbiotopen (De Valk, De Herder en de Maredijkmolen) in het geding. Het bestuur heeft op 20 januari 2020 zijn inspraakreactie aan B&W doen toekomen. Daarbij is ook ons commentaar op de ontwikkelingen aan de kop van de Stationsstraat en de aansluiting Schipholweg-Stationsgebied 'meegenomen'.  

In februari 2021 is een concept Gebiedsvisie Stationsgebied gepresenteerd, voortbouwend op de eerdere plannen maar aangepast aan nieuwe ontwikkelingen, waaronder het behoud van het busstation aan de stadszijde van het spoor. De Gebiedsvisie voorziet (opnieuw / nog steeds) in veel hoogbouw, met de optie nog hoger te gaan dan voorzien in de Leidse Hoogbouwvisie 2007. Het bestuur van de HVOL heeft per brief aan het college van 23 februari 2021 gereageerd op de Gebiedsvisie, waarbij ook onze zorgen over de molenbiotopen opnieuw naar voren zijn gebracht. 

OLN 2-1 en 3-4

 (bijgewerkt tot juli 2020)

De totstandkoming van de nieuwe Erfgoednota 2014-2020 van de gemeente kende een uitgebreid traject van inspraak door vele betrokken instanties en verenigingen. Ook de HVOL heeft daaraan actief deelgenomen. Er is uiteindelijk een mooi resultaat bereikt. In de nieuwe Erfgoednota is een duidelijke visie opgenomen over het culturele erfgoed van de stad en hoe daar mee om te gaan.

Het bestuur heeft zijn standpunt over de aan de gemeenteraad voorgelegde concept-Erfgoednota in oktober 2013 uiteengezet een brief aan het college van B&W. De Erfgoednota kunt u vinden op de website van de gemeente Leiden.

In januari 2017 heeft een tussentijdse evaluatie van de Erfgoednota plaatsgevonden, waarbij behalve de gemeente ook verschillende instanties en verenigingen betrokken waren die op dit terrein actief zijn, waaronder de HVOL. Wij zijn in afwachting van het rapport dat daarover wordt opgesteld.

OLN 1-4

 

WatertorenVoor een monumentaal gebouw dat dreigt te verpauperen en/of met de sloop wordt bedreigd omdat het zijn oorspronkelijke bestemming verloren heeft, is – zo mogelijk – herbestemming de aangewezen oplossing, ook al moeten concessies worden gedaan aan het uiterlijk. Dit is met name het geval bij industrieel erfgoed. Maar dat was het ook bij de watertoren aan de Hoge Rijndijk, een rijksmonument. De HVOL heeft in 2012 de plannen om in de watertoren een galerie, een woning en een bed & breakfast te vestigen, met een beperkte opbouw op de watertoren, positief beoordeeld en dat in een zienswijze aan het gemeentebestuur vastgelegd.