De Jan Wastijnpoort was gelegen aan de oostzijde van de Middelstegracht en telde slechts drie huisjes. Oorspronkelijk ging het om een achterhuis met een bijbehorend en ledich erf dat in eigendom was van Jan Jacobsz. Vrijeling. Zijn weduwe verkocht het perceel op 27-06-1654 voor fl. 954 aan de notaris Jan Gerritsz. Outshoorn. Diens erfgenamen verkochten het gesplitste achterhuis aan Jan Wastijn en het inmiddels bebouwde erf aan Frans Carelsz. le Poeter. In 1715 zag Jan Wastijn (of zijn gelijknamige zoon?) kans om nog een huisje in de poort te bemachtigen.

In ieder geval was de poort voor tweederde deel lange tijd eigendom van Wastijn en wellicht is dat de reden waarom zijn naam aan de poort is verbonden. Maar kennelijk vervaagde de herinnering al snel want in 1726 was de naam verbasterd in Jan van Steenspoort en in 1738 in Vestijnepoort. Mogelijk speelde hierbij een rol dat de poortbebouwing nogal vervallen was omdat in de waarbrief van 1738 sprake is van een erff of grond van een huys. In het vroeg 19e -eeuwse register van het Lantaarn- en Brandspuitgeld is de poort verdwenen en stond er op die plek een fabriek van Jacobus Bronkhuizen (tevens de laatstgenoemde eigenaar in het bonboek).