Leidse Patriciaat (tot 1420)

WOUTER WOUTERSZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


WOUTER WOUTERSZ.

functies:

gasthuismr. van O.L.V.gasthuis 1418-19; kerkmr. van St. Pancras 1419-20.

beroep:

drapenier (vgl. bezit raamstede)

landbezit:

1407-08 ½ raamstede in St. Pietershoeve, waarop een rente t.b.v. St. Pieterskerk (Ke. 323 (7) f. 7 en volgende rek.).

rentebezit:

? 1 nobel lijfrente t.l.v. de stad, met zijn zoon Jacob Doom bezeten, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 21).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

PIETER WOUTERSZ. C.S.

 

Previous PageHome PageNext Page


PIETER WOUTERSZ. C.S.

I. WOUTER (TRUDE) HUGENZ.

ovl. voor 8 sep. 1364 (Klo. 1306).

functies:

schepen 1327-28, 39-40; burgemr. 1350-51; gasthuismr. 1355-56.

familie:

de kinderen van zijn zonen Pieter en Herman komen voor onder de magen van Huge Gibenneve (zie ald.); in dat verband is het een interessant gegeven dat een huis te Leiden dat behoorde aan de dochter van Huge Gibenneve, 17 juli 1319 als burchtleen in handen was van Gibe Woutersz.: een verwant van Wouter Hugenz.? (zie Huge Gibenneve). Tr. 1e Mabelie (vgl. zoon Pieter); tr. 2e Machteld (Kam, 'Memorieboek', 178), zij bezat sinds 8 sep. 1364 een rente van 3 £ op 6 morgen land te Noordwijk en 2½ morgen land te Voorschoten (Klo. 1306). Waarsch. uit het 1e huwelijk (in ieder geval Pieter; alleen Herman wordt verm. bij memorie van Machteld en Wouter, en misschien - als enige - uit het 2e huwelijk):

1. Heer Huge Woutersz.

(W. 428 f. 37v. en Kam, 'Memorieboek', 178).

ovl. 6 apr. 1380, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 72).

functie:

kapelaan in St. Pieterskerk, bedienaar van een der vicarieën van Pieter van Leyden, verm. 7 juni 1354 (GvH. 244 f. 48), ook 1 apr. 1359 kapelaan ald. (Ke. 415 f. 24v. en 72).

varia:

1 apr. 1359 getuige bij het testeren van Trude, weduwe van Boudijn van Zwieten (Ke. 1038; 16 sep. 1370 getuige toen heer Floris van Alkemade en heer Philips Jansz. weigerden om de St. Pieterskerk over te geven aan de Duitse Orde (De Geer, DuO., 607).

2. Pieter Woutersz., volgt II.

3. Herman Woutersz.

(Kam, 'Memorieboek', 178 en 191).

functie:

H. Geestmr. 1363-64.

familie:

zijn kinderen verm. 1371 bij de verzoening van de moord op Huge Gibenneve (zie ald.); was zelf toen vermoedelijk ovl.

4. Katrijn

(Kam, 'Memorieboek', 178).

5. Hildegond

(Kam, 'Memorieboek', 178).

?6. Machteld

(Ke. 416 f. 27v.: haar memorie werd gedaan op het graf van heer Huge Woutersz.; RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 eerste deel f. 62v.: onder haar erfgenamen worden allereerst de kinderen van Pieter Woutersz. genoemd); zij is wellicht de Machteld Woutersdr. die Frank Diedwarenz. 29 juli 1366 19 sch. g.g. rente overdroeg (zie ald.). Ovl. 28 mei 1399, begr. St. Pieterskerk (Ke. 416 f. 27v., 323 (2) f. 13v.). Tr. Frank Diedwarenz. (zie ald.). Tot haar erfgenamen behoorden behalve de kinderen van Pieter Woutersz.: Machteld Jan Pietersz's weduwe, Beatrijs Pottersdr., Katrijn Pottersdr. (tr. Herman Bienz.), Machteld Pottersdr. (tr. Gijsbrecht Pietersz.), Floris Tornoy en Clemens van Catwijck, Aagt, echtg. v. Jan Crullenz., Wildijc Jansz., Herman Bijenz. (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 eerste deel f. 62v., vgl. Ga. 455 f. 74 en Klo. 542).

N.B. Vgl. voor Herman Bienz. Ga. 441 f. 42: verm. van zijn kinderen heer Nan Hermansz., Beatrijs Hermansdr. (tr. Floris Gerritsz.), Jan Dijc en Jacob; Hermans vader was mogelijk Bije Nannekiaansz., verm. 28 jan. 1349 in belending van het huis van Claas Wildekensz. en Alijd uten Campe (zie ald.). De echtgenoot van Machteld Pottersdr., Gijsbrecht Pietersz., was mogelijk identiek met Gijsbrecht van Gheylic, die met vrouw Machteld en kinderen Dirk, Wildijc, Potter en Geertruud in het memorieboek van de H. Geest voorkomt (Kam, 'Memorieboek', 219, vgl. Ga. 440 f. 32v.; voor verwanten van hen zie Hendrik Dammasz.).

II. PIETER WOUTERSZ. of MABELIENZ.

(GvH. 221 3e f. na f. 78)

ovl. op 21 febr. 1364-68 (Ke. 416 f. 4v., Ga. 455 f. 34v., Ke. 493 f. 37v.).

functie:

schepen 1353-54, 62-63.

landbezit:

* 8½ hond land te Oegstgeest, 6 nov. 1343 verkocht aan Gerrit uter Delle; hij beloofde 6 nov. 1344 ervoor zorg te dragen dat zijn broer heer Huge afstand deed van de rechten die hij had op dit land (W. 428 f. 37 en v.).

* 11 juli 1353 Posciaenscamp, Meerganc, Smaelhael, 4 hond op de Burch, de steenplaats, het bos gen. de Loete en de Noeterdijc, alles te Zoeterwoude, gekocht met Jan Pietersz., Willems Jans Mansz.z., Gerrit Lijsbettenz. en wijlen Jan Hugenz. (Ke. 493 f. 36v.).

* 19 nov. 1358 16 hond land te Zoeterwoude aan de Leidse vaart (Ga. 786).

rentebezit:

26 aug. 1357 1 £ pay. aan de straat van Marendorp, Rijnzijde; deze was 20 nov. 1385 in handen van Jan Claasz. (Ke. 1062).

familie:

was gezien de namen Wildijc en Heyle uten Campe van zijn kinderen, verwant van (Al)Yde uten Campe en Claas Wildikensz. (zie uten Campe, vgl. ook RANBrab., Arch. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 eerste deel f. 62 en v.); huwde hij een dochter van dit echtpaar?

Kinderen, zonder naam verm. 1371 bij de verzoening inzake de moord op Huge Gibenneve (zie ald.):

1. Willem Dijc, volgt III.

2. Pieter Pietersz.

hij, zijn broer, zwager en zuster en een verder onbekende Dirk van Spenghen twistten over de nalatenschap van Frank Diedwarenz. met het kartuizerklooster bij Geertruidenberg; 13 mei 1405 kwam een scheiding tot stand, daarbij ontving hij de som van 100 £ paym. Zij deden 13 jan. 1406 met de verdere erfgenamen van Machteld Frank Diedwarenz. afstand van hun rechten op haar nalatenschap t.g.v. het kartuizerklooster bij Geertruidenberg (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 eerste deel f. 62 en v.).

3. Machteld

tr. Jan Claasz., verm. 13 mei 1405 (ontving 70 £ paym.) en 13 jan. 1406, zie hiervoor. Jan Claasz. is waarsch. degene die 20 nov. 1385 een rente overdroeg, afkomstig van zijn schoonvader (Ke. 1062, zie hoger). Hun dochter zal zijn:

a. Belie Jan Claasz.dr.

Zij ontving van haar verwant Frank Diedwarenz. 20 jan. 1405 de helft van 27 morgen land onder Woubrugge (Klo. 835)

27 mei 1410 verklaarde zij van Frank en zijn echtgenote 2½ morgen land te Valkenburgerbroek en 7 morgen land te Hoogmade gedurende haar leven ontvangen te hebben; e.e.a. was vervolgens bestemd voor het kartuizerklooster bij Geertruidenberg (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 eerste deel f. 61); zij was 28 juni 1432 begijn te Delft (Klo. 653).

4. Heyle uten Campe

ovl. 14 nov. 1439 (Ke. 416 f. 4v.); zij is wellicht de Heyle uten Campe die in 1363 hofstedehuur te Leiden verschuldigd was aan de graaf (GvH. 19 f. 11v.). St. Pancraskapittel verklaarde 11 nov. 1384 haar een lijfrente en memoriediensten verschuldigd te zijn (Ke. 416 f. 4v.). Stichtte met Margaretha Simonsdr. 25 apr. 1398 in beider woonhuis op de hoek van de Achtergracht en Vrouwenkerksteeg een vrouwenconvent met kapel; schonk daaraan 2 morgen land en een uiterwaard tussen Rijn en St. Pietersland, bij de Zijlpoort, te Leiderdorp (Klo. 1472, F.J.W. van Kan, 'Leiden en de Moderne Devotie', in: E. de Bijll Nachenius, E. Scheenstra, S. Vermeer en M. de Vries, ed., Heimwee naar de middeleeuwen. Opstellen in theologisch perspectief (Leiden, 1989) 22-49, daarin 37-39). Hetgeen zij behield van de 70 £ paym. die haar uit de erfenis van Frank Diedwarenz. toekwam, was volgens scheiding van 13 mei 1405 bestemd voor genoemd convent (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 eerste deel f. 62). Verm. 13 jan. 1406 (zie hoger, nr. 2).

III. WILLEM DIJC (WILDIJC) PIETER WOUTERSZ.Z.

ovl. 9 apr. 1419, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 58v.).

functie:

homan op het Hogeland in het Kerkvierendeel (na 1392; Secr. 84 f. 271).

beroep:

drapenier? Indien hij identiek is met Wildijc, verm. 1383-84 (Posthumus, Bronnen, I 27).

woonhuis:

aan de Hooigracht in Gansoord; verm. 1380-ca. 1390, de H. Geest had hierop 2 s.g.g. met houde (W. 1765 f. 12v.; Blok, Hollandsche stad, I 324); na 1392 in het Kerkvierendeel (Secr. 84 f. 271v.).

huisbezit:

* 1399-1400 een huis en erf tussen Molengracht en Nieuwe Vollersgracht, 1407-08 samen met zijn zwager Daniel Jacobsz. bezeten, daarna bezat deze het alleen; St. Pieterskerk had hierop een rente (Ke. 323 (2) f. 12, 19 en volgende rek.)

* verm. als belender aan de Middelweg 20 jan. 1402, aan St. Pancraskerkgracht 4 jan. 1404 (Klo. 537 en 525).

rentebezit:

* 11 nov. 1365 1 £ pay. op een huis en erf, 1395 afgekocht (RA. 50 f. 7).

* 19 nov. 1381 op ditzelfde huis en erf 1 £ pay., 1395 afgekocht (RA. 50 f. 7).

* 18 okt. 1363 4 £ g.g. op een huis en erf, sinds 5 apr. 1391 een pandrente van 9 s.g.g., 7 jan. 1394 pandrente van 13 s. 7 p.g.g.; deze renten werden 31 jan. 1395 afgeschat (RA. 50 f. 8).

* 21 s. 4 p.pay. op land aan de Maredijk van de H. Geest, verm. 11 mei 1389-9 juli 1411 (Ke. 1012, W. 428 f. 88v. en 111).

* 10 dec. 1393 1 £ pay. op 3 huizen en een boomgaard, 1400 afgelost (RA. 50 f. 29v.).

* 24 apr. 1396 1 gouden oude schild op een huis en erf (RA. 50 f. 63 en 176; W. 429 f. 185).

* 31 dec. 1396 (?) 2 x 20 s.pay. op een huis en erf te Marendorp, voor 7 feb. 1420 door zijn zoon overgedragen aan St. Pancraskapittel (Klo. 526).

* 13 feb. 1397 1 £ pay. op een huis en erf aan de Mare; 30 okt. 1419 door zijn zoon overgedragen aan St. Pancraskapittel (Ke. 416 f. 58v.).

* 2 juli 1403 42 Eng. nobel schuldbrief op een huis en erf (RA. 50 f. 48).

* 14 mrt. 1407 een schuldbrief van 22 £ pay., samen met Pieter Pietersz.; 1408 afgeschat (RA. 50 f. 71).

* 10 s.pay. op een huis en erf aan de Hooigracht, afkomstig van zijn behuwdoom Frank Diedwarenz. (Ke. 416 f. 91-92).

schenkingen:

7 nov. 1403 20 £ pay. aan St. Pancraskapittel voor memoriediensten (Ke. 416 f. 36v.); aan St. Pancrasbegijnhof 1 £ pay. (Klo. 518 f. 26).

varia:

ontving 13 mei 1405 bij de scheiding van de nalatenschap van Frank Diedwarenz. 60 £ paym. (zie hoger bij zijn broer Pieter).

familie:

tr. Agatha. ovl. 14 jan. 1416, begr. St. Pancraskerk, liet 2 nobel na voor memoriediensten; dr. van Claas Boeyenz. en Erkenraad (haar moeder tr. 2e Jan Stoop, zie ald.; Ke. 416 f. 55, 7 f. 67v.). Kinderen:

1. Wouter Wildikenz.

ovl. na 7 feb. 1420 (Klo. 526); bezat 1417-18 een ½ raamstede met daarop een rente voor St. Pieterskerk (Ke. 323 (11) f. 10v.). tr. Alijd, ovl. 2 mei 1425 (Ke. 416 f. 73).

2. Machteld Wildikendr.

3. Erkenraad Wildikendr.

4. Belie Wildikendr.

5. Hildegondis Wildikendr.;

tr. Willem Dirksz. (Ga. 440 f. 20v.).

6. Alijd Wildikendr.

ovl. 13 dec. 1417 (Ke. 416 f. 55v.). tr. Simon Reinersz. (zie ald.).

7. Diedwaar Wildikendr.

ovl. 15 sep. 1411, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 50).

8. Katrijn Wildikendr.

9. Zijburch Wildikendr.

ovl. 5 apr. 1435, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 91v.). tr. Pouwels Reinersz. (Ke. 416 f. 91v.-92, zie ald.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

HEER VOLPRECHT VAN DEN WOUDE

 

Previous PageHome PageNext Page


HEER VOLPRECHT VAN DEN WOUDE

ovl. 11 sep. 1371, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 34).

functies:

vice-cureit van O.L.V.kerk, verm. 3 okt. 1346 (W. 428 f. 14); vicaris te Warmond verm. 28 nov. 1350-13 mrt. 1369 (Rijnsburg 328, Ke. 493 f. 19, Leverland, 'Pastoors van St. Pancras', 66, en Egmond 754 (a)); vice-cureit van St. Pancraskerk 1365; deken van het kapittel ald. sinds 1366 (Leverland, 'Inquisitio conexuum', 86).

woonhuis:

op het Hogeland aan de Uiterste gracht (Hooigracht), strekkend tot de Middelweg; 25 apr. 1371 geschonken aan zijn prebende, evenals de achterliggende huizen en erven aan de Middelweg, de laatste met behoud van vruchtgebruik voor heer Gijsbrecht van Walenburch, heer Dirk Robbrecht en zijn nicht Aagte (vgl. zijn testament van 20 mei 1371; Ke. 493 f. 17 en 992).

landbezit:

* 28 nov. 1350 land te Sassenheim (Rijnsburg 328).

* 24 apr. 1361 de Honghercamp (4 morgen 2 hond land) te Leiderdorp, gekocht;

* 8 feb. 1363 2 morgen 2 hond land te Leiderdorp, gekocht;

* 7 mei 1364 een deel van het Bredeveld (4½ morgen land), Leiderdorp, gekocht; genoemde 3 landerijen droeg hij 24 okt. 1368 over aan St. Pancraskapittel t.b.v. zijn prebende en memoriediensten; opnieuw 20 mei 1371 (Ke. 493 f. 19 en v., Ke. 992).

* 3 onbehuisde hofsteden te Marendorp bij de nieuwe akker tussen straat en vest (opbrengend per hofstad 16 s.g.g. rente) en zijn deel van de uiterdijk ter plaatse, opbrengend 6 s. 6 p.pay. (met zijn deel van de houde); 25 apr. 1371 aan zijn prebende geschonken (Ke. 493 f. 17, zie rentebezit).

rentebezit (zie ook hiervoor):

* 25 apr. 1349 10 s.g.g. met houde op 3/4 huis en erf op de hoek van de Weversteeg en de Breestraat; overgedragen aan het St. Pancraskapittel (Ke. 493 f. 18, Ke. 994 en 493 f. 17).

* 3 x 5 s.g.g. met houde op 3 huizen en erven, naast elkaar gelegen aan Hogelandskerkgracht, strekkend tot de Burchgracht; overgedragen aan St. Pancraskapittel (Ke. 493 f. 17v. en 997).

* 1365 24 s.pay. op een huis en erf in de Donkersteeg en

* 29 sep. 1368 16 s.pay. op een huis en erf aan de Oude Rijn (strekkend tot de Burcht); alle renten 25 apr. 1371 overgedragen aan St. Pancraskapittel (Ke. 493 f. 17v. en 18).

schenking:

24 jan. 1371 6 £ pay. voor de viering van het feest van St. Paulus enz. (Ke. 415 f. 32).

stichting:

1366 de prebende van Conversio Pauli in St. Pancraskerk (Leverland, 'Kapittel van St. Pancras', 83). De collatie bestemde hij 20 mei 1371 voor Willem Jansz., zijn broers zoon en diens erfgenamen (Ke. 992).

varia:

werd 18 aug. 1349 aangesteld tot executeur-test. van Albertus Terninc, investitus van de kerk van Voorhout (Lhorst. reg. 172). Stelde zelf tot executeurs-test. aan: heer Gijsbrecht van Walenborch, mr. Philips van Leyden, heer Gerrit Jacobsz., heer Dirk Robbrecht, Clomannus, kapelaan te Delft, zijn verwant, Willem Jansz., zijn broers zoon, Delfts poorter, alsmede zijn verdere medekanunniken van St. Pancraskapittel (Ke. 874). Testeerde 20 mei 1371 (Ke. 992).

familie:

zijn broer was Jan Willemsz., tr. Elisabeth (Ke. 992); diens zoon Willem Jansz. ontving de collatie van Volprechts prebende; hij zegelde met een leeuw (Ke. 993, 6 apr. 1372). In Volprechts graf in St. Pancraskerk werd Johannes Florisz. van Delf begraven (ovl. 11 sep. 1415), kanunnik, die Volprechts prebende zal hebben bekleed (Ke. 416 f. 54). Stamde wrsch. uit het Delflandse geslacht Van den Woude. Stamvader Huge van den Woude was 1287 Delfts poorter en werd ca. 1320 ald. in de Oude Kerk begraven. Hij had o.m. een zoon Willem, in 1304 nog onmondig (Hoek, 'Uter Lyere', 59). Missch. was de laatste Volprechts vader. Een Jan van den Woude Jansz. was 2 sep. 1354 Delfts schepen (Hoek, 'Lenen Maasland', 86).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

HUGE WOLBRANDSZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


HUGE WOLBRANDSZ.

functies:

schepen 1330-31; kerkmr. O.L.V.kerk 1346-47; H. Geestmr. 1351-52.

landbezit:

(wrsch. hij) 7 morgen land onder Woubrugge (Hoek, 'Rept. Poelgeest', 196).

rentebezit:

10 s.g.g. op een huis en erf aan de Oostgracht, ca. 1370 voor memoriediensten aan St. Pancraskapittel vermaakt (Ke. 415 f. 31).

familie:

zoon (wrsch.):

1. Wolbrand Hugenz.

verm. 11 okt. 1372 als oomzegger van Wit Jan; neef van Dammas Zegersz. c.s. (zie Zegersz.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

JACOB DIRK PIETER WITTENZ.Z.

 

Previous PageHome PageNext Page


JACOB DIRK PIETER WITTENZ.Z.

functie:

kerkmr. van O.L.V.kerk 1407-08, 11-12, 15-16.

woonhuis:

te Marendorp, gezien zijn functie.

landbezit:

* 5 juni 1388 2 morgen land aan 't Scouwersweide te Oegstgeest (Ga. 683).

* land te Voorschoten, verm. 21 dec. 1389 (W. 428 f. 65).

familie:

zoon van Dirk Pieter Wittenz., die 20 jan. 1398 te Marendorp aan de Rijn woonde (Ga. 456 p. 66). Tot zijn geslacht zullen ook hebben behoord: Claas Pieter Wittenz. en diens zoons Jan en Dirk (vgl. Ke. 761 en RA. 50 f. 34v.-36: hij ontving uit Dirk Claas Pieter Wittenz.z. nalatenschap in 1401 30 s.pay.). Dochter:

1. N.N.

tr. Dirk Gerrit Montfoirdenz. (Ga. 456 p. 211, Ga. 683).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

PIETER WIT

 

Previous PageHome PageNext Page


PIETER WIT

functies:

schepen 1391-92, 99-1400, 1400-01; kerkmr. van St. Pieter 1403-04, 06-07.

beroep:

korenkoper (1397-98, GvH. 1474 f. 33v.).

woonhuis:

aan de Breestraat-Rijnzijde, verm. 7 mei 1380 (W. 428 f. 3).

huisbezit:

* verm. als belender aan de Diefsteeg 10 mrt. 1400 (W. 954).

* een ½ huis en erf aan St. Nicolaasgracht, waarop 8 s.g.g. rente rustte; 13 juli 1394 verkocht (Secr. 1528).

rentebezit:

* 26 mei 1402 16 Eng. nobel lijfrente samen met zijn vrouw bezeten, t.l.v. de stad, losbaar met 106 2/3 nobel; verm. 1412-13 (Secr. 80 f. 65v., 513 f. 18).

* 10 Eng. nobel lijfrente, alsboven (Secr. 513 f. 19).

* de gift van een huis en erf, verm. 11 mrt. 1403 (RA. 50 f. 39v.).

* zes renten op huizen en erven te Leiden, o.m. aan de Rijn, 14 apr. 1418 verkocht (RAZH, Familiearchief Cousebant 1006 f. 5).

borgstelling:

* 7 feb. 1385 Willem Claasz. en Gerrit Willemsz. (Secr. 19 f. 66).

* 2 nov. 1415 Costijn Jacobsz. (Secr. 20 f. 52).

varia:

zegel: twee reptielen in horizontale richting onder elkaar (Ke. 549, 22 jan. 1400); pachter van de Leidse turfaccijns met Jacob Coman 1 feb. 1392-93; van de Hal met Willem Tedenz. 1 feb. 1392-93 (Rek. Lei., I 5); van de wol- en velleaccijns 11 juni-6 aug. 1399 (Rek. Lei., I 58).

familie:

hij is wellicht dezelfde als Pieter Jans Wittenz., zoon van Jan die Witte (ovl. tussen 30 juni 1354 en 3 aug. 1374) en van Lijsbeth, dr. van Jan Philipsz. (zie Pieter Gobburgenz. c.s. onder IIIe.); zou dan het zegel van zijn moeders familie hebben overgenomen. tr. tussen 13 apr. 1399 en 26 mei 1402 (Rijnsburg 462; zie Secr. 80 f. 65v.). Tr. Alijd, ovl. 4 mrt. 1419, begr. St. Pancraskerk, liet 1 nobel na voor memoriediensten (Ke. 416 f. 57v.; Ga. 334 (28) f. 18); zij kocht 13 apr. 1399 1 £ pay. rente op een huis en erf te Rijnsburg, door haar man 12 apr. 1413 verkocht (Rijnsburg 462). (tr. eerder Simon Simonsz., Rijnsburg 462, zie Willem Luutgardenz. c.s.). Hij tr. waarsch. eerder Margriet, dr. van Adam Adamsz. (zie heer Claas Adamsz.). Pieter zal verwant zijn van Jacob Dirk Pieter Wittenz.z. (zie hierna).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

HEER GERRIT DIE WIT

 

Previous PageHome PageNext Page


HEER GERRIT DIE WIT

ovl. voor 7 feb. 1442 (Ga. 980 f. 8v.).

functie:

priester; vicaris van de kapelanie gesticht door Willem Nannenz. en Willem Foytken (verm. 26 mei 1383; Ke. 416 f. 74v.).

woonhuis:

aan St. Pancraskerkhof; hierop had mr. Claas Dirk Coenenz. 4 p.pay. met houde die hij 30 dec. 1419 overdroeg aan St. Pancraskapittel (Ke. 416 f. 59).

huisbezit:

een huis en erf aan de Oude Rijn, hem aanbestorven; tegen 40 s.pay. rente 6 apr. 1402 verkocht (Ga. 980 f. 7v.).

landbezit:

14 hond land aan de Zijl te Warmond, gekocht (Ga. 1182 f. 30).

rentebezit:

* 26 mei 1383 5 nobel lijfrente, samen met zijn neef Jan Gerritsz., t.l.v. de stad, verm. 1412-13 (Secr. 80 f. 65v., 513 f. 18).

* 31 dec. 1394 1 £ pay. op huizen en erven in de Camp; 20 juni 1430 overgedragen aan St. Pancrasbegijnhof (Klo. 545).

* 28 £ pandbrief op een huis en erf aan de Oude Rijn, afkomstig van een panding van 21 okt. 1383 door zijn vader (Ga. 980 f. 7).

schenking:

1400 aan St. Pancraskerk 8 £ pay. t.b.v. memoriediensten (Ke. 416 f. 31).

varia:

was 15 dec. 1400 getuige toen Aagte, Claas Barlaers weduwe, testeerde (Ga. 455 f. 61v.)

familie:

behoorde tot het nageslacht van Claas Nannenz. (zie Nannenz.), aangezien hij bedienaar van diens vicarie was. Zoon van Jacob Gerritsz. en Hildegond Jansdr.; Hildegond werd 29 juni 1359 beleend met 2 morgen land te Rijnsaterwoude, grfl. leen, afkomstig van haar vader Jan Jacobsz. - opnieuw beleend met ledige hand 1390, zij woonde toen te Leiden - (Ke. 416 f. 74v., GvH. 225 f. 68 en 708 f. 1v.). Zijn tantes van moederszijde waren (Ke. 416 f. 31 en 74v.): Elisabeth, tr. Coenraad, en Clemense Jacobsdr. (die Aarnd Jan Godenz. huwde? zie Gode).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

WERMBOUD WILLEMSZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


WERMBOUD WILLEMSZ.

ovl. voor 6 dec. 1386 (W. 428 f. 75).

woonhuis:

wrsch. aan de Burchgracht, verm. 5 jan. 1360 (vgl. Secr. 81 f. 19v. en 42v.).

familie:

tr. Beatrijs, dr. van Steven Poes (zie Hamer); zij kocht 6 dec. 1386 1 £ pay. rente op een huis en erf aan de Oostgracht, die zij 23 apr. 1392 overdroeg aan de H. Geest (W. 428 f. 75); bezat met zoon Jan Hamer 6 nobel lijfrente t.l.v. St. Pieterskerk, verm. sinds 1398-99 (Ke. 323 (1) f. 14v. en volgende rek.); ovl. tussen 1409 en 1412 (Ke. 323 (8) f. 18 en (9) f. 17v.).

kinderen:

1. Willem Wermboudsz.

trad 23 feb. 1394 op t.b.v. Stefanie, weduwe van zijn grootvader Steven Poes Hamer (zie ald.); was missch. identiek met degene die in 1396 met anderen de tiende van Velsen pachtte van de graaf (GvH. 1474 f. 6v.).

2. Claas Wermboudsz.

trad 23 feb. 1394 op t.b.v. Stefanie, weduwe van zijn grootvader (zie hoger). Ovl. tussen 18 mrt. 1427 (Ga. 646) en 7 juli 1434 (C. Hoek, 'Acten betreffende Maasland', OV 24 (1969) 141). Tr. Kerstijn Frank Michielsz.dr. (zie Van den Hove).

kinderen:

a. Wermboud Claasz.

(Hoek, Repertorium op de lenen van de Lek en Polanen gelegen in Delfland, Schieland, op het eiland IJsselmonde en in de Lek (13e eeuw-1650), OV 37 (1982), 141, 185).

b. Haze Claasdr.

verm. 17 apr. 1477 (Ga. 646; zie ook Hoek, 'Lenen van de Lek', 185).

c. Trude Claasdr.

non in het St. Ursula of Elfduizend Maagdenklooster te Warmond verm. ca. 1450-60 (Van Kan, 'De bevolking van het Elfduizend Maagdenklooster te Warmond in de 15de eeuw', in J.W. Marsilje e.a., Uit Leidse bron geleverd (Leiden 1989), 113).

d. Margriet Claasdr.

non te Rodenburg (ibidem).

3. Johannes Wit alias Jan Hamer Wermboudsz.

functie:

13 juni 1376 nog clericus, 1398-99 priester (Brom, Bullarium, II 286; Ke. 323 (1) f. 14v.). De paus gaf 13 juni 1376 de proost van Arnhem en de deken van St. Pancras te Leiden opdracht hem de vacante vicarie van St. Nicolaas en St. Catharina te 's-Gravenzande te verlenen (Brom, Bullarium, II 286).

landbezit:

8 juni 1395 7½ hond land te Oegstgeest (W. 429 f. 144).

rentebezit:

* 6 nobel lijfrente t.l.v. St. Pieterskerk, samen met zijn moeder bezeten, verm. sinds 1398-99 (Ke. 323 (1) f. 14v. en volgende rek.)

* 22 juli 1396 36 s.pay. op een ½ werf en de ½ van 5½ morgen land, spruitend uit verkoop; 20 jan. 1404 verkocht (W. 428 f. 125v.).

varia:

was 15 dec. 1400 getuige bij het testeren door Aagte, Claas Barlaers weduwe (Ga. 455 f. 61v.).

?4. Aagte

tr. Nanne Dirksz. van Lis. Zij droeg met haar zoon Wermboud Nannenz. als voogd, 7½ hond land, afkomstig van heer Jan Hamer, over aan de H. Geest ingevolge diens testament (W. 429 f. 144); gezien deze overdracht en de naam van Aagtes zoon (Wermboud) lijkt het waarschijnlijk dat Aagte een dr. was van Wermboud Willemsz.; daar kan nog aan worden toegevoegd dat Wermboud Nannenz. neef was van heer Gerrit Pieter Dirksz.z., die in vrouwelijke lijn uit het geslacht Hamer stamde, evenals heer Jan Hamer (zie Van Lis).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl