Leidse Patriciaat (tot 1420)

DIRK TIERLOET

 

Previous PageHome PageNext Page


DIRK TIERLOET

ovl. voor 8 mei 1370 (Ke. 493 f. 48v.).

functies:

schepen 1338-39; H. Geestmr. 1341-42, 58-59, 61-62.

(woon?)huisbezit: een huis en erf aan de Oude Rijn, verm. 13 juni 1336 (W. 428 f. 8).

landbezit:

* 8 mei 1353 14 morgen land te Alphenerhoorn, verhuurd (Lhorst. 1 f. 100).

* 24 sep. 1365 9 morgen land te Voorschoten en Valkenburg, gemeen gelegen met land van het klooster Leeuwenhorst; dit klooster bezat hierop 4 £ pay. rente (Lhorst. 1 f. 92v.-93).

rentebezit:

* 11 mrt. 1350 25 s.g.g. op een huis en erf aan St. Pieterskerksteeg, door zijn erfgenamen 8 mei 1370 aan zijn prebende overgedragen (Ke. 493 f. 48v.).

* 8 dec. 1358 1 £ g.g. op een huis en erf te Marendorp (hofstedehuur, vermoedelijk spruitend uit erfuitgifte); 9 nov. 1361 door Floris Foytken, neef van zijn vrouw, overgedragen aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 20v.)

* 11 nov. 1359 18 s.g.g. op een huis en erf te Leiden, 8 mei 1370 door zijn erfgenamen overgedragen op zijn prebende (Ke. 493 f. 48v.)

* 24 juni 1360 5 s.pay. op een huis en erf te Leiden,

* 28 p.pay. op een huis en erf aan de Groenesteeg en

* 28 p.pay. op een huis en erf aan de Middelste gracht (Oostgracht).

Deze 3 renten vererfden via zijn vrouw op haar zr. Geertruud Claas Screvels weduwe (Ke. 493 f. 67).

* 17 okt. 1363 30 s.pay. op een huis en erf op het Hogeland,

* 18 feb. 1367 1 £ pay. op een huis en erf aan de Hooigracht en

* 18 apr. 1367 30 s.pay. op een huis en erf te Marendorp tussen Middelgracht en Stadsvest; laatstgenoemde 3 renten droeg hij 8 nov. 1368 over aan St. Pancraskapittel (Ke. 517).

* 19 juni 1367 40 s.g.g. op een huis en erf aan de Breestraat, door zijn erfgenamen 8 mei 1370 overgedragen aan zijn prebende (Ke. 493 f. 48v.).

stichting:

1369 St. Michaelsprebende in St. Pancraskerk (Leverland, 'St. Pancraskapittel', 83). Verleende zijn neef Dirk Simonsz. 21 sep. 1369 de collatie; stierf deze kinderloos dan zou deze zijn voor diens zr. Gimme om tenslotte aan het kapittel te komen (Ke. 420 f. 69). Eerste bekleder van de prebende was heer Dirk Hendriksz. (Leverland, 'St. Pancraskapittel', 83; Ke. 415 f. 5v., 493 f. 82).

schenking:

voor 30 apr. 1358 5 £ pay. op o.m. een huis en erf te Leiden (zijn bezit?) aan het klooster Leeuwenhorst (Lhorst. reg. 208).

varia:

12 juni 1349 getuige bij een verkoop aan het klooster Leeuwenhorst; ontving 9 juli 1352 land t.b.v. dit klooster (Lhorst. 1 f. 57v., 114 en 94).

familie:

zijn erfgenamen waren (verm. 25 juni 1370) Baarnd Baarndsz., Claas Hendriksz. en Daniel Hendriksz. (Ke. 960). Kinderen van deze Claas Hendriksz. waren vermoedelijk de kanunnik Johannes Claasz., Dirk Tierloet en Gimme (Ke. 416 f. 48). Hij noemde Dirk Simonsz. zijn neef (zie stichting). tr. Femeynse, ovl. voor 9 nov. 1361 (Ga. 455 f. 20v.), dr. van broeder Floris Foytkensz.; haar zr. Geertruud was echtgenote van Claas Screvel, gegoed te Leiderdorp (Ke. 493 f. 67; GvH. 242 f. 78; Muller, 'Het Oude Register', 227). Floris Foytken, verm. 9 nov. 1361, noemde Femeynse tante (Ga. 455 f. 20v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

WILLEM TEDENZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


WILLEM TEDENZ.

functies:

schepen 1391-92; homan van het bon Zevenhuysen ca. 1400 (Secr. 84 f. 271).

beroep:

drapenier (1385, GvH. 1240 I f. 114v.).

huisbezit:

een huis en erf in de Weversteeg, op de hoek van de Vollersgracht, verm. 24 juni 1392, hierop had de H. Geest 10 s.g.g. rente (W. 428 f. 60).

landbezit:

* 8 dec. 1375 3½ morgen land te Zoeterwoude, door zijn echtgenote aan St. Pancraskapittel vermaakt (Ke. 415 f. 91).

* land te Leiderdorp, verm. 19 apr. 1382 (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 f. 177v.).

borgstelling:

8 feb. 1370 Volprecht Jansz. (Secr. 19 f. 21).

varia:

pachter van de Leidse Hal 1 feb. 1392-93 samen met Pieter Wit (Rek. Lei., I 5).

familie:

tr. Aagte, ovl. 26 nov. 1383, begr. St. Pancraskerk, dr. van Pieter die Asinc (Ke. 415 f. 91; Ga. 440 f. 19, zie Die Bruun III).

kinderen:

1. Pieter Willem Tedenz.z

woonhuis:

aan het Rapenburg verm. 1417-18 (Ke. 323 (11) f. 43v.).

rentebezit:

17 mrt. 1411 28 nobel schuldbrief op een huis en erf te Leiden, afgeschat 19 okt. 1411 (RA. 50 f. 117).

borgstelling:

10 mei 1417 Willem Hendriksz. (Secr. 20 f. 56).

familie:

tr. Aagte, ovl. 19 sep. 1420, begr. St. Pancraskerk in het graf van haar oom Pieter Poes; wrsch. dr. van Dirk Hoogstraat (Ke. 416 f. 63v., zie Pieter Gobburgenz. c.s. en Hoogstraat). Zij bezat 1412-13 met Geertruud Aarnd heren Jansz. een lijfrente van 2 nobel 33 groten t.l.v. de stad (Secr. 513 f. 20v.) en met Katrijn, dr. van Gerrit Hoogstraat een van 3 nobel (ibidem).

2. Katrijn Willem Tedenz.dr.

ovl. na 5 mrt. 1430 (GvH. 712 f. 116v.). tr. Jan Dirk Coenenz. (Secr. 513 f. 19 en 22).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

IJSBRAND STREVELANT WILLEM(SZ.) (DUKERSZ.)

 

Previous PageHome PageNext Page


IJSBRAND STREVELANT WILLEM(SZ.) (DUKERSZ.)

functies:

schepen 1395-96; schout van Voorschoten sinds 12 nov. 1393; verm. 26 apr. 1394 (GvH. 892 f. 14v.; Scheffer, Beveelboeken, I 8; Huisarch. Duivenv. 4; GvH. 1879 f. 1v.).

beroep:

wijnkoper (1412-13, Ke. 323 (9) f. 21); ontving ca. 1400 het aandeel van Jan van den Bosch' kinderen in een steenplaats, van deze afkomstig (Secr. 84 f. 70).

woonhuis:

* naast het Dinghuis aan de Hofweg; hierop bezat Pieter Heerman een rente van 29 s. 13 p.g.g. met houde die hij 21 feb. 1416 aan de Duitse Orde overdroeg (DuO. 1978 f. 36v.);

* een huis en erf aan de Breestraat; de H. Geest had hierop een rente van 11 s. 3 p.g.g.; verm. 1421, ontving hierop 17 juli 1422 een pandrente (W. 429 f. 31 en tafel; W. 428 f. 132).

landbezit:

* land, wrsch. te Voorschoten, verkocht 26 apr. 1394 (Huisarch. Duivenv. 4).

* 1402-03 ½ erf, waarop St. Pieterskerk een rente bezat; direct verkocht aan IJsbrand Hoflant (Ke. 323 (5) f. 18 en 18v.).

* 27 jan. 1379 4 hond land te Oegstgeest, Wassenaars leen (Hoek, 'Wassenaar', 552-553).

* 1 morgen land, Ossegras (te Warmond?), in leen gehouden van de heer van Warmond, verkocht 1 nov. 1390 (Huisarch. Warmond 690, charter nr. 5).

* een hofstad te Warmond, in erfhuur gehouden van de hofstad Voorne, verm. 1400-05 (GvH. 1478 f. 57v., 1479 f. 52v., 1480 f. 50v.).

borgstelling:

* 24 mrt. 1405 Jan Gisenz. (Secr. 20 f. 19).

* 12 juni 1406 Heym Boudijnsz. (Secr. 20 f. 23v.).

* 26 sep. 1408 Claas Duker, van Sassenheim (Secr. 20 f. 31v.).

* 3 nov. 1408 Pieter Floris Gerritsz.z., van Valkenburg (Secr. 20 f. 31v.).

* 6 nov. 1408 Pieter Splintersz., van Rijnsburg (Secr. 20 f. 31v.).

* 23 mei 1409 Jan Duker Aarstsz. (Secr. 20 f. 33).

* 4 dec. 1412 Gijsbrecht Philipsz., van Warmond (Secr. 20 f. 44v.).

* 15 juni 1413 Voppe Coekebacker (Secr. 20 f. 45v.).

varia:

zegel: een ankerkruis met ster in het hart (Huisarch. Duivenv. en Ga. 1003, 26 apr. 1394 en 7 nov. 1395). Was 28 dec. 1399 een der bemiddelaars bij de deling van de nalatenschap van Jan heren Simonsz. (Secr. 84 f. 66).

familie:

deed 16 juli 1395 met Simon Rondiel en Jan Duker afstand t.b.v. Alide, dr. van Claas Duker, tr. Herman Jansz., van een kamp land te Warmond (Secr. 1724; een Claas Duker was 4 mei 1358 knaap, Rijnsburg 391). Zijn oom was Dirk ver Noenenz. (Hoek, 'Wassenaar', 552). Wrsch. zoon van Willem Duker, schout te Warmond 1368-69 (GvH. 1862 f. 2v.). Zijn moeder stamde, gezien de ster in het hart van zijn wapen en zijn naam, uit het geslacht Strevelant (zie hoger). De Jan Duker te Sassenheim die 1399 als welgeborene zijn krijgstocht afkocht behoorde tot zijn familie (GvH. 368 f. 10, vgl. ook Secr. 20 f. 31v., Claas Duker). Verder stond hij in relatie tot Jan Duker Aarstsz., broer van heer Dirk Robbrecht, kanunnik van St. Pancras (Ke. 977). Een van beide Jan Dukers noemde hij 1 nov. 1390 neef (Huisarch. Warmond 690, charter nr. 5).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

(VAN) STREVELANT / VAN DER LAEN

 

Previous PageHome PageNext Page


(VAN) STREVELANT / VAN DER LAEN

I. HENDRIK (VAN) STREVELANT

ovl. na 17 mrt. 1334, begr. St. Pieterkerk (W. 1195).

functie:

schout van Oegstgeest, verm. 18 dec. 1323 (Ke. 749).

landbezit:

land te Warmonderbroek, verm. 16 okt. 1333 (GvH. 243 f. 99v.).

rentebezit:

o.a.

* 40 s. g.g. op een huis en erf te Leiden en

* 1 £ g.g. op een huis en erf te Leiden.

Beide renten 17 mrt. 1334 vermaakt aan de H. Geest (W. 1195).

varia:

zegel: 3 sterren (Ke. 749, 18 dec. 1323). Zegelde op verzoek 28 mrt. 1326 t.b.v. Dirk, burggraaf van Leiden; was toen knaap en diens leenman (GvH. 243 f. 57). Testeerde 17 mrt. 1334, deed schenkingen aan de St. Pieters- en St. Pancraskerk te Leiden, de kerken te Rijnsburg, Katwijk en Oegstgeest, alsmede aan de Leidse H. Geest. Hij verzocht zijn zoons IJsbrand Strevelant en IJsbrand van der Laen alsmede Huge van der Bregghe om zijn executeurs-test. te zijn (W. 1195).

familie:

neven: IJsbrand en Jacob Jansz. Strevelant en Willeken en Huge veren Haseken (W. 1195). Tr. Margriet (ibidem), zij was gegoed te Warmond (Hoek, 'Wassenaar', 33). Kinderen (W. 1195):

1. IJsbrand Strevelant

(tweeling met 2; Nass. Dom. 6461 (44) f. 341v.).

landbezit:

5½ morgen 8 hond land te Oegstgeest, 9 jan. 1336 opgedragen aan Jan van Polanen (Nass. Dom. 6461 (44) f. 341v.).

varia:

aangesteld tot zijn vaders executeur-test. 17 mrt. 1334 (W. 1195).

familie:

dochter:

a. Cathelijne

zij bezat 5½ hond en 8 hond land te Oegstgeest, Polaans leen, afkomstig van haar vader (Nass. Dom. 6461 (44) f. 341v.). tr. Gerrit uten Hoflande (zie Van den Bosch).

2. IJsbrand van der Laen, volgt II.

3. Aarnd

verm. 17 mrt. 1334 (W. 1195).

4. B..cen (Bercen?)

(ibidem).

5. Machteld

ovl. 1406-07 (Ga. 334 (14) f. 10); zij bezat sinds 10 feb. 1383 26 s. 8 p.pay. rente op een huis en erf in het Noordeinde, 17 aug. 1385 aan de H. Geest geschonken (W. 428 f. 56v.); schonk St. Catharinagasthuis 1396-97 samen met Jutte Danielsz. van der Haer de halve buik van een koe (Ga. 334 (3) f. 7v.).

6. Katrine

7. Elisabeth

N.B. Missch. huwde een van Hendriks drs. Willem Duker, waaruit o.m. IJsbrand Strevelant Willem Dukersz.; behalve diens naam vormt het hartschild van zijn zegel (een ster) daarvoor een aanwijzing (vgl. hierna).

Tussen de bastaard van Jan Vos, IJsbrand Strevelant en het geslacht Strevelant zal gezien zijn naam eveneens verband bestaan (zie ook Vos).

II. IJSBRAND VAN DER LAEN en VAN SEVENHUYSEN

(Nass. Dom. 6461 (44) f. 341v.).

Begr. St. Pieterskerk (W. 428 f. 98v.).

functie:

schepen 1335-36, 36-37.

landbezit:

land, gehuurd van de abdij van Egmond, wrsch. te Boschuysen onder Zoeterwoude, tegen 5 £ pacht p.j. (Egmond 763 f. 54).

rentebezit:

17 feb. 1338 7 s.g.g. op een huis en erf te Leiden (Ga. 455 f. 83).

varia:

zegel: vair (W. 1195, 17 mrt. 1334).

familie:

zijn zegel komt overeen met dat van het geslacht van Willem Luutgardenz., hoewel zijn vader met drie sterren zegelde. Mogelijk was Margriet, zijn moeder, uit dit geslacht afkomstig, in ieder geval een familierelatie tussen beide families is aannemelijk op grond van de zegels en van het feit dat in het geslacht van Willem Luutgardenz. eveneens een IJsbrand van der Laen voorkomt, die bovendien renten overdroeg aan St. Catharinagasthuis ingevolge het testament van Aarnd IJsbrandsz. van der Laen (zie ald.). Tr. Lijsbeth, dr. van Hendrik Claasz. en Margriet, begr. St. Pieterskerk (W. 428 f. 98v.; Kam, 'Memorieboek', 198; Ga. 442 f. 77).

zoon:

1. Aarnd IJsbrandsz. van der Laen

ovl. tussen 18 sep. 1398 en 31 aug. 1408 (Ga. 455 f. 68v. en 83).

huisbezit:

* betaalde 1363 4 p.g.g. hofstedehuur te Leiden aan de graaf (GvH. 19 f 11v.).

* 4 kameren aan St. Pieterskerksteeg bij het kerkhof, 14 sep. 1364 verkocht tegen 2 s.g.g. rente (Ga. 455 f. 82v.).

landbezit:

* een hofstede, gekocht van de graaf en afkomstig van Gerrit van Boschuysen; de graaf had hierop 9 p.g.g.; verm. 1344-45 (Hamaker, Rek. Holl., II 116).

* ½ van 3½ morgen land te Koudekerk in de Hoge Waard, verm. 13 dec. 1352 (GvH. 244 f. 21v.); schonk hierop 18 apr. 1398 1 £ pay. aan de H. Geest (W. 428 f. 9v.) en 18 sep. 1398 1 £ pay. aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 68v.).

rentebezit:

* 14 sep. 1364 2 s.g.g. op 4 kameren (zie huisbezit).

* 16 feb. 1378 10 s.pay. op een huis en erf in het Noordeinde, wrsch. spruitend uit uitgifte (Ga. 455 f. 82).

* 7 s.g.g. op een huis en erf te Leiden, afkomstig van zijn vader; genoemde drie renten droeg IJsbrand van der Laen Herman Willemsz.z. 31 aug. 1408 over aan St. Catharinagasthuis ingevolge Aarnds testament i.p.v. de hoger verm. rente van 1 £ op land te Koudekerk (Ga. 455 f. 83).

familie:

tr. Lucie (Ga. 442 f. 77, Kam, 'Memorieboek', 198).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

JAN STOOP

 

Previous PageHome PageNext Page


JAN STOOP

beroep:

drapenier (vgl. bezit raamstede).

woonhuis:

in St. Pietersparochie (Ke. 323 (6) f. 13v.); 2 mrt. 1390 aan de Breestraat, met zijn moeder (W. 428 f. 68).

huisbezit:

1409-10 een huis en erf te Leiden, waarop St. Pieterskerk een rente had (Ke. 323 (8) f. 15).

landbezit:

* een erf tussen Nieuwe Vollersgracht en Hoeflaan, met daarop een rente voor St. Pieterskerk, verm. 1398-99 en later (Ke. 323 (1) f. 7v.), verkocht 1402-03 (Ke. 323 (5) f. 14 en 18).

* 1407-08 een erf tussen Nieuwe Vollersgracht en Hoeflaan; sinds 1412-13 nog maar de ½; 1413-14 Willem Stoop in zijn plaats (Ke. 323 (7) f. 10, (9) f. 10 en (11) f. 14v.).

* 1417-18 een raamstede, waarop een rente t.b.v. St. Pieterskerk (Ke. 323 (11) f. 11v.).

familie:

zoon van Willem Stoop en Diedwaar (Ke. 7 f. 67v.). Diedwaar bezat 1421 een huis en erf aan Bronstgenssteeg, de H. Geest had daarop 3 s.pay. rente (W. 429 f. 46 en tafel).

kinderen:

1. Aagte

ovl. 14 jan. 1416, tr. Willem Dijc Pieter Woutersz.z. (Ke. 416 f. 55, Ke. 7 f. 67v., zie Pieter Woutersz.).

2. Willem Stoop

(Ke. 7 f. 67v.).

landbezit:

* een ½ erf, tussen Nieuwe Vollersgracht en Hoeflaan, met daarop een rente voor St. Pieterskerk, afkomstig van zijn vader (Ke. 323 (11) f. 14v.).

* 1417-18 een erf ald. (Ke. 323 (11) f. 14v.).

* 3/4 raamstede waarop een rente met houde voor St. Pieterskerk, verm. 1417-18 (Ke. 323 (11) f. 11).

rentebezit:

een lijfrente van 1 nobel 6 groten t.l.v. de stad, samen met zijn zr. Marceli, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 20v.).

3. Gerrit Stoop

(Ke. 7 f. 67v.).

4. Pieter Stoop

familie:

tr. Ermgard, dr. van Hendrik Paedsenz. (zie Paeds)

5. Erkenraad

(Ke. 7 f. 67v.).

6. Katrijn

(Ke. 7 f. 67v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

WILLEM VAN STIENBERGHEN

 

Previous PageHome PageNext Page


WILLEM VAN STIENBERGHEN

functies:

schepen 1340-41, 45-46, 46-47; schout van Oegstgeest verm. 1 juli 1340 (Rijnsburg 278).

woonhuis:

een huis en erf bij de Oude Rijn, voor 20 nov. 1372 (Ke. 493 f. 31).

varia:

zegel: een schuinstreep met linksboven een adelaar (W. 986, 2 nov. 1340; Rijnsburg 278, 1 juli 1340).

familie:

gezien de adelaar in zijn zegel vermoedelijk verwant met geslacht Van Zijl, vgl. ook de verm. 31 juli 1408 van Jonijs van Zijl Willemsz. van Stienbergen (Hoek, 'Domproostdij', 19). Zijn broer was missch. Jan van Stienbergen die 29 jan. 1376 4 morgen land te Alphen verkocht met instemming van o.m. zijn broer Willem (Ke. 493 f. 65v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

STANTVAST

 

Previous PageHome PageNext Page


STANTVAST

I. JAN STANTVAST

tr. Clare (Ke. 418 f. 88v., 416 f. 15).

kinderen:

1. Ludolf Jansz., volgt II.

2. Femeynse

(Ga. 440 f. 29v.)

verm. 28 juli 1373 (RA. 2 f. 20v.).

II. LUDOLF JANSZ.

(Ke. 416 f. 15).

ovl. 1390 (Ke. 418 f. 88v.).

huisbezit:

* 22 nov. 1387 een huis en erf aan de Nieuwe Rijn (Ga. 549).

* 1 feb. 1388 een huis en erf aan de Oude Rijn te Marendorp (Ke. 416 f. 15).

molen:

te Zoeterwoude, verm. 21 feb. 1382 (W. 428 f. 45).

landbezit:

* land te Leiderdorp in het Grote Weer, verm. 7 jan. 1368 (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 f. 177v.-178).

* 11 mei 1370 1½ morgen land tussen Rijn en Afterdijc in Hontswijc, Koudekerk (Ga. 456 p. 341).

rentebezit:

* 3 jan. 1369 1 £ pay. op een huis en erf aan de Hooigracht, 13 feb. 1374 aan de H. Geest geschonken (W. 428 f. 31 en v.).

* 1 feb. 1388 1 £ pay. op een huis en erf aan de Oude Rijn te Marendorp, door zijn zoons en schoonzoons 3 apr. 1391 aan St. Pancraskapittel overgedragen (Ke. 416 f. 15).

* 3 £ pay. op een huis en erf te Leiden, overgedragen aan St. Pancraskapittel, met verplichting daarvan 1 £ pay. rente te geven aan de H. Geest (verm. 13 apr. 1391; W. 428 f. 70).

varia:

23 jan. 1382 droeg hij een rente over ingevolge het testament van Willem Scickersz. en Geertruud Zegersz. (W. 428 f. 45, zie Dammas Zegersz. c.s.).

familie:

tr. 1e N.N.; tr. 2e Geertruud (Kam, 'Memorieboek', 204) Zegersdr., weduwe van Willem Scickersz. (vgl. voornoemde renteoverdracht en het feit dat in het Grote Weer 19 apr. 1382 Willem Scickers kinderen als gegoed worden vermeld en daarvoor in de plaats 22 sept. 1382 Ludolf Jansz.'s stiefkinderen, RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 f. 177v.).

Uit het 1e huwelijk:

1. Jan Stantvast Ludolfsz.

ovl. 1400-01, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (3) f. 12).

functie:

schepen 1383-84, 84-85, 90-91, 92-93.

beroep:

drapenier (21 nov. 1385; GvH. 1236 f. 95v., 1240 I f. 114v.).

woonhuis:

in het Wanthuisvierendeel, verm. ca. 1390 (Blok, Hollandsche stad, I 324).

landbezit:

2 erven aan Levendaalsgracht in St. Pietershoeve, verm. 1398-99, St. Pieterskerk bezat hierop een rente; na hem in bezit van zijn weduwe; 1407-08 niet meer verm. (Ke. 323 (1) f. 6 en v., 323 (7)).

rentebezit:

* 22 juli 1384 pandrente van 9 s. 4 p.pay. op een huis en erf te Leiden, afgeschat 31 jan. 1395 (RA. 50 f. 80).

* 20 comans groten op een huis en erf aan de Breestraat,

* 9 comans groten op een huis en erf ald.,

* 2 groten 2 p.pay. op een raam en erf in St. Pietershoeve,

* 10 comans groten op een huis en erf in de Weversteeg;

voornoemde 4 renten vermaakte hij met zijn broer Mouwerijn aan St. Catharinagasthuis voor memoriediensten; 18 feb. 1404 droeg hun zr. Clare de renten over (Ga. 455 f. 63v.).

borgstelling:

* 14 nov. 1369 Griete Boelen (Secr. 19 f. 21).

* 6 sep. 1380 Jan van Voirburch (Secr. 19 f. 51).

* 12 mrt. 1386 Aarnd Dirksz. (Secr. 19 f. 73).

schenking:

ingevolge het testament van hem en zijn broer Mouwerijn droeg hun zr. Clare 21 juli 1404 1 £ pay. rente op een huis en erf aan het Levendaal (door haar 14 juli 1404 gekocht) over aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 68).

varia:

zegel: hartschild een kruis, daaromheen (2:1) figuurtjes gelijkend op zeepaardjes (Secr. 1422, 9 nov. 1384). Pachtte van de graaf van Blois 1384 een tiende bij de Leidse stadspoort onder Zoeterwoude (Gr.v.Blois 111 f. 14v.).

familie:

tr. voor 25 nov. 1380 Alijd (GvH. 1236 f. 95v.; Ga. 440 f. 30v.), dr. van Wouter van den Veen (zie ald.). Zij bezat 1412-13 1 nobel 13 groten lijfrente t.l.v. de stad (Secr. 513 f. 21).

2. Mouwerijn Ludolfsz.

ovl. 1400-01, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (3) f. 12).

functie:

homan van het Wanthuisvierendeel na 1392 (Secr. 84 f. 270v.).

renten en schenking: zie zijn broer Jan Stantvast.

borgstelling:

25 apr. 1381 Matthijs Matthijsz. (Secr. 19 f. 52v.).

varia:

pachter van de koren- en zoutaccijns 16 apr. 1399-10 juni 1399 (Rek. Lei., I 58).

3. Clare

zij bezat 1½ morgen land tussen Rijn en Afterdijc in Hontswijc, Koudekerk, afkomstig van haar vader, 11 apr. 1415 overgedragen aan St. Catharinagasthuis (Ga. 456 p. 341). tr. Jan Dirk Kintsz., ovl. voor 14 juli 1404 (Ga. 455 f. 68). Hij droeg 13 juli 1385 1½ morgen land te Leiderdorp in het Grote of Brede Weer over, zeer waarsch. afkomstig van zijn schoonvader (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 f. 179). Kinderen (o.a.): Gerrit Jan Dirk Kintsz.z. (Kam, 'Memorieboek', 204). N.B. Zij is vermoedelijk de Claar Jan Stantvastsz. die 1417-18 een ½ raamstede bezat, waarop St. Pieterskerk een rente bezat (Ke. 323 (11) f. 10).

Uit het 2e huwelijk:

4. Erkenraad

(Kam, 'Memorieboek', 204).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

HEER HENDRIK SPIKER

 

Previous PageHome PageNext Page


HEER HENDRIK SPIKER

functies:

priester; kapelaan van St. Pieterskerk verm. 11 feb. 1304 en 29 mei 1305 (DuO. 2022 en 1981xx), ontving 6 nov. 1304 een vicarie, gesticht door Katrine Poes' weduwe (Ke. 322 f. 1); provisor en deken van Rijnland verm. 15 aug. 1320-9 mrt. 1322 (GvH. 243 f. 15v.; Ga. 455 f. 34). Pastoor van Kerkwerve verm. 8 apr. 1347 (Egmond 516).

huisbezit:

een huis en erf aan Hogelandskerkgracht, achter strekkend tot de Middelweg, samen met zijn moeder bezeten, verm. 2 mrt. 1331 (Ga. 455 f. 4).

varia:

9 nov. 1316 aangesteld tot executeur-test. door heer Pieter van Leyden (Ke. 322 f. e); bezegelde 19 mrt. 1322 het testament van Aagte Heinendr. van Velsen (Ga. 368); zegelde met de Leidse enkele sleutel.

familie:

door heer Pieter van Leyden 9 nov. 1316 neef genoemd (Ke. 322 f. 37). Zoon van N.N. en Geertruid; zij ovl. na 2 mrt. 1331 en woonde wrsch. aan Hogelandskerkgracht (zie hoger).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

VAN DER SPECK

 

Previous PageHome PageNext Page


VAN DER SPECK

(bron, voorzover niet anders verm.: Van Kan, 'Van der Speck').

I. DIRK VAN DER SPECK

ovl. voor 24 okt. 1372. tr. Bartraad Aarndsdr. van Waterlant.

Zoons:

1. Dirk van der Speck, volgt IIa.

2. Willem van der Speck, volgt IIb.

IIa. DIRK VAN DER SPECK

ovl. tussen feb. 1413 en 8 mei 1418 (Rek. Lei., I 254, Van Kan, 'Van der Speck', 419).

functie:

schepen 1394-95, 95-96; gasthuismr. 1397-98; burgemr. 1398-99; schout van Lisse verm. 12 jan.- 29 nov. 1394 (vgl. ook Werkgroep Holland, Rek. Holl. III 1393-96, 48); rentmr. van Kennemerland en Friesland sinds 15 sep. 1403, in de plaats van Bertelmeeus van Raephorst en voor zolang deze goeddacht; ontvanger van de bede in West-Friesland 1404 (GvH. 1258 f. 10).

beroep:

veekoper (1396-1404); grfl. boter- en kaaskoper in de Friese oorlog 1398; exploiteerde wrsch. een kalkoven, gezien kalkleveranties door hem (1403-04; won turf (zie landbezit).

huisbezit:

een huis en erf aan de Breestraat, 15 juni 1410 door het gerecht verkocht voor 275 nobel aan Jonge Hendrik Hermansz. Hierop rustten de volgende, nu afgeschatte renten: 114 nobel schuldbrief t.b.v. Dirk van Oestgeest (13 feb. 1404), waarvan een pandbrief van 51 £ 6 s. 3 p. (23 jan. 1406) en een van 7 £ 14 s. 4 p. (4 mrt. 1410); een pandbrief van 23 Gelderse nobel t.b.v. Pieter Heerman (4 nov. 1406), waarvan de hoofdsom 615 nieuwe Geld. gld. had bedragen (19 juni 1405); een pandbrief van 3½ Gentse nobel t.b.v. Pieter Heerman (4 nov. 1406), behorend bij een schuldbrief van 25 Gentse nobel (27 juli 1405). Op het huis bleef een rente van 10 s. g.g. met houde gevestigd, die 16 mrt. 1413 in handen was van zijn zoon Dirk (RA. 50 f. 93; Ke. 420 f. 3).

landbezit:

* 24 okt. 1372 9 morgen (die Specken) en 2 morgen land te Lisse, grfl. leen, beleend met ledige hand 1390; ontving de 2 morgen 12 dec. 1400 ten vrij eigen.

* 27 jan. 1395 veenland tussen Zegwaard en Zevenhuizen, gekocht van de graaf (GvH. 228 f. 153 en v.).

* 12 dec. 1400 2 hond land aan de Horenbrugge en 2 hond land, Butterscamptgen, te Lisse, gekocht van de graaf (betaling: 2 feb. 1401, GvH. 1255 f. 11).

* land, afgestaan t.b.v. de nieuwe weg van Leiden naar Oegstgeest.

rentebezit:

* 30 apr. 1396 een schuldbrief van 10 £ pay. op een huis en erf te Marendorp (RA. 50 f. 19).

* 11 aug. 1397 een pandrente van 30 s.pay. op ditzelfde huis en erf (ibidem).

borgstelling:

* 12 jan. 1386 Wendelmoed Gerrit Wissenweduwe.

* 6 feb. 1395 (met IJsbrand van de Laen) Herman Woutersz. en Willem Simonsz. (die gelden beheerden t.b.v. Pieraart van Assche's kinderen (Secr. 84 f. 52).

* 1398 Frank Poesz. (bij een aankoop door deze).

* 12 jan. 1401 Andries Bal, zijn schoonzoon.

schenking:

1403-04 aan St. Pieterskerk 6 £ 7 s. 6 p. (Ke. 323 (6) f. 16).

varia:

werd 4 juli 1378 Leids poorter met 40 £, borg stond Gerrit Heerman; werd 1410 ontpoorterd omdat hij te land buiten de stad woonde. Pachter van de Leidse hop 1398 (Ga. 334 (5) f. 12v., in de grfl. rek. niet teruggevonden, wrsch. medepachter met anderen).

familie:

een familierelatie tussen hem en het geslacht van Willem Luutgardenz. is zeer wrsch., gezien: de naam van zijn kleinzoon, Simon Frederik, de borg bij zijn verwerving van het Leidse poorterschap (Gerrit Heerman), het feit dat hij borg stond voor Herman Willemsz. en Willem Simonsz. en tenslotte de aankoop van zijn huis door Jonge Hendrik Hermansz.

kinderen:

1. Jonge Dirk van der Speck

ovl. voor 16 juni 1430.

landbezit:

* 8 mei 1418 9 morgen land, die Specken, te Lisse (GvH. 59 f. 5).

* 2 morgen land, gemene voor gelegen met die Specken, in erfhuur gehouden van de graaf (GvH. 59 f. 25v.).

rentebezit:

10 s.g.g. met houde op zijn vaders huis en erf aan de Breestraat, dat door het gerecht 15 juni 1410 verkocht werd (RA. 50 f. 93; Ke. 420 f. 3).

varia:

1424 verm. onder de welgeborenen te Lisse.

2. Bartraad

ovl. na 19 dec. 1433; tr. Pieter van Leyden, die haar 3 aug. 1429 tochtte (zie Van Leyden).

3. Dochter

tr. Andries Bal, werd 12 mrt. 1401 Leids poorter met zijn schoonvader als borg; ontpoorterd in 1410 omdat hij niet binnen de stad woonde; is later een belangrijk persoon te Alkmaar.

IIb. WILLEM VAN DER SPECK

ovl. voor 29 dec. 1399.

landbezit:

te Noordwijk en Warmond.

varia:

werd 12 mrt. 1396 Leids poorter, met 60 £ borg stond Willem Heynenz.

familie:

tr. Alijd, ovl. 1413, begr. St. Pieterskerk (tr. 1e Jan Hendriksz., ovl. voor 14 juli 1371). Zoon:

1. Claas Willemsz. van der Speck

ovl. voor 6 apr. 1414, wrsch. reeds in of voor 1413.

woonhuis:

1399 te Valkenburg of Katwijk, 1405 te Noordwijkerhout.

landbezit:

1½ morgen land te Rijnsburg, in leen gehouden van de burggraaf.

varia:

werd 26 juli 1407 Leids poorter met Joseph Pietersz. als borg. Kocht als welgeborene 1399 en 1405 krijgsdienst af.

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl