Activiteiten

VLAMINC (JACOB C.S.)

 

Previous PageHome PageNext Page


VLAMINC (JACOB C.S.)

Gezien het zegel van Jacob Vlamincsz. is het niet onmogelijk dat hij behoorde tot het geslacht van Wouter Vlaminc; was hij diens broer?

I. JACOB VLAMINCSZ.

ovl. voor 3 mei 1367 (Ke. 493 f. 23).

functies:

gasthuismr. 1347-48; schepen 1352-53, 54-55, 55-56, 56-57, 58-59.

woonhuis:

aan de Breestraat-Rijnzijde naast het gasthuis, met erf daarachter; zij schonken dit 27 dec. 1356 aan hun vicarie (later is sprake van 1 £ pay. hierop t.b.v. deze vicarie; Ke. 493 f. 22v.-23).

huisbezit:

een huis en erf aan het Rapenburg, besprak 19 dec. 1359 hierop 1 £ pay. t.b.v. de H. Geest (W. 428 f. 19).

landbezit:

5½ morgen land, de Muylcamp te Oegstgeest en 6 morgen land aan de Zijl te Leiderdorp, 27 dec. 1356 aan zijn vicarie vermaakt (Ke. 493 f. 22v.).

stichting:

27 dec. 1356 een kapelanie op St. Nicolaasaltaar in St. Pieterskerk, voor zover de pastoor daarmee instemde, anders over te brengen naar St. Pancraskerk; eerste bedienaar werd hun zoon Gerrit (Ke. 493 f. 22v.-23).

varia:

testeerde 19 feb. 1359 met zijn vrouw Machteld (W. 428 f. 19); zegel: gevierendeeld, 1 en 4 de Leidse sleutels, 2 en 3 blank (Ga. 842, 24 juni 1353).

familie:

tr. Machteld Alewijnsdr., ovl. na 19 dec. 1359 (W. 428 f. 19).

kinderen:

1. Jan Splinter, volgt II.

2. Heer Gerrit Jacobsz.

ovl. 13 mei 1378 (Ke. 415 f. 55).

functies:

vicaris in St. Pieterskerk op de door zijn vader gestichte vicarie sinds 1356 (zie hoger); pastoor van Warmond verm. sinds 1364 (Leverland, 'Inquisitio conexuum', 87); kanunnik van St. Pancraskapittel sinds 1366-67 (Leverland, 'St. Pancraskapittel', 83).

woonhuis:

een huis en erf aan Hogelandskerkgracht, 14 juli 1374 voor memoriediensten aan St. Pancraskapittel vermaakt met voorwaarde van vruchtgebruik voor zijn dienstmaagd (Ke. 522).

huisbezit:

een huis en erf aan St. Pancraskerkhof, strekkend tot de Burchgracht, 5 juni 1369 aan zijn dienstmaagd en beider zoon Jan verkocht (Ke. 954).

stichting:

1366-67 prebende van St. Matthias Apostel, d.w.z. de door zijn ouders in St. Pieterskerk gestichte vicarie, overgebracht naar St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 55, Leverland, 'St. Pancraskapittel', 76 en 83). Uit de opbrengst bestemde hij 14 juli 1374 6 £ pay. p.j. voor zijn dienstmaagd t.b.v. het onderhoud van het huis dat hij aan St. Pancraskerk vermaakte (Ke. 522).

varia:

was 5 sep. 1369 executeur-test. van heer Volprecht van den Woude (Ke. 874).

familie:

concubine Catharina Jacobsdr. van Diest (Ke. 415 f. 55, zie hoger). Zoon:

a. Jan

verm. 5 juni 1369 (Ke. 954).

II. JAN SPLINTER alias JAN DUKER

(Ke. 407 f. 125v.).

functies:

schepen 1357-58; gasthuismr. 1368-69.

woonhuis:

aan de Breestraat, afkomstig van zijn ouders, was op het erf daarbij volgens zijn verklaring van 3 mei 1367 1 £ pay. aan zijn broers vicarie verschuldigd (Ke. 493 f. 23).

landbezit:

* een kamp land achter de Parrig bij Haarlem, grfl. leen, verm. ca. 1357 (GvH. 224 f. 21v.).

* 11 mei 1360 1 morgen land te Oegstgeest, in leen ontvangen van de burggraaf (Rijnsburg 847), verzocht 12 jan. 1361 deze dit land aan de abdij Rijnsburg te geven ingevolge testament van Ade van Noirtich, waaraan deze voldeed (Rijnsburg 128 f. 99).

rentebezit:

2 s. 6 p.g.g. met houde op een huis en erf aan de Breestraat, deze was 14 mei 1409 in handen van Claas Jansz. Vos en was deze aangekomen van Jan Duker en Jan Costijnsz.'s erfgenamen (Ga. 456 p. 15).

varia:

ontving 7 mei 1355 amnestie van de graaf (Brokken, Hoekse en Kabeljauwse twisten, 588 nr. 210). Hield ca. 1357 1/3 van de vlastienden bij Albrechtsberg, Tetrode en Roetwind in leen van de graaf (GvH. 224 f. 21v.). Pachter van de Leidse gruit 1358 (GvH. 1441 f. 11v.), van de tiende van Oegstgeest (met Jacob van den Damme) 1360, van die van Wintglape 1360 en 61 (GvH. 1447 f. 6v., 1448 f. 6v.).

familie:

tr. Erkenraad (W. 428 f. 51; Ke. 7 f. 46v.). Hij tochtte haar ca. 1357 aan de mindere helft van een kamp land achter de Parrig bij Haarlem en de mindere helft van 1/3 van de vlastienden bij Albrechtsberg, Tetrode en Roetwind (GvH. 224 f. 21v.); ovl. in of voor 1383 (Kam, 'Memorieboek', 219; tr. 2e Jan Costijnsz., ovl. voor 1409, Ga. 456 p. 15). Zoons (Ke. 407 f. 125v.):

1. Jan Duker Jansz., volgt III.

2. Heer Jan Splinter

ovl. wrsch. 1397 (Ke. 418 f. 66v.).

functie:

priester, kanunnik van St. Pancraskapittel, bekleedde de Matthiasprebende na ovl. van heer Gerrit Jacobsz. (Ke. 407 f. 125v.).

III. JAN DUKER JANSZ.

ovl. voor 13 mrt. 1430 (Klo. 147).

functie:

homan van het Gasthuisvierendeel ca. 1400 en 1404 (Secr. 84 f. 270v., 272v.).

woonhuis:

in het Gasthuisvierendeel ca. 1390 (Blok, Hollandsche stad, I 323), ald. aan het Noordeinde 19 jan. 1398 (DuO. 1978 f. 13 en v.); aan het Rapenburg 1417-18 (Ke. 323 (11) f. 41v.).

landbezit:

* 2 juni 1410 1 morgen land te Leiderdorp, gemeen met St. Agnietenbegijnhof (W. 428 f. 108v.).

* 1½ morgen en 22 gaard land in O.L.V.parochie te Leiden, samen met Jan Costijnsz. bezeten en door hem verhuurd tegen 17 £ pay. p.j. 29 okt. 1404 (Klo. 147).

* het bos te Leimuiden, leen van Poelgeest, 26 mei 1412 opgedragen t.b.v. IJsbrand van Alkemade (Hoek, 'Rept. Poelgeest', 186).

rentebezit:

20 jan. 1413 4 s.g.g. met ½ houde op een huis en erf aan de Maarsmansteeg, wrsch. spruitend uit verkoop; 18 nov. 1418 overgedragen aan Dirk Foytgen Jacobsz. (Ke. 570).

borgstelling:

18 juni 1414 Casijn Jacobsz. (Secr. 20 f. 48v.).

familie:

tr. Machteld, ovl. na 13 mrt. 1430 (Klo. 147).

kinderen:

1. Jan Splinter Jan Dukersz.

ovl. na 30 juli 1466 (Ke. 956).

beroep:

wijnkoper (1412-13, Ke. 323 (9) f. 21v.).

borgstelling:

28 apr. 1402 Hildegond Simon Hugenz.dr. (Secr. 20 f. 10).

2. Heer Jan Duker

(Ke. 407 f. 125v.).

geb. 1384, ovl. 3 juni 1466, begr. St. Pancraskerk (Ke. 418 f. 66v.).

functie:

priester, kanunnik van St. Pancraskapittel op St. Matthiasprebende na de dood van zijn oom heer Jan Splinter (Ke. 407 f. 125v.).

3. Gerrit Jan Dukersz.

ovl. na 18 mrt. 1450 (Klo. 147); bezat 1417-18 een huis en erf tussen Molengracht en Nieuwe Vollersgracht in St. Pietershoeve (Ke. 323 (11) f. 13v.).

rentebezit:

1 apr. 1417 1 gouden nobel, afgeschat 23 jan. 1418 (RA. 50 f. 183v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

HUBRECHT DIE VERWER

 

Previous PageHome PageNext Page


HUBRECHT DIE VERWER

beroep:

verwer (vgl. zijn naam).

rentebezit:

10 s.pay. op een huis en erf aan de Hogewoerd, door zijn schoonzoon Daniel van der Hant voor memoriediensten aan St. Pancraskapittel geschonken (Ke. 415 f. 11v. en 66).

familie:

tr. Diedwaar (Kam, 'Memorieboek', 189). Zij schonk met haar dr. Katrijn de H. Geest 40 £ pay. (W. 428 f. 57; tr. 2e Willem Vlaminc, Ga. 456 p. 437; Kam, 'Memorieboek', 217; RA. 2a aanhangsel f. 19v.; zie Vlaminc).

dochter:

1. Katrijn

ovl. 6 okt. 1382 aan de pest, begr. St. Pieterskerk (Ke. 415 f. 87, 7 f. 22). Zij bezat een rente van 10 s.pay. op een huis en erf te Leiden (Ke. 415 f. 87). tr. 1e Daniel van der Hant, ovl. 21 feb. 1369 (Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 50v., 415 f. 66, 418 p. 77, zie Van der Hant I). tr. 2e Willem Jansz. van der Gheest (RA. 2a aanhangsel f. 19v., zie Van der Gheest).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

VAN DEN VEEN

 

Previous PageHome PageNext Page


VAN DEN VEEN

WOUTER VAN DEN VEEN

ovl. voor 5 nov. 1368 (Ke. 415 f. 7).

functie:

schepen 1332-33, 33-34, 42-43, 44-45, 45-46, 46-47, 48-49.

woonhuis:

aan de Breestraat tegenover de Diefsteeg, op de hoek van de steeg naar de Rijn; dit verbeurde hij voor 30 juni 1352 (GvH. 244 f. 13).

varia:

zegel: 3 hoorns, een bal in het hart van het schild (Ke. 601, 29 dec. 1348). Ontving 15 apr. 1355 amnestie van de graaf (Brokken, Hoekse en Kabeljauwse twisten, 583 nr. 141).

familie:

tr. wellicht 1e Catharina, weduwe van Herman Bitter (Ga. 440 f. 35v.; vgl. ook de naam van zijn zoon). tr. 2e Wiburg, die 15 nov. 1368 te Marendorp woonde (Ke. 415 f. 7) en 26 mrt. 1391 ovl. (Ke. 416 f. 15). Hij zal verwant zijn met Wouter van den Vene die in 1281 te Aarlanderveen 2 akkers land van de graaf in leen hield bij zijn woning (Muller, 'Het Oude Register', 198, d.i. De Fremery, Supplement, 180) en Hendrik Woutersz. (zie voor de laatste Pieter Gobburgenz. c.s.: Liddeld Pieter Gobburgenz.dr.). Kinderen uit 1e huwelijk wrsch. (Ga. 440 f. 35v.):

1. Lijsbeth van den Veen

tr. Gijsbrecht Florisz. (Ga. 440 f. 35v., zie ald.). Lijsbeth was een dr. van Wouter; vgl. daarvoor de naam van haar kleinzoon Wouter van den Veen Dirk Coenenz., die begraven lag naast Katrine Herman Bitters (zie Coenen Matthijsz.), de begraafplaats van Katrine Herman Bitters naast Gijsbrecht Florisz. (Ke. 415 f. 49), het feit dat Floris Gijsbrechtsz. 1 mrt. 1366 borg stond toen Pieter Hendriksz., van 's-Gravenzande, tr. met een dr. van Wouter van den Veen, poorter werd (Secr. 19 f. 6v.) en de bekleding van de vicarie gesticht ter nagedachtenis van Floris Gijsbrechtsz. door Walter de Veen in 1419-20 (Holtkamp, Registers, 52).

2. Dochter

tr. Pieter Hendriksz., afkomstig van 's-Gravenzande, zie hiervoor, onder 1.

Uit het 2e huwelijk wrsch. (Ke. 418 f. 136):

3. Herman Bitter, volgt II.

4. Alijd

zij bezat 2 morgen 1½ hond land 12½ roede land aan Rodenburger wetering te Zoeterwoude, gemene voor gelegen met land van Kunegond Herman Bitters erfgenamen (Ke. 493 f. 96v.). tr. Jan Stantvast (Ga. 440 f. 30v., zie Stantvast).

II. HERMAN BITTER WOUTERSZ. VAN DEN VEEN

(Secr. 1426, randschrift zegel en het zegel zelf).

functies:

schepen 1388-89, 89-90, 90-91, 98-99; burgemr. 1392-93, 1406-07; gasthuismr. 25 juli 1394-95, 95-96, 96-97, 97-98, 98, 99-1400, 1400-01; kerkmr. van St. Pieter 1402-03, 03-04, 04-05, 05-06, 06.

landbezit:

* 6½ morgen land te Poeldijk, 19 sep. 1397 verkocht aan St. Catharinagasthuis en H. Geest (Ga. 455 f. 40; W. 428 f. 81v.).

* land te Leiderdorp, verm. 30 juni 1401 (Ke. 493 f. 80v.), wrsch. het land dat belendde aan Ruuschen woning ald. (Klo. 1529, 18 juni 1411).

rentebezit:

18 sep. 1397 12 £ 10 s.pay. lijfrente, gekocht van St. Catharinagasthuis en H. Geest, samen met zijn vrouw, met beding van memoriediensten na hun dood en uitkering van 20 s.pay. rente aan de abdij van Egmond voor memoriediensten (Ga. 455 f. 56v.; W. 428 f. 88).

borgstelling:

11 mrt. 1413 Pieter Matthijsz. (Secr. 20 f. 46).

varia:

zegel: 3 hoorns, 1 bal in het hart (Secr. 1426, 12 dec. 1388). Was 7 juli 1414 getuige bij een vicariestichting door Pieter Buytewech en Dirk die Bruun (Ke. 322 f. 26).

familie:

bezegelde 25 jan. 1395 het testament van heer Jan Willem Jans Mansz.z., zijn neef en neefzegger (Ke. 953). tr. 1e Katrijn, ovl. 17 dec. 1375 (Ke. 415 f. 49, 418 f. 136). tr. 2e Kunegond van der Does, dr. van Hendrik en Badeloge (Kam, 'Memorieboek', 192; Kam, 'Van Zijl', 217); ovl. wrsch. 1404-05 (Ga. 334 (12) f. 10v.). Haar erfgenamen waren Dirk Willem Gerritsz.z. en diens zr., die haar tante noemden (zie Willem Gerritsz. c.s.). Zij kocht 1403-04 een kerkstoel in St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 14v.). Uit het 1e huwelijk een zoon Gijsbrecht (Ke. 418 f. 136).

N.B. In hoeverre Willem Philipsz., diens vrouw Marichien en hun zoon Wouter van den Veen met bovenstaand geslacht gerelateerd waren, is niet duidelijk (zie Willem Philipsz.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

COPPAART DEN VALKENAIR

 

Previous PageHome PageNext Page


COPPAART DEN VALKENAIR

functie:

H. Geestmr. 1342-43, 54-55.

beroep:

wantsnijder (1366, W. 428 f. 21v.).

landbezit:

* de woning in de Polre, onder Kethel, verm. 1359, gepacht van de abdij van Egmond (Hoek, 'Kethel en Spaland', 612).

* 4 morgen land waarop zijn woning stond, leen van de burcht; betaalde de burggraaf hiervoor ca. 1380 tijns; 1389 3 morgen hiervan ten eigen ontvangen (ibidem, 591, 593 en 596).

rentebezit:

25 jan. 1350 20 s.g.g. op 4 morgen land te Voorschoten (W. 428 f. 98v.).

familie:

zijn vader was wellicht Aarnd Copper Valckenaersz.; tot zijn verwanten behoorden Coppaart Camerlingh of die Valckenaer, verm. 1282-98, en diens zoon Claas (verm. 1308); zij hielden 40 morgen land onder Kethel in leen van de graaf; Claas komt 25 mei 1300 als borg voor (Hoek, 'Kethel en Spaland', 591 en 601; De Fremery, Supplement). Gerrit Coppaartsz., H. Geestmr. 1368-69, was missch. zijn zoon.

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

DIRK TIERLOET

 

Previous PageHome PageNext Page


DIRK TIERLOET

ovl. voor 8 mei 1370 (Ke. 493 f. 48v.).

functies:

schepen 1338-39; H. Geestmr. 1341-42, 58-59, 61-62.

(woon?)huisbezit: een huis en erf aan de Oude Rijn, verm. 13 juni 1336 (W. 428 f. 8).

landbezit:

* 8 mei 1353 14 morgen land te Alphenerhoorn, verhuurd (Lhorst. 1 f. 100).

* 24 sep. 1365 9 morgen land te Voorschoten en Valkenburg, gemeen gelegen met land van het klooster Leeuwenhorst; dit klooster bezat hierop 4 £ pay. rente (Lhorst. 1 f. 92v.-93).

rentebezit:

* 11 mrt. 1350 25 s.g.g. op een huis en erf aan St. Pieterskerksteeg, door zijn erfgenamen 8 mei 1370 aan zijn prebende overgedragen (Ke. 493 f. 48v.).

* 8 dec. 1358 1 £ g.g. op een huis en erf te Marendorp (hofstedehuur, vermoedelijk spruitend uit erfuitgifte); 9 nov. 1361 door Floris Foytken, neef van zijn vrouw, overgedragen aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 20v.)

* 11 nov. 1359 18 s.g.g. op een huis en erf te Leiden, 8 mei 1370 door zijn erfgenamen overgedragen op zijn prebende (Ke. 493 f. 48v.)

* 24 juni 1360 5 s.pay. op een huis en erf te Leiden,

* 28 p.pay. op een huis en erf aan de Groenesteeg en

* 28 p.pay. op een huis en erf aan de Middelste gracht (Oostgracht).

Deze 3 renten vererfden via zijn vrouw op haar zr. Geertruud Claas Screvels weduwe (Ke. 493 f. 67).

* 17 okt. 1363 30 s.pay. op een huis en erf op het Hogeland,

* 18 feb. 1367 1 £ pay. op een huis en erf aan de Hooigracht en

* 18 apr. 1367 30 s.pay. op een huis en erf te Marendorp tussen Middelgracht en Stadsvest; laatstgenoemde 3 renten droeg hij 8 nov. 1368 over aan St. Pancraskapittel (Ke. 517).

* 19 juni 1367 40 s.g.g. op een huis en erf aan de Breestraat, door zijn erfgenamen 8 mei 1370 overgedragen aan zijn prebende (Ke. 493 f. 48v.).

stichting:

1369 St. Michaelsprebende in St. Pancraskerk (Leverland, 'St. Pancraskapittel', 83). Verleende zijn neef Dirk Simonsz. 21 sep. 1369 de collatie; stierf deze kinderloos dan zou deze zijn voor diens zr. Gimme om tenslotte aan het kapittel te komen (Ke. 420 f. 69). Eerste bekleder van de prebende was heer Dirk Hendriksz. (Leverland, 'St. Pancraskapittel', 83; Ke. 415 f. 5v., 493 f. 82).

schenking:

voor 30 apr. 1358 5 £ pay. op o.m. een huis en erf te Leiden (zijn bezit?) aan het klooster Leeuwenhorst (Lhorst. reg. 208).

varia:

12 juni 1349 getuige bij een verkoop aan het klooster Leeuwenhorst; ontving 9 juli 1352 land t.b.v. dit klooster (Lhorst. 1 f. 57v., 114 en 94).

familie:

zijn erfgenamen waren (verm. 25 juni 1370) Baarnd Baarndsz., Claas Hendriksz. en Daniel Hendriksz. (Ke. 960). Kinderen van deze Claas Hendriksz. waren vermoedelijk de kanunnik Johannes Claasz., Dirk Tierloet en Gimme (Ke. 416 f. 48). Hij noemde Dirk Simonsz. zijn neef (zie stichting). tr. Femeynse, ovl. voor 9 nov. 1361 (Ga. 455 f. 20v.), dr. van broeder Floris Foytkensz.; haar zr. Geertruud was echtgenote van Claas Screvel, gegoed te Leiderdorp (Ke. 493 f. 67; GvH. 242 f. 78; Muller, 'Het Oude Register', 227). Floris Foytken, verm. 9 nov. 1361, noemde Femeynse tante (Ga. 455 f. 20v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

WILLEM TEDENZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


WILLEM TEDENZ.

functies:

schepen 1391-92; homan van het bon Zevenhuysen ca. 1400 (Secr. 84 f. 271).

beroep:

drapenier (1385, GvH. 1240 I f. 114v.).

huisbezit:

een huis en erf in de Weversteeg, op de hoek van de Vollersgracht, verm. 24 juni 1392, hierop had de H. Geest 10 s.g.g. rente (W. 428 f. 60).

landbezit:

* 8 dec. 1375 3½ morgen land te Zoeterwoude, door zijn echtgenote aan St. Pancraskapittel vermaakt (Ke. 415 f. 91).

* land te Leiderdorp, verm. 19 apr. 1382 (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 f. 177v.).

borgstelling:

8 feb. 1370 Volprecht Jansz. (Secr. 19 f. 21).

varia:

pachter van de Leidse Hal 1 feb. 1392-93 samen met Pieter Wit (Rek. Lei., I 5).

familie:

tr. Aagte, ovl. 26 nov. 1383, begr. St. Pancraskerk, dr. van Pieter die Asinc (Ke. 415 f. 91; Ga. 440 f. 19, zie Die Bruun III).

kinderen:

1. Pieter Willem Tedenz.z

woonhuis:

aan het Rapenburg verm. 1417-18 (Ke. 323 (11) f. 43v.).

rentebezit:

17 mrt. 1411 28 nobel schuldbrief op een huis en erf te Leiden, afgeschat 19 okt. 1411 (RA. 50 f. 117).

borgstelling:

10 mei 1417 Willem Hendriksz. (Secr. 20 f. 56).

familie:

tr. Aagte, ovl. 19 sep. 1420, begr. St. Pancraskerk in het graf van haar oom Pieter Poes; wrsch. dr. van Dirk Hoogstraat (Ke. 416 f. 63v., zie Pieter Gobburgenz. c.s. en Hoogstraat). Zij bezat 1412-13 met Geertruud Aarnd heren Jansz. een lijfrente van 2 nobel 33 groten t.l.v. de stad (Secr. 513 f. 20v.) en met Katrijn, dr. van Gerrit Hoogstraat een van 3 nobel (ibidem).

2. Katrijn Willem Tedenz.dr.

ovl. na 5 mrt. 1430 (GvH. 712 f. 116v.). tr. Jan Dirk Coenenz. (Secr. 513 f. 19 en 22).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

IJSBRAND STREVELANT WILLEM(SZ.) (DUKERSZ.)

 

Previous PageHome PageNext Page


IJSBRAND STREVELANT WILLEM(SZ.) (DUKERSZ.)

functies:

schepen 1395-96; schout van Voorschoten sinds 12 nov. 1393; verm. 26 apr. 1394 (GvH. 892 f. 14v.; Scheffer, Beveelboeken, I 8; Huisarch. Duivenv. 4; GvH. 1879 f. 1v.).

beroep:

wijnkoper (1412-13, Ke. 323 (9) f. 21); ontving ca. 1400 het aandeel van Jan van den Bosch' kinderen in een steenplaats, van deze afkomstig (Secr. 84 f. 70).

woonhuis:

* naast het Dinghuis aan de Hofweg; hierop bezat Pieter Heerman een rente van 29 s. 13 p.g.g. met houde die hij 21 feb. 1416 aan de Duitse Orde overdroeg (DuO. 1978 f. 36v.);

* een huis en erf aan de Breestraat; de H. Geest had hierop een rente van 11 s. 3 p.g.g.; verm. 1421, ontving hierop 17 juli 1422 een pandrente (W. 429 f. 31 en tafel; W. 428 f. 132).

landbezit:

* land, wrsch. te Voorschoten, verkocht 26 apr. 1394 (Huisarch. Duivenv. 4).

* 1402-03 ½ erf, waarop St. Pieterskerk een rente bezat; direct verkocht aan IJsbrand Hoflant (Ke. 323 (5) f. 18 en 18v.).

* 27 jan. 1379 4 hond land te Oegstgeest, Wassenaars leen (Hoek, 'Wassenaar', 552-553).

* 1 morgen land, Ossegras (te Warmond?), in leen gehouden van de heer van Warmond, verkocht 1 nov. 1390 (Huisarch. Warmond 690, charter nr. 5).

* een hofstad te Warmond, in erfhuur gehouden van de hofstad Voorne, verm. 1400-05 (GvH. 1478 f. 57v., 1479 f. 52v., 1480 f. 50v.).

borgstelling:

* 24 mrt. 1405 Jan Gisenz. (Secr. 20 f. 19).

* 12 juni 1406 Heym Boudijnsz. (Secr. 20 f. 23v.).

* 26 sep. 1408 Claas Duker, van Sassenheim (Secr. 20 f. 31v.).

* 3 nov. 1408 Pieter Floris Gerritsz.z., van Valkenburg (Secr. 20 f. 31v.).

* 6 nov. 1408 Pieter Splintersz., van Rijnsburg (Secr. 20 f. 31v.).

* 23 mei 1409 Jan Duker Aarstsz. (Secr. 20 f. 33).

* 4 dec. 1412 Gijsbrecht Philipsz., van Warmond (Secr. 20 f. 44v.).

* 15 juni 1413 Voppe Coekebacker (Secr. 20 f. 45v.).

varia:

zegel: een ankerkruis met ster in het hart (Huisarch. Duivenv. en Ga. 1003, 26 apr. 1394 en 7 nov. 1395). Was 28 dec. 1399 een der bemiddelaars bij de deling van de nalatenschap van Jan heren Simonsz. (Secr. 84 f. 66).

familie:

deed 16 juli 1395 met Simon Rondiel en Jan Duker afstand t.b.v. Alide, dr. van Claas Duker, tr. Herman Jansz., van een kamp land te Warmond (Secr. 1724; een Claas Duker was 4 mei 1358 knaap, Rijnsburg 391). Zijn oom was Dirk ver Noenenz. (Hoek, 'Wassenaar', 552). Wrsch. zoon van Willem Duker, schout te Warmond 1368-69 (GvH. 1862 f. 2v.). Zijn moeder stamde, gezien de ster in het hart van zijn wapen en zijn naam, uit het geslacht Strevelant (zie hoger). De Jan Duker te Sassenheim die 1399 als welgeborene zijn krijgstocht afkocht behoorde tot zijn familie (GvH. 368 f. 10, vgl. ook Secr. 20 f. 31v., Claas Duker). Verder stond hij in relatie tot Jan Duker Aarstsz., broer van heer Dirk Robbrecht, kanunnik van St. Pancras (Ke. 977). Een van beide Jan Dukers noemde hij 1 nov. 1390 neef (Huisarch. Warmond 690, charter nr. 5).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

(VAN) STREVELANT / VAN DER LAEN

 

Previous PageHome PageNext Page


(VAN) STREVELANT / VAN DER LAEN

I. HENDRIK (VAN) STREVELANT

ovl. na 17 mrt. 1334, begr. St. Pieterkerk (W. 1195).

functie:

schout van Oegstgeest, verm. 18 dec. 1323 (Ke. 749).

landbezit:

land te Warmonderbroek, verm. 16 okt. 1333 (GvH. 243 f. 99v.).

rentebezit:

o.a.

* 40 s. g.g. op een huis en erf te Leiden en

* 1 £ g.g. op een huis en erf te Leiden.

Beide renten 17 mrt. 1334 vermaakt aan de H. Geest (W. 1195).

varia:

zegel: 3 sterren (Ke. 749, 18 dec. 1323). Zegelde op verzoek 28 mrt. 1326 t.b.v. Dirk, burggraaf van Leiden; was toen knaap en diens leenman (GvH. 243 f. 57). Testeerde 17 mrt. 1334, deed schenkingen aan de St. Pieters- en St. Pancraskerk te Leiden, de kerken te Rijnsburg, Katwijk en Oegstgeest, alsmede aan de Leidse H. Geest. Hij verzocht zijn zoons IJsbrand Strevelant en IJsbrand van der Laen alsmede Huge van der Bregghe om zijn executeurs-test. te zijn (W. 1195).

familie:

neven: IJsbrand en Jacob Jansz. Strevelant en Willeken en Huge veren Haseken (W. 1195). Tr. Margriet (ibidem), zij was gegoed te Warmond (Hoek, 'Wassenaar', 33). Kinderen (W. 1195):

1. IJsbrand Strevelant

(tweeling met 2; Nass. Dom. 6461 (44) f. 341v.).

landbezit:

5½ morgen 8 hond land te Oegstgeest, 9 jan. 1336 opgedragen aan Jan van Polanen (Nass. Dom. 6461 (44) f. 341v.).

varia:

aangesteld tot zijn vaders executeur-test. 17 mrt. 1334 (W. 1195).

familie:

dochter:

a. Cathelijne

zij bezat 5½ hond en 8 hond land te Oegstgeest, Polaans leen, afkomstig van haar vader (Nass. Dom. 6461 (44) f. 341v.). tr. Gerrit uten Hoflande (zie Van den Bosch).

2. IJsbrand van der Laen, volgt II.

3. Aarnd

verm. 17 mrt. 1334 (W. 1195).

4. B..cen (Bercen?)

(ibidem).

5. Machteld

ovl. 1406-07 (Ga. 334 (14) f. 10); zij bezat sinds 10 feb. 1383 26 s. 8 p.pay. rente op een huis en erf in het Noordeinde, 17 aug. 1385 aan de H. Geest geschonken (W. 428 f. 56v.); schonk St. Catharinagasthuis 1396-97 samen met Jutte Danielsz. van der Haer de halve buik van een koe (Ga. 334 (3) f. 7v.).

6. Katrine

7. Elisabeth

N.B. Missch. huwde een van Hendriks drs. Willem Duker, waaruit o.m. IJsbrand Strevelant Willem Dukersz.; behalve diens naam vormt het hartschild van zijn zegel (een ster) daarvoor een aanwijzing (vgl. hierna).

Tussen de bastaard van Jan Vos, IJsbrand Strevelant en het geslacht Strevelant zal gezien zijn naam eveneens verband bestaan (zie ook Vos).

II. IJSBRAND VAN DER LAEN en VAN SEVENHUYSEN

(Nass. Dom. 6461 (44) f. 341v.).

Begr. St. Pieterskerk (W. 428 f. 98v.).

functie:

schepen 1335-36, 36-37.

landbezit:

land, gehuurd van de abdij van Egmond, wrsch. te Boschuysen onder Zoeterwoude, tegen 5 £ pacht p.j. (Egmond 763 f. 54).

rentebezit:

17 feb. 1338 7 s.g.g. op een huis en erf te Leiden (Ga. 455 f. 83).

varia:

zegel: vair (W. 1195, 17 mrt. 1334).

familie:

zijn zegel komt overeen met dat van het geslacht van Willem Luutgardenz., hoewel zijn vader met drie sterren zegelde. Mogelijk was Margriet, zijn moeder, uit dit geslacht afkomstig, in ieder geval een familierelatie tussen beide families is aannemelijk op grond van de zegels en van het feit dat in het geslacht van Willem Luutgardenz. eveneens een IJsbrand van der Laen voorkomt, die bovendien renten overdroeg aan St. Catharinagasthuis ingevolge het testament van Aarnd IJsbrandsz. van der Laen (zie ald.). Tr. Lijsbeth, dr. van Hendrik Claasz. en Margriet, begr. St. Pieterskerk (W. 428 f. 98v.; Kam, 'Memorieboek', 198; Ga. 442 f. 77).

zoon:

1. Aarnd IJsbrandsz. van der Laen

ovl. tussen 18 sep. 1398 en 31 aug. 1408 (Ga. 455 f. 68v. en 83).

huisbezit:

* betaalde 1363 4 p.g.g. hofstedehuur te Leiden aan de graaf (GvH. 19 f 11v.).

* 4 kameren aan St. Pieterskerksteeg bij het kerkhof, 14 sep. 1364 verkocht tegen 2 s.g.g. rente (Ga. 455 f. 82v.).

landbezit:

* een hofstede, gekocht van de graaf en afkomstig van Gerrit van Boschuysen; de graaf had hierop 9 p.g.g.; verm. 1344-45 (Hamaker, Rek. Holl., II 116).

* ½ van 3½ morgen land te Koudekerk in de Hoge Waard, verm. 13 dec. 1352 (GvH. 244 f. 21v.); schonk hierop 18 apr. 1398 1 £ pay. aan de H. Geest (W. 428 f. 9v.) en 18 sep. 1398 1 £ pay. aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 68v.).

rentebezit:

* 14 sep. 1364 2 s.g.g. op 4 kameren (zie huisbezit).

* 16 feb. 1378 10 s.pay. op een huis en erf in het Noordeinde, wrsch. spruitend uit uitgifte (Ga. 455 f. 82).

* 7 s.g.g. op een huis en erf te Leiden, afkomstig van zijn vader; genoemde drie renten droeg IJsbrand van der Laen Herman Willemsz.z. 31 aug. 1408 over aan St. Catharinagasthuis ingevolge Aarnds testament i.p.v. de hoger verm. rente van 1 £ op land te Koudekerk (Ga. 455 f. 83).

familie:

tr. Lucie (Ga. 442 f. 77, Kam, 'Memorieboek', 198).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

JAN STOOP

 

Previous PageHome PageNext Page


JAN STOOP

beroep:

drapenier (vgl. bezit raamstede).

woonhuis:

in St. Pietersparochie (Ke. 323 (6) f. 13v.); 2 mrt. 1390 aan de Breestraat, met zijn moeder (W. 428 f. 68).

huisbezit:

1409-10 een huis en erf te Leiden, waarop St. Pieterskerk een rente had (Ke. 323 (8) f. 15).

landbezit:

* een erf tussen Nieuwe Vollersgracht en Hoeflaan, met daarop een rente voor St. Pieterskerk, verm. 1398-99 en later (Ke. 323 (1) f. 7v.), verkocht 1402-03 (Ke. 323 (5) f. 14 en 18).

* 1407-08 een erf tussen Nieuwe Vollersgracht en Hoeflaan; sinds 1412-13 nog maar de ½; 1413-14 Willem Stoop in zijn plaats (Ke. 323 (7) f. 10, (9) f. 10 en (11) f. 14v.).

* 1417-18 een raamstede, waarop een rente t.b.v. St. Pieterskerk (Ke. 323 (11) f. 11v.).

familie:

zoon van Willem Stoop en Diedwaar (Ke. 7 f. 67v.). Diedwaar bezat 1421 een huis en erf aan Bronstgenssteeg, de H. Geest had daarop 3 s.pay. rente (W. 429 f. 46 en tafel).

kinderen:

1. Aagte

ovl. 14 jan. 1416, tr. Willem Dijc Pieter Woutersz.z. (Ke. 416 f. 55, Ke. 7 f. 67v., zie Pieter Woutersz.).

2. Willem Stoop

(Ke. 7 f. 67v.).

landbezit:

* een ½ erf, tussen Nieuwe Vollersgracht en Hoeflaan, met daarop een rente voor St. Pieterskerk, afkomstig van zijn vader (Ke. 323 (11) f. 14v.).

* 1417-18 een erf ald. (Ke. 323 (11) f. 14v.).

* 3/4 raamstede waarop een rente met houde voor St. Pieterskerk, verm. 1417-18 (Ke. 323 (11) f. 11).

rentebezit:

een lijfrente van 1 nobel 6 groten t.l.v. de stad, samen met zijn zr. Marceli, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 20v.).

3. Gerrit Stoop

(Ke. 7 f. 67v.).

4. Pieter Stoop

familie:

tr. Ermgard, dr. van Hendrik Paedsenz. (zie Paeds)

5. Erkenraad

(Ke. 7 f. 67v.).

6. Katrijn

(Ke. 7 f. 67v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl