JAN COMAN |
JAN COMAN
ovl. voor 17 jan. 1431, begr. St. Pieterskerk (Ke. 7 f. 94).
functie:
kerkmr. van St. Pieter 1414-15, 17-18.
beroep:
drapenier (1404-05, GvH. 1259 f. 22v.).
landbezit:
1401-02 ½ raamstede, gehuurd van St. Pieterskerk (Ke. 323 (4) f. 8v. en volgende rek.).
rentebezit:
2½ nobel 27 groten lijfrente t.l.v. de stad, samen met zijn vrouw, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 19).
familie:
zoon van Jacob Coman en Volkwijf (Ke. 416 f. 48v.); missch. verwant met heer Gerrit van Hilleghom, met wie hij gezamenlijk 24 mrt. 1411 een hoogtijd op Elfduizend Maagdendag besprak, alsmede memoriediensten (Ke. 7 f. 88v.). tr. Katrijn, ovl. na 17 jan. 1431 (Ke. 7 f. 94).
Auteur | Fred van Kan |
Publicatie | Het Leidse Patriciaat |
Home | www.oudleiden.nl |