Activiteiten

IJSBRAND STREVELANT WILLEM(SZ.) (DUKERSZ.)

 

Previous PageHome PageNext Page


IJSBRAND STREVELANT WILLEM(SZ.) (DUKERSZ.)

functies:

schepen 1395-96; schout van Voorschoten sinds 12 nov. 1393; verm. 26 apr. 1394 (GvH. 892 f. 14v.; Scheffer, Beveelboeken, I 8; Huisarch. Duivenv. 4; GvH. 1879 f. 1v.).

beroep:

wijnkoper (1412-13, Ke. 323 (9) f. 21); ontving ca. 1400 het aandeel van Jan van den Bosch' kinderen in een steenplaats, van deze afkomstig (Secr. 84 f. 70).

woonhuis:

* naast het Dinghuis aan de Hofweg; hierop bezat Pieter Heerman een rente van 29 s. 13 p.g.g. met houde die hij 21 feb. 1416 aan de Duitse Orde overdroeg (DuO. 1978 f. 36v.);

* een huis en erf aan de Breestraat; de H. Geest had hierop een rente van 11 s. 3 p.g.g.; verm. 1421, ontving hierop 17 juli 1422 een pandrente (W. 429 f. 31 en tafel; W. 428 f. 132).

landbezit:

* land, wrsch. te Voorschoten, verkocht 26 apr. 1394 (Huisarch. Duivenv. 4).

* 1402-03 ½ erf, waarop St. Pieterskerk een rente bezat; direct verkocht aan IJsbrand Hoflant (Ke. 323 (5) f. 18 en 18v.).

* 27 jan. 1379 4 hond land te Oegstgeest, Wassenaars leen (Hoek, 'Wassenaar', 552-553).

* 1 morgen land, Ossegras (te Warmond?), in leen gehouden van de heer van Warmond, verkocht 1 nov. 1390 (Huisarch. Warmond 690, charter nr. 5).

* een hofstad te Warmond, in erfhuur gehouden van de hofstad Voorne, verm. 1400-05 (GvH. 1478 f. 57v., 1479 f. 52v., 1480 f. 50v.).

borgstelling:

* 24 mrt. 1405 Jan Gisenz. (Secr. 20 f. 19).

* 12 juni 1406 Heym Boudijnsz. (Secr. 20 f. 23v.).

* 26 sep. 1408 Claas Duker, van Sassenheim (Secr. 20 f. 31v.).

* 3 nov. 1408 Pieter Floris Gerritsz.z., van Valkenburg (Secr. 20 f. 31v.).

* 6 nov. 1408 Pieter Splintersz., van Rijnsburg (Secr. 20 f. 31v.).

* 23 mei 1409 Jan Duker Aarstsz. (Secr. 20 f. 33).

* 4 dec. 1412 Gijsbrecht Philipsz., van Warmond (Secr. 20 f. 44v.).

* 15 juni 1413 Voppe Coekebacker (Secr. 20 f. 45v.).

varia:

zegel: een ankerkruis met ster in het hart (Huisarch. Duivenv. en Ga. 1003, 26 apr. 1394 en 7 nov. 1395). Was 28 dec. 1399 een der bemiddelaars bij de deling van de nalatenschap van Jan heren Simonsz. (Secr. 84 f. 66).

familie:

deed 16 juli 1395 met Simon Rondiel en Jan Duker afstand t.b.v. Alide, dr. van Claas Duker, tr. Herman Jansz., van een kamp land te Warmond (Secr. 1724; een Claas Duker was 4 mei 1358 knaap, Rijnsburg 391). Zijn oom was Dirk ver Noenenz. (Hoek, 'Wassenaar', 552). Wrsch. zoon van Willem Duker, schout te Warmond 1368-69 (GvH. 1862 f. 2v.). Zijn moeder stamde, gezien de ster in het hart van zijn wapen en zijn naam, uit het geslacht Strevelant (zie hoger). De Jan Duker te Sassenheim die 1399 als welgeborene zijn krijgstocht afkocht behoorde tot zijn familie (GvH. 368 f. 10, vgl. ook Secr. 20 f. 31v., Claas Duker). Verder stond hij in relatie tot Jan Duker Aarstsz., broer van heer Dirk Robbrecht, kanunnik van St. Pancras (Ke. 977). Een van beide Jan Dukers noemde hij 1 nov. 1390 neef (Huisarch. Warmond 690, charter nr. 5).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

(VAN) STREVELANT / VAN DER LAEN

 

Previous PageHome PageNext Page


(VAN) STREVELANT / VAN DER LAEN

I. HENDRIK (VAN) STREVELANT

ovl. na 17 mrt. 1334, begr. St. Pieterkerk (W. 1195).

functie:

schout van Oegstgeest, verm. 18 dec. 1323 (Ke. 749).

landbezit:

land te Warmonderbroek, verm. 16 okt. 1333 (GvH. 243 f. 99v.).

rentebezit:

o.a.

* 40 s. g.g. op een huis en erf te Leiden en

* 1 £ g.g. op een huis en erf te Leiden.

Beide renten 17 mrt. 1334 vermaakt aan de H. Geest (W. 1195).

varia:

zegel: 3 sterren (Ke. 749, 18 dec. 1323). Zegelde op verzoek 28 mrt. 1326 t.b.v. Dirk, burggraaf van Leiden; was toen knaap en diens leenman (GvH. 243 f. 57). Testeerde 17 mrt. 1334, deed schenkingen aan de St. Pieters- en St. Pancraskerk te Leiden, de kerken te Rijnsburg, Katwijk en Oegstgeest, alsmede aan de Leidse H. Geest. Hij verzocht zijn zoons IJsbrand Strevelant en IJsbrand van der Laen alsmede Huge van der Bregghe om zijn executeurs-test. te zijn (W. 1195).

familie:

neven: IJsbrand en Jacob Jansz. Strevelant en Willeken en Huge veren Haseken (W. 1195). Tr. Margriet (ibidem), zij was gegoed te Warmond (Hoek, 'Wassenaar', 33). Kinderen (W. 1195):

1. IJsbrand Strevelant

(tweeling met 2; Nass. Dom. 6461 (44) f. 341v.).

landbezit:

5½ morgen 8 hond land te Oegstgeest, 9 jan. 1336 opgedragen aan Jan van Polanen (Nass. Dom. 6461 (44) f. 341v.).

varia:

aangesteld tot zijn vaders executeur-test. 17 mrt. 1334 (W. 1195).

familie:

dochter:

a. Cathelijne

zij bezat 5½ hond en 8 hond land te Oegstgeest, Polaans leen, afkomstig van haar vader (Nass. Dom. 6461 (44) f. 341v.). tr. Gerrit uten Hoflande (zie Van den Bosch).

2. IJsbrand van der Laen, volgt II.

3. Aarnd

verm. 17 mrt. 1334 (W. 1195).

4. B..cen (Bercen?)

(ibidem).

5. Machteld

ovl. 1406-07 (Ga. 334 (14) f. 10); zij bezat sinds 10 feb. 1383 26 s. 8 p.pay. rente op een huis en erf in het Noordeinde, 17 aug. 1385 aan de H. Geest geschonken (W. 428 f. 56v.); schonk St. Catharinagasthuis 1396-97 samen met Jutte Danielsz. van der Haer de halve buik van een koe (Ga. 334 (3) f. 7v.).

6. Katrine

7. Elisabeth

N.B. Missch. huwde een van Hendriks drs. Willem Duker, waaruit o.m. IJsbrand Strevelant Willem Dukersz.; behalve diens naam vormt het hartschild van zijn zegel (een ster) daarvoor een aanwijzing (vgl. hierna).

Tussen de bastaard van Jan Vos, IJsbrand Strevelant en het geslacht Strevelant zal gezien zijn naam eveneens verband bestaan (zie ook Vos).

II. IJSBRAND VAN DER LAEN en VAN SEVENHUYSEN

(Nass. Dom. 6461 (44) f. 341v.).

Begr. St. Pieterskerk (W. 428 f. 98v.).

functie:

schepen 1335-36, 36-37.

landbezit:

land, gehuurd van de abdij van Egmond, wrsch. te Boschuysen onder Zoeterwoude, tegen 5 £ pacht p.j. (Egmond 763 f. 54).

rentebezit:

17 feb. 1338 7 s.g.g. op een huis en erf te Leiden (Ga. 455 f. 83).

varia:

zegel: vair (W. 1195, 17 mrt. 1334).

familie:

zijn zegel komt overeen met dat van het geslacht van Willem Luutgardenz., hoewel zijn vader met drie sterren zegelde. Mogelijk was Margriet, zijn moeder, uit dit geslacht afkomstig, in ieder geval een familierelatie tussen beide families is aannemelijk op grond van de zegels en van het feit dat in het geslacht van Willem Luutgardenz. eveneens een IJsbrand van der Laen voorkomt, die bovendien renten overdroeg aan St. Catharinagasthuis ingevolge het testament van Aarnd IJsbrandsz. van der Laen (zie ald.). Tr. Lijsbeth, dr. van Hendrik Claasz. en Margriet, begr. St. Pieterskerk (W. 428 f. 98v.; Kam, 'Memorieboek', 198; Ga. 442 f. 77).

zoon:

1. Aarnd IJsbrandsz. van der Laen

ovl. tussen 18 sep. 1398 en 31 aug. 1408 (Ga. 455 f. 68v. en 83).

huisbezit:

* betaalde 1363 4 p.g.g. hofstedehuur te Leiden aan de graaf (GvH. 19 f 11v.).

* 4 kameren aan St. Pieterskerksteeg bij het kerkhof, 14 sep. 1364 verkocht tegen 2 s.g.g. rente (Ga. 455 f. 82v.).

landbezit:

* een hofstede, gekocht van de graaf en afkomstig van Gerrit van Boschuysen; de graaf had hierop 9 p.g.g.; verm. 1344-45 (Hamaker, Rek. Holl., II 116).

* ½ van 3½ morgen land te Koudekerk in de Hoge Waard, verm. 13 dec. 1352 (GvH. 244 f. 21v.); schonk hierop 18 apr. 1398 1 £ pay. aan de H. Geest (W. 428 f. 9v.) en 18 sep. 1398 1 £ pay. aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 68v.).

rentebezit:

* 14 sep. 1364 2 s.g.g. op 4 kameren (zie huisbezit).

* 16 feb. 1378 10 s.pay. op een huis en erf in het Noordeinde, wrsch. spruitend uit uitgifte (Ga. 455 f. 82).

* 7 s.g.g. op een huis en erf te Leiden, afkomstig van zijn vader; genoemde drie renten droeg IJsbrand van der Laen Herman Willemsz.z. 31 aug. 1408 over aan St. Catharinagasthuis ingevolge Aarnds testament i.p.v. de hoger verm. rente van 1 £ op land te Koudekerk (Ga. 455 f. 83).

familie:

tr. Lucie (Ga. 442 f. 77, Kam, 'Memorieboek', 198).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

JAN STOOP

 

Previous PageHome PageNext Page


JAN STOOP

beroep:

drapenier (vgl. bezit raamstede).

woonhuis:

in St. Pietersparochie (Ke. 323 (6) f. 13v.); 2 mrt. 1390 aan de Breestraat, met zijn moeder (W. 428 f. 68).

huisbezit:

1409-10 een huis en erf te Leiden, waarop St. Pieterskerk een rente had (Ke. 323 (8) f. 15).

landbezit:

* een erf tussen Nieuwe Vollersgracht en Hoeflaan, met daarop een rente voor St. Pieterskerk, verm. 1398-99 en later (Ke. 323 (1) f. 7v.), verkocht 1402-03 (Ke. 323 (5) f. 14 en 18).

* 1407-08 een erf tussen Nieuwe Vollersgracht en Hoeflaan; sinds 1412-13 nog maar de ½; 1413-14 Willem Stoop in zijn plaats (Ke. 323 (7) f. 10, (9) f. 10 en (11) f. 14v.).

* 1417-18 een raamstede, waarop een rente t.b.v. St. Pieterskerk (Ke. 323 (11) f. 11v.).

familie:

zoon van Willem Stoop en Diedwaar (Ke. 7 f. 67v.). Diedwaar bezat 1421 een huis en erf aan Bronstgenssteeg, de H. Geest had daarop 3 s.pay. rente (W. 429 f. 46 en tafel).

kinderen:

1. Aagte

ovl. 14 jan. 1416, tr. Willem Dijc Pieter Woutersz.z. (Ke. 416 f. 55, Ke. 7 f. 67v., zie Pieter Woutersz.).

2. Willem Stoop

(Ke. 7 f. 67v.).

landbezit:

* een ½ erf, tussen Nieuwe Vollersgracht en Hoeflaan, met daarop een rente voor St. Pieterskerk, afkomstig van zijn vader (Ke. 323 (11) f. 14v.).

* 1417-18 een erf ald. (Ke. 323 (11) f. 14v.).

* 3/4 raamstede waarop een rente met houde voor St. Pieterskerk, verm. 1417-18 (Ke. 323 (11) f. 11).

rentebezit:

een lijfrente van 1 nobel 6 groten t.l.v. de stad, samen met zijn zr. Marceli, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 20v.).

3. Gerrit Stoop

(Ke. 7 f. 67v.).

4. Pieter Stoop

familie:

tr. Ermgard, dr. van Hendrik Paedsenz. (zie Paeds)

5. Erkenraad

(Ke. 7 f. 67v.).

6. Katrijn

(Ke. 7 f. 67v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

WILLEM VAN STIENBERGHEN

 

Previous PageHome PageNext Page


WILLEM VAN STIENBERGHEN

functies:

schepen 1340-41, 45-46, 46-47; schout van Oegstgeest verm. 1 juli 1340 (Rijnsburg 278).

woonhuis:

een huis en erf bij de Oude Rijn, voor 20 nov. 1372 (Ke. 493 f. 31).

varia:

zegel: een schuinstreep met linksboven een adelaar (W. 986, 2 nov. 1340; Rijnsburg 278, 1 juli 1340).

familie:

gezien de adelaar in zijn zegel vermoedelijk verwant met geslacht Van Zijl, vgl. ook de verm. 31 juli 1408 van Jonijs van Zijl Willemsz. van Stienbergen (Hoek, 'Domproostdij', 19). Zijn broer was missch. Jan van Stienbergen die 29 jan. 1376 4 morgen land te Alphen verkocht met instemming van o.m. zijn broer Willem (Ke. 493 f. 65v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

STANTVAST

 

Previous PageHome PageNext Page


STANTVAST

I. JAN STANTVAST

tr. Clare (Ke. 418 f. 88v., 416 f. 15).

kinderen:

1. Ludolf Jansz., volgt II.

2. Femeynse

(Ga. 440 f. 29v.)

verm. 28 juli 1373 (RA. 2 f. 20v.).

II. LUDOLF JANSZ.

(Ke. 416 f. 15).

ovl. 1390 (Ke. 418 f. 88v.).

huisbezit:

* 22 nov. 1387 een huis en erf aan de Nieuwe Rijn (Ga. 549).

* 1 feb. 1388 een huis en erf aan de Oude Rijn te Marendorp (Ke. 416 f. 15).

molen:

te Zoeterwoude, verm. 21 feb. 1382 (W. 428 f. 45).

landbezit:

* land te Leiderdorp in het Grote Weer, verm. 7 jan. 1368 (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 f. 177v.-178).

* 11 mei 1370 1½ morgen land tussen Rijn en Afterdijc in Hontswijc, Koudekerk (Ga. 456 p. 341).

rentebezit:

* 3 jan. 1369 1 £ pay. op een huis en erf aan de Hooigracht, 13 feb. 1374 aan de H. Geest geschonken (W. 428 f. 31 en v.).

* 1 feb. 1388 1 £ pay. op een huis en erf aan de Oude Rijn te Marendorp, door zijn zoons en schoonzoons 3 apr. 1391 aan St. Pancraskapittel overgedragen (Ke. 416 f. 15).

* 3 £ pay. op een huis en erf te Leiden, overgedragen aan St. Pancraskapittel, met verplichting daarvan 1 £ pay. rente te geven aan de H. Geest (verm. 13 apr. 1391; W. 428 f. 70).

varia:

23 jan. 1382 droeg hij een rente over ingevolge het testament van Willem Scickersz. en Geertruud Zegersz. (W. 428 f. 45, zie Dammas Zegersz. c.s.).

familie:

tr. 1e N.N.; tr. 2e Geertruud (Kam, 'Memorieboek', 204) Zegersdr., weduwe van Willem Scickersz. (vgl. voornoemde renteoverdracht en het feit dat in het Grote Weer 19 apr. 1382 Willem Scickers kinderen als gegoed worden vermeld en daarvoor in de plaats 22 sept. 1382 Ludolf Jansz.'s stiefkinderen, RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 f. 177v.).

Uit het 1e huwelijk:

1. Jan Stantvast Ludolfsz.

ovl. 1400-01, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (3) f. 12).

functie:

schepen 1383-84, 84-85, 90-91, 92-93.

beroep:

drapenier (21 nov. 1385; GvH. 1236 f. 95v., 1240 I f. 114v.).

woonhuis:

in het Wanthuisvierendeel, verm. ca. 1390 (Blok, Hollandsche stad, I 324).

landbezit:

2 erven aan Levendaalsgracht in St. Pietershoeve, verm. 1398-99, St. Pieterskerk bezat hierop een rente; na hem in bezit van zijn weduwe; 1407-08 niet meer verm. (Ke. 323 (1) f. 6 en v., 323 (7)).

rentebezit:

* 22 juli 1384 pandrente van 9 s. 4 p.pay. op een huis en erf te Leiden, afgeschat 31 jan. 1395 (RA. 50 f. 80).

* 20 comans groten op een huis en erf aan de Breestraat,

* 9 comans groten op een huis en erf ald.,

* 2 groten 2 p.pay. op een raam en erf in St. Pietershoeve,

* 10 comans groten op een huis en erf in de Weversteeg;

voornoemde 4 renten vermaakte hij met zijn broer Mouwerijn aan St. Catharinagasthuis voor memoriediensten; 18 feb. 1404 droeg hun zr. Clare de renten over (Ga. 455 f. 63v.).

borgstelling:

* 14 nov. 1369 Griete Boelen (Secr. 19 f. 21).

* 6 sep. 1380 Jan van Voirburch (Secr. 19 f. 51).

* 12 mrt. 1386 Aarnd Dirksz. (Secr. 19 f. 73).

schenking:

ingevolge het testament van hem en zijn broer Mouwerijn droeg hun zr. Clare 21 juli 1404 1 £ pay. rente op een huis en erf aan het Levendaal (door haar 14 juli 1404 gekocht) over aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 68).

varia:

zegel: hartschild een kruis, daaromheen (2:1) figuurtjes gelijkend op zeepaardjes (Secr. 1422, 9 nov. 1384). Pachtte van de graaf van Blois 1384 een tiende bij de Leidse stadspoort onder Zoeterwoude (Gr.v.Blois 111 f. 14v.).

familie:

tr. voor 25 nov. 1380 Alijd (GvH. 1236 f. 95v.; Ga. 440 f. 30v.), dr. van Wouter van den Veen (zie ald.). Zij bezat 1412-13 1 nobel 13 groten lijfrente t.l.v. de stad (Secr. 513 f. 21).

2. Mouwerijn Ludolfsz.

ovl. 1400-01, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (3) f. 12).

functie:

homan van het Wanthuisvierendeel na 1392 (Secr. 84 f. 270v.).

renten en schenking: zie zijn broer Jan Stantvast.

borgstelling:

25 apr. 1381 Matthijs Matthijsz. (Secr. 19 f. 52v.).

varia:

pachter van de koren- en zoutaccijns 16 apr. 1399-10 juni 1399 (Rek. Lei., I 58).

3. Clare

zij bezat 1½ morgen land tussen Rijn en Afterdijc in Hontswijc, Koudekerk, afkomstig van haar vader, 11 apr. 1415 overgedragen aan St. Catharinagasthuis (Ga. 456 p. 341). tr. Jan Dirk Kintsz., ovl. voor 14 juli 1404 (Ga. 455 f. 68). Hij droeg 13 juli 1385 1½ morgen land te Leiderdorp in het Grote of Brede Weer over, zeer waarsch. afkomstig van zijn schoonvader (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 f. 179). Kinderen (o.a.): Gerrit Jan Dirk Kintsz.z. (Kam, 'Memorieboek', 204). N.B. Zij is vermoedelijk de Claar Jan Stantvastsz. die 1417-18 een ½ raamstede bezat, waarop St. Pieterskerk een rente bezat (Ke. 323 (11) f. 10).

Uit het 2e huwelijk:

4. Erkenraad

(Kam, 'Memorieboek', 204).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

HEER HENDRIK SPIKER

 

Previous PageHome PageNext Page


HEER HENDRIK SPIKER

functies:

priester; kapelaan van St. Pieterskerk verm. 11 feb. 1304 en 29 mei 1305 (DuO. 2022 en 1981xx), ontving 6 nov. 1304 een vicarie, gesticht door Katrine Poes' weduwe (Ke. 322 f. 1); provisor en deken van Rijnland verm. 15 aug. 1320-9 mrt. 1322 (GvH. 243 f. 15v.; Ga. 455 f. 34). Pastoor van Kerkwerve verm. 8 apr. 1347 (Egmond 516).

huisbezit:

een huis en erf aan Hogelandskerkgracht, achter strekkend tot de Middelweg, samen met zijn moeder bezeten, verm. 2 mrt. 1331 (Ga. 455 f. 4).

varia:

9 nov. 1316 aangesteld tot executeur-test. door heer Pieter van Leyden (Ke. 322 f. e); bezegelde 19 mrt. 1322 het testament van Aagte Heinendr. van Velsen (Ga. 368); zegelde met de Leidse enkele sleutel.

familie:

door heer Pieter van Leyden 9 nov. 1316 neef genoemd (Ke. 322 f. 37). Zoon van N.N. en Geertruid; zij ovl. na 2 mrt. 1331 en woonde wrsch. aan Hogelandskerkgracht (zie hoger).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

VAN DER SPECK

 

Previous PageHome PageNext Page


VAN DER SPECK

(bron, voorzover niet anders verm.: Van Kan, 'Van der Speck').

I. DIRK VAN DER SPECK

ovl. voor 24 okt. 1372. tr. Bartraad Aarndsdr. van Waterlant.

Zoons:

1. Dirk van der Speck, volgt IIa.

2. Willem van der Speck, volgt IIb.

IIa. DIRK VAN DER SPECK

ovl. tussen feb. 1413 en 8 mei 1418 (Rek. Lei., I 254, Van Kan, 'Van der Speck', 419).

functie:

schepen 1394-95, 95-96; gasthuismr. 1397-98; burgemr. 1398-99; schout van Lisse verm. 12 jan.- 29 nov. 1394 (vgl. ook Werkgroep Holland, Rek. Holl. III 1393-96, 48); rentmr. van Kennemerland en Friesland sinds 15 sep. 1403, in de plaats van Bertelmeeus van Raephorst en voor zolang deze goeddacht; ontvanger van de bede in West-Friesland 1404 (GvH. 1258 f. 10).

beroep:

veekoper (1396-1404); grfl. boter- en kaaskoper in de Friese oorlog 1398; exploiteerde wrsch. een kalkoven, gezien kalkleveranties door hem (1403-04; won turf (zie landbezit).

huisbezit:

een huis en erf aan de Breestraat, 15 juni 1410 door het gerecht verkocht voor 275 nobel aan Jonge Hendrik Hermansz. Hierop rustten de volgende, nu afgeschatte renten: 114 nobel schuldbrief t.b.v. Dirk van Oestgeest (13 feb. 1404), waarvan een pandbrief van 51 £ 6 s. 3 p. (23 jan. 1406) en een van 7 £ 14 s. 4 p. (4 mrt. 1410); een pandbrief van 23 Gelderse nobel t.b.v. Pieter Heerman (4 nov. 1406), waarvan de hoofdsom 615 nieuwe Geld. gld. had bedragen (19 juni 1405); een pandbrief van 3½ Gentse nobel t.b.v. Pieter Heerman (4 nov. 1406), behorend bij een schuldbrief van 25 Gentse nobel (27 juli 1405). Op het huis bleef een rente van 10 s. g.g. met houde gevestigd, die 16 mrt. 1413 in handen was van zijn zoon Dirk (RA. 50 f. 93; Ke. 420 f. 3).

landbezit:

* 24 okt. 1372 9 morgen (die Specken) en 2 morgen land te Lisse, grfl. leen, beleend met ledige hand 1390; ontving de 2 morgen 12 dec. 1400 ten vrij eigen.

* 27 jan. 1395 veenland tussen Zegwaard en Zevenhuizen, gekocht van de graaf (GvH. 228 f. 153 en v.).

* 12 dec. 1400 2 hond land aan de Horenbrugge en 2 hond land, Butterscamptgen, te Lisse, gekocht van de graaf (betaling: 2 feb. 1401, GvH. 1255 f. 11).

* land, afgestaan t.b.v. de nieuwe weg van Leiden naar Oegstgeest.

rentebezit:

* 30 apr. 1396 een schuldbrief van 10 £ pay. op een huis en erf te Marendorp (RA. 50 f. 19).

* 11 aug. 1397 een pandrente van 30 s.pay. op ditzelfde huis en erf (ibidem).

borgstelling:

* 12 jan. 1386 Wendelmoed Gerrit Wissenweduwe.

* 6 feb. 1395 (met IJsbrand van de Laen) Herman Woutersz. en Willem Simonsz. (die gelden beheerden t.b.v. Pieraart van Assche's kinderen (Secr. 84 f. 52).

* 1398 Frank Poesz. (bij een aankoop door deze).

* 12 jan. 1401 Andries Bal, zijn schoonzoon.

schenking:

1403-04 aan St. Pieterskerk 6 £ 7 s. 6 p. (Ke. 323 (6) f. 16).

varia:

werd 4 juli 1378 Leids poorter met 40 £, borg stond Gerrit Heerman; werd 1410 ontpoorterd omdat hij te land buiten de stad woonde. Pachter van de Leidse hop 1398 (Ga. 334 (5) f. 12v., in de grfl. rek. niet teruggevonden, wrsch. medepachter met anderen).

familie:

een familierelatie tussen hem en het geslacht van Willem Luutgardenz. is zeer wrsch., gezien: de naam van zijn kleinzoon, Simon Frederik, de borg bij zijn verwerving van het Leidse poorterschap (Gerrit Heerman), het feit dat hij borg stond voor Herman Willemsz. en Willem Simonsz. en tenslotte de aankoop van zijn huis door Jonge Hendrik Hermansz.

kinderen:

1. Jonge Dirk van der Speck

ovl. voor 16 juni 1430.

landbezit:

* 8 mei 1418 9 morgen land, die Specken, te Lisse (GvH. 59 f. 5).

* 2 morgen land, gemene voor gelegen met die Specken, in erfhuur gehouden van de graaf (GvH. 59 f. 25v.).

rentebezit:

10 s.g.g. met houde op zijn vaders huis en erf aan de Breestraat, dat door het gerecht 15 juni 1410 verkocht werd (RA. 50 f. 93; Ke. 420 f. 3).

varia:

1424 verm. onder de welgeborenen te Lisse.

2. Bartraad

ovl. na 19 dec. 1433; tr. Pieter van Leyden, die haar 3 aug. 1429 tochtte (zie Van Leyden).

3. Dochter

tr. Andries Bal, werd 12 mrt. 1401 Leids poorter met zijn schoonvader als borg; ontpoorterd in 1410 omdat hij niet binnen de stad woonde; is later een belangrijk persoon te Alkmaar.

IIb. WILLEM VAN DER SPECK

ovl. voor 29 dec. 1399.

landbezit:

te Noordwijk en Warmond.

varia:

werd 12 mrt. 1396 Leids poorter, met 60 £ borg stond Willem Heynenz.

familie:

tr. Alijd, ovl. 1413, begr. St. Pieterskerk (tr. 1e Jan Hendriksz., ovl. voor 14 juli 1371). Zoon:

1. Claas Willemsz. van der Speck

ovl. voor 6 apr. 1414, wrsch. reeds in of voor 1413.

woonhuis:

1399 te Valkenburg of Katwijk, 1405 te Noordwijkerhout.

landbezit:

1½ morgen land te Rijnsburg, in leen gehouden van de burggraaf.

varia:

werd 26 juli 1407 Leids poorter met Joseph Pietersz. als borg. Kocht als welgeborene 1399 en 1405 krijgsdienst af.

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

SMEDER

 

Previous PageHome PageNext Page


SMEDER

I. JAN DIE SMEDER

ovl. tussen 12 mrt. 1363 en 16 juni 1366 (W. 428 f. 28v.; GvH. 226 f. 77v.).

functies:

grfl. deurwaarder, klerk van den bloede en roedrager sinds 1338; 1340 verm. als grfl. knaap; sedert 1342 (meester)knaap van de herberg; meesterknaap van Willem V 1358 (zie hfdst. 6).

huisbezit:

een huis en erf aan de Vollersgracht, boomgaardzijde, vestigde hierop 12 mrt. 1363 t.b.v. de H. Geest 3 £ g.g. rente, voor de 40 £ g.g. die zijn vrouw Machteld de H. Geest had vermaakt voor memoriediensten (W. 428 f. 28v.).

landbezit:

* 18 apr. 1344 14 morgen land te Leiderdorp, grfl. leen (d.w.z. pachtland van St. Maartenskerk te Utrecht; GvH. 244 f. 60).

* 18 apr. 1344 4 morgen land te Koudekerk, grfl. leen (ibidem).

* land te Rhoon (later 22 morgen) waarop zijn vader woonde, uit eigen 31 juli 1338 aan de graaf opgedragen en in leen ontvangen (GvH. 244 f. 60v.).

* land te Rhoon (Rughe Voetsghatswere), grenzend aan het voornoemde, verm. 31 juli 1338 (ibidem).

* 1358 104 morgen land te Zoeterwoude, Polaans leen (Nass. Dom. 6461 (44) f. 336).

rentebezit:

31 juli 1338 15 £ g.g. uit het rentmeesterschap van Noord-Holland, grfl. leen, samen met zijn vrouw ontvangen; zij verkregen 14 juni 1340 het voorrecht dat deze rente op zoons of dochters mocht vererven (GvH. 218 f. 22v.; 244 f. 60v.).

* 40 s.g.g. (d.w.z. 1/3 van een som van 80 £ g.g. op het huis en erf van mr. Pieter Michielsz. aan de Hooigracht, vermaakt aan de H. Geest als zijnde 1/3 van 80 £ g.g. (W. 428 f. 40).

varia:

ontving 22 dec. 1354 grfl. amnestie, opnieuw 4 jan. 1355; kreeg zijn goed terug (GvH. 222 f. 32 en v.; Brokken, Hoekse en Kabeljauwse twisten, 576 nr. 3 en 591).

familie:

bezegelde 19 mrt. 1349 de kapelanieuitbreiding door Gerrit Alewijnsz. en werd door deze neef genoemd (Ke. 322 f. 4). tr. Machteld Dirksdr., ovl. na 14 juni 1340 (GvH. 244 f. 60v.).

kinderen:

1. Willem Smeder, volgt II.

2. Dirk Smedersz.

(Ga. 440 f. 7).

ovl. 21 okt. 1401 (Ke. 416 f. 15).

rentebezit:

* 6 juni 1371 5 £ g.g. op 7 morgen land te Wassenaar, 16 aug. 1390 overgedragen aan St. Pancraskapittel voor memoriediensten, op voorwaarde dat zij het vruchtgebruik behielden en na de dood van een van hen de overblijvende de helft daarvan (Ke. 416 f. 14v.-15).

* 2 juli 1377 4 £ g.g. op 3 morgen land te Wassenaar, door zijn weduwe 8 mrt. 1403 geschonken aan St. Catharinagasthuis, onder voorwaarde van jaarlijkse uitreiking van 40 s.pay. aan het O.L.V. gasthuis (Ga. 455 f. 59 en v.).

* 13 juni 1378 30 s. op een huis en erf te Leiden, 1390 aan de H. Geest overgedragen (W. 428 f. 65v.).

familie:

tr. Hasekijn, ovl. 22 sep. 1409 (Ke. 416 f. 15).

kinderen:

a. Jan Smeer

clericus (Ke. 416 f. 7).

b. Bartraad

ovl. 14 juli 1386; tr. Jonge Griemer (Ke. 416 f. 7).

3. Katrine

(Ga. 440 f. 7).

II. WILLEM SMEDER

ovl. tussen 17 mrt. 1389 en 18 juli 1391 (Ga. 455 f. 52v. en 23).

functies:

schout 1372-73 en 1389; schepen 1386-87; burgemr. 1387-88; schout van Hazerswoude 1385-86 (GvH. 1873 f. 4). Gravin Margaretha van Henegouwen beloofde hem het eerst vrijkomende schroodambt alsmede de zoutmaat te Dordrecht toe te kennen; dit bevestigde hertog Albrecht 3 mrt. 1369 (GvH. 226 f. 29).

landbezit:

* een uiterdijk van 4 morgen land in de Leidse vrijheid naast Dirc Wijssenland; 25 mei 1387 verkocht tegen 35 s.pay. rente (Ga. 455 f. 51v.).

* Willem Smedershofstad te Warmond (Hoek, 'Wassenaar', 133).

* Willem Smedershoek onder Zoeterwoude; werd 16 feb. 1373 door de burggraaf beleend met een paar zwanen ald. (Hoek, 'Wassenaar', 641, vgl. voor de ligging de belending aan heer Wouterserf, d.i. Cronesteyn).

* 13 okt. 1364 10 morgen land, de Scaepweyde, te Rijswijk, grfl. leen, 4 juni 1385 opgedragen ter belening van een ander (GvH. 226 f. 86v. en 229).

* 4 morgen 1½ hond 13 gaard land tussen Rijn en Burmade te Zoeter- en Hazerswoude, gemene voor gelegen met land van Dirk Smeder, zijn broer, Gerrit van Oestgeest en Aarnd Jacobsz.; voor 20 dec. 1369 verkocht aan Jan Gode (Zegersz.; Ke. 493 f. 35v.-36).

* 16 juni 1366 22 morgen en een ½ huis met hofstede te Rhoon, grfl. leen, afkomstig van zijn vader (GvH. 226 f. 97v.).

* 16 juni 1366 14 morgen land te Leiderdorp en 4 morgen te Koudekerk, grfl. lenen, afkomstig van zijn vader; kreeg 31 jan. 1376 toestemming tot verkoop ten vrij eigen (GvH. 226 f. 97v.).

* 3½ morgen land te Leiderdorp, leen van de Utrechtse domproostdij (Hoek, 'Domproostdij', 4).

* 104 morgen land te Zoeterwoude, Polaans leen, afkomstig van zijn vader (Nass. Dom. 6461 (44) f. 336); verloor dit goed door leenverzuim jegens de graaf van zijn leenheer, kocht het leen ten eigen na grfl. uitspraak d.d. 25 juli 1389 (Van Mieris, Groot Charterboek, III 532).

rentebezit:

* 16 juni 1366 15 £ g.g. uit de renten van Noord-Holland, grfl. leen, afkomstig van zijn ouders (GvH. 226 f. 97v.).

* 25 mei 1387 35 s.pay. op een uiterdijk van 4 morgen land naast Dirc Wijssenland in de Leidse vrijheid; de ½ rente droeg zijn weduwe 1 sep. 1400 over aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 52).

* 17 mrt. 1389 2 s. 3 p. 1 hallinc pay. pandrente, 1 sep. 1400 door zijn weduwe overgedragen aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 52v.-53).

borgstelling:

* 23 apr. 1370 Dirk van Zijl (Secr. 19 f. 21v.).

* 21 nov. 1384 Jan Wissenz. (Secr. 19 f. 65v.).

varia:

zegel: een gedeeld schild, in de bovenste helft een halve leeuw, onder effen (Ke. 537, 27 feb. 1387). Leende de burggraaf 6 aug. 1372 200 oude Franse schilden, wrsch. op het schoutambt (Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 55). Pachter van het grfl. deel van de Rijn 1378 (GvH. 1458 f. 7). Pachtte 1386 de tiende van Zoeter- en Gelderswoude, 1387 die van Zoeterwoude, 1388 die van Koudekerk (GvH. 1465 f. 5v., 1466 f. 5, 1467 f. 4v.).

familie:

neef van Jan Heinenz.; droeg met deze 5 jan. 1386 renten over aan de H. Geest voor de memorie van Gijsbrecht Jan Mansz. en diens echtgenote en Simon Frankenz. (W. 428 f. 57v.-58). Door de burggraaf 16 feb. 1373 minen zwagher genoemd (Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 35v.). tr. Katrijn, dr. van Gijsbrecht Florisz. (zie ald.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl