Activiteiten

ZWALUWAIRT

 

Previous PageHome PageNext Page


ZWALUWAIRT

I. JAN ZWALUWAIRT

familie:

tr. (1e?) Geertruud (W. 428 f. 73v.; DuO. 2020); tr. (2e?) Aagte (DuO. 2020); zij bezat land te Rijswijk en 18 s. 8 p.pay. rente op het huis en erf van haar zoon Aarnd Wildegans, land en rente waren 1359 in handen van haar zoons (Secr. 1626; Egmond 1 f. 67). Kinderen uit het 1e huwelijk:

1. Heer Jan Zwaluwairt

(DuO. 2020; W. 428 f. 73v.).

2. mr. Dirk Zwaluwairt

(DuO. 2020

W. 428 f. 73v.); studeerde te Parijs, verm. ald. 10 feb. 1364 (Denifle, Auctarium, I 293, 40-45, 294, 2).

Uit het 2e huwelijk (DuO 2020):

3. Heer Aarnd Zwaluwairt, volgt II.

4. Aarnd Wildegans

ovl. wrsch. voor 2 nov. 1359 (Secr. 1626); een deel van het woonhuis dat hij naliet was 14 feb. 1360 in bezit van Jan van der Meer (toen Gerrit Rijswijc Frankenz. het pandde; Secr. 1627). tr. wrsch. Machteld Colijnsdr.; zij droeg 25 nov. 1359 3 en 2 morgen land te Rijswijk over aan de abdij van Egmond (Egmond 1 f. 67).

5. Jan Wildegans

bezat 1 morgen land te Rijswijk samen met zijn broer heer Aarnd; droeg dit met deze 25 nov. 1359 over aan de abdij van Egmond (Egmond 1 f. 67); deed 2 nov. 1359 afstand van zijn rechten op een rente van 18 s. 8 p.pay. op het huis en erf van zijn broer Aarnd Wildegans (Secr. 1626).

6. Dochter

had een relatie met heer Jan Beterwillenz. (zie ald. en Ke. 418 f. 97v.).

II. HEER AARND ZWALUWAIRT

ovl. voor 3 mrt 1391 (W. 428 f. 73v.).

functies:

priester, pastoor van O.L.V.kerk, verm. 22 mei 1371 (Ke. 404); kanunnik van St. Pancraskapittel op St. Barbaraprebende, gesticht door heer Frank Zeveritsz.; deed hiervan 9 aug. 1386 afstand maar bleef erekanunnik (Ke. 416 f. 6v.).

woonhuis:

een huis en erf in het bon Over 't Hof gelegen, bij het Gravensteen in de straat leidend naar de stadsmuur (=Rapenburg); verm. 29 juni 1372, 19 okt. 1383 verkocht; hierop had heer Alewijn van Rijsoirde 8 s.g.g. rente (Ke. 415 f. 37; Ga. 455 f. 45v.). Reeds 29 feb. 1344 verm. als belender te Leiden (W. 428 f. 49).

landbezit:

* 1 morgen land te Rijswijk, samen met zijn broer Jan Wildegans bezeten en 25 nov. 1359 overgedragen aan de abdij van Egmond (Egmond 1 f. 67).

* 19½ morgen land, waarvan 8½ morgen onder Esselikerwoude en 11 morgen onder Alkemade; 16 sep. 1389 geschonken aan zijn zusterszoon Aarnd heren Jansz. (Ga. 455 f. 25).

* 1½ morgen land te Oegstgeest op de Mersch bij Valkenburgerweer;

* de Voetacker ald. en ¼ weide ald.;

* 2 percelen land ald.; de genoemde landerijen te Oegstgeest droeg hij 3 mrt. 1391 over aan zijn vicarie (W. 428 f. 71 en v.).

* land te Zoeterwoude, verm. 26 juli 1382 (Ga. 455 f. 38v. d.i. Secr. 1737).

rentebezit:

* 18 s. 8 p.pay. (15 s.g.g.) op het huis en erf van zijn broer Aarnd Wildegans, verm. 2 nov. 1359 (Secr. 1626).

* 1 £ g.g. op de Camp, voor 13 mei 1391 vermaakt aan het klooster Koningsveld (Ke. 695).

* 5 £ pay. op de Camp, verm. 18 jan. 1382 (Ke. 493 f. 72v.-73).

* 13 s.pay. op een huis en erf bij O.L.V.kerk;

* 1 £ pay. op een huis en erf te Marendorp;

* 40 s.g.g. ald.;

* 1 £ g.g. ald.;

* 5 s.pay. en 12 p.g.g. op de hofstede Noede ald.;

* 40 s.g.g. op een hofstede ald.;

* 40 s. op 3 morgen land te Hazerswoude en

* 6 £ pay. op een erf; de laatste 8 renten schonk hij 3 mrt. 1391 aan zijn vicarie (W. 428 f. 71-73).

stichting:

Maria Magdalenavicarie in O.L.V.kerk; bestemde de collatie voor de H. Geest; overdracht van goederen door zijn executeurs-test. 3 mrt. 1391 (W. 428 f. 71-73).

varia:

werd 9 aug. 1377 toegelaten tot de conventstafel van de Duitse Orde te Utrecht, Leiden of Valkenburg, naar keuze; vermaakte aan de orde renten waaruit na zijn dood een der drie Leidse ordepriesters zou worden aangesteld. Bedong tevens memoriediensten (DuO. 2020). Zijn executeurs-test. waren 3 mrt. 1391 Jan Philipsz., deken van St. Pancraskapittel, heer Dammas Dirksz., pastoor van O.L.V.kerk en Jan van Alkemade Hendriksz. (W. 428 f. 71).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

AARND ZOETINC

 

Previous PageHome PageNext Page


AARND ZOETINC

ovl. na 1403-04 (Ga. 334 (10) f. 11).

functies:

gasthuismr. 1385-86; homan van het Vleeshuisvierendeel 1392 (Secr. 84 f. 271).

woonhuis:

aan het Noordeinde, verm. 1380 en 13 dec. 1381, met achter een steeg lopend van Crepelsteeg naar stadsvest (=Rapenburg) (W. 1765 f. 5; W. 428 f. 40v.); was hierop 1380 de H. Geest 22 s.pay. rente verschuldigd (W. 1765 f. 5). Is het dit huis dat in 1408 werd verkocht? (RA. 50 f. 79v.).

landbezit:

te Voorschoten, verm. 28 feb. en 16 apr. 1375 in een belending (Ke. 493 f. 34v. en 415 f. 42v.).

borgstelling:

* 27 nov. 1372 Jacob Simonsz. van Wassenaar (Secr. 19 f. 35).

* 15 mei 1375 Aarnd van den Deyle (Secr. 19 f. 41).

* 11 juli 1389 Michiel IJsbrandsz. (Secr. 19 f. 81v.).

varia:

1403-04 gaf hij St. Catharinagasthuis 11 £ pay. voor Erkenraad Dirc Tybus' memorie (Ga. 334 (10) f. 11).

familie:

tr. Lijsbet (Ke. 7 f. 15v.); zij kocht 1403-04 een kerkstoel in St. Pieterskerk; begr. ald. 1407-08 (Ke. 323 (5) f. 14v. en (7) f. 14v.).

Zoon van Coenraad Aarndsz. Zoetinc en Alijd; broer van Jutte (Ga. 440 f. 34 en Ke. 7 f. 13v.; Coenraad tr. ook Machteld). 23 juli 1375 verm. van Coenraet Zoetynxvaert als belendend aan het erf achter twee huizen aan de Nieuwe Rijn (Klo. 612); Coenraad pachtte van de graaf van Blois tienden onder Zoeterwoude: 1356, 59, 74 en 80 die te Doedijnslaan, bij Leiden (Waller Zeper, Jan van Henegouwen, 481, Gr.v.Blois 89 f. 9, 102 f. 10v. en 108 f. 13v.); 1357 een smaltiende bij Leiden (Gr.v.Blois 86 f. 7v.) 1358, 61 en 73 een tiende bij de Leidse stadspoort (Gr.v.Blois 87 f. 10, 90 f. 11v. en 101 f. 10v.) en 1370 het zgn. middelste tiendblok bij Leiden (Gr.v.Blois 98 f. 10v.).

Pieter Zoetinc was mogelijk een broer van Aarnd; deze wordt meerdere malen vermeld (Ke. 894, Ke. 493 f. 41v.; W. 428 f. 96v. en 106v.; Ga. 455 f. 41v.; Secr. 19 f. 16v., 50 en 109v. en Klo. 612).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

GERRIT ZEVERITSZ. C.S.

 

Previous PageHome PageNext Page


GERRIT ZEVERITSZ. C.S.

I. ZEVERIT GERRITSZ.

rentebezit:

31 aug. 1349 7 s.g.g. op een huis en erf aan de Oude Rijn (Ke. 493 f. 27v.).

familie:

kinderen:

1. Gerrit Zeveritsz., volgt II.

2. Heer Frank Zeveritsz.

ovl. 27 feb. 1402, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 7).

functies:

priester; 29 okt. 1366 kapelaan te Warmond (Leverland, 'Kapittel van St. Pancras', 84, Ke. 375); kanunnik van St. Pancras sinds 1367-68; wrsch. niet meer in 1374 (ibidem, 83-84; Ke. 493 f. 27v.); kanunnik van St. Marie te Den Haag, verm. 18 jan. 1374-23 juli 1381, wrsch. reeds 1372 (Ke. 707, Van Riemsdijk, Tresorie, 136, De Riemer, Beschrijving van 's-Graven-Hage, II 242; Ke. 1368a f. 4v.; Ke. 493 f. 27v.; GvH. 1231 f. 27v.).

woonhuis:

een huis en erf aan de Oude Rijn verm. 25 sep. 1358 (Ke. 493 f. 27); verm. als belender aan de Uiterste gracht (strekkend tot de Middelweg) 25 apr. 1371 (Ke. 493 f. 17).

huisbezit:

een huis en erf aan de Oude Rijn, 25 sep. 1358 verkocht aan zijn zwager Andries die Copdraijer tegen 35 s.pay. (Ke. 493 f. 27).

landbezit:

* een hofstad te Marendorp, voor 25 apr. 1371 aangenomen van heer Volprecht van den Woude tegen 16 s.g.g. rente (Ke. 493 f. 17).

* 3 morgen 5 hond 1 akker 4½ hond land te Benthuizen, 7 nov. 1368 overgedragen aan St. Pancraskapittel (Ke. 493 f. 27).

rentebezit:

* 24 feb. 1350 1 £ g.g. op een huis en erf en 2 akkers te Benthuizen;

* 23 okt. 1358 1 £ g.g. op een akker ald. en

* 14 feb. 1360 1 £ g.g. op een akker ald., deze renten 7 nov. 1368 overgedragen aan St. Pancraskapittel (Ke. 493 f. 27).

* 18 okt. 1348 12 s.g.g. op een huis en erf te Leiderdorp;

* 11 dec. 1348 8 s.g.g. op een huis en erf aan de Mare.

* 5 dec. 1349 5 s.g.g. op een huis en erf, strekkend van de Burcht tot de Oude Rijn.

* 25 sep. 1358 35 s.pay. op het huis en erf van zijn zwager (zie huisbezit);

* 7 s.g.g. op huis en erf aan de Oude Rijn, afkomstig van zijn vader; voornoemde 5 renten droeg hij 18 jan. 1374 over aan zijn prebende (Ke. 493 f. 27 en v., 418 f. 119).

* 1 £ pay. op een huis en erf op de Hogewoerd;

* 40 s.pay. op een huis en erf aan St. Pancraskerkhof; beide renten 22 mei 1386 geschonken aan St. Pancraskapittel (Ke. 416 f. 7).

* 12 s.pay. op een huis en erf te Marendorp, 5 juni 1387 aan St. Pancraskapittel geschonken (Ke. 416 f. 8).

* 54 s. 6 p.pay. op 3 huizen en erven in de Camp, 30 juni 1386 overgedragen aan het kapittel (Ke. 416 f. 8).

stichting:

1367-68 St. Barbaraprebende (Leverland, Kapittel van St. Pancras', 83); bedienaar was tot 9 aug. 1386 heer Aarnd Zwaluwairt (Ke. 416 f. 6v.). Regelde 23 juli 1381 de collatie van de prebende; deze zou voor zijn zoon Jan zijn (Ke. 493 f. 27v.). Deken en kapittel beloofden hem 25 apr. 1387 jaarlijks datgene uit te betalen wat de geschonken renten meer opbrachten dan 40 s.pay. en de hele opbrengst indien hij heer Aarnd Zwaluwairt overleefde (Ke. 416 f. 8).

varia:

ontving 12 nov. 1372 het privilege van volledige aflaat van de paus (Brom, Bullarium, II 229). Kreeg 30 dec. 1377 toestemming van de graaf om bij testament over zijn goederen te beschikken t.b.v. zijn bastaarden (De Riemer, Beschrijving van 's-Graven-Hage, II 242). Was 6 juli 1379 getuige bij de kapelaniestichting door Berwoud Willemsz. (Ke. 1368a f. 4v.); pachtte 1385 de grfl. tol te Woudrichem (GvH. 1240 I f. 13).

familie:

kinderen:

a. Heer Jan Hardebort

functie:

priester, kanunnik van St. Pancraskapittel bekleedde sinds 9 aug. 1386 de prebende van zijn vader (Ke. 493 f. 27v., 416 f. 6v.).

b. Katrijn Frank Zeveritsz.dr.

dienstmaagd van Beatrijs Wermboudsz. (Kam, 'Memorieboek', 203; W. 428 f. 50v.). Tr. Willem Lubbrechtsz., woonachtig te Rijnsburg, ovl. voor 2 feb. 1396; hij tochtte Katrijn 28 jan. 1395 aan zijn grafelijke leengoed van 5½ morgen land te Oegstgeest; zij ovl. na haar man (GvH. 228 f. 151v. en 196v.),

3. Dirk Zeveritsz.

(Ke. 493 f. 17).

huisbezit:

een hofstad te Marendorp, omgeving van het Zijlpoorthuis, een hofstad daarnaast, de laatste samen met zijn broers Jan en Zeverit, met daarop 16 s.g.g. rente t.b.v. heer Volprecht van den Woude; verm. 25 apr. 1371 (Ke. 493 f. 17). Verm. als belender te Marendorp 5 nov. 1359 (Ke. 415 f. 66v.).

rentebezit:

* 23 apr. 1369 32 s.pay. op 2 huizen en erven aan de Hogewoerd; schonk hiervan 16 s.pay. aan de H. Geest voor memoriediensten (overdracht door Dirk Volprechtsz. 5 jan. 1380, ingevolge testament van Hadewi, Dirk Zeveritsz.'s vrouw; W. 428 f. 41).

familie:

tr. Hadewi, ovl. voor 5 jan. 1380 (tr. 1e Claas Baarndsz., waaruit Claas Zijbout, W. 428 f. 41; Kam, 'Memorieboek', 211; pas ca. 1389 vond de deling van Hadewi's boedel tussen Dirk Zeveritsz. en Dirk Volprechtsz. en diens vrouw Margriet plaats (RA. 2a f. 19 = Blok, Rechtsbronnen, 32)); tr. 2e Katrijn, ovl. 18 mei 1385, begr. St. Pieterskerk; liet op haar woonhuis aan de Rijn St. Pancraskerk 1 £ pay. rente voor memoriediensten na (Ke. 416 f. 6).

4. Jan Zeveritsz.

(Ke. 493 f. 17).

beroep:

witmaker (1395-1409, o.m. Secr. 19 f. 105 en 20 f. 34v.).

huisbezit:

een hofstad te Marendorp samen met zijn broers Dirk en Zeverit bezeten, zie hierboven.

borgstelling:

* 28 mrt. 1394 Aarnd Nellenz. (Secr. 19 f. 100).

* 24 aug. 1395 Louwe Meesz. (Secr. 19 f. 105).

* 2 feb. 1399 Jacob Gerrit IJsbrandsz.z. (Secr. 19 f. 110v.).

* 12 nov. 1399 Claas Doenenz. en Pieter Jacobsz. (Secr. 20 f. 3).

* 15 okt. 1402 Jacob Claasz. (Secr. 20 f. 11).

* 20 jan. 1409 Jacob Albrechtsz. (Secr. 20 f. 36).

* 16 okt. 1409 Rutger Gillisz. (Secr. 20 f. 34v.).

* 30 apr. 1410 Jan Jonge Dirksz. (Secr. 20 f. 36v.).

* 7 feb. 1417 Willem Pietersz., van Benthuizen (Secr. 20 f. 55).

familie:

onder de Leidse schutten die 1408 naar Woudrichem trokken was een Jan Willemsz., Jan Zeveritsz.'s zwager (Rek. Lei., I 191).

5. Zeverit Zeveritsz.

woonhuis:

* een huis en erf aan de Maarsmansteeg, de H. Geest bezat hierop 3 £ 4 s. 3 p.g.g. rente met houde; afkomstig van zijn broer Gerrit (W. 429 f. 15 en tafel).

huisbezit:

* een hofstad te Marendorp, samen met zijn broers Dirk en Jan bezeten, zie hierboven.

landbezit:

een raamstede, waarop een rente t.b.v. St. Pieterskerk, verm. 1401-02 (Ke. 323 (4) f. 8).

rentebezit:

* 30 aug. 1403 15 Eng. nobel schuldbrief, met 5 sep. 1404 3 £ 7 s. pandbrief (RA. 50 f. 53).

borgstelling:

17 jan. 1409 Dirk Melisz., van Amsterdam (Secr. 20 f. 32).

6. Fie

ovl. 6 nov. 1369, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 28v.); liet St. Pancras 1 £ pay. na, daarvoor schonk haar broer Frank voor memoriediensten renten aan zijn prebende (Ke. 415 f. 28v.-29). tr. Andries die Cop(pe)draijer, ovl. voor 6 nov. 1369 (Ke. 415 f. 28v.); gezien zijn naam wrsch. draaier van beroep; verm. als belender aan de Nieuwe Rijn 6 mrt. 1343 (W. 429 f. 6 en tafel); hij kocht 25 sep. 1358 een huis en erf aan de Oude Rijn van zijn zwager Frank (zie ald.).

II. GERRIT ZEVERITSZ.

functies:

H. Geestmr. 1358-59, 61-62, 63-64, 74-75, 77-78; gasthuismr. 1368-69, 69-70, 71-72, 86-87, 25 juli 1390-91.

woonhuis:

aan de Maarsmanstraat, verm. 6 dec. 1348-1380; hierop besprak Gerrit Heinenz. Rottier de H. Geest 3 £ g.g. rente en 4 s. 3 p.g.g. met houde (Ke. 416 f. 160v.; W. 428 f. 18; W. 1765 f. 10; Ke. 50 en 417 f. 151v.). Philips Gerrit Doedenz. had op zijn huis en erf 4 s.g.g. (Ke. 322 f. 13v.); verm. als belender aan de achterzijde van St. Pietersnieuwsteeg 9 feb. 1396 (Ke. 45; zie ook bij zijn zoon). Woonde 1399-1400 in het bon Zevenhuysen (Rek. Lei., I 80).

landbezit:

* land te Zoeterwoude, verm. 17 dec. 1379 en 11 okt. 1381 (Ke. 415 f. 77v. en 493 f. 24).

* 2½ morgen land te Zoeterwoude, gemene voor gelegen met land van Dirk van den Bosch, verm. 28 mei 1406 (Ke. 322 f. 23).

* land te Woubrugge, verm. 10 apr. 1373, samen met zijn zoon Andries bezeten (Ke. 493 f. 21v.).

* een erf bij Grijsoord, Leiden, verm. 29 nov. 1380 (DuO. 2064x).

* 1401-02 een raamstede, met daarop een rente t.b.v. St. Pieterskerk, samen bezeten met Willem Martijnsz. (1402-03 in andere handen; Ke. 323 (4) f. 8, (5) f. 11v.).

rentebezit:

* 21 juli 1358 30 s.pay. op 2 akkers te Benthuizen, door Huge van der Hant overgedragen aan St. Pancraskapittel (Ke. 415 f. 66).

* 8 nov. 1359 22 s.pay. op een huis en erf te Marendorp, verkregen na overdracht door Willem die Bruun; voor de memorie van zijn 1e vrouw overgedragen aan de H. Geest (W. 891).

* 24 apr. 1362 40 s.pay. op het huis en erf aan de Maarsmanstraat, later (deels?) van Willem Buul, overgedragen door heer Huge van der Hant aan de H. Geest en het begijnhof ieder voor de ½, voor memoriediensten 3 feb. 1379 (W. 428 f. 25; W. 1765 f. 10).

* 23 aug. 1366 1 £ g.g. op een huis en erf en 4 hond land te Oegstgeest, overgedragen voor memoriediensten 18 mrt. 1379 aan St. Pancraskapittel (Ke. 415 f. 58 en DuO. 1978 f. 46 en 2063).

* 3 apr. 1367 5 s.g.g. op een huis en erf te Marendorp, 17 juli 1375 overgedragen aan de H. Geest voor de memorie van Jan veren Avenz. (W. 428 f. 34).

* 22 juli 1368 1 £ g.g. op een huis en erf aan de Vollersgracht (Ke. 416 f. 73).

* 1 aug. 1368 26 s. op een huis en erf te Leiden, 13 mei 1397 afgeschat (RA. 50 f. 15).

* 11 jan. 1369 30 s.g.g. op een huis en erf te Gansoord (W. 428 f. 99).

* 7 mei 1369 10 s.pay. op een huis en erf op het Hogeland (Ke. 415 f. 66v.).

* 1 sep. 1384 53 s.g.g. op een huis en erf te Marendorp (Ga. 456 p. 77, 1513: achter Sinterklaassteeg).

* 1 £ g.g. op een woning en land te Voorschoten, aan O.L.V.kerk vermaakt voor memoriediensten (NH. Kerkvoogdij 2032 f. 6v.).

borgstelling:

* 17 okt. 1370 Dirk Dirksz., van Zoetermeer (Secr. 19 f. 24v.).

* 21 mrt. 1371 Pieter Jan Hoykaertsz. (Secr. 19 f. 27).

familie:

tr. 1e Geertruud, dr. van Andries die Bruun en Clare (zie Die Bruun III); tr. 2e Clare van der Hant, dr. van Jan Grietenz., ovl. 7 dec. 1378, begr. St. Pieterskerk (Ke. 415 f. 58, zie Van der Hant I); tr. 3e Reyselt, ovl. 1403-04, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 15v.).

Zoon uit het 1e huwelijk:

III. ANDRIES GERRIT ZEVERITSZ.Z.

ovl. voor 8 dec. 1412 (Ga. 455 f. 84v., vgl. ook Rek. Lei., I 251).

beroep:

verkoper van doodskisten (1402-03, Ga. 334 (8) f. 16v.).

woonhuis:

aan de Maarsmanstraat; Gerrit Heinenz. Rottier besprak hierop 38 s. 6 p.g.g. en 12 p.g.g. met houde t.b.v. de H. Geest; verm. 1380 (W. 1765 f. 10; W. 428 f. 18).

landbezit:

* te Woubrugge, samen met zijn vader bezeten (zie ald.).

* 3 juli 1404 54 roeden erf buiten Rijnsburger poorthuis aan de Maredijk, binnen de Leidse vrijheid in het H. Geestland, gekocht tegen 4 p.pay. rente (Klo. 1541).

rentebezit:

* 30 s. op een huis en erf te Gansoord, afkomstig van zijn vader, 2 sep. 1404 overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 99).

* 21 apr. 1404 3 £ 10 s.pay. met houde op een huis en erf aan de straat, naast de Calslagenssteeg in O.L.V.parochie (Ga. 455 f. 85).

* 22 juli 1404 40 s.g.g. op een huis en erf aan de straat ald. (Ga. 455 f. 84v.).

* 4 £ 18 s. 9 p.g.g. met de houde op het huis van de zrs. van St. Margriet te Leiden bij de Nuwe weg; hem aanbestorven van Sofie Gerrit Hoogstraten weduwe en 11 mei 1408 verkocht (Klo. 1542).

* 25 s. 9 p.g.g. met houde Simon Rondiels huis en erf daarnaast, als boven (Klo. 1542).

* 20 s.g.g. op een huis en erf in O.L.V.parochie (Ga. 455 f. 84v.).

* 26 s. 8 p.g.g. op twee kameren in de Calslagenssteeg ald. (Ga. 455 f. 84v.).

* 53 s.g.g. op een huis en erf ald. (in 1513: achter Sinterklaassteeg), afkomstig van zijn vader (Ga. 456 p. 77).

varia:

werd 3 feb. 1385 Leids poorter voor het gehele gerecht, met zijn goed als borg (Secr. 19 f. 66v.). Zijn goed was belast met een schuldbrief van 80 nobel, opgemaakt te Brugge (Ga. 455 f. 84v.).

familie:

tr. waarsch. (vermoedelijk voor 27 aug. 1385, W. 428 f. 57) 1e Haaskiaan, dr. van Floris van Brabant (zie ald.; dit huwelijk aangenomen op grond van het feit dat Jan Bartout (van Brabant) oom was van Huge Andriesz. (Zeveritsz.z) en Huge een burchtleen ontving, afkomstig van Jan Bartout, dat volgens een regeling van de leenvolging eerder aan Haasiaan Florisdr. van Brabant zou moeten toekomen; vgl. ook de naam van Huge Andriesz.'s dochter; met dank aan J.F. Jacobs te Rijswijk). Tr. 2e Beatrix, dr. van Gerrit Hoogstraat (NH. Kerkvoogdij 2032 f. 6v., zie ald.).

Uit het eerste huwelijk:

1. Huge Andriesz. (Zeveritsz.z.)

functies:

schepen 1411-12, 12-13, 13-14; homan te Zevenhuysen 1410 (Secr. 84 f. 237).

landbezit:

* 1407-08 een erf in St. Pietershoeve, tussen Nieuwe Vollersgracht en Hoeflaan (Ke. 323 (7) f. 10 en volgende rek.).

* 24 aug. 1393 3 morgen land te Valkenburg, Heykenwere, grfl. leen afkomstig van zijn oom Jan Bartout (van Brabant; GvH. 228 f. 94, 711 f. 23 en 17).

* 4 morgen land te Wateringen, in leen gehouden van de burggraaf, afkomstig van zijn oom Jan Bartout; 19 mei 1421 ten vrij eigen ontvangen in ruil voor opdracht van:

* 4 morgen land te Poelgeest (Hoek, 'Wassenaar', 563).

borgstelling:

22 jan. 1413 Pieter Gijsbrechtsz. (Secr. 20 f. 45).

varia:

door de graaf 1407 opgeroepen hem als leenman te Woudrichem te dienen met 2 man (Van Mieris, Groot Charterboek, IV 84); zegel: drie palen (Ke. 601, 15 jan. 1412).

familie:

zijn oom was Jan Bartout (hoe de familierelatie moet worden voorgesteld, is onduidelijk; Huge was missch. een zoon van Andries uit een ander huwelijk, met een zr. van Floris van Brabant, zie Van Brabant en de regeling van de opvolging in een leen te Wateringen van Jan Bartout). tr. Machteld Gerrit Pietersz.dr.; hij tochtte haar 29 dec. 1420 aan Heykenwere (GvH. 711 f. 17) (tr. 1e Willem Jan Bettenz.z., zie ald.).

kinderen:

a. Jan Bartout

(Ke. 7 f. 33v.).

b. Haze.

Uit het 2e huwelijk (vgl. Ga. 455 f. 84v. en de naam Jan Vos):

2. Willem (Smeer) Andries (Gerrit) Zeveritsz.(z.).

landbezit:

54 roeden erf buiten Rijnsburgerpoorthuis aan de Maredijk, afkomstig van zijn vader, 10 dec. 1416 overgedragen op St. Margaretaconvent te Leiden (Klo. 1541).

rentebezit:

10 £ 9 s. 8 p.pay. renten op huizen en erven te Marendorp, afkomstig van zijn vader 8 dec. 1412 door hem (namens zijn broers en zusters) met Jan Vos Dirk Hoogstraatsz., Bertelmeeus IJmmenz. en Wouter Jansz. verkocht; van de opbrengst werd een schuldbrief van 80 nobel t.l.v. zijn vader afgelost (Ga. 455 f. 84v., 334 (17) f. 24).

3. Jan Vos Zeverijnsz.

functie:

schepen 1411-12, 12-13.

landbezit:

22 mrt. 1415 een huis en erf met boomgaard, strekkend van de Heerstraat tot de Rijn, buiten Rijnsburger poorthuis; hierop had Andries Nannenz. van Lis 15 s.g.g. met houde; verder waren erop gevestigd: renten van 40 s.pay., 40 s.pay., 40 s.pay. en 40 groten met houde. Droeg het huis ca. 9 sep. 1416 over op Russent Willem Jansz. Vos' weduwe (Ga. 456 p. 69).

varia:

zegel: 3 palen met een figuur (reptiel) in het schildhoofd (Ga. 502, 18 feb. 1412).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

DAMMAS ZEGERSZ. C.S.

 

Previous PageHome PageNext Page


DAMMAS ZEGERSZ. C.S.

I. ZEGER

Hij zal identiek zijn met Zeger Zeger Jan Godenz.z., die van de graaf 7 dec. 1352 toestemming kreeg om 18 morgen leenland te Alphen ten eigen te verkopen (GvH. 244 f. 17v.); we leiden dit af uit het volgende: een van Zegers zoons heette Jan Gode, Zegers nageslacht was gegoed te Alphen en met het geslacht Codde dat eveneens uit Alphen afkomstig was, bestonden huwelijksbanden. Wrsch. behoorde de familie van Zeger tot hetzelfde geslacht als de familie Gode (zie ald.). Zeger tr. 1e Elisabeth, dr. van Jan Meynsen en Ermgard (Ke. 415 f. 24v.; zie Philips Ermgardenz. c.s.); tr. missch. 2e Stefanie (Ke. 418 f. 55v.), zr. van Alijd, echtg. van Kerstant Codde (Ke. 415 f. 56, zie Codde; zij zou de grootmoeder zijn van Zeger Dammasz., echter, gezien de relatie van Dammas Zegersz. met de familie van Philips Ermegairdenz., moet Elisabeth, Philips' zr., Dammas' moeder zijn geweest; Stefanie zou dan alleen 'stief'grootmoeder kunnen zijn; Stefanie was 23 juli 1365 weduwe van Gerrit Go(e)de, Ke. 604, W. 428 f. 31). Kinderen uit het 1e huwelijk:

1. Philips Zegersz.

ovl. voor 22 aug. 1378 (Ke. 415 f. 57v.).

woonhuis:

een huis en erf aan de Burchsteeg, strekkend tot de Burcht, verkocht Willem Jans Mansz.z. hierop 1 £ g.g. rente (W. 429 f. 55 en tafel).

familie:

tr. Catharina (Bijlkens), dr. van Jacob en Alide en kleindr. van Claas en Lijsbeth (W. 428 f. 98v.-99; Ke. 418 p. 10 en 24); 22 aug. 1378 verklaarde St. Pancraskerk haar 2 £ pay. lijfrente schuldig te zijn en na haar dood 1 £ hiervan aan te wenden voor memoriediensten (Ke. 415 f. 57v.). Zij kocht 15 apr. 1379 20 s.g.g. rente op 4 morgen land te Voorhout, die zij 9 juli 1404 overdroeg aan de H. Geest (W. 428 f. 99); kocht 1413 een rente op een huis en erf aan de Rijn die 30 mei 1419 door haar erfgenamen, Gerrit van Oyen Wermboudsz., Margriet Martijn Willemsz.'s weduwe, Jan Jacob Jansz.z., Gerrit Jacob Jansz.z. en Willem Bort Frankenz., werd overgedragen aan Philips Willem Scickersz.z., haar neef (Ke. 58). Zij ovl. 19 feb. 1418 (Ke. 415 f. 57v.).

2. Dammas Zegersz., volgt II.

3. Heer Jan Gode

ovl. 18 aug. 1369, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 24v.-25).

functie:

kanunnik van St. Pancraskapittel (Ke. 415 f. 24v.-25).

woonhuis:

aan het Steenschuur, afkomstig van Bertelmeeus, cureit van Zoeterwoude; liet hierop 1 £ pay. na voor memoriediensten aan St. Pancraskapittel (Ke. 415 f. 24v.).

huisbezit:

8 nov. 1360 een huis en erf aan St. Pancraskerkhof (DuO. 1978 f. 44).

landbezit:

4½ morgen ½ hond en 4 morgen 1½ hond, 13 gaard land, tussen Rijn en Burmade te Zoeter- en Hazerswoude; 20 dec. 1369 door zijn broer Dammas overgedragen aan Jans prebende (Ke. 493 f. 35v.-36).

stichting:

1366-67 prebende van St. Jan Baptist in St. Pancraskerk (Leverland, 'Kapittel van St. Pancras', 83).

4. Mabelie Zegersdr.

deed met haar zusters Ermgard, Geertruud en Femense 19 mrt. 1370 afstand van haar aanspraken op de goederen afkomstig van haar broer Jan, die haar broer Dammas overdroeg aan diens prebende (Ke. 493 f. 36, vgl. ook Dammas, hierna). tr. Dirk Gerritsz. (Ke. 420 f. 33).

5. Ermgard

zie onder 4. tr. Jan die Brouwer (Ke. 420 f. 33, zie Willem Luutgardenz. c.s.).

6. Geertruud

(zie onder 4)

ovl. voor 23 jan. 1382, wrsch. reeds voor 18 nov. 1377 (W. 428 f. 39v. en 45); Tr. 1e Willem Scickersz. (zie ald.), tr. 2e Ludolf Jansz. (zie Stantvast).

7. Femense;

zie hoger.

tr. Willem Kerstantsz. (Ke. 420 f. 33, zie Codde).

II. DAMMAS ZEGERSZ.

ovl. voor 23 dec. 1390 (Secr. 84 f. 24).

functies:

H. Geestmr. 1381-82, 82-83; schepen 1386-87; burgemr. 1388-89.

woonhuis:

aan de Nieuwe Rijn, wrsch. strekkend tot heer Philips Gerrit Doedenz.'s huis en erf (Secr. 84 f. 24; W. 428 f. 26 en 42, vgl. ook Ke. 404); op zijn huis en erf had heer Philips voornoemd 4 s.g.g. rente (Ke. 322 f. 13v.).

huisbezit:

* een huis en erf aan St. Pancraskerkhof, verhuurd tegen (1390) 9 £ 10 s.pay. p.j. (Secr. 84 f. 24).

landbezit (verm. in zijn nalatenschap):

* 2 morgen land te Koudekerk in de Waard.

* 6 morgen land te Oudshoorn (die Huelcamp en een kamp van 2½ morgen land daarbij, vgl. W. 429 f. 193).

* 14½ morgen land te Zwammerdam.

* 3½ morgen land te Alphen.

* 6½ morgen land ald., 2 morgen ald. en 13½ morgen ald.

* 10 hond land te Zoeterwoude.

rentebezit:

* 30 aug. 1367 40 s.pay. op een huis en erf op het Hogeland, 25 aug. overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 26).

* 17 mrt. 1372 5 s.g.g. op een huis en erf aan de Hooigracht, 27 jan. 1391 door zijn weduwe voor memoriediensten overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 69).

borgstelling:

31 mei 1367 Dirk Mattenz., van Koudekerk (Secr. 19 f. 10).

varia:

zegel: gevierendeeld, 1: 2 sleutels, 2 en 3: 3 hermelijnstaartjes, 4: gestreept (W. 940). Deed 20 dec. 1369 en 23 feb. 1370 een overdracht t.b.v. de prebende van zijn broer (Ke. 493 f. 35v.); beloofde met zijn zusters 19 mrt. 1370 renten aan deze prebende over te dragen indien de goederen daarvan te weinig opbrachten (Ke. 493 f. 36). Regelde 11 okt. 1372 met zijn zusters en verwanten de collatie van de vicarie, gesticht door zijn oom heer Wit Jan; de collatie zou allereerst zijn voor Dammas, bij gebrek aan nakomelingen voor het nageslacht van zijn zr. Mabelie (Ke. 420 f. 33).

familie:

tr. 1e Nanne (Kam, 'Memorieboek', 185; tr. 2e Geertruud, dr. van Kerstant Codde, ovl. 2 okt. 1411 (Ke. 416 f. 50v., zie Codde). Zij liet St. Pancraskerk 5 eng. nobel na (Ke. 416 f. 50v.). Kocht 1403-04 een kerkstoel in St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 14). Zij deelde 23 dec. 1390 de door haar man nagelaten goederen met hun kinderen; behield daarbij de ½ van de baten en lasten; de kinderen ontvingen bovendien ieder 100 £ pay. (Secr. 84 f. 24). Kinderen (Secr. 84 f. 24):

1. Heer Zeger Dammasz.

ovl. 22 apr. 1417, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 56).

functie:

kanunnik van St. Pancras, bekleedde St. Jan Baptistprebende (Ke. 416 f. 56, 493 f. 92, 3 juli 1413).

landbezit:

* 1 morgen land aan Doedijnslaan te Voorschoten, gemene voor gelegen met land van zijn oom Reiner Kerstantsz. en

* 2 kampen land te Wassenaar, eveneens met deze gemene voor gelegen; 23 sep. 1413 verkocht aan de Duitse Orde (DuO. 1978 f. 61).

* land te Zoeterwoude bij de Rijn, verm. 3 juli 1413 (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 f. 177).

rentebezit:

* 10 £ op land te Alphenrehoorn,

* 4 £ 10 s. op land ald. en

* 3 £ 16 s. 8 p. op land te Sassenheim, alle 20 feb. 1404 gekocht van zijn broer Kerstant (Ke. 938).

schenking:

het gratiejaar van zijn prebende aan St. Pancraskapittel (Ke. 416 f. 56).

2. Kerstant Dammasz.

functie:

schepen 1419-20.

beroep:

bierkoper (1416-20, Ga. 334 (24) f. 23v., (25) f. 26v., (27) f. 25v. en (28) f. 23v.).

woonhuis:

aan de Nieuwe Rijn, de H. Geest had hierop 2 s.g.g.; verm. 1421 (W. 429 f. 3 en tafel).

rentebezit:

* 10 £ op land te Alphenrehoorn,

* 4 £ 10 s. op land ald. en

* 3 £ 16 s. 8 p. op land ald., wrsch. verkregen door huwelijk en 20 feb. 1404 verkocht aan zijn broer heer Zeger (Ke. 938).

borgstelling:

2 jan. 1414 Andries Hugenz. (Secr. 20 f. 47).

familie:

tr. Ermgaard, ovl. 26 juli 1400, zr. van Martijn Gijsbrecht Hobbenz., zij liet St. Pancraskerk 5 £ pay. na (Ke. 418 f. 80v., 416 f. 31, Ke. 938).

3. Gerrit Dammasz.

functie:

schepen 1418-19.

beroep:

bierkoper (1417-20; Ga. 334 (25) f. 26v., (27) f. 25v., (28) f. 23v.).

4. Elisabeth

tr. Hendrik Paedsenz. (zie ald. en RA. 50 f. 103v., GAL, Bibl. 86351 f. 49 en 201); zij erfden van Dammas wrsch. de Huelcamp en een kamp land daarbij (6 en 2½ morgen land; vgl. W. 429 f. 193-194).

5. Alijd.

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

WILLEM IJSBRANDSZ. C.S

 

Previous PageHome PageNext Page


WILLEM IJSBRANDSZ. C.S

(later: VAN BERENDRECHT).

Vgl. voor dit geslacht ook De Man, 'Van Berendrecht').

I. IJSBRAND BOUDIJNSZ.

ovl. voor 4 april 1379 (Hoek, 'Rept. Poelgeest', 179).

woonhuis:

woonde 29 dec. 1351 op 17 morgen land te Koudekerk, waarmee Alewijn Gerritsz. van Rijsoirde toen door de graaf werd beleend (GvH. 707 f. 2).

landbezit:

* 3 morgen land in de Lage Waard te Koudekerk, leen van Poelgeest; 27 aug. 1353 opnieuw beleend met 2 morgen hieruit, met ledige hand (Hoek, 'Rept. Poelgeest', 179).

* waarsch. 2 morgen land te Alphen, door zijn erfgenamen 1399 verkocht (Weeskamer 608 f. 2v.).

varia:

wrsch. de IJsbrand Boudijnsz. aan wie de graaf 30 juni 1355 de duinen tussen Kennemerland en de Maas en de zeevond en zeedrift tussen die grenzen - en strekkend tot Gorinchem - in beheer gaf tegen 18 £ Holl. p.j. uit het rentmeesterschap van Noord-Holland (GvH. 244 f. 69).

familie:

zoons:

1. Jacob IJsbrandsz.

werd 4 apr. 1379 beleend met 2 morgen land te Koudekerk in de Lage Waard, Poelgeests leen, afkomstig van zijn vader; dit was later in handen van zijn zonen Hendrik en Willem (Hoek, 'Rept. Poelgeest', 179-180).

2. Willem IJsbrandsz., volgt IIa.

3. Gerrit Spronc IJsbrandsz., volgt IIb.

4. Boudijn IJsbrandsz., volgt IIc.

IIa. WILLEM IJSBRANDSZ.

ovl. in 1390 op pelgrimstocht naar Rome (Ke. 416 f. 15).

woonhuis:

zijn weduwe woonde 30 jan. 1398 aan Hogelandskerkgracht (Ga. 456 p. 62).

huisbezit:

verm. als belender aan de Nieuwe Rijn 24 nov. 1376 (Ke. 606).

landbezit:

1 morgen land in de Lage Waard te Koudekerk, Poelgeests leen, afkomstig van zijn vader (Hoek, 'Rept. Poelgeest', 180).

familie:

tr. Geertruud; zij kocht 21 jan. 1392 een rente van 10 s.pay. op een huis en erf aan de Mare bij de Maremolen (Ke. 416 f. 16); 11 juli 1394 10 s.pay. rente op een huis en erf aan de Oude Rijn, beide door haar voor memoriediensten overgedragen aan St. Pancraskapittel (Ke. 416 f. 16 en 19v.). Zij schonk 1409 12 £ pay. aan St. Pancraskapittel voor memoriediensten; ovl. 18 feb. 1428, begr. St. Pancraskerk; dr. van Pieter Florisz. en Hillegond (Ke. 416 f. 44v.). Kinderen:

1. Jan Willem IJsbrandsz.z., volgt IIIa.

2. Dirk Willem IJsbrandsz.z.

functies:

schepen 1403-04; burgemr. 1418-19.

huisbezit:

3 feb. 1417 een brouwhuis en voorhuis, gekocht voor 30 gouden nobel, 5 s.pay. en 75 gouden nobel (RA. 50 f. 179v.).

borgstelling:

* 30 apr. 1407 Hildegond Pietersz. (Secr. 20 f. 26).

* 24 mrt. 1408 Michiel Jordijnsz., van den Borch (Secr. 20 f. 30).

varia:

zegel: twee vogels en een posthoorn (2:1), later: drie vogels (2:1) (De Man, 'Van Berendrecht', 145).

3. Gerrit Willem IJsbrandsz.z.

functie:

H. Geestmr. 1412-13, 14-15, 16-17.

beroep:

brouwer (1412-13, Ke. 323 (9) f. 10v.).

woonhuis:

aan de Hofstraat 22 feb. 1416 verm. (W. 428 f. 124v.).

huisbezit:

* 25 feb. 1377 1/3 van een huis en erf en 1/3 van een ½ huis en erf daarnaast, aan de Nieuwe Rijn; erop bleven resp. 2 s. 6 p.g.g. en 22 p.g.g. gevestigd (Secr. 1530).

* een huis en erf aan de Nieuwe Rijn, 2 sep. 1385 verkocht tegen 5 s.pay. (Ga. 456 p. 46).

* 25 juni 1412 ½ huis en erf aan de Diefsteeg (Secr. 1419).

* 2 dec. 1416 een huis en erf aan het Rapenburg, hierop rustte een rente van 3 s. 4 p.pay. met houde (Secr. 1576).

rentebezit:

* 2 sep. 1385 5 s.pay. op een huis en erf aan de Nieuwe Rijn (Ga. 456 p. 46).

* 51½ comans groot op een huis en erf aan St. Pietersnieuwsteeg (Ga. 456 p. 40).

* 12 juli 1412 5 s. 1 p.g.g. met houde op een huis en erf op de Hogewoerd, 6 s.g.g. op een huis en erf op de hoek van de St. Pietersnieuwsteeg, 5 s.g.g. op een huis en erf ald. (Ke. 35).

* 7 jan. 1415 1 £ pay. op een huis en erf aan het Rapenburg (Secr. 1575).

* 3 juni 1415 10 s.pay. met houde op 2 kameren en een erf aan het Rapenburg (Agn.bhf. 51).

Toegewezen pandingen op huizen en erven te Leiden:

* 24 sep. 1412 voor 6 nobel 7½ bot (Secr. 1924).

* 13 juli 1413 voor 11 Eng. nobel (Secr. 1925).

* 22 apr. 1414 voor 27½ Eng. nobel (Secr. 1926).

* 10 juli 1414 voor 11 Eng. nobel (Secr. 1930).

* 14 mrt. 1415 voor 27½ Eng. nobel (Secr. 1927).

* 28 mei 1417 voor 27½ Eng. nobel (Secr. 1928).

* 26 aug. 1417 voor 27½ Eng. nobel (Secr. 1929).

4. Pieter Willem IJsbrandsz.z.

ovl. 16 apr. 1394 (Ke. 416 f. 19v.).

5. Floris Willem IJsbrandsz.z.

werd 21 sep. 1381 Leids poorter met zijn vader als borg (Secr. 19 f. 55v.).

6. Hildegond

tr. 1e Gerrit die Griemer (Ke. 416 f. 62v., zie ald.); tr. 2e Floris Jansz. van Scodde of Scodije, te Haarlem (Ke. 416 f. 62v.); tr. 3e IJsbrand van Alkemade (tr. eerder Hildegond, dr. van Jan Baeck; De Man, 'Van Berendrecht', 99; Rek. Lei., I 375, Ga. 455 f. 65; en Ke. 416 f. 77).

7. Jacob Willem IJsbrandsz.z.

verm. als welgeborene te Oudshoorn en Aarlanderveen 1405 (GvH. 1313 f. 2v. en 10v.).

IIIa. JAN WILLEM IJSBRANDSZ.Z.

ovl. voor 14 aug. 1430 (Hoek, 'Wassenaar', 625).

functies:

schepen 1397-98, 1407-08, 14-15; burgemr. 1415-16.

beroep:

bierkoper (1407, RA. 50 f. 60v.).

woonhuis:

te Marendorp, verm. ca. 1390; missch. deel uitmakend van de huizen, afkomstig van zijn oom Gerrit Spronc (Blok, Hollandsche stad, I 325).

huisbezit:

* huizen aan de Mare te Marendorp, verm. 6 feb. 1387, de abdij Rijnsburg bezat hierop 12 p.g.g. met houde en mocht er 2 paardenstallen houden; afkomstig van zijn oom Gerrit Spronc (zie ald.)

* 26 dec. 1398 Willem Screvels huis en erf te Marendorp (RA. 50 f. 23).

* 1410 een huis en erf aan St. Joostgracht, gekocht voor 5 £ 12 p.pay. (RA. 50 f. 99).

landbezit:

* 9 mei 1406 2 morgen land (het Godshuyslant) te Woubrugge, leen van Raephorst (Hoek, 'Rept. Raephorst' 105).

* 19 morgen land, Berendrecht, te Leiderdorp, uit eigen 8 okt. 1421 opgedragen aan de abdij Rijnsburg (Hüffer, Bronnen, II 732).

* 2 morgen land in de Woudbroec (de Goodshuyscamp) te Woubrugge, opgedragen uit eigen aan de burggraaf 15 dec. 1406 (Hoek, 'Wassenaar', 625).

rentebezit:

* 13 juni 1396 1 £ op een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 94).

* 28 juli 1410 2½ nobel 5 bot schuldbrief (RA. 50 f. 123v.).

* 17 jan. 1418 14 gouden schilden 4½ leeuw schuldbrief; 25 sep. 1418 afgeschat (RA. 50 f. 191).

* 7½ nobel lijfrente, t.l.v. de stad, met zijn zoon Willem bezeten, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 19v.).

* hetzelfde, samen met zijn zoon Pieter (Secr. 513 f. 19v.).

borgstelling:

* 10 nov. 1392 Gerrit Mourijnsz. (Secr. 19 f. 95).

* 11 dec. 1398 Jacob Jansz. (Secr. 19 f. 110).

* 15 mei 1402 Andries die Bruun Costijnsz. (Secr. 20 f. 10).

* 10 nov. 1415 Jan van den Woude (Secr. 20 f. 52).

* 25 juni 1418 heer Gillis van Cralingen (Secr. 20 f. 59).

varia:

zegel: 3 posthoorns, achtpuntige ster in het schildhart (28 aug. 1397, Ke. 680; 19 apr. 1415: 2 vogels, 1 posthoorn (Secr. 1616). Welgeborene te Alphen 1399 (GvH. 1368 f. 2); te Oudshoorn 1405 (GvH. 1313 f. 7). Pachter van de Leidse wol- en velleaccijns 19 feb.-16 apr. 1399 (Rek. Lei., I 57).

familie:

tr. Badeloge Dirksdr. (die Bruun?), ovl. tussen 1437 en 27 jan. 1440 (De Man, 'Van Berendrecht', 99, 103). Zij bezat 1412-13 met haar zoon Ewout een lijfrente van 7½ nobel t.l.v. de stad en met haar zoon Gerrit Lam een van 4 nobel (Secr. 513 f. 19v. en 22v.); is zij de Badeloge Dirksdr. die 1417-18 een raamstede bezat waarop St. Pieterskerk een rente had? (Ke. 323 (11) f. 12v.). Kinderen (De Man, 'Van Berendrecht', 99-100):

1. Willem Jansz.

bezat een lijfrente met zijn vader van 7½ nobel (Secr. 513 f. 19v.).

2. Pieter Jansz.

bezat met zijn vader een lijfrente van 7½ nobel (Secr. 513 f. 22v.).

3. Gerrit Lam

bezat met zijn moeder een lijfrente van 4 nobel (Secr. 513 f. 22v.).

4. Matheus.

5. Ewout Jansz.

bezat met zijn moeder een lijfrente van 7½ nobel (Secr. 513 f. 19v.).

6. Katrijn.

IIb. GERRIT SPRONC IJSBRANDSZ.

(Rijnsburg 130 f. 33).

ovl. voor 6 feb. 1387 (Rijnsburg 130 f. 33 en Secr. 553 f. 3).

woonhuis:

te Marendorp aan de Mare; hierop bezat het klooster Rijnsburg 12 p.g.g. met houde, met de bepaling dat het klooster in het huis twee paardenstallen hield en de paarden zelf van voeder voorzag; verm. 6 feb. 1387 (Rijnsburg 130 f. 33).

borgstelling:

* 13 nov. 1379 Albrecht Albrechtsz. (Secr. 19 f. 50v.).

* 19 mei 1380 Claas Jansz., van Zoetermeer (Secr. 19 f. 50).

* 3 juli 1385 Daniel Hugenz. (Secr. 19 f. 68v.).

* 8 feb. 1382 Albrecht Cosijn Woutersz. (Secr. 19 f. 56).

* 8 feb. 1385 Dammas Jansz. (Secr. 19 f. 66v.).

varia:

werd 15 dec. 1365 Leids poorter met 12 £; borg Corte Willem van Amerongen (Secr. 19 f. 2v.).

familie:

tr. wrsch. Femeynse (verm. als weduwe als belendster in de Diefsteeg 15 mrt. 1408, Klo. 912 f. 101).

kinderen:

1. IJsbrand Gerrit Sproncsz., volgt IIIb.

?2. Pieter Gerrit Sproncsz.

verm. 25 jan. 1398 (W. 428 f. 83).

IIIb. IJSBRAND GERRIT SPRONCSZ.

ovl. 1418 (Ke. 418 f. 127).

functies:

schepen 1416-17, 17-18; kerkmr. van St. Pancras 1419-20.

huisbezit:

15 mrt. 1416 een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 170).

landbezit:

* 1409-10 ½ raamstede, waarop een rente t.b.v. St. Pieterskerk, 1413-14 na verkoop in handen (Ke. 323 (8) f. 15v.; (10) f. 7v.).

* 1412-13 ½ raamstede, waarop een rente t.b.v. St. Pieterskerk, ook verm. 1413-14 (Ke. 323 (9) f. 7, (10) f. 7v.).

borgstelling:

25 juni 1418 Dirk van Bleeswic (Secr. 20 f. 59).

varia:

zegel: 3 vogels (2:1) (Ke. 1021, 4 mei 1417).

IIc. BOUDIJN IJSBRANDSZ.

ovl. tussen 11 apr. 1384 en 23 feb. 1387 (GvH. 226 f. 215v. en 246v.).

landbezit:

* 12 jan. 1376 4 morgen land in Crommeweer, gemeen met land van Jacob Hendriksz.'s kinderen gelegen, en 2 hond land aan Claas Screvels laan, te Leiderdorp; grfl. leen (GvH. 226 f. 169v.).

* land te Koudekerk in de Hoge Waard, verm. 11 apr. 1384 (GvH. 226 f. 215v.).

varia:

11 dec. 1369 beloofde hij vrijwaring bij een verkoop door Aarnd Gode Dirk Fyenz.z. inzake land te Leiderdorp (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 f. 180).

familie:

zoon:

IIIc. HUGE BOUDIJNSZ. (IJSBRANDSZ.Z.)

functie:

kerkmr. van St. Pancras 1402-03, 06-07; schepen 1407-08.

beroep:

drapenier (1399-1400, Rek. Lei., I 140); handelde in erwten (1401/02-03/04, Ga. 334 (6) f. 14, (8) f. 14v. en (10) f. 15); bierkoper (1411/12-13, Ga. 334 (16) f. 22v., (17) f. 21); handelde in kalk (1411-12, Ga. 334 (16) f. 25).

landbezit:

* 23 feb. 1387 4 morgen land in Crommeweer, gemeen met land van Jacob Hendriksz.'s kinderen gelegen, en 2 hond land aan Claas Screvels laan, te Leiderdorp; grfl. leen; beleend met ledige hand 1390 (GvH. 226 f. 246v. en 708 f. 4v.). Ontving deze goederen 9 juli 1406 ten eigen en droeg in ruil op:

* 2½ morgen land te Leiderdorp (Grote Dirxcamp; GvH. 230 f. 29).

* 6 feb. 1406 5 hond 18 gaard land te Leiderdorp, aan de Zijl, gekocht voor 4 £ 6 s. 4 p.pay. rente (Klo. 1528, Secr. 84 f. 73).

* 4 morgen land te Leiderdorp, voor 20 aug. 1408 verkocht (Secr. 84 f. 73 en 75).

* 1409-10 ¼ raamstede in St. Pietershoeve, belast met een rente t.b.v. St. Pieterskerk (Ke. 323 (8) f. 7v.).

borgstelling:

* 18 jan. 1389 Jan Dirk (Secr. 19 f. 79v.)

* 14 mei 1410 Simon Hugenz. (Secr. 20 f. 37).

* 14 mei 1410 Aarnd die Wilde (ibidem).

* 20 jan. 1412 Claas Jansz. (Secr. 20 f. 43).

* 26 nov. 1415 Willem Dirksz. Broertgen (Secr. 20 f. 52v.).

varia:

zegel: 2 vogels en 1 posthoorn (8 aug. 1407, Ke. 566). Deed aankopen t.b.v. St. Agnietenklooster 10 dec. 1416 en 9 okt. 1422 (Klo. 1541 en 18).

familie:

zijn zoon was wellicht Jan Vos Huge Boudijnsz.z., ovl. 24 jan. 1434; een broer van de laatste was Gerrit Hoogstraat, zijn moeder Trude Bavenz. (sic!) (Ke. 416 f. 89).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

IJSAC

 

Previous PageHome PageNext Page


IJSAC

I. WILLEM IJSAC

functie:

is hij de Willem IJsac die het schrijfambt van 's-Gravenhage bekleedde? (zie bij zijn zoon Pieter).

familie:

tr. Duve, wrsch. dr. van Huge Batseleer (Kam, 'Memorieboek', 190).

kinderen:

1. Frank IJsac, volgt II.

2. Coen Willem IJsacsz.

ovl. wrsch. voor 30 sep. 1372 (W. 428 f. 44).

woonhuis:

aan St. Pieterskerksteeg (hier woonde zijn vrouw 1372, zie hierna), 25 juli 1368 belendend aan het huis dat Meine uten Waerde bestemde voor vrouwen en weduwen (DuO. 606, zie ook Van der Hant I: Floris heren Jacobsz.).

huisbezit:

op een huis en erf aan de Vollersgracht afkomstig van hem, bezat de H. Geest in 1380 9 p. 2 miten pay. rente (W. 1765 f. 5).

rentebezit:

18 s. 4 p.pay. op Dirk Poes Jan Pietersz.' huis en erf (W. 1765 f. 6).

familie:

tr. Lisebet, zij woonde 30 sep. 1372 aan St. Pieterskerksteeg (W. 428 f. 44).

3. Pieter IJsac

functie:

is hij de Pieter Willem IJsacsz. die 2 apr. 1351 en 3 okt. 1358 het schrijfambt van 's-Gravenhage ontving van de graaf? (GvH. 244 f. 2 en 226 f. 5v.).

woonhuis:

aan de Hooigracht in Gansoord, verm. 15 mei 1369; in 1380 had de H. Geest hier 1 £ pay. rente op (Ke. 415 f. 13 en 26; W. 1765 f. 12v., Blok, Hollandsche stad, 324).

huisbezit:

verklaarde 30 nov. 1362 de H. Geest 20 s.pay. rente schuldig te zijn op een huis en erf op het Hogeland (W. 428 f. 19).

rentebezit:

25 juni 1389 2 s.pay. op een huis en erf in de Groensteeg (Ga. 980 f. 9).

borgstelling:

16 mrt. 1391 Dirk Gerritsz., de lijnmaker (Secr. 19 f. 86v.).

familie:

tr. Lijsbeth (Secr. 84 f. 254). Zoons:

a. Claas Pieter IJsacsz.z.

zijn huis 2 nov. 1404 door het gerecht verkocht voor 337 £ pay., erop rustte 37½ groot met houde t.b.v. Willem Simonsz., 3 groten met houde t.b.v. Jan Hugenz. alsmede een groot aantal andere renten (RA. 50 f. 48v. e.v.).

b. IJsac Pietersz.

kocht 6 aug. 1404 1 £ pay. rente van Jacob Franken IJsacsz. (zie ald.).

FRANK IJSAC

ovl. na 15 jan. 1412 (DuO. 2033 f. 2; Ga. 455 f. 80v.).

functies:

schepen 1380-81, 82-83, 94-95; H. Geestmr. 1398-99.

beroep:

handelde op Engeland (verm. 1 apr. 1380, Smit, Bronnen handel met Engeland, I nr. 580).

woonhuis:

verkoop door het gerecht van zijn huis en erf met daarop 16 groten en 40 s. rente p.j. tegen 10 £ (1404, RA. 50 f. 51v.).

huisbezit:

1399-1400 een huis en erf met voorhuur voor St. Pieterskerk van 16 s.pay. (Ke. 323 (2) f. 12).

landbezit:

* 21 jan. 1379 7½ morgen, de Vinck, te Koudekerk a.d. Rijn in de Hoge Waard; 4 morgen land, Valckenborch te Leiderdorp; 7 hond land, de Waert, aan de Rijndijk te Zoeterwoude; 5 hond land ald. tussen Rijndijk en Oude weg; alle 4 de percelen Polaans leen (Nass. Dom. 44 (6461) f. 324).

* 25 apr. 1380 2 morgen land te Koudekerk a.d. Rijn in de Hoge Waard, gekocht (Klo. 1469 f. 3).

* land te Koudekerk a.d. Rijn, gemene voor gelegen met land van Floris van Tol (na 3 jan. 1392 door deze verkocht aan Franks zoon Jacob), Jan van Tol, diens broer en Ermgard Floris Jansz.dr.; belendend aan of liggend in Wigghersweer. Het land van zijn zoon kocht hij 13 apr. 1400 (3 morgen ½ hond land; Klo. 1469 f. 7).

* 27 nov. 1401 6½ hond land in Wigghersweer voornoemd (Klo. 1469 f. 7v.).

* land te Oegstgeest, verm. 27 aug. 1385 en 8 sep. 1399 (W. 428 f. 57 en 88v.).

* land te Leiden buiten de vest, verm. 12 aug. 1379 (Ke. 493 f. 72v.).

* 81 roeden land, gehuurd van de stad voor 8 p. per roede, in Levendaal; door hem verpacht, huur 8 dec. 1390 afgekocht met 32 £ (Secr. 84 f. 290v. en 318; Secr. 1491).

rentebezit:

* 29 juni 1363 7 £ Holl. op een nog te betimmeren erf aan de westzijde van de haven te Gouda (Taal, Archieven Goudse Kloosters, reg. 42).

* 19 nov. 1369 pandrente van 5 s. 6 p.pay. op een huis en erf aan de Rijn, i.v.m. een schuld van 10 £ 16 p.; 12 feb. 1375 vermaakt aan de H. Geest (W. 428 f. 35v.).

* 29 nov. 1371 14 s.pay. op een huis en erf aan de Middelste Gracht (RA. 50 f. 18 v.).

* 14 dec. 1383 10 s.pay. op een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 18v.).

* 23 jan. 1384 1 £ g.g. met houde op een huis en erf op het Hogeland bij de Middelweg, achter: de Oude Rijn, gekocht (Secr. 1434).

* 9 nov. 1384 2x 4 s.g.g. met houde op Gansoorde (1 betrof Willem Beselisz. huis, 29 mrt. 1416 van Claas Willem Beselisz., dan sprake van 28 groten met houde; Secr. 1422; RA. 50 f. 164).

* 21 feb. 1387 1 £ g.g. op een huis en erf achter het grfl. Hof (Ga. 455 f. 80 en v.).

* 27 feb. 1387 5 p.g.g. met houde op een huis en erf op de Hogewoerd, strekkend tot de Rijn (Ke. 537).

* 6 mrt. 1388 1 £ pay. op een huis en erf aan de Uiterste gracht, 24 mrt. 1408 door hem, samen met Hendrik van der Does, Jan van Tetrode en Jacob Frankenz. overgedragen aan Dirk van Alkemade t.b.v. diens dr. Alijd (Ga. 456 p. 49).

* 24 dec. 1388 40 s.pay. op een huis en erf aan de Oestgracht, 25 mrt. 1408 overgedragen als boven (W. 428 f. 104v.).

* 30 apr. 1391 1 £ pay. op een huis en erf aan de Oude Rijn; deze rente was later in handen van Dirk van Alkemade, Jan van Tetrode, zijn zoon Jacob Franken IJsacsz. en zijn schoonzoon Hendrik van der Does en werd door hen 27 mrt. 1408 weer aan Frank IJsac overgedragen, die de rente 15 jan. 1412 overdroeg aan St. Catharinagasthuis (Ga. 456 p. 51).

* 2 okt. 1394 40 s.pay. op een huis en erf aan de Oude Rijn, 8 sep. 1408 door hem met Hendrik van der Does, Jan van Tetrode en Jacob Franken IJsacsz. overgedragen aan Dirk van Alkemade t.b.v. diens dr. Alijd (Agn.bhf. 48).

* 18 okt. 1394 40 s.pay. en recht op 15 groten voorhuur op een huis en erf te Leiden (hiervan waren pandbrieven, RA. 50 f. 17v.).

* 26 mei 1396 12 s. 4 p.pay. met houde op een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 19v.).

* 8 jan. 1398 pandbrief van 27 p.pay. op voornoemd huis en erf (ibidem).

* 20 jan. 1398 1 £ pay. op 2 huizen en erven resp. aan de Mare en aan de achterzijde daaraan grenzend (Ga. 456 p. 50).

* 15 aug. 1399 35 groten 2 p.g.g. met houde op een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 98).

* 3 feb. 1410 tevens hierop een pandbrief van 21 p.g.g. en 3 s. 5 p.g.g. (ibidem).

* 13 groten met houde op een huis en erf, verm. 30 jan. 1410 (RA. 50 f. 34).

* 12 mrt. 1405 1 £ g.g. met houde op een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 65).

* 1 £ g.g. op een huis en erf te Leiden, 27 sep. 1410 afgeschat tegen 9 Eng. nobel (Ga. 456 p. 81).

* 4 s. 8 p.pay. op een huis en erf dat St. Pieterskerk verhuurde, verm. 1398-99 (Ke. 323 (1) f. 15).

* 28 s.pay. op een huis en erf in Levendaal, verm. 28 feb. 1402 (Secr. 1491, zie landbezit).

* 48 s.pay. met houde op een huis en erf te Leiden, verm. 14 mei 1396 (RA. 50 f. 9).

* 40 s.pay. op een huis en erf te Leiden, verm. 31 dec. 1396 (RA. 50 f. 13).

* 46 s.g.g. op een huis en erf en 2 achterhuizen te Leiden, verm. 8 okt. 1396 (RA. 50 f. 14).

* 23 comans groten met houde op een huis en erf te Leiden, verm. wrsch. 1407 (RA. 50 f. 62).

* 1 £ pay. op een huis en erf te Leiden, 12 aug. 1408 afgeschat (RA. 50 f. 67).

* 9 s.g.g. rente op het huis en erf van zoon Coen in Crauwelssteeg (RA. 50 f. 146v.).

* het recht van de houde op een huis en erf te Leiden, verm. 28 juni 1416 (RA. 50 f. 168).

borgstelling:

* 12 juli 1384 Dirk IJsbrandsz. (Secr. 19 f. 62v.).

* 4 okt. 1391 Gijsbrecht Coenenz. (Secr. 19 f. 88).

varia:

zegel: een lopende haas met halsband (W. 967, 15 jan. 1381).

familie:

tr. Fie, dr. van Dirk van Alkemade (zie ald., slot; Kam, 'Memorieboek', 175, 190; Ga. 440 f. 26).

kinderen:

1. Jacob Franken(z.) (IJsacsz.).

functies:

schepen 1397-98, 99-1400; H. Geestmr. 1395-96.

beroep:

exploiteerde veenland te Benthorn (1411-12 lastgeldbetaling door hem, GvH. 1487 f. 8, 1488 f. 7).

landbezit:

* 3½ morgen 77 gaarden 9 voet te Zoeterwoude, gemengde voor gelegen met land van Katrijn Aarnd Jacobsz. weduwe, samen bezeten met zijn broer en zwager alsmede met Lutgard Dirks weduwe van Alkemade, Alijd Dirksdr. van Alkemade en Jan van Tetrode en door hen 6-5-1419 verkocht (RAZH, Familiearchief Cousebant 1006 f. 22).

* 20 aug. 1393 5 morgen land te Zoeterwoude, grfl. leen (GvH. 228 f. 93v.).

* 3 jan. 1392 3 morgen 1 hond land te Koudekerk in de Hoge Waard (Wigghersweer), gekocht van Floris van Tol, gemeen liggend met land van diens broer Jan van Tol, Frank IJsac en Ermgard Floris Jansz.dr. Hij verkocht dit 13 apr. 1400 aan zijn vader (Klo. 1469 f. 7).

rentebezit:

17 okt. 1402 1 £ pay. op Jan Dirk Bruynen tseriaersz. huis en erf aan Gerrit Betkijnssteeg, 6 aug. 1404 door hem overgedragen op IJsac Pietersz. (Secr. 1423).

borgstelling:

26 dec. 1398 Willem Simon Frederiksz. (bij een koop door deze; RA. 50 f. 20v.).

varia:

zegel: een lopende haas met halsband, linksboven een adelaar (Ga. 557, 20 jan. 1398); pachtte 1399 de Leidse hop (GvH. 1477 f. 12v., Ga. 334 (5) f. 12v.).

familie:

tr. Katrine Simon Frederiksdr., die hij 20 aug. 1393 tochtte aan de mindere helft van 5 morgen land te Zoeterwoude (GvH. 228 f. 93v.). Kinderen:

a. IJde

bezat 1412-13 samen met haar moeder een lijfrente van 1 nobel ten laste van de stad (Secr. 513 f. 21) en met haar oom Coen een van 3 nobel, 3 kwarten 1½ groot (Secr. 513 f. 19).

b. N.N.;

haar zoon Pieter was 22 mrt. 1429 leenvolger van haar vader (GvH. 712 f. 75v.).

2. Coen Franken(z.) IJsacsz.

(Ga. 440 f. 26).

beroep:

bierkoper (1417, Rek. Lei. I, 283), exploiteerde veenland te Benthorn (1405 lastgeldbetaling door hem, GvH. 1482 f. 6) en een kalkbranderij (1417-19, Ke. 323 (11) f. 29, GvH. 11492 f. 49).

woonhuis:

in het Wanthuisbon verm. 1407-08 (Ke. 323 (7) f. 48v.) en aan het Rapenburg 1417-18 (Ke. 323 (11) f. 43v.).

huisbezit:

een klein huis in Crauwelssteeg, hierop had zijn vader 9 s.g.g. rente; verkocht 10 mrt. 1415 (RA. 50 f. 146v.).

landbezit (zie ook bij zijn broer): 5 jan. 1418 11 hond land te Zoeterwoude (DuO. 1978 f. 62v.-63).

rentebezit:

* 14 s.pay. op een huis en erf te Leiden;

* 1 £ pay. op een huis en erf aan de Oude Rijn en:

* 1 £ pay. op 2 huizen en erven aan de Mare;

genoemde 3 renten, alle afkomstig van zijn vader, droeg hij 1 juli 1422 over aan Jan van Tetrode (Ga. 456 p. 52; Ga. 557).

* 12 p.pay. op een huis en erf te Leiden (W. 1765 f. 5).

* 3 gouden Eng. nobel op 11½ hond land te Zoeterwoude, 4 febr. 1419 verkocht (RAZH, Familiearchief Cousebant 1006 f. 21v.).

* 9 p. 2 miten pay. op een huis en erf aan de Vollersgracht, 1380 in handen van de H. Geest (W. 1765 f. 5).

* 3 nobel 3 kwarten 1½ groot lijfrente t.l.v. de stad, samen met zijn nicht IJde Jacob Frankenz.dr., verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 19).

varia:

pachter van de wijnaccijns 19 feb.-16 apr. 1399 en van de wol- en velleaccijns 6 aug. 1399-1 okt. 1399 (Rek. Lei., I 57-58).

3. Machteld

(Ga. 440 f. 26)

tr. Hendrik van der Does, zoon van Dirk en Lijsbeth heren Dirksz.dr. (Van Groesbeek, 'Ter Does', tabel naast 78); door deze 13 jan. 1387 getocht aan de mindere helft van 12 morgen land achter de Zijl en 3 morgen land in Jan Nissenboomgaard (GvH. 226 f. 268v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

BERTELMEEUS IJMMENZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


BERTELMEEUS IJMMENZ.

functies:

schepen 1393-94, 98-99; burgemr. 1395-96, 1400-01; kerkmr. 1392-93, 1407-08, 08-09, 09-10, 10-11, 11-12, 12-13; grfl. tollenaar te Geervliet 14 jan. 1405-14 jan. 1406 (GvH. 1213 f. 11).

beroep:

wijnkoper (1392-1409, Rek. Lei., I 32; Ke. 323 (5) f. 25; GvH. 204 f. 63v., 1255 f. 30, 1257 f. 50, RAGeld., Hert. Arch. 746 f. 9).

woonhuis:

in St. Pietersparochie 1406-07 (Ke. 323 (7) f. 18v.), aan het Rapenburg 1417-18 (Ke. 323 (11) f. 42).

landbezit:

* een erf in St. Pietershoeve tussen Molengracht en Nieuwe Vollersgracht, waarop een rente t.b.v. St. Pieterskerk, verm. vanaf 1398-99; in andere handen 1407-08 (Ke. 323 (1) f. 7 en volgende rek.; 323 (7) f. 9v.).

* 1402-03 8 roeden erf, belast met een rente met houde t.b.v. St. Pieterskerk (Ke. 323 (5) f. 18).

borgstelling:

* 5 juli 1378 Frank Danielsz. (Secr. 19 f. 45).

* 17 juli 1382 Willem Jacobsz., van Zegwaard (Secr. 19 f. 56v.).

* 28 okt. 1391 Jacob Loef (Secr. 19 f. 88v.).

* 22 jan. 1392 Dirk Dammas Claasz.z. (Secr. 19 f. 89v.).

varia:

zegel: de Leidse sleutels vergezeld van drie lindebladeren (2:1) (Ke. 547, 4 nov. 1393); pachter van de wol- en ellenmaat met Hendrik Bokel m.i.v. 31 juli 1392 gedurende 1 jaar (Rek. Lei., I 5); pachter van gruit en hop 1395, van de gruit alleen 1406 (GvH. 1472 f. 13v. en 1483 f. 13); huurde de wijnkraan van de stad 1399-1400 (Rek. Lei., I 89); was 2 feb. 1390 met Jan Jacobsz. Blijfhier en Simon Philipsz. 110 £ pay. schuldig aan Dirk Coenenkinderen, zonder rente (Secr. 84 f. 19v.); verkocht met Willem Andries Gerritsz.z., Jan Vos Dirk Hoogstraatsz. en Wouter Jansz. renten te Marendorp, wrsch. als voogd over de minderjarige kinderen van Andries Gerrit Zeveritsz.z. (Ga. 455 f. 84v.).

familie:

missch. verwant met het geslacht van Gerrit Zeveritsz. (zie renteoverdracht hierboven) en dat van Gerrit van Oestgeest Rutgersz. (vgl. de namen Willem Bort en Margriet van Oestgeest). tr. Alijd, ovl. 1412-13, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (9) f. 12v.). Kinderen (Kam, 'Memorieboek', 183):

1. Jan Bertelmeeus IJmmenz.z.

functies:

burgemr. 1400-01; schepen 1413-14.

2. mr. Jacob Bertelmeeus IJmmenz.z.

3. Willem Bort

4. Margriet van Oestgeest

tr. wrsch. Jan Simonsz. (Lots, 'Margriet Heerman van Oegstgeest', 39-41).

5. Geertruud

tr. Jan Vos Claasz. (zie Vos).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

DIRK IJDENZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


DIRK IJDENZ.

functies:

gasthuismr. 1327-28; schepen 1328.

landbezit:

* 1/3 van een kamp land te Oegstgeest (afkomstig van 'Erlewijn scomaker', een ander 3e deel behoorde aan Gerrit Alewijnsz.), 14 dec. 1327 verkocht aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 36v.).

* 1½ morgen land te Zoeterwoude ten noorden van Rodenburger wetering verm. 1326-30, samen bezeten met zijn zwager Jacob (Ke. 493 f. 87).

* 3 morgen 4 gaard land ten zuiden van Leiden, onder Zoeterwoude, samen bezeten met Jan van der Bregghe, verm. 1326-30 (Ke. 493 f. 87v.)

* 8 morgen 11 gaard 4 voet land, ten zuiden van Rodenburger wetering onder Zoeterwoude verm. 1326-30, het voorgaande behoorde mogelijk hiertoe (Ke. 493 f. 88).

* 4 morgen 2 hond 6½ gaard land ten zuiden van Leiden, samen bezeten met Andries die Bruun (Ke. 493 f. 88).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

WOUTER WOUTERSZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


WOUTER WOUTERSZ.

functies:

gasthuismr. van O.L.V.gasthuis 1418-19; kerkmr. van St. Pancras 1419-20.

beroep:

drapenier (vgl. bezit raamstede)

landbezit:

1407-08 ½ raamstede in St. Pietershoeve, waarop een rente t.b.v. St. Pieterskerk (Ke. 323 (7) f. 7 en volgende rek.).

rentebezit:

? 1 nobel lijfrente t.l.v. de stad, met zijn zoon Jacob Doom bezeten, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 21).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

PIETER WOUTERSZ. C.S.

 

Previous PageHome PageNext Page


PIETER WOUTERSZ. C.S.

I. WOUTER (TRUDE) HUGENZ.

ovl. voor 8 sep. 1364 (Klo. 1306).

functies:

schepen 1327-28, 39-40; burgemr. 1350-51; gasthuismr. 1355-56.

familie:

de kinderen van zijn zonen Pieter en Herman komen voor onder de magen van Huge Gibenneve (zie ald.); in dat verband is het een interessant gegeven dat een huis te Leiden dat behoorde aan de dochter van Huge Gibenneve, 17 juli 1319 als burchtleen in handen was van Gibe Woutersz.: een verwant van Wouter Hugenz.? (zie Huge Gibenneve). Tr. 1e Mabelie (vgl. zoon Pieter); tr. 2e Machteld (Kam, 'Memorieboek', 178), zij bezat sinds 8 sep. 1364 een rente van 3 £ op 6 morgen land te Noordwijk en 2½ morgen land te Voorschoten (Klo. 1306). Waarsch. uit het 1e huwelijk (in ieder geval Pieter; alleen Herman wordt verm. bij memorie van Machteld en Wouter, en misschien - als enige - uit het 2e huwelijk):

1. Heer Huge Woutersz.

(W. 428 f. 37v. en Kam, 'Memorieboek', 178).

ovl. 6 apr. 1380, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 72).

functie:

kapelaan in St. Pieterskerk, bedienaar van een der vicarieën van Pieter van Leyden, verm. 7 juni 1354 (GvH. 244 f. 48), ook 1 apr. 1359 kapelaan ald. (Ke. 415 f. 24v. en 72).

varia:

1 apr. 1359 getuige bij het testeren van Trude, weduwe van Boudijn van Zwieten (Ke. 1038; 16 sep. 1370 getuige toen heer Floris van Alkemade en heer Philips Jansz. weigerden om de St. Pieterskerk over te geven aan de Duitse Orde (De Geer, DuO., 607).

2. Pieter Woutersz., volgt II.

3. Herman Woutersz.

(Kam, 'Memorieboek', 178 en 191).

functie:

H. Geestmr. 1363-64.

familie:

zijn kinderen verm. 1371 bij de verzoening van de moord op Huge Gibenneve (zie ald.); was zelf toen vermoedelijk ovl.

4. Katrijn

(Kam, 'Memorieboek', 178).

5. Hildegond

(Kam, 'Memorieboek', 178).

?6. Machteld

(Ke. 416 f. 27v.: haar memorie werd gedaan op het graf van heer Huge Woutersz.; RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 eerste deel f. 62v.: onder haar erfgenamen worden allereerst de kinderen van Pieter Woutersz. genoemd); zij is wellicht de Machteld Woutersdr. die Frank Diedwarenz. 29 juli 1366 19 sch. g.g. rente overdroeg (zie ald.). Ovl. 28 mei 1399, begr. St. Pieterskerk (Ke. 416 f. 27v., 323 (2) f. 13v.). Tr. Frank Diedwarenz. (zie ald.). Tot haar erfgenamen behoorden behalve de kinderen van Pieter Woutersz.: Machteld Jan Pietersz's weduwe, Beatrijs Pottersdr., Katrijn Pottersdr. (tr. Herman Bienz.), Machteld Pottersdr. (tr. Gijsbrecht Pietersz.), Floris Tornoy en Clemens van Catwijck, Aagt, echtg. v. Jan Crullenz., Wildijc Jansz., Herman Bijenz. (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 eerste deel f. 62v., vgl. Ga. 455 f. 74 en Klo. 542).

N.B. Vgl. voor Herman Bienz. Ga. 441 f. 42: verm. van zijn kinderen heer Nan Hermansz., Beatrijs Hermansdr. (tr. Floris Gerritsz.), Jan Dijc en Jacob; Hermans vader was mogelijk Bije Nannekiaansz., verm. 28 jan. 1349 in belending van het huis van Claas Wildekensz. en Alijd uten Campe (zie ald.). De echtgenoot van Machteld Pottersdr., Gijsbrecht Pietersz., was mogelijk identiek met Gijsbrecht van Gheylic, die met vrouw Machteld en kinderen Dirk, Wildijc, Potter en Geertruud in het memorieboek van de H. Geest voorkomt (Kam, 'Memorieboek', 219, vgl. Ga. 440 f. 32v.; voor verwanten van hen zie Hendrik Dammasz.).

II. PIETER WOUTERSZ. of MABELIENZ.

(GvH. 221 3e f. na f. 78)

ovl. op 21 febr. 1364-68 (Ke. 416 f. 4v., Ga. 455 f. 34v., Ke. 493 f. 37v.).

functie:

schepen 1353-54, 62-63.

landbezit:

* 8½ hond land te Oegstgeest, 6 nov. 1343 verkocht aan Gerrit uter Delle; hij beloofde 6 nov. 1344 ervoor zorg te dragen dat zijn broer heer Huge afstand deed van de rechten die hij had op dit land (W. 428 f. 37 en v.).

* 11 juli 1353 Posciaenscamp, Meerganc, Smaelhael, 4 hond op de Burch, de steenplaats, het bos gen. de Loete en de Noeterdijc, alles te Zoeterwoude, gekocht met Jan Pietersz., Willems Jans Mansz.z., Gerrit Lijsbettenz. en wijlen Jan Hugenz. (Ke. 493 f. 36v.).

* 19 nov. 1358 16 hond land te Zoeterwoude aan de Leidse vaart (Ga. 786).

rentebezit:

26 aug. 1357 1 £ pay. aan de straat van Marendorp, Rijnzijde; deze was 20 nov. 1385 in handen van Jan Claasz. (Ke. 1062).

familie:

was gezien de namen Wildijc en Heyle uten Campe van zijn kinderen, verwant van (Al)Yde uten Campe en Claas Wildikensz. (zie uten Campe, vgl. ook RANBrab., Arch. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 eerste deel f. 62 en v.); huwde hij een dochter van dit echtpaar?

Kinderen, zonder naam verm. 1371 bij de verzoening inzake de moord op Huge Gibenneve (zie ald.):

1. Willem Dijc, volgt III.

2. Pieter Pietersz.

hij, zijn broer, zwager en zuster en een verder onbekende Dirk van Spenghen twistten over de nalatenschap van Frank Diedwarenz. met het kartuizerklooster bij Geertruidenberg; 13 mei 1405 kwam een scheiding tot stand, daarbij ontving hij de som van 100 £ paym. Zij deden 13 jan. 1406 met de verdere erfgenamen van Machteld Frank Diedwarenz. afstand van hun rechten op haar nalatenschap t.g.v. het kartuizerklooster bij Geertruidenberg (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 eerste deel f. 62 en v.).

3. Machteld

tr. Jan Claasz., verm. 13 mei 1405 (ontving 70 £ paym.) en 13 jan. 1406, zie hiervoor. Jan Claasz. is waarsch. degene die 20 nov. 1385 een rente overdroeg, afkomstig van zijn schoonvader (Ke. 1062, zie hoger). Hun dochter zal zijn:

a. Belie Jan Claasz.dr.

Zij ontving van haar verwant Frank Diedwarenz. 20 jan. 1405 de helft van 27 morgen land onder Woubrugge (Klo. 835)

27 mei 1410 verklaarde zij van Frank en zijn echtgenote 2½ morgen land te Valkenburgerbroek en 7 morgen land te Hoogmade gedurende haar leven ontvangen te hebben; e.e.a. was vervolgens bestemd voor het kartuizerklooster bij Geertruidenberg (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 eerste deel f. 61); zij was 28 juni 1432 begijn te Delft (Klo. 653).

4. Heyle uten Campe

ovl. 14 nov. 1439 (Ke. 416 f. 4v.); zij is wellicht de Heyle uten Campe die in 1363 hofstedehuur te Leiden verschuldigd was aan de graaf (GvH. 19 f. 11v.). St. Pancraskapittel verklaarde 11 nov. 1384 haar een lijfrente en memoriediensten verschuldigd te zijn (Ke. 416 f. 4v.). Stichtte met Margaretha Simonsdr. 25 apr. 1398 in beider woonhuis op de hoek van de Achtergracht en Vrouwenkerksteeg een vrouwenconvent met kapel; schonk daaraan 2 morgen land en een uiterwaard tussen Rijn en St. Pietersland, bij de Zijlpoort, te Leiderdorp (Klo. 1472, F.J.W. van Kan, 'Leiden en de Moderne Devotie', in: E. de Bijll Nachenius, E. Scheenstra, S. Vermeer en M. de Vries, ed., Heimwee naar de middeleeuwen. Opstellen in theologisch perspectief (Leiden, 1989) 22-49, daarin 37-39). Hetgeen zij behield van de 70 £ paym. die haar uit de erfenis van Frank Diedwarenz. toekwam, was volgens scheiding van 13 mei 1405 bestemd voor genoemd convent (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 eerste deel f. 62). Verm. 13 jan. 1406 (zie hoger, nr. 2).

III. WILLEM DIJC (WILDIJC) PIETER WOUTERSZ.Z.

ovl. 9 apr. 1419, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 58v.).

functie:

homan op het Hogeland in het Kerkvierendeel (na 1392; Secr. 84 f. 271).

beroep:

drapenier? Indien hij identiek is met Wildijc, verm. 1383-84 (Posthumus, Bronnen, I 27).

woonhuis:

aan de Hooigracht in Gansoord; verm. 1380-ca. 1390, de H. Geest had hierop 2 s.g.g. met houde (W. 1765 f. 12v.; Blok, Hollandsche stad, I 324); na 1392 in het Kerkvierendeel (Secr. 84 f. 271v.).

huisbezit:

* 1399-1400 een huis en erf tussen Molengracht en Nieuwe Vollersgracht, 1407-08 samen met zijn zwager Daniel Jacobsz. bezeten, daarna bezat deze het alleen; St. Pieterskerk had hierop een rente (Ke. 323 (2) f. 12, 19 en volgende rek.)

* verm. als belender aan de Middelweg 20 jan. 1402, aan St. Pancraskerkgracht 4 jan. 1404 (Klo. 537 en 525).

rentebezit:

* 11 nov. 1365 1 £ pay. op een huis en erf, 1395 afgekocht (RA. 50 f. 7).

* 19 nov. 1381 op ditzelfde huis en erf 1 £ pay., 1395 afgekocht (RA. 50 f. 7).

* 18 okt. 1363 4 £ g.g. op een huis en erf, sinds 5 apr. 1391 een pandrente van 9 s.g.g., 7 jan. 1394 pandrente van 13 s. 7 p.g.g.; deze renten werden 31 jan. 1395 afgeschat (RA. 50 f. 8).

* 21 s. 4 p.pay. op land aan de Maredijk van de H. Geest, verm. 11 mei 1389-9 juli 1411 (Ke. 1012, W. 428 f. 88v. en 111).

* 10 dec. 1393 1 £ pay. op 3 huizen en een boomgaard, 1400 afgelost (RA. 50 f. 29v.).

* 24 apr. 1396 1 gouden oude schild op een huis en erf (RA. 50 f. 63 en 176; W. 429 f. 185).

* 31 dec. 1396 (?) 2 x 20 s.pay. op een huis en erf te Marendorp, voor 7 feb. 1420 door zijn zoon overgedragen aan St. Pancraskapittel (Klo. 526).

* 13 feb. 1397 1 £ pay. op een huis en erf aan de Mare; 30 okt. 1419 door zijn zoon overgedragen aan St. Pancraskapittel (Ke. 416 f. 58v.).

* 2 juli 1403 42 Eng. nobel schuldbrief op een huis en erf (RA. 50 f. 48).

* 14 mrt. 1407 een schuldbrief van 22 £ pay., samen met Pieter Pietersz.; 1408 afgeschat (RA. 50 f. 71).

* 10 s.pay. op een huis en erf aan de Hooigracht, afkomstig van zijn behuwdoom Frank Diedwarenz. (Ke. 416 f. 91-92).

schenkingen:

7 nov. 1403 20 £ pay. aan St. Pancraskapittel voor memoriediensten (Ke. 416 f. 36v.); aan St. Pancrasbegijnhof 1 £ pay. (Klo. 518 f. 26).

varia:

ontving 13 mei 1405 bij de scheiding van de nalatenschap van Frank Diedwarenz. 60 £ paym. (zie hoger bij zijn broer Pieter).

familie:

tr. Agatha. ovl. 14 jan. 1416, begr. St. Pancraskerk, liet 2 nobel na voor memoriediensten; dr. van Claas Boeyenz. en Erkenraad (haar moeder tr. 2e Jan Stoop, zie ald.; Ke. 416 f. 55, 7 f. 67v.). Kinderen:

1. Wouter Wildikenz.

ovl. na 7 feb. 1420 (Klo. 526); bezat 1417-18 een ½ raamstede met daarop een rente voor St. Pieterskerk (Ke. 323 (11) f. 10v.). tr. Alijd, ovl. 2 mei 1425 (Ke. 416 f. 73).

2. Machteld Wildikendr.

3. Erkenraad Wildikendr.

4. Belie Wildikendr.

5. Hildegondis Wildikendr.;

tr. Willem Dirksz. (Ga. 440 f. 20v.).

6. Alijd Wildikendr.

ovl. 13 dec. 1417 (Ke. 416 f. 55v.). tr. Simon Reinersz. (zie ald.).

7. Diedwaar Wildikendr.

ovl. 15 sep. 1411, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 50).

8. Katrijn Wildikendr.

9. Zijburch Wildikendr.

ovl. 5 apr. 1435, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 91v.). tr. Pouwels Reinersz. (Ke. 416 f. 91v.-92, zie ald.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl