Activiteiten

JAN DIE WIT JAN HERMANSZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


JAN DIE WIT JAN HERMANSZ.

functie:

kerkmr. van St. Pieter 11 nov. 1413-14, 14-15.

woonhuis:

aan St. Pieterskerkgracht? Aan de Hofstraat lag een huis dat strekte tot dat van hem (W. 428 f. 124v.).

rentebezit:

* 9 juli 1386 8 £ pay. op een huis en erf in het Noordeinde; hij bezat hierop tevens pandbrieven:

* 5 dec. 1391 18 s. 4 p.pay.,

* 23 mei 1413 27 s. 1 p.pay.,

* 26 jan. 1414 27 s. 1 p.pay.,

* 2 jan. 1415 35 s. 2 p.pay. (RA. 50 f. 135).

familie:

tr. vermoedelijk Aagt, ovl. 13 juli 1418, begr. St. Pancraskerk; liet deze kerk bij testament 7½ £ pay. na voor memoriediensten (Ke. 416 f. 57v.). Hij was mogelijk een (bastaard)zoon van Jan Heerman; diens grootvader van moederszijde heette Jan die Wit. Hier behandelde Jan die Wit was ook een zoon van Jan Herman en niet een zoon van Jan Hermansz.

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

WILLEM HENDRIKSZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


WILLEM HENDRIKSZ.

functie:

gasthuismr. 25 juli 1390-91, 1410-11; H. Geestmr. 1405-06.

beroep:

drapenier (of een andere W. Hendriksz.? 1383-84, Posthumus, Bronnen, I 27).

woonhuis:

in het Gasthuis- of Vleeshuisvierendeel (Blok, Hollandsche stad, I 324).

huisbezit:

? aan het Noordeinde 16 feb. 1378 verm. (Ga. 455 f. 82v.).

familie:

? tr. Margriet, ovl. 1412-13, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (9) f. 13).

Dochter:

?1. Erkenraad Willem Hendriksz.dr.

bezat 4 nobel lijfrente ten laste van de stad, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 22).

?2. Geertruud Willem Hendriksz.dr.

tr. Jan Vos Dirk Hoogstraatsz. (zie Hoogstraat).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

MATTHIJS HENDRIKSZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


MATTHIJS HENDRIKSZ.

functie:

schepen 1400-01.

borgstelling:

8 nov. 1401 Dirk Willem Femeynsensz. (Secr. 20 f. 6v.).

familie:

dochter:

1. Haastgen

bezat 1412-13 5 nobel lijfrente t.l.v. de stad Leiden (Secr. 513 f. 19v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

WILLEM HEINENZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


WILLEM HEINENZ.

gedood tussen 12 nov. 1403 en 7 nov. 1406 (Secr. 20 f. 15v. en NH. Diakonie A 1 f. 1v.; zie GvH. 199 f. 14v. en Gerrit Alewijnsz. c.s.: IIIb.).

functies:

schepen 1376-77, 77-78, 85-86; schout 1392-96; burgemr. 1391-92, 92-93, 97-98; kerkmr. van St. Pieter 1401-02, schout van Hazerswoude verm. 12 jan. 1390 (W. 428 f. 109), van Noordwijk en Noordwijk aan Zee sedert 3 jan. 1398 (aanstelling voor de duur van 6 jaar, Scheffer, Beveelboeken, I 38 d.i. GvH. 892 f. 53v.).

woonhuis:

wrsch. aan de Breestraat; hierop had Alijd, weduwe van Hendrik Tier 1 £ g.g. rente (volgens akte van 9 okt. 1356, deze datum is een verschrijving: Alijd was nog niet gehuwd en Willem Heinenz. nog wel erg jong, missch. moet 1376 worden gelezen; W. 428 f. 4v.).

huisbezit:

* verm. in belending te Marendorp van een Willem Heinenz. 12 jan. 1407 (W. 428 f. 103).

* 10 mei 1395 een huis en erf aan de Vollersgracht (verhuurd), door Floris Gijsbrechtsz. verbeurd, voor 90 Geld. nobel gekocht van de graaf. Hierop had Dirk die Bruun een rente met houde (GvH. 228 f. 168v.).

* 2 sep. 1398 een huis en erf te Leiden, voor 32 £ pay. gekocht (RA. 50 f. 20); had hierop een pandrente.

rentebezit:

* 23 apr. 1396 12 s. 6 p.pay. op een huis en erf te Leiden, 22 sep. 1398 afgeschat met 7 £ 10 s.pay. (RA. 50 f. 20).

* 33 s. 4 p.g.g. op een huis en erf te Leiden, 30 nov. 1394 afgekocht met 21 £ pay. (Secr. 50 f. 4).

* 20 apr. 1396 een schuldbrief van 15 oude schilden op een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 21).

borgstelling:

* 29 aug. 1379 Gerrit Jansz., van Katwijk (Secr. 19 f. 49).

* 17 juli 1382 Gerrit Jansz. (Secr. 19 f. 56v.).

* 30 okt. 1385 Jacob Haes (Secr. 19 f. 70).

* 19 feb. 1387 Foyken Willemsz. (Secr. 19 f. 75v.).

* 27 juli 1388 Frank Jacobsz. (Secr. 19 f. 78).

* 5 mei 1393 Kerstant Claas Eversz. (Secr. 19 f. 96v.).

* 13 mei 1393 Dirk Gerritsz. (Secr. 19 f. 97).

* 13 dec. 1393 Jacob Aarnd Stienkijnsz. (Secr. 19 f. 99).

* 20 juli 1394 Willems 'zwager' Willem Pietersz. (Secr. 19 f. 101v.).

* 21 okt. 1394 Claas Bertman (Secr. 19 f. 102).

* 24 feb. 1395 Pieter Jansz., van Langeraar (Secr. 19 f. 104).

* 22 mrt. 1399 Simon van Warmond (Secr. 19 f. 111v.).

* 12 nov. 1403 Jan Smeder (Secr. 20 f. 15v.).

varia:

zegel: gevierendeeld, 1: een ankerkruis, 2 en 3 fijngeruit, 4 blank (Ke. 631, 3 feb. 1386); pachter van de Leidse gruit 1378 (GvH. 1458 f. 6); pachtte 1393 de tiende van Kerkwerve en Oegstgeest (GvH. 1470 f. 9v.).

familie:

is hij de Willem Heinenz. die 19 juni 1367 met zijn broer Dirk Nachtegale een rente vestigde op een huis en erf aan de Breestraat? (Ke. 493 f. 48v.). Tot zijn magen behoorden Floris van Tol, Gerrit van Boschuysen en Willem Hermansz. (GvH. 199 f. 14v., zie Gerrit Alewijnsz. c.s.: IIIb.). Tr. Lijsbeth, ovl. in of na 1414; zij bezat toen een rente van 18 oude schilden op Claas Jansz. Vos (van 14 aug. 1405; RA. 50 f. 138). Zij schonk de H. Geest 16 mei 1411 40 s.pay. rente op een huis en erf in de Sacsteeg op de hoek, t.b.v. memoriediensten (tr. 1e Gerrit Coppaartsz. (W. 428 f. 112v., Kam, 'Memorieboek', 162).

kinderen:

?1. Clara

ovl. 7 okt. 1422 als weduwe van Jan Gerritsz. de cuper (Ke. 416 f. 66v.).

?2. Dirk Willem Heinenz.

15 feb. 1392 verkocht hij de H. Geest 10 s.pay. op zijn woonhuis en erf aan de Nuwestraat (W. 428 f. 74).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

VAN DER HANT IV

 

Previous PageHome PageNext Page


VAN DER HANT IV

Gezien familienaam en zegel verwant met de geslachten Van der Hant I en II.

I. PHILIPS

zoons:

1. Gerrit Philipsz.

functie:

schepen 1364-65, 65-66, 66-67. Hij is missch. identiek met de Gerrit Philipsz. van Leyden, rekenplichtig klerk van de gravin 1358 (zie hfdst. 6).

beroep:

? wijnkoper ca. 1363 (GvH. 1450 f. 4).

landbezit:

te Zoeterwoude, in een perceel waarin ook Daniel Jansz. en heer Huge van der Hant gegoed waren (Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 50v.).

rentebezit:

6 mei 1365 36 s.g.g. op een huis en erf te Marendorp (Ke. 493 f. 76v.).

varia:

zegel: een hand, in de linkerbovenhoek een halve maan (Ke. 517, 18 apr. 1367); indien hij identiek was met de grfl. klerk, ontving hij 17 sep. 1357 de kosterij van Grosthuizen en Siboutskerspel (Van Riemsdijk, Tresorie, 60-61; GvH. 224 f. 14v.) en 4 okt. 1357 de kosterij van Hazerswoude (Van Riemsdijk, Tresorie, 61; GvH. 224 f. 17v); pachtte 1365 van de graaf van Blois een tiende bij de Leidse stadspoort, de zgn. middelbloktiende en een smaltiende, alle onder Zoeterwoude (Gr.v.Blois 94 f. 10).

familie:

tr. ? Margriete, zij was 1 juli 1368 weduwe en woonachtig in de omgeving van het grfl. hof, naast Dirk Poes Jansz. van Leyden (Ke. 493 f. 44v).

2. Jacob van der Hant Philipsz., volgt II.

II. JACOB VAN DER HANT PHILIPSZ.

landbezit:

Claas van Voirburchs woning met 22 morgen land (waarop de kerk stond) en 6 morgen land ald., 20 mrt. 1396 gekocht van de graaf, om na de dood van Claas voornoemd van deze in leen te houden (GvH. 228 f. 101). Droeg e.e.a. 13 dec. 1404 op t.b.v. Boudijn van Zwieten (GvH. 229 f. 67).

rentebezit:

* 22 dec. 1376 4 oude Franse schilden op een huis en erf aan de Maarsmanstraat; dit huis werd voor hem gepand en 16 s. pandrente werden 7 mrt. 1378 toegewezen; overgedragen aan St. Pancraskapittel 22 feb. 1384 (Ke. 493 f. 76 en v.).

* 36 s.g.g. op een huis en erf te Marendorp, afkomstig van Gerrit Philipsz.; overgedragen aan St. Pancraskapittel 22 feb. 1384 (Ke. 493 f. 76 en v.).

borgstelling:

* 1 okt. 1368 Dirk Ramp, zoon van heer Floris, die paap was te Valkenburg (Secr. 19 f. 16v.).

* 23 sep. 1374 Gerrit die Man (Secr. 19 f. 39v.).

* 20 juni 1380 Floris Gerrit, van Koudekerk (Secr. 19 f. 50v.).

* 25 jan. 1381 Hanneken Onberaden (Secr. 19 f. 51v.).

* 15 nov. 1395 Zanders Willemsz. (Secr. 19 f. 106v.).

varia:

2 feb. 1392 - 2 feb. 1393 pachter van de visaccijns te Leiden met Claas Jansz. en Doen Simonsz. (Rek. Lei., I 4).

familie:

tr. Beatrijs van Voirburch, ovl. voor 16 mrt. 1410 (Huisarch. Binckhorst 1 f. 17v.; GvH. 230 f. 62v.).

kinderen:

1. Claas Jacobsz.

ovl. voor 30 apr. 1416 (GvH. 230 f. 141v.-142).

landbezit:

* voor 24 okt. 1397 11 morgen land te Tedingerbroek, na overdracht door zijn moeder (GvH. 228 f. 260v.).

* 16 mrt. 1410 12 morgen en de woning te Voorburg, 2 morgen ald., 5 hond op de Burg ald., 23 s. op 2 hofsteden ald., 1½ morgen land te Tedingerbroek, Zoeterwoude, grfl. lenen afkomstig van zijn moeder (GvH. 230 f. 62v.).

familie:

tr. Geertruid Reinersdr., ovl. na 30 apr. 1416 (GvH. 230 f. 142); hij tochtte haar 24 okt. 1397 aan 11 morgen land te Tedingerbroek, Zoeterwoude (GvH. 228 f. 260v.).

2. Beatrijs Jacobsdr.

landbezit:

5 hond land te Voorburg, leen van de Binckhorst, afkomstig van haar moeder (Hoek, 'Rept. Binckhorst', 245).

familie:

tr. Jan die Kok (ibidem).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

VAN DER HANT III

 

Previous PageHome PageNext Page


VAN DER HANT III

Gezien familienaam en zegel verwant met de geslachten Van der Hant I en II.

JACOB VAN DER HANT CLAASZ.

functies:

schepen 1370-71, 71-72, 75-76, 76-77, 77-78, 88-89, 03-04; burgemr. 1401-02 (zie ook Jacob Claasz.).

(woon?)huis: 8 jan. 1378 verm. tussen Rijn en burcht in belending (Secr. 1531).

rentebezit:

* 21 okt. 1371 1 £ pay. op een huis en erf te Leiden (Ke. 416 f. 111v.).

* 19 jan. 1373 1 £ pay. op een huis en erf te Leiden (Ke. 416 f. 111v.).

* 10 s.g.g. op een huis en erf te Leiden, aangekocht 2 jan. 1369 door Claas Jan Vockenz.; 1 juli 1377 aan St. Pancraskapittel overgedragen i.p.v. 20 groten op een huis en erf aan de Hooigracht (ingevolge testament van Margaretha, echtgenote van Dirk Gerritsz., ovl. 6 juli 1369; Ke. 415 f. 17).

* 1 £ g.g. met houde op een huis en erf op het Hogeland bij de Middelweg, verkocht aan Frank IJsac 23 jan. 1384 (Secr. 1434).

* 17 mrt. 1389 een pandrente van 2 s. 3 p. 1 halling pay. op een huis en erf aan de Groenesteeg; de schout, Willem Smeder, hield de pandrente aan zich (Ga. 455 f. 52v.).

* 37 comans groten op een huis en erf aan St. Nicolaasgracht (W. 428 f. 68).

borgstelling:

* 20 juni 1372 (samen met Jan Vos) Gerrit Arendsz. van Pijnacker (Secr. 19 f. 31).

* 13 nov. 1375 Dirk van den Rijn Dirk oirbairsz. (Secr. 19 f. 42).

varia:

zegel: drie eikels in bovenste schildhelft, 1 hand in de onderste (24 nov. 1376, Ke. 606). Droeg 28 juni 1372 een rente, afkomstig van Claas Jan Vockenz., over aan St. Pancraskapittel voor o.m. diens memorie (Ke. 415 f. 33; zie Jan Voc c.s.).

familie:

was wrsch. een zoon van Claas Jan Vockenz.: vgl. de rente, afkomstig van deze, die in zijn handen was, de overdracht van een rente voor o.m. Claas Jan Vockenz.'s memorie door Jacob, zijn patronym, en de familiebanden die tussen de geslachten Van der Hant II en Jan Voc c.s. bestonden (zie ook Jan Voc c.s.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

VAN DER HANT II

 

Previous PageHome PageNext Page


VAN DER HANT II

Deze familie vormde met Van der Hant I één geslacht, blijkend uit zegel en familienaam, alsmede uit de namen Jan en Huge, in beide families gedragen.

I. N.N

gedurende lange tijd schout van Leiderdorp (voor 22 aug. 1365; vgl. Ke. 400, Amb. hrlh. Oegstgeest 752).

kinderen:

1. Huge van der Hant, volgt II.

2. Alijd

ovl. 1414-15 (RA. 50 f. 137, W. 428 f. 124).

huisbezit:

* 7 dec. 1386 een huis en erf aan St. Pieterskerkstraat (eigenaar Jan Dirks Brunen Tsceriaersz., Ga. 455 f. 62, 16 mrt. 1387 verm., W. 429 f. 243v.).

* een huis en erf aan de Vollersgracht, 10 mrt. 1400 aan Claas Jansz. Vos verkocht met behoud van een daarop gevestigde rente (vgl. rentebezit, 1399) (Ga. 456 p. 38).

* 28 okt. 1396 een huis en erf aan St. Pieterskerkstraat; hierop rustte 43 comans groten rente (Ke. 631).

* 2 juni 1409 een huis en erf aan de Nieuwe Kerksteeg, hierop rustte 30 s.pay. rente met houde, 3 aug. 1410 voor haar weer overgedragen (Secr. 1475).

rentebezit:

* 18 apr. 1386 32 s.pay. op een huis en erf aan de Hogewoerd, met consent van zoon Herman aan St. Catharinagasthuis overgedragen voor memoriediensten (29 mrt. 1390; Ga. 455 f. 41v.).

* 3 mrt. 1387 20 comans groten op een huis en erf in Coppenhincsteeg; in opdracht van haar 9 dec. 1409 aan St. Catharinagasthuis overgedragen (Ga. 455 f. 73).

* 12 dec. 1392 22 s.g.g. op het huis en erf van Baarnd Jansz. van Leyden, door haar zoon op haar overgedragen; 5 dec. 1415 verkocht aan de H. Geest voor haar (W. 428 f. 124).

* 18 sep. 1399 6 s.g.g. met de houde op een huis en erf (van Claas Jansz. Vos sinds 10 mrt. 1400) aan de Vollersgracht (RA. 50 f. 137; Ga. 456 p. 38).

* 10 mrt. 1400 32 s. 8 p.pay. op een huis en erf aan de Diefsteeg; 20 apr. 1411 voor haar aan de H. Geest verkocht (W. 428 f. 110v.).

* 10 s.pay. op een huis en erf aan de Crepelsteeg, verm. 20 juni 1402, toen zij zich dit huis en erf liet toeëigenen i.v.m. betalingsachterstand (Ga. 1355 f. 4v.).

familie:

tr. Jan heren Hermansz., ovl. voor 18 apr. 1386 (Ga. 455 f. 41v.). Zoon:

Herman Jansz. (Ga. 440 f. 9; W. 428 f. 124); hij is missch. dezelfde als Herman Jansz. van Zwieten, schepen en burgemeester, zie ald.

II. HUGE VAN DER HANT

functies:

schout 1364, 67, 75-78; schepen 70-71, 71-72, 73-74, 78-79, 83-84, 84-85, 85-86, 89-90; burgemr. 68-69, 69-70, 72-73, 76-77, 81-82, 86-87, 87-88, 90-91, 91-92, 94-95.

woonhuis:

belender te Leiden 14 sep. 1357 (DuO. 1978 f. 50v.).

borgstelling:

* 3 mrt. 1382 Claas Willem Gibenz. (Secr. 19 f. 56).

* 21 jan. 1383 Simon Reinersz. en stiefkinderen (Secr. 19 f. 59v.).

* 3 nov. 1384 Simon van der Eme (Secr. 19 f. 65v.).

* 27 okt. 1389 Jan Alewijnsz. (Secr. 19 f. 81v.).

* 31 okt. 1389 Hendrik Hendriksz. (Secr. 19 f. 81v.).

* 20 okt. 1394 Jan van Zijl (Secr. 19 f. 102).

* 21 sep. 1412 Simon Jansz. (Secr. 20 f. 44).

* 6 nov. 1417 Jacob Woutersz. die Ketelboeter (Secr. 20 f. 56v.).

varia:

zegel: gevierendeeld, 1e kwartier een hand, 2e en 3e fijn geruit, 4e kwartier blank (Ke. 631, 3 feb. 1386); bemiddelde 8 feb. 1388 bij de boedelscheiding van Michiel van der Heydes nalatenschap (Secr. 84 f. 37).

familie:

tr. Haasken, ovl. ca. 1400 (Ga. 444 f. 5v.).

kinderen:

1. Jan Hugenz. van der Hant, volgt III.

2. Zoete

ovl. 1407-08, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (7) f. 13v.).

III. JAN HUGENZ. VAN DER HANT

functie:

schepen 1398-99, 99-1400, 01-02, 05-06.

huisbezit:

1406 een huis en erf te Leiden, voor 56 Eng. nobel gekocht (RA. 50 f. 55v.).

rentebezit:

* 1414-15 43 s. 4 p.pay. op het huis van zijn dr. Zoete, van St. Catharinagasthuis gekocht voor 37 £ 6 s. 8 p. pay. (Ga. 334 (21) f. 19).

* 29 juni 1416 30 plakken licht geld op de inboedel van Bertelmeeus Claasz. (RA. 50 f. 200v.).

borgstelling:

* 17 sep. 1392 Dammas Jan Deurschijnsz. (Secr. 19 f. 91v.).

* 16 nov. 1401 Jacob Jansz. (Secr. 20 f. 9).

* 12 juni 1404 Alewijn Engelbrechtsz. (Secr. 20 f. 17v.).

* 5 jan. 1406 Jacob Doedenz. (Secr. 20 f. 22).

* 27 apr. 1406 Huge Huge Jan Willemsz.z. (Secr. 20 f. 22v.).

varia:

pachter van de tiende van Kerkwerve en Oegstgeest 1399 (GvH. 1477 f. 11v.); trad herhaaldelijk op t.b.v. zijn tante Alijd bij overdrachten door haar.

familie:

tr. Baarte; zij droeg 2 mrt. 1434 een rente van 6 s.g.g. op een huis en erf aan de Vollersgracht over, afkomstig van Alijd Jan heren Hermansz., tante van haar man (Ga. 456 p. 38). Dochter:

1. Zoete

op haar huis bezat haar vader een rente, zie hoger.

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

VAN DER HANT I

 

Previous PageHome PageNext Page


VAN DER HANT I

I. HUGE VAN DER HANT

zoons:

1. Jan Grietenz., volgt IIa.

2. Heer Jacob van der Hant

ovl. wrsch. voor 7 juni 1354, toen zijn neef Huge kapelaan was van een van de vicarieën gesticht door heer Pieter van Leyden, die hij voordien bekleedde, begr. St. Pancraskerk (GvH. 244 f. 48, Ke. 415 f. 78v.).

functies:

priester, grfl. klerk 1317-32 (zie hfdst. 6); kapelaan van een der vicarieën van heer Pieter van Leyden, verm. 13 dec. 1333 (NH. Kerkvoogdij 2032 f. 7). Vice-cureit van St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 11v., vgl. ook zijn graf in het oude koor van St. Pancraskerk 418 f. 77), missch. reeds voor 13 dec. 1333, toen hij bij die kerk woonde (NH. Kerkvoogdij 2032 f. 7).

woonhuis:

aan St. Pancraskerkhof; hierop was een rente van 16 s.g.g. gevestigd t.b.v. heer Pieter van Leydens vicarieën; verm. 13 dec. 1333 (ibidem).

IIa. JAN GRIETENZ. of HUGENZ

(VAN DER HANT, Ke. 415 f. 66).

ovl. na 20 aug. 1357 (W. 428 f. 15v.).

functies:

gasthuismr. 1345-46; schepen 1350-51, 52-53, 53-54, 54-55, 57-58.

woonhuis:

aan de Breestraat, verm. 13 dec. 1333 (NH. Kerkvoogdij 2031 f. 7v.; Ke. 510, vgl. verder Ke. 1038 en bij Daniel, zijn zoon).

huisbezit:

* een huis en erf aan de Breestraat, voor 19 mrt. 1349 gekocht van Reiner Gobburgenz.; deze had hierop 5 s. rente (Ke. 322 f. 3).

* belender met Matthijs Jan Mildenz. aan de Hooigracht 23 dec. 1349 (W. 429 f. 23v. en tafel).

varia:

zegel: de Leidse sleutels met in het schildhoofd een hand en links een reptiel(?) (Ke. 669, 14 feb. 1355).

familie:

tr. Aleidis (Ke. 415 f. 66), dr. van Hein Honger (zie ald.).

kinderen:

1. Daniel Jansz. (van der Hant).

ovl. 21 feb. 1369 (Ke. 415 f. 11v.).

functies:

schepen 1357-58, 58-59, 59-60, 60-61, 61-62, 62-63, 65-66, 67-68, 68-69; burgemr. 1363-64, 64-65, 66-67.

woonhuis:

aan de Breestraat, naast het Wolhuis, in leen gehouden van de burggraaf, 2 feb. 1369 ten vrij eigen ontvangen in ruil voor opdracht van 10 morgen land te Zoeterwoude (zie hierna; Hoek, 'Wassenaar', 537 en 632).

huisbezit:

een huis en erf bij de molen aan de stadsvest, verm. 28 sep. 1368 (zie rentebezit).

molen:

aan de stadsvest onder Zoeterwoude, verm. 28 sep. 1368 (zie rentebezit).

landbezit:

10 morgen land in Claas Godevaardsz.' weer te Zoeterwoude, met instemming van zijn vrouw opgedragen aan de burggraaf 2 feb. 1369 (Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 50v.; Hoek, 'Wassenaar', 632).

rentebezit:

* 10 s.pay. op een huis en erf aan de Hogewoerd, afkomstig van zijn schoonvader, aan St. Pancraskerk geschonken voor memoriediensten (Ke. 415 f. 11v. en f. 66).

* 10 s.pay. op een huis en erf bij de molen aan de stadsvest van Leiden onder Zoeterwoude, daarop gevestigd bij verkoop van dit huis door Daniel aan Coppe Dirksz.; 28 sep. 1368 overgedragen aan heer Philips Jansz., priester, t.b.v. zijn kanunniksprebende (Ke. 493 f. 44v.).

borgstelling:

3 feb. 1365 Godetkiaan Jansz. (Secr. 19 f. 1v.).

varia:

trad 6 feb. 1365 op als voogd voor de kinderen van zijn verwant Dirk van der Dobbe (Ga. 455 f. 10)

familie:

tr. Katrine, dr. van Hubertus die verwer (zie ald.), ovl. 1385-86 (Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 50v.)

2. Jacob van der Hant, volgt IIa.

3. Reiner

ovl. 13 juli 1369 (Ke. 415 f. 18v.).

functie:

was hij de clericus Reinaard Jansz. die 1 sep. 1364 St. Andriesvicarie bekleedde die heer Huge van der Hant in het leven had geroepen? (zie ald.).

rentebezit:

10 s.pay. op een huis en erf te Leiden, voor memoriediensten aan St. Pancraskerk geschonken (Ke. 415 f. 18v.).

4. Heer Huge van der Hant, volgt IIIb.

5. Margaretha

tr. N.N, zie voor haar nageslacht Jan Grietenz. c.s.

6. Clare

ovl. 7 dec. 1378, begr. St. Pieterskerk (Ke. 415 f. 58); tr. Gerrit Zeveritsz. (Ke. 415 f. 58, zie Gerrit Zeveritsz. c.s.).

7. Cille

(Ke. 415 f. 66).

IIIa. HEER JACOB VAN DER HANT

(Ke. 415 f. 32)

functie:

priester.

kinderen:

1. Floris heren Jacobsz., volgt IV.

2. Heer Jacob van der Hant

(Ke. 420 f. 16).

ovl. sep. 1398 (Ke. 416 f. 29v.).

functie:

kanunnik van St. Pancras (Ke. 416 f. 29v.).

3. Alijd

verm. 24 juni 1382, tr. Michiel (Ke. 420 f. 16).

4. Catharina

ovl. tussen 24 juni 1382 en 14 apr. 1384 (Ke. 420 f. 16; W. 428 f. 52); op haar woonhuis te Marendorp vermaakte zij de H. Geest 10 s.g.g. rente; tr. Willem van der Goude, ovl. in of na 1421 (W. 428 f. 52, 2 f. 51 en tafel, Kam, 'Memorieboek', 211).

IV. FLORIS HEREN JACOBSZ.

functie:

schepen 1370-71, 72-73, 73-74, 86-87.

woonhuis:

op de hoek van St. Pieterskerkstraat en St. Pieterskerkhof, verm. 1380; hierop bezat de H. Geest sinds 12 feb. 1356 10 s.g.g. rente (W. 429 f. 10 en tafel; I 31 f. 9; in 1421 behoorde het huis toe aan St. Pieterskerk). Dit huis belendde aan het huis dat Meyne uten Waerde 25 juli 1368 vermaakte aan St. Pieterskerk ter verzorging van arme maagden en weduwen (De Geer, DuO., 606, Klo. 974, zie IJsac).

rentebezit:

5 dec. 1375 34 s.pay. op een huis en erf te Marendorp in Jan Vossensteeg, door zijn weduwe en zoons 7 juli 1390 aan de H. Geest vermaakt voor memoriediensten (W. 428 f. 67v.).

borgstelling:

7 nov. 1365 Geertruud Vastraatszr., van Zoeterwoude (Secr. 19 f. 5).

schenking:

1371 5 £ pay. aan St. Pancraskapittel t.b.v. memoriediensten (Ke. 415 f. 32v.).

varia:

zegel: een kruis, rechtsboven een hand, linksbeneden wrsch. een vogel, hartschild een wassenaar (Ke. 80, 5 feb. 1374).

familie:

zijn neef was mr. Jan van Haerlem, verm. 2 feb. 1380 (W. 428 f. 36v.); tr. 1e Wendelmoed; tr. 2e Erkenraad, dr. van Jan Vos en Jutte, ovl. na 7 juli 1390 (W. 428 f. 67v.). Zoons:

1. Jacob Florisz.

beroep:

glaszetter (Rek. I 267, Ke. 323 (4) f. 19, Ga. 334 (24) f. 26).

borgstelling:

* 6 feb. 1394 Claas IJsbrandsz. (Secr. 19 f. 99v.).

* 26 mrt. 1399 Joost Willemsz. (Secr. 19 f. 111v.).

2. Jan Vos Florisz.

verm. 7 juli 1390 (W. 428 f. 67v.).

3. Philips Florisz.

ovl. apr. 1426, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 75v.).

functie:

schepen 1402-03, 03-04.

beroep:

drapenier (vgl. bezit raamstede).

landbezit:

1402-03 ½ raamstede gehuurd van St. Pieterskerk voor 14 s. pay. rente (Ke. 323 (5) f. 11 en volgende rek.).

borgstelling:

20 feb. 1415 Engelbrecht Gijsbrecht Celienz.z. (Secr. 20 f. 50).

varia:

zegel: een kruis, rechtsboven wrsch. een vogel, linksonder een hand, hartschild een wassenaar (Klo. 1540, 21 mrt. 1404).

schenking:

6 Rijnse gld. aan St. Pancraskapittel voor memoriediensten (Ke. 416 f. 75v.).

familie:

tr. Katharina Hendriksdr. (Ke. 416 f. 75v.); zij bezat met haar dr. Geertruid 4 nobel lijfrente t.l.v. de stad Leiden, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 20).

4. Elsbeen

(Kam, 'Memorieboek', 185).

IIIb. HEER HUGE VAN DER HANT

ovl. 5 sep. 1382, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 78v.).

functies:

verm. 7 juni 1354 als kapelaan van een der vicarieën van heer Pieter van Leyden (GvH. 244 f. 48); 1 apr. 1359 aangesteld tot vicaris gedurende zijn leven van St. Andrieskapelanie, gesticht door Trude, weduwe Boudijn van Zwieten; missch. stelde hij aanvankelijk in zijn plaats aan Reinaard Jansz., clericus, die 1 sep. 1364 als vicaris voorkomt (Ke. 1038, Agn.bhf. 7); pastoor van Nieuwkoop, verm. 20 juli 1354 - 2 feb. 1368, 18 feb. 1374 bekleedde een ander dit pastoraat (Ke. 636, 415 f. 5 en Ke. 902, Leverland, 'Inquisitio conexuum', 87); kanunnik en scholasticus van St. Pancraskapittel sinds 1366-67; deken van St. Pancraskapittel sinds 1371 (Leverland, 'Kapittel van St. Pancras', 84).

huisbezit:

½ huis en erf, achter St. Pieterskerk bij het begijnhof, afkomstig van Trude, weduwe van Boudijn van Zwieten, 2 feb. 1368 verkocht aan Hendrik Rottier en Alijd diens vrouw (die de andere ½ al bezaten), tegen een rente van 40 s.pay. (zie rentebezit; Ke. 902).

landbezit:

4 morgen pachtland te Bodegraven, 17 apr. 1372 aan zijn prebende vermaakt voor grafgang. Hij behield het vruchtgebruik tot zijn dood; verkocht het echter voor 1 okt. 1381 met consent van het kapittel (Ke. 415 f. 36).

rentebezit:

* 20 s.g.g. op een huis en erf bij het Steenschuur, 20 juli 1354 verkocht (Ke. 636).

* 9 s.g.g. op een huis en erf te Marendorp, door Huge met zijn broers en zusters gekocht; hij droeg de rente voor memoriediensten over aan St. Pancraskapittel (Ke. 415 f. 66 en v.).

* 2 feb. 1368 40 s.pay. op een huis en erf aan St. Pieterskerkhof bij het begijnhof (zie huisbezit), na zijn dood te komen aan de vicarieën van mr. Andries Hein Honghersz. (Ke. 902).

* 27 feb. 1375 4 £ pay. op 2/3 van een weer land te Nieuwkoop, t.b.v. memoriediensten 20 dec. 1381 aan St. Pancraskapittel vermaakt, met behoud van vruchtgebruik tot zijn dood (Ke. 415 f. 77, 78 en v.).

* 31 jan. 1377 10 s.pay. op een huis en land te Nieuwkoop, losbaar met 5 £; met 5 £ pay. gelds geschonken aan St. Pancraskapittel ter viering van het feest van St. Antonius Abt (Ke. 415 f. 65v.).

* 11 okt. 1381 4 £ g.g. op 12½ morgen land onder Zoeterwoude, gekocht van zijn neef Jan Gerrit Dirksz.z., direct overgedragen aan St. Pancraskapittel voor memoriediensten, met vruchtgebruik tot zijn dood (Ke. 415 f. 77 en v.).

schenking:

schonk 1 £ pay. aan de huiszitten (Ke. 415 f. 61) en het jaar van gratie van zijn dekenaat en prebende voor memoriediensten ter aanvulling op wat hij reeds voor zijn mensurnaal schonk (het benodigde bedrag van 12 £ pay. was nog niet gehaald; Ke. 416 f. 177v.).

stichting:

de kanunniksprebende van St. Antonius Abt (1366-67) (Leverland, 'Kapittel van St. Pancras', 83). Regelde 24 juni 1382 de collatie en de aanstelling van een prebendaris. De bedienaar moest komen uit zijn nageslacht, dat van zijn drs., dan wel dat van zijn ouders (Ke. 420 f. 16 en v.).

varia:

1365 pachter van de tiende van Nieuwveen (GvH. 1451 f. 5v.); droeg, mede als executeur en beheerder voor zijn broers en zusters, t.b.v. memoriediensten 3 £ 2 s.pay. rente aan het kapittel over, waarin opgenomen 10 s. door broer Daniel vermaakt en 30 en 10 s. door zijn zrs. en hemzelf. (Ke. 415 f. 66); 28 nov. 1367 verm. als executeur-test. van heer Bertelmeeus Philipsz. (Ke. 415 f. 5); 18 aug. 1382 aangesteld tot executeur-test. van Philips van Leyden (bezegelde 7 mrt. 1372 diens testament; Ke. 493 f. 21 en Ke. 894).

familie:

noemde Jan Gerrit Dirksz.z. neef (Ke. 415 f. 77 en v.), evenals heer Gerrit Pieter Gobburgenz.z. (Ke. 636) en heer Dirk van den Rine, pastoor van St. Pieterskerk (Ke. 420 f. 16v.).

Dochters:

1. Alide

ovl. 1388, begr. St. Pancraskerk (Ke. 418 f. 132), tr. Jan Eversz. (Ke. 420 f. 16), ovl. 6 dec. 1384 aan de pest, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 5, 418 f. 132).

2. Margriet

(Ke. 420 f. 16).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl