Activiteiten

Het bestuur van de HVOL maakt zich al enkele jaren zorgen over de conditie van de Leidse wateren, levensaders van de stad. Er wordt veel gemeenschapsgeld besteed aan het onderhouden van o.a. bruggen en walkanten. Maar ondertussen zien we particulieren een deel van dat fraaie stadsschoon geweld aandoen. Opschoning K1Zoals slecht onderhouden bootjes (al dan niet met ligplaatsverguning) die walkanten ontsieren, walkanten die als particulier bezit worden toegeëigend en met meubilair en andere zaken worden bezet. De HVOL heeft hier bij herhaling bij het stadsbestuur over geklaagd, maar zonder veel resultaat, want: gebrek aan handhavingscapaciteit en een weinig strenge regelgeving die handhavend optreden ook bemoeilijkt. Opschoning K2

Een verbetering is de nieuwe  Bedrijfs- en Pleziervaartuigenverordening, in 2017 opgesteld en in 2018 in werking getreden. Het bestuur van de HVOL heeft op de concept-verordening een zienswijze ingediend, waarin o.a. de steun is verwoord voor de mogelijkheid strenger te zijn in het vergunningenbeleid met betrekking tot de technische staat en de uiterlijke staat van onderhoud van de vaartuigen. Handhaving op basis van de nieuwe verordening kan een wezenlijke bijdrage leveren aan de 'opschoning' van het Leidse water. We hebben in de zienswijze voorts een aantal wijzigingen in de (concept-)verordening voorgesteld die eveneens de belevingskwaliteit van de Leidse wateren ten goede komen. Bij de behandeling van de concept-verordening in de raadscommissie (mei 2018) heeft het bestuur de HVOL gebruik gemaakt van inspraak waarin steun aan de verordening werd gegeven maar ook twijfel werd geuit of de verordening voldoende handvatten bevatte om waar nodig daadwerkelijk te kunnen handhaven. De raadscommissie heeft het college gevraagd daartoe nadere regels op te stellen. Die beleidsregels over de uiterlijke kenmerken van vaartuigen zijn in juli 2019 door het college vastgesteld. Deze zullen de mogelijkheden van handhaving op ernstige verwaarlozing van vaartuigen  sterk verbeteren. 

In het kader van het Programma Binnenstad heeft de HVOL voor 2018 een project voor het opschonen van het Leidse (binnenstads)water voorgesteld, een project dat door het gemeentebestuur en bijna alle stadspartners is omarmd. Samen met het stadsbestuur en het Waterambacht Leiden is geïnventariseerd wat er zoal mis is op en rond het Leidse stadswater en wat er gedaan moet worden om de situatie te verbeteren. Voorlichting over de 'do's + don'ts' is daar een onderdeel van.

 

1 AM C av Oud Leiden prachtig stuk Witte Singels ter hoogte vand e Sterrenwacht dd 21 08 2018Om meer bewustzijn over 'de schoonheid van het Leids water' te bevorderen hebben gemeente, Waterambacht en HVOL in 2018 ook een fotowedstrijd met die titel georganiseerd met een jury van beroepsfotografen onder voorzitterschap van (ex-) stadsfotograaf Patricia Nauta. De prijsuitreiking geschiedde tijdens een in oktober 2018 door het Waterambacht georganiseerd symposium waarbij veel aspecten van het belang van het water in de stad aan de orde kwamen. De 1e prijs winnende foto: zie hiernaast. De gemeente heeft veel publiciteit gegeven aan de vaarregels en heeft met de ligplaatsvegunningen 2019 de booteigenaren er nog eens op gewezen hoe zich te gedragen. En uiteindelijk is er dan de handhaving voor degenen die niet horen willen: die moeten dan maar voelen en die mogelijkheden zijn stellig verbeterd door de Beleidsregel Uiterlijke Kenmerken Vaartuigen 2019 die door B&W is vastgesteld (zie ook alinea hierboven). Daarmee zijn zeker niet alle problemen op en langs het water opgelost, ook de HVOL zal doorgaan te werken aan verbetering. 

(Bijgewerkt tot september 2020)

OLN 7-1

 

Er lijkt sprake van een stroomversnelling: hoogbouw in Leiden. Op zich niet zo verwonderlijk als je kijkt naar de  woningbouwopgave en het zo beperkte grondoppervlak van onze mooie stad. Maar hoe ver ga je? In de hoogbouwvisie van de gemeente wordt uitgegaan van een maximum van 70 meter. Maar gaat het wel om absolute getallen?

Als bestuur van de HVOL vinden we dat zo’n harde grens niet alleenzaligmakend is. Wij kijken er vanuit onze statutaire doelstellingen ook anders tegenaan dan bijv. omwonenden, die zeer terechte bezwaren kunnen hebben in verband met verkeer, parkeren, bezonning etc. Maar daar bemoeien wij ons niet mee. Onze doelstelling is in dit verband de bescherming van het cultureel erfgoed en dan in het bijzonder van het beschermd stadsgezicht.

Ons beschermd stadsgezicht is niet voor niets beschermd. Het gaat o.m. om stedenbouwkundige structuren en ensembles van gebouwen die  historische waarden vertegenwoordigen. Die waarden kunnen ‘van binnenuit’ aangetast worden – door bijv. sloop en ongepaste nieuwbouw binnen het gebied van het beschermd stadsgezicht. Een aantal malen hebben we in de afgelopen jaren bezwaar aangetekend tegen bouwplannen die we (o.a.) te hoog vonden omdat ze (mede) door hun hoogte niet pasten in de omgeving: Waardgracht, Scheepmakerssteeg, Zijlsingel (net buiten de binnenstad). Die kwamen lang niet aan de 70 meter.

HeeremaBouwplannen aan de (brede) randen van het beschermd stadsgezicht bezien we vooral door de effecten die ze hebben op dat beschermd stadsgezicht en dan gaat het vooral om zichtlijnen. Bij de eerste fase van het Stationsplein hebben we ons jaren geleden neergelegd na verzekeringen dat de torens slank zouden zijn, doorkijken zouden bieden tussen de torens door en ze de zichtlijnen vanuit de historische binnenstad niet te zeer zouden belasten. Nu de Lorentz vergevorderd in aanbouw is, blijkt dat tegen te vallen. Bovendien staat de uitstraling van het Lorentz-complex ver af van de kleinschaligheid van het naastgelegen beschermd stadsgezicht. En zo verstoort het gebouw van Heerema bij de Plesmanlaan het beeld aan de ‘einder’ van de Oude Singel. Zelfs op die afstand - zie foto. 

En nu zijn er weer nieuwe plannen. Tot 115 meter hoog aan de Willem de Zwijgerlaan en ophoging met enkele etages van kantoorpanden langs de Schipholweg waar gewoond zou moeten gaan worden. En dan zijn er plannen voor hoge torens aan de westkant van de spoorlijn, bij de Wassenaarseweg.  

Opvallend is dat strijdigheid met vigerende bestemmingsplannen amper een rol speelt in de discussies: de gemeente is tegenwoordig wel erg gemakkelijk bereid bestemmingsplannen aan te passen aan gepresenteerde bouwplannen (in plaats van het omgekeerde). Minder dan voorheen lijkt de burger te mogen vertrouwen op bestemmingsplannen, een aantasting van zijn rechtszekerheid.

Vanuit de HVOL kijken wij ook bij deze jongste plannen weer vooral naar de zichtlijnen vanuit ons beschermd stadsgezicht, in dit geval met name vanuit de historische binnenstad. In ons commentaar op de Omgevingsvisie 2040 van de gemeente Leiden hebben we dit thema al aangesneden.

Onze binnenstad is geen openluchtmuseum en moet dat vooral ook niet worden. Daar is ontwikkeling en dat hoort ook zo. En dat geldt ook voor de aangrenzende gebieden. Maar er moet wel een zekere proportionaliteit zijn in de relatie tot de binnenstad/het beschermd stadsgezicht. Die proportionaliteit staat hoge woondichtheden overigens niet in de weg. 

Met buitenproportionele plannen in aangrenzende gebieden wordt juist bijgedragen aan het beeld van de binnenstad als openluchtmuseum. Loop in Den Haag maar eens over Buitenhof en langs de Hofvijver en zie hoe de ‘wolkenkrabbers’ bij het Centraal Station het Binnenhof tot een soort antiek Madurodam reduceren. Die kant moeten we niet op met Leiden.

In september 2020 heeft het bestuur zijn standpunt geactualiseerd en in het bredere kader van de toekomstige ontwikkeling van Leiden geplaatst in een artikel in Oud Leiden Nieuws. 

De concrete plannen voor drie torens langs de Willem de Zwijgerlaan oplopend tot een hoogte van 115 meter (het LEAD-project) was voor het bestuur van de HVOL aanleiding in januari 2021een zienswijze in te dienen bij het college van B&W waarin het kritiek uit op met name kwaliteit en uitkomsten van het zichtlijnenonderzoek, uitgevoerd door de projectontwikkelaar zelf: de slager die zijn eigen vlees keurt. Ook handelt het college in strijd met zijn eigen procedures bij projecten die door derden zijn geïnitineerd. Tevens wordt de wijze waarop hoge hoogbouwplannen projectmatig worden gelanceerd zonder eerst beleidsmatig tot een (nieuw) standpunt over hoogbouw in de stad te komen gekapitteld.

Hoogbouw in relatie tot ons beschermd stadsgezicht speelt niet in de laatste plaats in het Stationsgebied en langs de Schipholweg. Voor meer informatie zie de rubriek Stationsgebied/Schipholweg. 

(Bijgewerkt tot 28 februari 2021)

OLN 8-3

 

De Meelfabriek is een van de weinige grote industrieën binnen de Leidse singels waarvan de gebouwen bewaard zijn gebleven, ook nadat de Meelfabriek wegens failissement moest worden gesloten. Het complex heeft lang leeggestaan. Er zijn meerdere plannen geweest voor de transformatie van de Meelfabriek. Recent is eindelijk gestart met de herbestemming.

De Raad van State heeft het nieuwe bestemmingsplan binnenstad Leiden, vorig jaar door de gemeenteraad goedgekeurd, op 30 maart 2018 geschorst wat betreft het plandeel "Annie's". Door die schorsing wordt voorkomen dat het megaterras kan worden aangelegd op basis van het inmiddels van kracht zijnde bestemmingsplan. Daarin was het beoogde megaterras van Annie's al ingetekend terwijl de procedure over de omgevingsvergunning voor dat terras nog niet onherroepelijk was. De HVOL en het Waterambacht Leiden hebben om die reden beroep aangetekend tegen het bestemmingsplan. Die beroepsprocedure loopt nog. 

In januari 2018 had de Raad van State de door de gemeente verleende omgevingsvergunning voor het terras vernietigd omdat die onvoldoende onderbouwd was. Voor een eventuele nieuwe omgevingsvergunning moet de gemeente de oude aanvraag opnieuw beoordelen volgens de uitspraak van de Raad van State. Dat moet mede gebeuren op basis van een nog op te stellen rapport van een onafhankelijk deskundige, met name over de doorvaarbaarheid ter plaatse, en met inachtneming van een nog uit te voeren onderzoek naar de drukte op de Leidse binnenwateren in het pleziervaartseizoen, zo heeft de Raad van State bepaald.

Op 31 januari 2018 heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in het hoger beroep dat o.a. de HVOL en het Waterambacht Leiden (WAL) hadden aangespannen.

De HVOL heeft zich de afgelopen jaren intensief beziggehouden met de beoogde aanleg van een megaterras bij Annie's. Daarover staat het e.e.a. op deze site. Maar er zijn meer problemen met horecaterrassen in de binnenstad. Het gemeentebestuur wil een zekere ordening, de horeca ondernemers (althans een deel van hen) voelen zich daardoor kennelijk in hun ondernemersvrijheid beperkt. Dat speelt al jaren. Het bestuur van de HVOL wil geen partij zijn in deze discussie en zich ook niet bemoeien met de specifieke regelgeving, maar vindt wel dat terrassen (onderdeel van de openbare ruimte) het historisch karakter van de stad niet zouden moeten aantasten. Naar aanleiding van een debat hierover in de gemeenteraadscommissie heeft het bestuur in april 2017 zijn zorgen verwoord in een brief aan B&W en de raadcommissie.

In het voorjaar van 2019 heeft het (nieuwe) college van B&W nieuwe, soepeler  terrasregels opgesteld, in overleg met de horecasector. Het bestuur van de HVOL heeft eind maart 2019 een brief aan het college geschreven waarin het aandringt op een strikte handhaving van de nieuwe regels als die eenmaal van kracht zijn geworden. Daarbij zijn als voorbeeld de parasols genoemd die in een aantal gevallen het zicht op ons culturele erfgoed ernstig belemmeren of verstoren. In het verleden heeft het nogal eens aan een goede handhaving ontbroken, wellicht mede om de relaties met de horecaondernemers niet onnodig te belasten. Nu de horecasector (kennelijk) heeft meebeslist over de nieuwe regels, is er geen enkele reden meer om niet streng tegen overtredingen op te treden. 

 

De Corona-crisis leide in maart 2020 tot sluiting van de restaurants en café's in Leiden. Om het omzetverlies van de periode van lockdown enigszins te compenseren en voldoende afstand tussen tafeltjes te bewerkstelligen ("de 1,5 meter samenleving") heeft de gemeente toegestaan dat na de heropening in juni 2020 bestaande terrassen tijdelijk mochten worden uitgebreid en op andere plaatsen tijdelijk terrassen mochten worden ingericht. In beginsel tot november 2020. Het bestuur van de HVOL heeft daar geen bezwaar tegen aangetekend (zoals somige HVOL-leden aan het bestuur hadden gevraagd) uit begrip voor de moeilijke positie van de horeca, maar gaat er wel vanuit dat het inderdaad om iets (zeer) tijdelijks gaat en ook dat gehandhaafd wordt waar horeca-ondernemers de grenzen van hun terrasvergroting overschrijden. 

Het bestuur heeft overleg gevoerd met de gemeente over de nieuwe Horecavisie-in-wording en blijft kritisch met betrekking tot de toenemende hoeveelheid horeca in de Leidse binnenstad. (Verdere) "verpretparking" van de historische Leidse binnenstad dient te worden voorkomen. Na het uitkomen van de Horecavisie 2020 heeft het bestuur van de gelegenheid gebruik gemaakt om commentaar op deze nota te leveren. De Horecavisie 2020 is in januari 2021 door de gemeenteraad goedgekeurd in nagenoeg dezelfde vorm/inhoud als door het college voorgesteld. Het bestuur van de HVOL zal alert blijven op een overmaat aan horeca en horecaterrassen in de Leidse binnenstad. 

(bijgewerkt tot januari 2021)

 

 

Stationsplein 107 10 4 5hoog28 februari 2017 - De Historische Vereniging Oud Leiden heeft B&W voorgesteld om het voormalige belastingkantoor aan het Stationsplein de monumentstatus te verlenen. Het gebouw is een van de weinige kantoorgebouwen in Leiden uit de wederopbouwperiode (1940-1970). Het bevat een uniek en niet te verplaatsen kunstwerk in de glas-in-betongevel. Bovendien bevindt zich op de zesde verdieping een keramisch wandreliëf. Het voorstel is gedaan op 17 februari 2017.

Ruime CHet bestuur heeft in mei en juni 2016 in een zienswijze resp. een aanvulling bezwaar gemaakt tegen het wijzigen van het profiel van deze straat, die een zeer ongewone kromming heeft waar een historie achter zit: de kromming is het gevolg van een (reeds lang geleden gesloopt) bolwerk met een molen. Het verhaal achter de kromming verdient het levend te worden gehouden door het historische profiel te handhaven. 

Het college van B&W heeft onze bezwaren verworpen en de vergunning verleend. Het bestuur van de HVOL heeft geen verdere stappen genomen. De vergunde werkzaamheden zijn inmiddels uitgevoerd.

(rubriek afgesloten)

Nadat een eerder controversieel hotelplan voor Rapenburg 48 door de gemeente ongedaan was gemaakt, is in 2016 een aanpassing van het bestemmingsplan voorgesteld. Het bestuur heeft tegen de meeste elementen van het voorgestelde plan geen bezwaar, maar wel tegen de mogelijkheid die het plan biedt om horeca in het pand Pieterskerkhof 4a toe staan. Het Pieterskerkhof is een historisch zeer waardevolle, rustieke plek die in een drukke stad met al zeer veel horeca in de nabijheid juist de mogelijkheid van stilte en bezinning biedt. Het bestuur heeft in een zienswijze zich aangesloten bij de wijkvereniging om het bestemmingsplan op dit punt te wijzigen. 

Het bestuur van de HVOL, de wijkvereniging en omwonenden hebben in september 2016 constructief overleg gehad met de eerstverantwoordelijke wethouder, Paul Laudy. In het voorstel van B&W aan de gemeenteraad zijn de horecabestemmingen voor de panden Rapenburg 48 en (aan de achterzijde daarvan) Pieterskerkhof 4a geschrapt. Het bestuur van de HVOL heeft in oktober 2016 in de commissie Stedelijke Ontwikkeling van de gemeenteraad het voorstel van B&W bij de gemeenteraad aanbevolen. Ook de wijkvereniging en omwonenden hebben dit gedaan. Het gewijzigde bestemmingsplan is in december 2016 goedgekeurd door de gemeenteraad. De panden zijn inmiddels door de gemeente verkocht. Na de nodige restauraties zal er een museum in worden gevestigd.

Rapenburg Zienswijze 48.pdf

 

Het fraaie pand Zoeterwoudsesingel 2 is jarenlang sterk verwaarloosd, de serre ernaast afgebroken. Op die plek is begin 2016 nieuwbouw voorgesteld, appartementen op vier verdiepingen, terwijl de naastgelegen panden twee verdiepingen plus schuine kap hebben, met per etage een geheel andere maatvoering. Het bestuur acht deze nieuwbouw niet passen op die plek en heeft dat in april 2016 in een zienswijze aan de orde gesteld bij het college. 

Het college heeft de kritiek van de HVOL en ook van omwonenden naast zich neergelegd en aan de gemeenteraad voorgesteld een verklaring van geen bedenkingen (VVGB) af te geven. Die is nodig in het geval een omgevingsvergunning in strijd is met het bestemmingsplan en dat was duidelijk het geval. In de raadscommissie in augustus 2017 heeft de HVOL haar bezwaren nader toegelicht en er bovenal aandacht voor gevraagd dat het college en de Welstands- en Monumentencommissie Leiden (WML) naar de mening van de HVOL te meegaand is en de lat niet hoog genoeg legt. De standaardformulering is "niet in strijd met redelijke eisen van welstand". De WML keurt daarmee een project goed en het college van B&W volgt als regel dat advies. En de gemeenteraad, in het geval van een VVGB, volgt als regel het voorstel van het college - en zo geschiedde ook in dit geval.

Dit alles verraadt geen hoog ambitieniveau. Het bestuur van de HVOL meent dat zeker op veel plaatsen in de binnenstad een grotere ambitie moet worden getoond en middelmatige ontwerpen en/of ontwerpen die niet passen in de naaste omgeving niet dienen te worden goedgekeurd. De voorzitter van de HVOL heeft tijdens de dies van november 2017, in aanwezigheid van de burgemeester, dit standpunt nogmaals naar voren gebracht.

(rubriek afgesloten, eind 2017)