Bent u enthousiast lid van de Historische Vereniging Oud Leiden en heeft u nog wat tijd over? Dan vindt u het wellicht leuk om vrijwilligerswerk voor de vereniging te gaan doen. Onze commissies kunnen regelmatig nieuwe vrijwilligers gebruiken. Lijkt het u wat? Neem dan contact op met de secretaris via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. Vermeld daarbij welke commissie eventueel uw interesse heeft. Een overzicht van de commissies vind u hier: HVOL-commissies.

Haagweg 4 Fleur SpijkerIn de  voormalige Ambachtsschool aan de Haagweg 4 heeft wethouder Fleur Spijker (Duurzame verstedelijking, Ruimte en Wonen, D66) op 2 december 2019 twee kunstwerken onthuld. Het gaat om monumentale kunst die vroeger een onderdeel was van het gebouw.

Aan de buitenzijde zijn dit de gerestaureerde naamletters die oorsponkelijk zijn vervaardigd voor een niet meer bestaand gebouw uit 1933. Het ontwerp was van architect Bernard Buurman en de uitvoering van de leerlingen van de Ambachtsschool. In 1941 kregen deze letters een plaats boven de ingang van de nieuwe vleugel. In de hal van het oudste deel van het gebouw onthulde de wethouder de herplaatste plaquette met de beeltenis van de eerste directeur van de Ambachtsschool, Adrianus  J. van Achterberg. De plaquette is vervaardigd door de Voorschotense kunstenaar Maarten Zwollo in 1923. Zowel de letters als de plaquette waren verdwenen.

De huidige exploitant van het gebouw, Stichting Werk en Onderneming, raakte geïnteresseerd in deze verdwenen kunst naar aanleiding van een artikel in Oud Leiden Nieuws van maart 2018 waarin aandacht werd besteed aan de monumentale kunst in de voormalige Ambachtschool. De stichting wist de plaquette en de letters weer op te sporen.

Achterberg plaquette Zwollo 1923 1 JHJos Hooghuis van de werkgroep Monumentale kunst gaf een korte presentatie geven en vertelde iets over de in de loop van de tijd in de school aangebrachte kunst.

De onthulling van beide kunstwerken markeerde de opening van de Leidse activiteiten in het kader van de Dutch Design Month.

Haagweg 4 presentatie Jos Hooghuis

Crimineel Dingboek 1Donderdag 21 november werd het ’Crimineel dingboek van de hooge vierschaar van Noordwijkerhout, Hillegom, Lisse ende Voorhout 1698-1726’ officieel overgedragen aan Erfgoed Leiden en Omstreken. De HVOL droeg via een bijdrage uit het Schelhaasfonds bij aan de aanschaf van het boek. Ook de historische verenigingen van Noordwijkerhout, Voorhout, Lisse en een anonieme particulier leverden een bijdrage.
Het boek biedt een schat aan informatie over de rechtspraak in vervlogen tijden. Opmerkelijk: hoewel er in die jaren meerdere moorden plaatsvinden, wordt niet één keer de doodstraf uitgesproken. Verbanning voor honderd jaar en een dag daarentegen wordt wel vaak gevonnist, vooral tegen landlopers.

Op 15 december 1944 werd Leiden driemaal getroffen bij bombardementen van de geallieerde strijdkrachten. Op zondag 15 december 2019 wordt met een bijeenkomst in Museum Volkenkunde herdacht dat deze gebeurtenis inmiddels 75 jaar achter ons ligt.

Lees meer

De website Rijnlandse Geschiedenis bestaat vijf jaar. Het eerste lustrum wordt gevierd op 23 november in het Katwijks Museum. Het programma bestaat uit een drietal lezingen en de presentatie van een bijzonder boek.

Drie archeologen geven voor genodigden lezingen over de archeologie in Rijnland. De onderwerpen zijn het ontstaan van Middeleeuwse dorpen, wat afval ons kan leren en sporen van de Tweede Wereldoorlog.

Als verjaardagscadeau ontvangen de historische organisaties die zijn aangesloten bij Rijnlandse Geschiedenis  een boek. ‘Een Ambacht aan de Rijnmond – Valkenburg en Katwijk in de Middeleeuwen’ is het laatste grote werk van de onlangs overleden streekhistoricus en amateurarcheoloog Dik Parlevliet. De burgemeester van Katwijk, Cornelis Visser, overhandigt het eerste exemplaar aan Arend Parlevliet, de broer van de auteur.

Rijnlandse Geschiedenis is er voor iedereen die geïnteresseerd is in het erfgoed en de historie van onze regio. De website benadrukt de samenhang in de gezamenlijke geschiedenis en versterkt de uitwisseling tussen allen die zich ermee bezighouden. De website is uitgegroeid tot een niet meer weg te denken bron van kennis over de Rijnlandse Geschiedenis.

Op zaterdag 2 november werd de 117e verjaardag van de Historische Vereniging Oud Leiden gevierd. Dat gebeurde traditioneel in de Hooglandse Kerk met de diesrede 145 jaar Museum De Lakenhal – van Leidens Ontzet tot Rembrandt door Lakenhal-conservator Jori Zijlmans. Uiteraard werd ook weer het eerste exemplaar van het Leids Jaarboekje 2019 en de Historische Kalender 2020 uitereikt aan burgemeester Lenferink. Cor de Graaf van Erfgoed Leiden en omstreken overhandigde het net verschenen boekje Het geboortehuis van Rembrandt - Van onderzoek tot reconstructie aan HVOL-voorzitter Rens Heruer. 

(Onder de foto's vindt u de toespraak van HVOL-voorzitter Rens Heruer)

DSC 2911 DSC 2924 DSC 2906
DSC 2936 DSC 2935 DSC 2956
DSC 2966 DSC 2975 DSC 2976
DSC 2983 DSC 2988 Koos Favier DSC 2919
DSC 2988 DSC 2989 DSC 2931

Welkomstoespraak door de voorzitter van de Historische Vereniging Oud Leiden, Rens Heruer:

Vandaag vieren wij de 117e verjaardag van de Historische Vereniging Oud Leiden. Ik heet u allen, leden van HVOL, welkom en feliciteer u van harte met onze verjaardag. Een speciaal woord van welkom aan onze ereleden en leden van verdienste. Een welkom natuurlijk ook en in het bijzonder aan onze burgemeester die er werk van maakt om zelf elk jaar ons verjaardagscadeau aan de stad in ontvangst te komen nemen én natuurlijk een warm welkom aan de spreker van vandaag, mevrouw Jori Zijlmans die al eerder HVOL steunde als bestuurslid. Ik groet ook graag in het bijzonder de bestuurs-, commissie- en werkgroepleden van onze mooie vereniging, want zij zijn het die het vuur brandend houden.

Eerst een blik vooruit.
In 2022 zal het 120 jaar geleden zijn dat onze vereniging werd opgericht. Wij vieren dan dus het 24e lustrum en u bent gewend, dat wij dan wat extra’s doen. Er zal dat jaar opnieuw sprake zijn van een omvangrijke geschiedenismarkt in deze kerk na afloop van de dies, waarbij gelegenheid wordt geboden aan zusterverenigingen uit Leiden en de regio om zich te presenteren. In gewone jaren en dus ook straks treft u presentaties aan van onze eigen commissies en werkgroepen. 

Als onofficiële, min of meer zelfverklaarde moedervereniging van zovele andere verenigingen, clubs en stichtingen die zich sterk maken voor historie en erfgoed van de stad Leiden streeft HVOL het onderhouden en – indien gewenst – aanhalen van de banden met die familieleden na, ook in niet-lustrumjaren. Denkt u bijvoorbeeld aan de vele Vriendenverenigingen (van de Pieters-, de Mare- en de Hooglandse kerk en van de Synagoge, van de musea, denk bijvoorbeeld ook aan het Erfgoedcafé, het Waterambacht, Diogenes en de vrienden van de begraafplaatsen (…daarvan lid worden lijkt een goede investering voor later…): allemaal de moeite waard om de erfgoedcontacten warm te houden. 

Het bestuur spreekt daarom over voorstellen die dat doel verdergaand kunnen dienen. Het is ook met al die andere instellingen in gedachte dat HVOL voortdurend haar best doet om een goed en permanent eigen onderkomen te vinden om daar samen met anderen een mooi centrum van de Leidse historie tot stand te brengen. Dat blijkt toch een forse kluif. Na een breed gesteunde, maar helaas mislukte eerdere poging daartoe hebben we nu goede hoop, dat de gemeente Leiden - die zich afficheert als erfgoedstad bij uitstek en daarmee ook prijzen wint, - dat die gemeente ons zal willen helpen om die grote wens te verwezenlijken. HVOL alleen heeft al ruim 2600 leden: voor elke sportclub van die omvang zal het college spoorslags op zoek gaan naar een passende accommodatie…Wij krijgen en vragen en willen geen subsidie en gaan dus voluit voor de eigen verantwoordelijkheid op dit punt, maar de steun en fantasie van de gemeente en het college in het bijzonder is nodig om de droom te verwezenlijken. Wij blijven daarop drukken, zoals dat heet, maar doen dat zonder demonstratie-met- rood/witte-paraplu op de Lammermarkt, het Leidse Malieveld.

Ik sprak in vooruitblik over de dies 2022. In dat jaar zullen ook de Oud Leidenprijzen worden uitgereikt, voor de tweede keer in nieuwe stijl. Er is een onderzoeksprijs en een publieksprijs voor boeken of presentaties in de ruimste zin, als het maar op enige wijze over de Leidse geschiedenis gaat. Ik meld u dat nu, omdat de twee jury’s een oordeel vellen over de productie in de periode 2017 t/m 2021, en die loopt dus al. Ik hoop dat u al begonnen bent met het bijhouden van een lijstje, opdat u na onze oproep nog goed weet wat u toch zo’n mooi boek vond of welke voorstelling of manifestatie u waardeerde. De oogst van de laatste maanden alleen al is overweldigend. U krijgt nader bericht als de tijd rijp is om uw suggesties te laten weten.

Terug nu naar 2019. Onder mijn voorganger Hans Blom, werd de aanzet gegeven voor de tweede rol die, toen nog, Oud Leiden zou dienen te spelen. Naast de studie van en bemoeienis met de Leidse geschiedenis en het Leidse erfgoed – als het ware met de blik terug – zou de vereniging zich ook en meer moeten bezighouden met wat komen gaat in Leiden. Die tweede rol, met de blik vooruit dus, wordt meestal aangeduid als het optreden als ‘gesprekspartner’ van de gemeente bij aanstaande ontwikkelingen die raken aan het erfgoed of mogelijk erfgoed in de ruimste zin van het woord.
De gesprekken daarover zijn gestructureerd: met name twee zwaar bezette commissies bij HVOL treden op als belangenbehartiger op dit punt en adviseren het bestuur over zich voordoende vragen of onderwerpen. Het bestuur zal die adviezen wegen en al of niet volgen, al of niet gewijzigd.
De standpunten van HVOL die daardoor inhoud krijgen, worden in het overleg met de gemeente besproken, aan de politiek duidelijk gemaakt, onder de aandacht van college en ambtenaren gebracht enz. Uiteraard krijgen sommige kwesties aandacht in de pers en in het debat daarover speelt het standpunt van HVOL vaak een rol. Het ligt in de aard der zaken dat het vaak gaat over wensen die niet of nog niet vervuld zijn, over andere opvattingen ten opzichte van de meest gangbare of ook wel over door individuen of groepen nagestreefde doelen. Het is zeer wel mogelijk, dat HVOL de politiek (lees: het college of de gemeenteraad) kietelt, uitdaagt of irriteert met een eigen, een andere of afwijkende visie en dat kan ook gelden voor ambtenaren die in hun werk van alledag niet echt zitten te wachten op een club die ingewikkeld lijkt te doen en daardoor al te snel als ‘de tegenpartij’ kan worden ervaren.
Die tweede rol van HVOL is destijds ter beoordeling voorgelegd aan de leden van Oud Leiden en na een paar jaar (in deze kerk bij een speciale ledenvergadering) nog eens getoetst. De leden wàren en - naar ik verwacht - zìjn geheel akkoord met die taak én met de wijze waarop die vervuld wordt. Het feit, dat de gemeente in al haar geledingen het gesprek met HVOL voert, inclusief over de lastige dossiers, betekent niet alleen dat die tweede taak van HVOL erkend wordt en serieus genomen wordt, maar ook dat er vertrouwen bestaat tussen de gesprekspartners, omdat argumenten de plaats innemen van ongemotiveerde meningen, omdat gesprekspartners luisteren naar de argumenten en omdat er wederzijdse bereidheid bestaat om het belang van de stad te dienen door de wijsheid of motieven van de ander over te nemen.
In die sfeer kan het ook gebeuren, dat het partnerschap even onder druk staat, omdat echt geen gezámenlijke wijsheid ontstaat en alsdan beraden partners zich op formelere stappen. Maar dat zal altijd uitzondering zijn en moeten zijn. In dat spel van overleg gaat het zeker om knikkers, maar nooit zal het mogen gaan over de eigen knikkerpot of die van een groep belanghebbenden. Wij zijn wel activistisch als het moet, maar wij zijn geen belangenvereniging van mensen: HVOL vertolkt vooral de stem van stemloze elementen: monumenten en erfgoed. In dit spel van overleg heeft HVOL dus wel eens een voor anderen lastige opvatting over wat nuttig en gewenst is, maar HVOL zal altijd uitleggen en moeten uitleggen waarom zo zou moeten worden geoordeeld of beslist.
Aldus is HVOL te begrijpen als de vereniging die duidelijk maakt, dat het behoud van het Stadsbouwhuis niet iets tégenhoudt, maar iets bevordert en bewaart. Vergelijkt u het maar met het behoud van het Rapenburg in het begin van de 20e eeuw, toen de gemeente plannen had om te dempen. En is in veler ogen de sloop van het Van Nellegebouw geen doodzonde geweest? En was het dat ook al ten tijde van het besluit? HVOL heeft hard meegewerkt aan het verkrijgen van de monumentale status van delen van De Kooi, aanvankelijk zeker niet tot ieders genoegen. Zo ook spreken wij over het behoud van bouwelementen in Zuid-West, woningblokken of een kerk. 
Misschien zijn die twee recente voorbeelden illustratief voor die tweede rol van HVOL: het gaat immers om vertaling van het begrip, dat vandaag al morgen geschiedenis is en dat het ook nu al onze taak is om te bewaren en bewaken wat misschien pas later voluit als verstandig en vooruitziend wordt ervaren door iedereen die dàn adem heeft.

Kort maar krachtig nog het volgende. Wie ons vraagt of wij ons ook met mensen bezighouden, ziet niet het verband tussen de onderwerpen die wij adresseren en het leven en welzijn van Leidenaars. Maar dat verband is er wel degelijk. U mag daarbij denken aan gebouwen en straten, maar ook aan ‘verschijnselen’. Ik noem de verkamering, de neiging om - uit idee of noodzaak - steeds hoger te bouwen met gevolgen op velerlei ‘leefterreinen’
en ik noem ook de dreigende onbeheersbaarheid van het toerisme.
Het schip Leiden in de vaart der volkeren verdient kapiteins met oog voor wat van waarde is en zou moeten blijven zónder het belang van de stad tekort te doen. En al helemaal niet door haar terug te willen werpen naar de tijd van mijn jeugd, waarin op zondag alleen bij Het Karrewiel een kopje koffie kon worden gedronken in een overigens uitgestorven stad.
Ik sluit dit onderwerp af met de hoop en eigenlijk het vertrouwen, dat u het bestuur en de commissie- en werkgroepleden uw volle steun blijft geven voor het gemengd bedrijf van HVOL: blijven werken langs lijnen van overleg met het gestelde doel voor ogen, zo veel mogelijk samen met anderen en met respect voor andere opvattingen, maar met fermheid indien nodig.

Ik herhaal van vorig jaar mijn bede doch niet om geld, ofschoon dat wel helpt. Hoe groter wij zijn, hoe beter wij gehoord worden en daarom roep ik u wederom op om leden te werven voor HVOL. Er is niets op tegen om uw dochters en schoondochters een lidmaatschap op te dringen in ruil voor een duur verjaardagscadeau. Koop uw directeur om, omdat u iets weet van haar. Uw buurvrouw, uw schoonzuster, uw suikertante, uw waarzegster of uw behandelend pedicure: zij zijn allemaal goed voor het lidmaatschap, mits verknocht aan onze stad. Honderd jaar na het vrouwenkiesrecht hoef je immers echt geen man te zijn om geheel uit eigen beweging lid te worden van HVOL. Het lidmaatschap is daarnaast een mooi cadeau en het duolidmaatschap is zeer het overwegen waard.

Na al deze tekst is het tijd voor bedanken. Ik zeg graag dank aan bestuurs- commissie- en werkgroepleden voor al het werk dat nodig is om u als leden van HVOL tevreden te houden voor die - mag ik zeggen - bescheiden bijdrage van 20 euro of iets meer als u het te bescheiden vindt. Tussen haakjes: las u ook de uiteenzetting hoe u op belastingtechnisch voordelige wijze HVOL extra kunt steunen???
Ik dank u, leden en bedrijfsleden voor uw steun.
Ik dank iedereen die bijdraagt aan het welvaren van HVOL, zowel de intern betrokkenen als de externe partners waarvan ik u noem de Gemeente Leiden, Erfgoed Leiden en Omstreken, de Hooglandse Kerk, de Stichting Hist. Leiden, de Universiteit, het Leidsch Dagblad en onze leveranciers.

Tijd voor een ander verhaal. Op de openingsdag van een prestigieuze tentoonstelling over de jonge Rembrandt, na de heropening eerder van het stedelijk museum (of is het stadsmuseum?) De Lakenhal na een ingrijpende verbouwing en uitbreiding én na de presentatie van de eerste grote geschiedschrijving van dit museum, mag u van ons verwachten, dat de diesrede over datzelfde museum zal gaan. Jori Zijlmans, conservator geschiedenis en als geen ander bekend met de Leidse historie en hoofdauteur van het prachtige Lakenhalboek, zal u toespreken over
‘145 jaar Museum De Lakenhal – van Leidens Ontzet tot Rembrandt’.

 

 

 

 

Door Rudolph Ladan werd op 8 september een inleiding gehouden over de geschiedenis van bierbrouwen in Leiden en dan specifiek de rol van gist binnen en buiten het brouwen. Hij is geïnteresseerd in de geschiedenis van de late middeleeuwen in Leiden en in die tijd speelden bier en brouwers een grote rol. Bier was voor iedereen de dagelijkse drank. Na zich een tijd bezig te hebben gehouden met andere onderwerpen heeft hij de draad weer opgepakt met het opzetten van een website over Bier in middeleeuws Leiden (www.bierhistorieleiden.nl). Recent ontdekte hij archiefstukken over geschillen tussen de brouwers en de bakkers over de koop en verkoop van gist in de periode 1650-1675. Een buitenkansje, omdat over gist maar heel weinig bekend is. Dit leidde tot een onderzoek dat nog loopt. Een goed moment dus om de zevende Leidse Salon aan dit onderwerp te wijden.

Voor de vijfde keer zet de Historische Vereniging Oud Leiden begin november een belangwekkend historisch thema centraal. Nu niet een Weekend, maar een hele Week van de Leidse Geschiedenis! Dit jaar is het thema ‘Kunsten en kunstenaars’. Leiden heeft een bijzondere geschiedenis als centrum van kunst en woon- en werkplaats van kunstenaars. In dit Rembrandtjaar wordt met name aandacht besteed aan deze grote zoon van onze stad en aan de kunstzinnig-ambachtelijke sfeer waarin zijn ontwikkeling begon. En tegelijkertijd figureert het gemeentelijk museum De Lakenhal, net heropend na een lang verbouwings- en uitbreidingstraject, prominent in het programma.

De Week van de Leidse Geschiedenis kent vier programmaonderdelen:
• De Diesviering op zaterdagochtend 2 november, 10.30 uur (alleen voor leden van HVOL). De Dieslezing, getiteld ‘145 jaar Museum De Lakenhal (1874-2019). Van Leidens ontzet tot Rembrandt’, wordt uitgesproken door dr. Jori Zijlmans, conservator geschiedenis van de Lakenhal.
• Op maandagavond 4 november, 20.00 uur, de lezing ‘Het geboortehuis van Rembrandt: van bouwhistorisch onderzoek naar digitale reconstructie in Virtual Reality’, door Pieter-Jan De Vos en Erwin Orsel, bouwhistorici bij Erfgoed Leiden en Omstreken.
• De P.J. Bloklezing op donderdagavond 7 november, 20.00 uur.
Onno Blom spreekt over de jonge Rembrandt.
• Het symposium ‘Leidse Kunstambachten 1475 – 1575’ op vrijdagmiddag 8 november, 13.45 uur.
Dagvoorzitter prof. Dick de Boer introduceert korte voordrachten over het Leidse kunstambachtenproject, waarin de aandacht vooral uitgaat naar kunstenaars en kunst(nijverheid) in het 16de-eeuwse Leiden.

 

6 juni 2018 - Deze maand verschijnt het boek 'In Leiden moet het anders, Geschiedenis van een SP-afdeling 1970-1982' van Bart van der Steen. In het boek reconstrueert Van der Steen alle grote acties en campagnes van de Leidse SP-afdeling in de jaren zeventig. Hij laat zien hoe de partij zich ontwikkelde van een kleine maar enthousiaste groep revolutionairen naar een lokaal gewortelde actiepartij.
De presentatie van het boek vindt plaats op donderdag 27 juni om 19.30 uur bij boekhandel Kooyker, Breestraat 89.

SP foto

Op de HVOL-website staan de Jaarboeken der sociale en economische geschiedenis van Leiden en omstreken, tussen 1989 en 2013 gepubliceerd door de Dirk van Eck-stichting. De kwaliteit van deze scans is echter niet optimaal en we willen graag nieuwe maken. Daarvoor zoeken we nog Jaarboeken uit de jaren 1989 tot en met 1996. Voor het beste resultaat moeten de boeken worden losgesneden en zijn ze daarna dus losbladig geworden. Wie heeft deze Jaarboeken en wil ze afstaan voor dit doel? Een berichtje naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. zou ons heel blij maken.

DvE