De poort staat alleen op de buurtkaart 1 van ca. 1853 aangegeven; daarna wordt niets meer van haar vernomen. Het vaststellen van de precieze locatie in het Bonboek is lastig omdat zich in de 17e eeuw aan de westzijde van het Kort Rapenburg drie poorten bevonden. Met behulp van de stadsplattegrond van 1826 en het register Lantaarn- en Brandspuitgeld 1814 blijkt Abigaïl van der Schaaf eigenaar te zijn van de percelen Wijk 1 nrs. 42, 44 en 45. Als laatstgenoemde wordt zij in het Bonboek vermeld, zodat de poort daar kan worden herleid op fol. 264-265vso.
Blijkens de Volkstelling van 1849 zijn de huisjes al niet meer bewoond. In 1860 verzoekt A.F. Hopman, likeurstoker te Leiderdorp, om in de pandjes nr. 41-43 een of meer distilleerketels te mogen plaatsen.