Op 22-03-1644 verkopen Burgemeesteren van Leiden een stuk grond in de nieuwe vergroting ten noorden van de Oude Rijn (sindsdien bekend als de Haven). De kopers zijn Maerten en Jan Lucasz. van Croonen. De oppervlakte van het perceel bedroeg 27 roeden en 2 voet (ca. 385 m²) en bevond zich aan de noordzijde van de nog aan te leggen Verwerstraat, vlak bij de hoek met de Looierstraat (nu Zijlstraat).

De twee broers bouwden daar twee woningen (fol. 442 en 444vso) met daarachter (toegankelijk via een gang tussen de twee huizen) nog eens vier huisjes (fol. 442vso-444).  

Na het overlijden van Lijsbeth van Briemen, weduwe van Jan Lucasz. van Croonen, werden de zes huizen op 18-06-1680 voor fl. 555 verkocht aan Laurens Klinckhamer. Diens familienaam werd met de poort verbonden.

Zijn dochter en erfgenaam Sophie Klinckhamer verkocht het bezit op 20-01-1699 aan Thomas Kuyl. Daarna was er sprake van versnippering, met dien verstande dat de huizen in handen van verschillende eigenaars kwamen. De Verwerstraat en omgeving waren in het begin van de 19e eeuw getekend door kaalslag en sloopwoede. Daarom werden de laatstgenoemde eigenaars in het bonboek Havenbon niet meer vermeld in het register Lantaarn- en Brandspuitgeld.