TerugKromelleboogpoortTerug
 
Nummer:340
Andere namen:Kromelleboogsteeg
Adres voor 1871:Wijk 7 nr. Uiterstegracht 97-101
Adres na 1871:niet van toepassing

Beschrijving:

Achter en aan de Uiterstegracht ontstond vanaf de late 16e eeuw veel poortbebouwing. Zo veel, dat het vaak lastig is om de vele poorten en gangen goed te onderscheiden. Ook Salomon van der Paauw had er omstreeks 1850 moeite mee, terwijl in zijn tijd veel poorten nog bestonden. Zo meende hij dat de Bier- of Drieguldensbierpoort identiek was met de Plaats of Pottenbakkerspoort [4]. Maar behalve dat de Pottenbakkerspoort rond 1850 waarschijnlijk al was verdwenen, was ze aantoonbaar enkele percelen zuidelijker gelegen. Evenmin maakte Van der Paauw melding van de naast de Pottenbakkerspoort gelegen Kromelleboogpoort, ook wel bekend als het Kromelleboogsteegje.

 

Om een juist beeld te krijgen van de situatie moeten we terug naar de 16e eeuw toen de pottenbakker Pieter Pietersz.een flink stuk grond bezat aan de noordoostzijde van de Uiterstegracht.

Volgens het Grachtenboek had het perceel daar een breedte van 5-8-6 (17,45 meter) en grensde het achter aan de stadsvest (waarbij moet worden bedacht dat de Vestestraat toen nog niet bestond).

In 1626 kwam het perceel door vererving voor een deel in handen van burgemeester Andries Jaspersz. van  Vesanevelt, terwijl een ander stuk eigendom werd van zijn broer Pieter Jaspersz., portier van de Marepoort. Volgens het Oud Belastingboek was het perceel inmiddels bebouwd met respectievelijk drie, acht en vijf huisjes, verspreid aan de noord- en zuidzijde van de poort en de noord- en westzijde van de plaets. Hoewel dat niet wordt vermeld, zullen hier de Pottenbakkers- én Kromelleboogpoort mee zijn bedoeld.

 

De Kromelleboogpoort bestond in eerste instantie uit een smalle, aan weerszijden bebouwde gang die vanaf de Uiterstegracht doorliep naar Vestestraat. Zuidelijk grensde het oorspronkelijke perceel aan dat van de voerlakenreder Henrick Pietersz.

Waarschijnlijk – maar niet zeker - was halverwege sprake van een noordelijke aftakking die zich bevond tussen de bebouwing van de Pottenbakkerspoort en de Vestestraat. Dat zou bovendien een verklaring voor de naam kunnen zijn.

Veelbetekenend is in dit verband een waarbrief uit 1680 waarin sprake is van een huys ende erve staende ende gelegen aen de oostsijde van de Cromelleboog, hebbende sijn in- ende uytgangh door seeckere deurgangh tot op de Uytterstegraft ende de Nieuwe Vestestraet, Let op de vermelding oostsijde van de Cromelleboog. Maar de poorten die vanaf de Uiterstegracht op de Vestestraat uitkwamen hadden een noord- en een zuidzijde. Hier wordt dus gesproken over een in- en uitgang die naar de oostzijde leidt. Ook wanneer de veronderstelde aftakking berust op misinterpretatie is het zeker dat de Kromelleboogsteeg, Plaats c.q. Pottenbakkerspoort zeer dicht bijeen lagen en waarschijnlijk in elkaar doorliepen. .

 

In de Kladde (een soort ‘dagboek’ in kladschrift van het stadsbestuur, SA2 inv.nr. 247) wordt op 10-6-1661 Willem Paneel in de Krommenelleboochsteech op d’ Uterstegraft beklaecht bij de heer van de gebuyrte over sijn onrustich comportement (gedrag). Vier dagen later worden hij en zijn vrouw quaet huyshout verweten omdat zij beiden van huis waren en hun kind daar hadden achtergelaten. Vervolgens wordt goetgevonden [om] Willem Paneel, schoenlapper, met sijn huysvrou binnen 2 mael 24 uyren uyt de buyrt te setten


Vermelding in archiefbronnen:
Nog geen gegevens gevonden.

Vermelding in andere bronnen:
Nog geen aanvullende gegevens gevonden.