TerugTrijntje CapiteynspoortTerug
 
Nummer:364
Andere namen:geen
Adres voor 1871:Wijk 1 nr. 564
Adres na 1871:Vliet 41

Beschrijving:

De ingang van de Trijntje Capiteynspoort lag aan de westzijde van de Vliet ter hoogte van de nrs. 41 en 43. De poort wordt al in 1553 als belending van een naast gelegen perceel genoemd als eigendom van Katrijn Pieterdr., Quirijn Dircxz. Cappeteyns wedue met hair gange dair onder gaende. De zeven à acht, later zes huisjes tellende poort is zelfs duidelijk afgebeeld op de stadsplattegrond van Hans Liefrinck en wordt in het Grachtenboek als het slop met Trijn Capiteins vermeld.

 

Volgens het register Vetus werden de huisjes en ook de ‘principale’ woning aan de Vliet verhuurd; waarschijnlijk woonde de weduwe zelf aan de Hooigracht waar ze nog een huis bezat.

Kennelijk vonden er nadien in of om de poort nogal wat activiteiten plaats, want toen in 1671 en 1675 het bezit van eigenaars wisselden, werd het verkochte omschreven als een loywerff met een kalckput, een kalckback en vijff huysen, staende ende gelegen in seeckere poorte, uytcomende op de Delffsche

Vliet.

 

Als laatste eigenaar in het Bonboek wordt Anthony Polet genoemd; hij was tevens eigenaar van de aangrenzende huizen. Blijkens de stadsplattegrond van 1826 bestaat de poortbebouwing dan al niet meer en resteren alleen twee toegangen aan weerszijden van het perceel Wijk 1 nr. 563 (nu Vliet 39).

Tegenwoordig bevindt zich op de plek waar zich ooit de huisjes bevonden het depot van Erfgoed Leiden.


Vermelding in archiefbronnen:
Nog geen gegevens gevonden.

Vermelding in andere bronnen:
Nog geen aanvullende gegevens gevonden.