 | Eerste Brandewijnspoort |  | | Nummer: | 35 | Andere namen: | geen | Adres voor 1871: | Wijk 5 nr. achter 434-439 | Adres na 1871: | Langegracht ca 173 | Beschrijving: | Aan de noordzijde van de Langegracht tussen de Koolstraat en Brandewijnsgracht bevonden zich ooit twee poorten, indertijd bekend als de Eerste- en Tweede Brandewijnspoort.
Weliswaar geeft het Bonboek informatie over de Eerste Brandewijnspoort, maar die roept vragen op. Ook het Oud Belastingboek C1 geeft onvoldoende duidelijkheid. Daarom is de inhoud van een waarbrief uit 1687 van belang omdat daaruit blijkt dat Augustijn Vereyck, zeemtouwer, een huis en erf koopt, gelegen aan de zuidzijde van de Langegracht bij de Nieuwe Houtmarkt tussen de twee Brandewijnspoorten. Koper, verkoper en belenders vinden we terug in Bonboek Zijloord fol. 50. Daarna wordt het weer lastig omdat volgens het register Lantaarn- en Brandspuitgeld van 1814-1816 Cornelis van Dam eigenaar is van 19 van de 22 percelen in deze omgeving. Dat maakt het moeilijk om met zekerheid een later huisnummer (vermoedelijk 169 of 171) aan die van de percelen in het Bonboek te verbinden.
Dat is echter wel mogelijk met de vijf huisjes aan de Binnenvestgracht, later ook bekend als Brandewijnsgracht. Het gaat dan om de huizen die in het Bonboek op fol. 40-42 worden vermeld en in het Lantaarn- en Brandspuitgeld als Wijk 5 nrs. 434-438. Op de stadsplattegrond van 1826 zijn ze goed te zien, maar ze liggen aan de kade van de Brandewijnsgracht en van een zichtbare poort ontbreekt op de tekening ieder spoor. Toch zouden de huisjes zich volgens de waarbrieven (zoals de twee huisjes die in het Bonboek fol. 41 en 42 staan vermeld) in een stockstege of zackstrate bevinden. Het kan niet anders of daarmee wordt de doodlopende kade bedoeld. Toch blijven er vragen bestaan omdat het om meer dan deze vijf huisjes gaat. Dat blijkt uit de waarbrief van 10-05-1702 toen Abraham de Pape aan Pieter van Veen[huysen] twee huizen aan de Langegracht verkocht met nog acht huisjes daarachter in de Brandewijnspoort, belend aan een zijde sekere stadsgragten. We vinden deze transactie terug in het Bonboek fol. 42vso - en niet toevallig betreft dat het eerste huis op de hoek van de Brandewijns- en Langegracht. En inderdaad volgt daarna de vermelding van 12 huisjes (kennelijk zijn er na 1702 vier bijgekomen, het zij door 'nieuwbouw' of door splitsing van bestaande huizen). Maar waar al die huisjes hebben gestaan blijft raadselachtig omdat de bebouwing nauwelijks ruimte biedt. De stadsplattegronden van Blaeu (1649) en Hagen (1670) geven ook al geen steun want terwijl zowel de Eerste als de Tweede Brandewijnspoort al jarenlang bestaan, zijn ze niet ingetekend.
De geschiedenis van de poort gaat terug tot 1627 toen het stadsbestuur een ledich erve aan de timmerman Jan Symonsz. van Schagen verkocht, gelegen in de vergrotinge deser stede omtrent de [oude] Zijlepoort, groot 23 roeden [dat is 326 m²]. Belent ende belegen hebbende ten oosten de Binnenvestgrafte, ten suyden de nieu gedolven graft genaemt de Buyrgrafte [of Koolgracht], ten westen de voorseyde coper selffs ende ten noorden de lange gedolven graft [dat is de Langegracht]. De erfgenamen van Jan Symonsz. verkochten het inmiddels bebouwde terrein in 1638. Een waarbrief is niet gevonden, maar wel het onbegrijpelijk geformuleerde bericht dat het ging om een huis op de Langegracht mette acht huyskens in de 1e poort ende het volgende, mitsgaders vijff in de volgende poort (zie Bonboek fol. 49).
Toch kan ondanks de nog openstaande vragen worden geconcludeerd dat de Eerste Brandewijnspoort zich op of vlak achter de westzijde van het (al in 1771 gedeeltelijk en in 1886 geheel gedempte) Brandewijnsgrachtje bevond. Van de oorspronkelijke bebouwing is niets meer over. |  | Op deze plattegrond uit 1826 is de Tweede Brandewijnspoort duidelijk ingetekend. Tussen de percelen 441 en 452 gaf een nauwe poort toegang tot de tien huisjes daarachter, genummerd van 442 tot en met 451.
De Eerste Brandewijnspoort bevond zich op de nrs. 442-446, maar het getal van vijf huisjes is kleiner dan in het Bonboek wordt vermeld. Hoe dat precies zit is vooralsnog onduidelijk |
| Vermelding in archiefbronnen: | Oud-belastingboek 1601 | fol. 15 | 1601 | Waarboek 67 3B 1626 | fol. 249v | 1627-10-13 | Bonboek (6630, Zijloord) | fol. 42v (43-48v) | 1642 na | Waarboek 67 5B 1667 | fol. 164 (zie bonboek fol. 41) | 1668-02-08 | Waarboek 67 5X 1686 | fol. 212 (fol. 50) | 1687-04-22 | Waarboek 67 6E 1693 | fol. 77 (zie ook Bonboek fol. 42) | 1693-11-19 | Waarboek 67 6M 1701 | fol. 121 | 1702-05-10 | Waarboek 67 6O 1705 | fol. 78 (zie ook Bonboek 48v) | 1706-01-20 | Vermelding in andere bronnen: | Nog geen aanvullende gegevens gevonden. | | |
|