Actueel

Liesbeth van Soest-Zuurdeeg heeft een lange staat van dienst bekleed binnen de vereniging Oud Leiden (nu de HVOL). Toen zij in 1993 de taak op zich nam om het Leidse aandeel te leveren voor de ‘Korte Kroniek van Leiden en Omstreken’, was Oud Leiden voor haar niet nieuw. Haar man, Hendrik van Soest, was al vanaf 1978 lid van de Excursiecommissie en hij bekleedde van 1982-1990 het voorzitterschap van het bestuur van de vereniging.

Het werk aan de ‘Kroniek’ in het Leids Jaarboekje heeft zij vijftien jaar gedaan, tot 2007. Het was voor het bestuur de aanleiding om haar tot Lid van Verdienste te benoemen. Maar het zal niet de enige reden geweest zijn, want Liesbeth was op meer fronten actief binnen de vereniging. In 1994 trad zij toe tot het bestuur, waarvan zij tot 1998 deel uitmaakte. Haar speciale taak werd het verzorgen van de lezingen. Maar daar liet zij het niet bij. Zij had haar inbreng in tal van zaken en nam deel aan de discussie op een gedegen en vriendelijke manier.

Vanuit het bestuur werd zij in 1994 lid van de jury van de ‘Oud-Leidenprijs’ (toen een tweejaarlijkse prijs voor een artikel of zelfstandige publicatie betreffende geschiedenis van Leiden of Rijnland). Samen met een voorzitter en een vertegenwoordiger van de redactie van het Leids Jaarboekje werden de ingezonden stukken beoordeeld op hun merites, zoals de zorgvuldigheid van het onderzoek en de toegankelijkheid voor een breed publiek. Ook hier was zij scherp in de analyse en de vergelijking van de bijdragen. ‘Ook’, omdat zij vanwege dergelijke kwaliteiten als redacteur van het Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis benoemd is tot Ridder in de orde van Oranje-Nassau (2017). Bij de introductie van de ‘Oud Leidenprijzen’ nieuwe stijl in 2015 trad zij met de gehele jury af, om plaats te maken voor nieuwe commissies.

Dat betekende niet het einde van haar liefde en belangstelling voor de HVOL. Samen met haar man bezocht zij nog talloze bijeenkomsten van de vereniging; toen dat niet meer op eigen gelegenheid ging, met taxivervoer. Op 30 mei jl. is zij na een kortstondig ziekbed overleden.

Na een jarenlange zoektocht heeft de Historische Vereniging Oud Leiden voor de Beeldbank en, op termijn, het Winkeltje met Leidse boeken een passend onderkomen gevonden bij Ars Aemula Naturae (ARS) aan de Pieterskerkgracht in Leiden. De vereniging is erg blij dat ARS aan Oud Leiden onderdak wil bieden op deze mooie historische locatie.

Op 17 juni wordt de huurovereenkomst getekend door de voorzitters van Ars Aemula en de Historische Vereniging.

De Historische Vereniging Oud Leiden (HVOL) was al geruime tijd op zoek naar vervangende huisvesting voor de Beeldbank en het Winkeltje met Leidse boeken. Beide kunnen tegen het einde van dit jaar geen gebruik meer maken van de locaties waar ze nu zijn gehuisvest. De Beeldbank heeft nu nog een ruimte bij Erfgoed Leiden en Omstreken aan de Boisotkade en moet daar met het oog op de verbouwing vertrekken. Het Winkeltje was tot voor kort ondergebracht in een bedrijfspand aan de Hoge Rijndijk, dat op de nominatie staat om plaats te maken voor woningbouw, en is tijdelijk elders gehuisvest.

Verhuizing in fasen
Het gebouw van ARS wordt nog verduurzaamd en verbouwd, maar de Beeldbank van de HVOL verhuist op 17 juni naar een geschikte zolderruimte in het pand, die al is opgeknapt. Na de gewenste verbouwing kan ook het Winkeltje vanuit ARS worden gerund.

Voorzitter HVOL Gerda van den Berg: “Ik vind het prachtig dat Oud Leiden bij ARS intrekt. Zo maken we optimaal gebruik van een pand met een culturele functie. Een pand dat ook nog eens een heel mooi monument is. Het kan niet beter.”

Tienduizenden afbeeldingen van de stad
De Beeldbank van de Historische Vereniging Oud Leiden bestaat uit een databank met vele tienduizenden historische afbeeldingen van de stad Leiden, die op de website van de HVOL zijn te vinden. De meeste foto’s zijn aangeleverd door leden van de vereniging. De beelden worden vóór de publicatie bewerkt waardoor de kwaliteit verbetert. Ook voegen de vele vrijwilligers die bij de Beeldbank werken, informatie toe. De ruimte bij ARS biedt de Beeldbank letterlijk en figuurlijk meer speelruimte. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de inventarisatie van de collectie van de bekende Leidse fotograaf Jan Holvast met zo’n 800.000 foto’s, waaraan nu hard wordt gewerkt.

Veel publicaties over Leiden
Via het online Winkeltje op de website van de HVOL zijn tientallen publicaties verkrijgbaar die betrekking hebben op Leiden. Voor HVOL-leden geldt een aantrekkelijke korting. Na bestelling kunnen de boeken worden opgehaald of thuisgestuurd. Binnen de Leidse regio worden ze zelfs thuisbezorgd.

Voorzitter ARS Conny Broeyer: “Voor ARS is het fijn samen te kunnen werken met de HVOL. We vullen elkaar mooi aan!”

fotos

Dit weekend was de Morsbunker voor het eerst geopend voor het grote publiek. Omroep Sleutelstad was erbij en spraak Jan-Jaap de Haan over de plannen van de Historische Vereniging Oud Leiden (video). Die heeft namelijk de provincie Zuid-Holland om erkenning van de zogeheten Morsbunker gevraagd. De bunker maakte deel uit van de Atlantikwall en is de enige bunker uit de Tweede Wereldoorlog die nog in Leiden staat.

Daarom heeft de vereniging onderstaand brief geschreven naar gedeputeerde Meindert Stolk.

Graag vragen wij uw aandacht voor een belangrijk gemeentelijk monument aan de rand van de Leidse binnenstad, de zogeheten Morsbunker. Dit bouwwerk is door Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog neergezet als onderdeel van de Atlantikwall, de verdedigingslinie langs de Europese kust om een geallieerde landing tegen te houden. De oorspronkelijke functie van de bunker, een Großschaltstelle type 616, was als telefoonschakelpunt in het communicatienetwerk van de Atlantikwall.

Onze provincie kent nog andere resten van de Atlantikwall, maar de Morsbunker is de enige WO2 bunker die nog in Leiden staat. Bovendien heeft de bunker nog een deel van zijn bijzondere (camouflage) schijngevel en is hij uniek vanwege de ligging midden in de stad. Hierdoor is de bunker het meest tastbare bewijs van WO2 in Leiden en illustreert deze het communicatieve netwerk dat zich ver buiten de kuststrook inlands uitstrekte.

Dit jaar is het 40 jaar geleden dat tevergeefs is geprobeerd de bunker op te ruimen, wat - mede door de drie meter dikke muren - niet gelukt is. Sindsdien is de bunker verder in verval geraakt. Op dit moment wordt het gebied rondom de Morsbunker opnieuw ontwikkeld. Naar aanleiding van een motie van raadslid T. Sandoval Garcia (CDA) c.s. heeft het gebiedsontwikkelingsteam vanuit het Leids college van B&W de taak gekregen om voor de Morsbunker een passende functie te vinden. Dit advies wordt verwacht in de zomer van 2024.
Onduidelijk is nog welke richting dit advies krijgt.

Wij geloven dat de beste invulling voor de Morsbunker een educatieve is. In navolging van andere gemeentes zoals Noordwijk en Den Haag zou de bunker in beheer kunnen worden gegeven aan een stichting bestuurd door vrijwilligers. Wij steunen een actueel initiatief dat hiervoor genomen wordt. Een dergelijke stichting kan zorgdragen voor de toegankelijkheid en regelmatige openstelling om zo het verhaal van WO2 in Leiden te vertellen, in het bijzonder ook aan scholieren. Met de eigenaar van de bunker, de gemeente Leiden, en met fondsen zullen de initiatiefnemers hierover in gesprek gaan.

Om hiervoor een goed plan te kunnen maken en de potentie te verkennen, zijn eerst eenmalige investeringen nodig om de bunker toegankelijk te maken. Vervolgens steunen wij het idee om hierin een expositie (laten) realiseren over de functie van de bunker én Leiden tijdens WO2. Voor de startfase moet de bunker o.a. worden voorzien van nieuwe (ijzeren) deuren, zal de overgroeiing moeten worden gesnoeid en de (resten van de) bijzondere schijngevel weer zichtbaar gemaakt. Van binnen zal de bunker moeten worden droog gepompt, en er moet stroom worden aangelegd. Ook hopen we de uitkijkpost (zgn. Tobruk) weer toegankelijk te maken.

Wij vragen steun van de Provincie om dit mede mogelijk te maken. Een eerste stap daarvoor is de erkenning van de bunker door opname in de door u vastgestelde Erfgoedlijn Atlantikwall en daarmee aansluiting bij de betreffende Erfgoedtafel, die vanuit de provincie wordt georganiseerd. Wij hopen tijdens de eerstvolgende vergadering daarvan op 30 mei een verzoek tot gedeeltelijke financiering van de startfase in te dienen.

 

Beleg is een moderne versie van het toneelstuk “Het Beleg van de stad Leiden”. Dat werd geschreven door Lucretia van Merken in 1774 in het kader van 200 jaar Leidens Ontzet over de rol van Magdalena Moons, de minnares van de Spaanse legerleider Valdez. Vanaf 1774 tot diep in de 19e eeuw werd het jaarlijks uitgevoerd in de Leidse Schouwburg – en nu dus weer. Daar wil je bij zijn!

Het stuk is een coproductie van Historische Vereniging Oud Leiden, Theaterbron.nl en de Leidse Schouwburg – Stadsgehoorzaal. Beleg wordt op 19, 20 en 21 september in de Leidse Schouwburg uitgevoerd. Beleg gaat over een heldin, strijd, dilemma’s, honger én vrijheid. Voor iedereen die het jubileumjaar van Leidens Ontzet wil vieren of geïnteresseerd is in de geschiedenis van Leiden!

Kaarten zijn te koop via de Leidse Schouwburg.

Beleg is mede mogelijk gemaakt dankzij:

  • Gemeente Leiden
  • Druckerfonds
  • Fonds 1818
  • VSB-Fonds
  • Het Cultuurfonds
  • 3 October Vereeniging
  • Sociëteit Amicitia
  • Stichting LOUT

Vanaf dit jaar is er elke Dies een uitreiking van de Oud Leidenprijs. De wetenschappelijke prijs en de publieksprijs worden nu afwisselend uitgereikt. Dit jaar is het de beurt aan de wetenschappelijke prijs. 
Voor deze prijs kan iedereen kandidaten voordragen. Wetenschappelijke publicaties over de geschiedenis van Leiden (in de ruimste zin) komen in aanmerking. Heeft u een suggestie van een werk dat is gepubliceerd in 2022 of 2023? Stuur dan uw suggestie in met de titel van het werk, de naam van de auteur(s) en het jaar van publicatie naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Inzenden is mogelijk tot 1 juni.

Meer informatie over de nieuwe opzet van de Oud Leidenprijs vindt u hier.

Het nieuw reglement leest u hier terug.

Voorzitter van de Historische Vereniging Oud Leiden Gerda van den Berg reikte zaterdag 6 april aan tweede lichting cursisten certificaten Leidologie uit. Deze cursus is een initiatief van de Historische Vereniging Oud Leiden en Erfgoed Leiden en Omstreken. Hij is bestemd voor mensen die in Leiden wonen en meer over de geschiedenis van hun stad willen leren. De cursus in enorm populair en er staan nog honderd Leidenaars op de wachtlijst. 

Tijdens deze tweede cursus Leidologie werd door dertig deelnemers in zes bijeenkomsten ingegaan op de geschiedenis en de monumenten, de bewoners die een rol speelden, de kunst en wetenschappelijke ontwikkelingen, het bestuur en de sociaaleconomische geschiedenis van de stad. De cursus werd verzorgd door docenten die grote kennis hebben van de Leidse historie. 

Naast deze bijeenkomsten kregen de cursisten ook een rondleiding in de depots van Erfgoed Leiden en in de Lakenhal. De cursus werd afwisselend op zaterdagmiddag en donderdagavond georganiseerd op verschillende historische locaties, zoals Ars Aemula Naturae, de Lakenhal, Erfgoed Leiden en in het Sijthoff-gebouw.

 Leidologie 2024 kleinDe belangstelling voor de cursus Leidologie is erg groot. Nog steeds staan er meer dan honderd belangstellenden op de lijst. Daarom overweegt de organisatie in de zomer nog een tweedaagse zomercursus op te zetten. Meer informatie is te krijgen via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

De pleitnota van de Historische Vereniging Oud Leiden bij de hoorzitting van de bezwarencommissie, op 16 februari 2024.

Broddelwerk en juridisch wensdenken.

Bescherm de burger (inwoner en belanghebbenden) tegen aantasting van de rechtszekerheid. Die aantasting begint al met de aanloop: een duidelijk urgentie (corona-terras sociaal nut en economische noodzaak) om in corona-tijd een uitzondering te maken. Iedereen (ook wij) werkten mee. Maar na afloop was het sentiment bij sommigen “nou, dat was fijn, dat blijven we doen”. In oud-Hollands: we zijn gefopt!

Het draagvlak om vaker mee te doen aan dergelijke uitzonderingen wordt er mee geschaad. Je steekt je hand welwillend uit, maar de hele arm wordt genomen. Vervolgens bleek al snel dat Erfgoeddeskundigen (van ELO) aangaven dat het hier om een onaanvaardbare aantasting van het beschermd stadsgezicht ging. Het betreft één van de weinige pleinen die (dit deel van) de stad kent, waarvan de betekenis en het gebruik tot op de dag van vandaag onlosmakelijk verbonden is met het gebruik van de in 1314 gestichte St Pancras kerk.

Het plein heeft niet alleen een historische betekenis, maar ook nu nog is het een plek van ruimtelijkheid, die in zichzelf een belangrijke waarde heeft. Ook de functie bij trouwen en rouwen
en het opstellen van stoeten bij die gelegenheid mag niet onderschat worden. Niet iedere nabestaande wil met zijn overledene na de rouwdienst op een terras eindigen. Ook Erfgoed Leiden e.o. erkent dit belang - adviseerde dus negatief - en daarmee werd een reguliere binnenplanse vrijstelling onmogelijk.

En daarná werd een juridisch geitenpaadje bedacht door het college, dat helemaal niet voor dergelijke situaties bedoeld is. Het artikel (onderdeel 8 van het BOR voor “niet-ingrijpende wijziging”) dat hier gebruikt is, is naar letter én geest bedoeld voor kleine aanpassingen: het verleggen van een inrit, het uitbreiden van een paar parkeerplaatsen in het snippergroep, het verplaatsen van een schuurtje, het ophogen van een carport, of zélfs voor het beperkt verplaatsen van een terras. Niet voor niets staat dit artikel ook wel bekend als de kruimelgevallenregeling.

Het moge duidelijk zijn dat naar omvang en aard het toevoegen van een nieuw terras van 100 m2 op een historische locatie géén kruimelgeval is: het verzet toont dit ook aan. Geachte commissie: stop het misbruik van deze regeling en vernietig dit besluit.

Het is overduidelijk dat voor deze omgevingsvergunning een juridische trukendoos is opengegaan. Als gevolg daarvan heeft geen goede, integrale afweging van belangen plaatsgevonden. Het feit dat het college zegt “dat het terras schuil gaat achter de bomen”, illustreert dat het college deze zaak letterlijk vanuit het café in plaats van vanuit de kerk beschouwt. Dat het terras reversibel is eveneens een gevaarlijke redenering. Dit zou de deur open zetten voor iedere wanstaltige woonark in beschermd stadsgezicht.

Er kan inmiddels gesteld worden dat er geen nut of noodzaak is om dit terras en de inbreuk op het stadsgezicht te rechtvaardigen. Betreffende etablissementen hebben al jaren een terras dat goed functioneert. Zonder een goede integrale afweging wordt hier een ongelukkig precedent geschapen waardoor wij ons grote zorgen maken voor andere historische pleinen, zoals het Pieterkerkplein of het Gerecht. Een terras óp een plein in plaats van aan de rand is een noviteit, die betere onderbouwing vraagt.

Ook voor de terrasvergunning zelf gaat de trukendoos open: 2 van de 3 horeca-etablissementen, hebben op basis van de beleidsregels helemaal geen recht op een terras op deze locatie. Iedere brugklasser met een geodriehoek kan vaststellen dat de beoogde plek niet nabij of tegenover de betreffende horeca voorziening ligt. (Zie verordening Fysieke Leefomgeving Leiden 2020). Dat de 3e partij daarom voor de andere twee een vergunning aanvraagt, kan natuurlijk niet in stand blijven. Ik mag ook geen boom omzagen met de kapvergunning van de buren, en zelfs mijn schoonouders mogen niet parkeren op mijn parkeervergunning. Zo werkt het niet.

Onze laatste zorg is dat er aan de terrasvergunning geen bijzondere eisen van welstand zijn verbonden. Dat is elders nagelaten en leidt tot storende verrommeling waarop (zo leert de ervaring) slechts sporadisch handhaving plaats vindt. Een dergelijke delicate plek verlangt op zijn minst dat een verbod op parasollen en windschermen aanvullend zou zijn opgenomen in de vergunning, evenals een eis om het terras fysiek te moeten verwijderen bij rouw- en trouwgelegenheden. Dat zelfs daaraan niet is gedacht toont de onzorgvuldigheid van dit besluit.

Samengevat:
Nut en noodzaak ontbreken om een dergelijke - onafhankelijk onderbouwde en door het college onderschreven - aantasting van het stadsgezicht en functioneel gebruik van het plein te
rechtvaardigen.
De gevolgde juridische procedure is onjuist en heeft een goede belangenafweging in de weg gezeten.
Bij een goede RO-afweging had historie geprevaleerd boven extra vertier.
De verleende terrasvergunning is onjuist en onvolledig. Verrommeling en illegaal gebruik (medegebruik van andermans vergunning en ruimte) liggen evident op de loer.
Wij verzoeken dan ook om vernietiging van betreffende besluiten.

Het bestuur van de Historische Verenging Oud Leiden (HVOL) maakt in deze zienswijze haar bezwaren kenbaar met betrekking tot de aanvraag omgevingsvergunning zoals gepubliceerd is in de stadskrant van 4 januari 2024. Het betreft de aanvraag omgevingsvergunning met nummer Z/23/3618690 voor herontwikkeling van een horecabedrijf en wijziging gebruik op Prinsessekade 5L.

De aanvraag betreft een vergunning voor een wijziging/vergroting van een horeca bedrijf in een historisch waardevol gebied: het beschermd stadsgezicht. Het plan zoals het is ingediend voldoet naar de mening van de HVOL geheel niet aan de eisen die in deze kwetsbare omgeving gesteld moeten worden. Wij hebben daartoe de volgende argumenten:

Proces en participatie
De Historische Vereniging Oud Leiden is zeer ontstemd over het volledig ontbreken van enige vorm van participatie rond dit voorstel. Bij een horeca-uitbreiding middels nieuwbouw van een dergelijke omvang, mag - zeker gezien het verleden - van uw college verwacht worden dat zij de initiatiefnemer wijst op het belang van goede betrokkenheid van alle belanghebbenden. Of liever nog: dat u zelf de regie in dezen ter hand zou nemen. Ons standpunt inzake de gewenste borging door de overheid van goede participatie veronderstellen wij als bekend. Dit bouwplan toont helaas opnieuw de noodzaak daarvan aan.
Wij betwijfelen bovendien of hier de juiste procedure wordt gevolgd, gezien het ingrijpend karakter van het bouwplan. Het bouwvlak in het bestemmingsplan lijkt hier op enig moment (wanneer?) al aanzienlijk vergroot. Dit voelt als impliciete besluitvorming en dat is ongewenst. Bovendien is het plan naar onze inschatting alsnog in strijd met het geldende bestemmingsplan. Daardoor is een uitgebreidere bestemmingsplanprocedure wenselijk of wellicht zelfs noodzakelijk.
De keuze voor deze procedure en het gebrek aan participatie daarbij, leiden ertoe dat wij dit proces (en daarmee de onderbouwing) als onzorgvuldig beschouwen.

Vorm en volume
Was bij het huidige horeca paviljoen, met het daar lager daarnaast gelegen (onvergunde!) terras nog een poging gedaan te verwijzen naar zeilschepen in de vorm van de puntvormige daken, het nu voorliggende ontwerp is niet anders dan een platte doos zonder enige relatie met de omgeving. Het huidige paviljoen is beperkt van omvang, veelvormig, licht qua constructie en heeft een terras zonder overkapping.
Het nieuwe plan ontbeert deze kwaliteiten en kenmerken en toont mede daardoor geen enkele relatie met het omringende cultuurhistorische stadsgezicht. Het is vanwege de ongelede bouwmassa, de hoogte over de gehele lengte, maat en de schaal een storend element in deze fijnschalige omgeving. Een langwerpige ‘doos’ van deze omvang was indien zij als woonark/-boot was aangevraagd op geen enkele locatie vergund geworden. En terecht. Hiervoor gelden doorgaans eisen van maximaal 18 meter (en bij uitzondering 30 meter), terwijl het hier om een maximale lengte van maar liefst 48 meter gaat.
Er is geen nut of noodzaak om op een dergelijke locatie zo’n bestemmingsplan- en beleidsregeloverschrijdend volume wel toe te staan. Ook zien wij de materialisatie van het plan als niet passend.

Zichtlijnen op het water en de bebouwing
Onbegrijpelijk vinden wij het ontbreken van een deugdelijk zichtlijnenonderzoek bij deze aanvraag. Door de omvang (zowel de lengte, als de hoogte) van het voorgestelde plan wijzigen de zichtlijnen op het water en de bebouwing aanzienlijk. Daar waar in andere projecten (o.a. Singelpark) het versterken van de relatie van oever en water juist het uitgangspunt is, ontbreekt hier enig onderzoek naar de zichtlijn vanaf de Prinsessekade op het water en óver het water in de richting van het Kort Galgewater. Dit is onbegrijpelijk.
Ook andersom: vanaf het Kort Galgewater zal het zicht op de Prinsessekade verstoord worden. De oever en een deel van de gevelwand zullen schuil gaan achter de nieuwe bebouwing. De meegeleverde artist impressions zijn volstrekt onvoldoende (elke bebouwing daarop ontbreekt) en kunnen niet als betrouwbare onderbouwing gelden.

Aantasting van het karakter van de historische haven
Tenslotte zouden er voor het realiseren van dit plan historische schepen moeten verdwijnen. Ons is onduidelijk waar deze schepen naartoe zouden moeten en waarom deze ruimte niet langer zinvol bruikbaar zou hoeven te zijn als ligplaats voor de historische haven. Ook hier ontbreekt onderbouwing en een integrale afweging van belangen.
Ook wijzigt door dit bouwvolume het aanzicht van het gehele havengebied en de Blauwpoortsbrug, voor zover nog waarneembaar na uitvoering van het plan, bepaald niet in gunstige zin. In plaats van aan weerszijden van de Blauwpoortsbrug, zou deze nog slechts aan de Kort Galgenwater-zijde door historische schepen geflankeerd worden. Het bestaande, historische remmingwerk moet ervoor worden gesloopt (en komt niet terug?). De ligplaats zoals nu in de aanvraag is aangegeven, is niet opgenomen in De Verbeelding van het Ligplaatsenplan. Het plan is daarmee in stedenbouwkundige zin onwenselijk.

Relatie met beleid
Wij verwijzen in dit verband ook naar de Erfgoednota 2014-2020, waarin onder Doel 5 (blz. 27) staat genoemd dat Leiden de omgevingskwaliteit en omgevingswaarde versterkt voor een aantrekkelijke stad. Ook wordt onder dit item benoemd dat Leiden streeft naar het behouden, versterken van de leefbaarheid en kwaliteit van het historisch water en groen.
Een belangrijke ambitie uit de Erfgoednota is dat Leiden haar historische omgevingskwaliteit wil behouden, benutten en versterken voor een aantrekkelijke, vitale en toekomstbestendige stad. Erfgoed inspireert in de ontwikkeling van de stad. Daarbij benut Leiden de inspiratie uit het verleden en zoekt aansluiting bij bestaande historische karakteristieken en essenties. Ook menen wij dat hier zonder nadere onderbouwing van noodzaak wordt afgeweken van het geldende uitgangspunt dat nieuwe of uit te breiden terrassen op het water slechts uit dekschuiten mogen bestaan.

Onderhavig plan is volgens ons geheel in tegenspraak met de ambities uit de Erfgoednota 2014-2020. Wij vinden het onbegrijpelijk dat een plan op dergelijke punten in strijd is met gemeentelijke ambities en beleid een instemmend advies van de welstandscommissie zou hebben gekregen. Van een (onafhankelijk) advies van Erfgoed Leiden ontbreekt overigens in het dossier ook ieder spoor.

Het bestuur van de HVOL verzoekt u, op grond van het bovenstaande, de aangevraagde omgevingsvergunning voor de herontwikkeling van een horecabedrijf en wijziging gebruik op de Prinsessekade 5 L niet te verlenen.

De herdenking van Jan van Hout’s sterfdag (12 december 1609) werd dit jaar gehouden op woensdag 13 december 2023 om 12:00 in de Pieterskerk. Wim Bleijie sprak lovende woorden over deze onnavolgbare gemeentesecretaris, die met zijn tomeloze inzet in ruim 40 jaar zoveel goeds voor de stad heeft gedaan. En naast zijn noeste arbeid ter verbetering van het stadsbestuur was hij ook nog eens literair begaafd. Samen met Roos Koole, de voorzitter van de commissie Jan van Hout van de Historische Vereniging Oud Leiden werden een rode en een witte roos in het monument gestoken.

Na eerst waardering uitgesproken te hebben voor de initiatiefnemers van dit herdenkingsteken sprak Martin Hooymans nog kort over de recente ontdekking, dat het graf van Jan van Hout eigenlijk een pilaar naar rechts gelegen had. Gezamenlijk werd daar dan ook deel 2 van deze herdenking gehouden, alwaar een levendige gedachtewisseling ontstond. In ieder geval resulterend in het voornemen om in de nabije toekomst na te streven een bordje met toelichting onder het huidige gedenkteken te doen plaatsen.

Het gedenkteken verplaatsen is om praktische redenen geen optie.

2023 12 13 HerdenkingJanVanHout 04