Op 12-10-1616 verkochten Burgemeesteren aan de brouwer Floris Reyersz. van Swieten drie erven in de nieuwe stadsvergroting aan de noordkant van de Korte Oude Vest (nu Kort Galgewater). Van Swieten bouwde daar een poort met zes huisjes, die door vererving via zijn dochter Aaltje overgingen naar zijn kleinzoon, Jacobus Bugge van Ring. Nadat deze was overleden kwamen ze in bezit van diens zoon Mr. Cornelis Bugge van Ring die op zijn beurt de woningen naliet aan zijn kinderen. Op die manier bleef de Orangiepoort grotendeels in bezit van vijf achtereenvolgende generaties; pas in 1763 werden vijf van de zes huisjes aan Abraham Schrevelius verkocht.

Het zesde huisje werd al eerder in 1721 verkocht aan Jan Groenendijk. De poort wordt in de waarbrief  omschreven als de Orangiepoort uytkomende op de Korte Oude Vest over de Stadstimmerwerff.

De transactie correspondeert met fol. 457 in het Bonboek. De ingang van de poort lag enkele percelen oostelijk vanaf de hoek van de Smidsteeg; ongeveer ter plaatse van het tegenwoordige Kort Galgewater 16-17.

De laatst geregistreerde eigenaar in het Bonboek is Dirk Keun. We vinden hem in 1814 terug in de legger Lantaarn- en Brandspuitgeld op nr. 288, maar het lijkt er op dat de huisjes dan al zijn verdwenen; achter het nummer schuilt waarschijnlijk een onbebouwd terrein. Dat wordt in ieder geval bevestigd door de stadsplattegrond van 1826 waarop de poorttoegang goed zichtbaar is, maar de bebouwing daarachter ontbreekt.  

Veel later in de 19^e eeuw, tussen 1850 en 1870 is op deze plek de Bijleveltshof (45) gebouwd.