Aanvankelijk bestond het idee dat de Sluijerpoort identiek was met de Dirck Hinckens- of Prinsenpoort. Blijkens twee opeenvolgende waarbrieven gaat het echter om twee afzonderlijke poorten die tegelijk op 10-05-1685 door de erfgenamen van Daniel Hecque en Jude du Rieu werden verkocht. De greindroger Dirck Hinckens, gehuwd met Maria Hecque, trad op als verkoper, mede namens zijn schoonzusters en zwagers.
Volgens Waarboek 5V fol. 262 verkoopt Dirck Hinckens een met de letter D getekend huis aan de Jan Vossensteeg aan Jan Pont. Bij de verkoop zijn twee huisjes inbegrepen, staande en gelegen in de Sluijerspoort die zich naast en achter het huis in de Jan Vossensteeg bevinden. De drie huizen worden belend door partij E en aan de andere kant door de voornoemde Jan Pont. Een van de laatste eigenaars is Daniel van der Waart die in het Lantaarn- en Klappergeld 1814-1816 wordt vermeld onder Wijk 6 nr. 972, na 1871 bekend als Jan Vossensteeg 30. De daaropvolgende eigenaar is Abraham van Pijpen.
In de volgende akte op fol. 263 koopt Dirck Hinckens voor zichzelf uit de boedel van zijn schoonouders vier huizen in de Jan Vossensteeg, waarvan één in de steeg zelf en getekend met de letter E (bonboek fol. 523) en drie huisjes in de Prinsenpoort (bonboek fol. 523vso-524vso) die ook naast en achter elkaar staan. Hier worden de huizen belend door Mathijs de Tombe (bonboek fol. 521-522vso) en de voornoemde Jan Pont
De Sluierspoort was waarschijnlijk niet veel meer dan een ‘achterom’ van Jan Vossensteeg 30. Dat lijkt aannemelijk omdat de twee huisjes niet afzonderlijk in het Bonboek zijn geregistreerd. De verkoop aan Jan Pont, dus inclusief de twee voornoemde huisjes, correspondeert met de vermelding in Bonboek West Marendorp Landzijde op fol. 525.
De verkoop aan Dirck Hinckens met de Prinsenpoort (die later naar hem genoemd zou worden) vinden terug op fol. 523 (het principale huis aan de Jan Vossensteeg 28) en de drie huisjes in de poort op fol. 523vso, 524 en 524vso. |