Ook indertijd had men moeite met het onderscheiden van de in de volksmond ontstane poortnamen. Dat blijkt uit Waarboek 5Y fol. 252 toen de erfgenamen van Frans Willemsz. van der Bies op 25-03-1688 een huis verkochten aan Pieter Dosy, staende ende gelegen in de Fockers- ofte Twee Bleyckerspoort. Deze eigendomsoverdracht vinden wij terug in Bonboek fol. 74vso, maar dat is niet in Fockerspoort waarvan de ingang aan de Langegracht vijf huizen oostelijker ligt. Het zou alleen denkbaar zijn wanneer de Twee Bleyckerspoort achter die huizen een verbinding zou hebben met de Fockers- of Breepoort. Maar er is niets wat daarop wijst, hoewel de poortwoningen oorspronkelijk zijn gebouwd op een terrein dat door de ‘poortenkoning’ Anthonis Jorisz. Focker in 1617 werd aangekocht.
Eerder lijkt het bij de vermelding van de ‘Twee Bleyckerspoort’ om een verschrijving te gaan en zal men Tweede Bleyckerspoort hebben bedoeld. Het is mogelijk dat de poort zo werd genoemd omdat zich iets verder op de Langegracht de Boerenpoort bevond die ook wel bekend stond als Bleyckerspoort. In 1684 is echter sprake van de Twee Bleyckersveldenpoort. Die naam kan wellicht verwijzen naar twee bleekveldjes die zich in poort bevonden – maar dat is speculatie.
De laatste in het Bonboek genoemde eigenaars waren de twee zwagers A. P. van der Kun en G.A.M. van Bommel. Waarschijnlijk heeft de poortbebouwing rond 1800 al plaats gemaakt voor het textielbedrijf van beide firmanten. Van Bommel is de geschiedenis ingegaan als politieke ‘windvaan’ en ‘plucheplakker’ die kans zag om zowel tijdens de Bataafse Republiek als onder Napoleon en daarna onder koning Willem I deel uit te maken van het Leidse stadsbestuur.
De poort was gelegen aan de zuidzijde van de Langegracht, halverwege tussen de Volmolengracht en de Mare. Omdat de oorspronkelijke bebouwing aldaar volledig is verdwenen en zich aan dit deel van de Langegracht maar liefst zes poorten bevonden, is de precieze ligging lastig vast te stellen.
Beginnend vanaf de Volmolengracht (Bonboek Nieuwmaren, fol. 34) tot aan de hoek van de Korte Mare (fol. 84vso) was de situatie als volgt:
fol. 34 - 36 vso aan de Langegracht, 5 huizen
fol. 37 - 39vso een naamloze poort
fol. 40 – 4 aan de Langegracht, 3 huizen
fol. 41vso – 48 de Joris- of St. Jorispoort
fol. 48vso - 50vso aan de Langegracht, 5 huizen
fol. 51vso – 56 de Boerenpoort of Bleyckerspoort
fol. 56vso – 61 aan de Langegracht, 9 huizen (op fol. 59 wordt de uitgang van de Poort van Heussen, liggende aan de Oude Singel, ‘overgesprongen’)
fol. 61vso - 67vso de Breepoort [5] of Fockerspoort
fol. 68 - 70 aan de Langegracht, 5 huizen
fol. 70vso - 76 de Twee Bleyckerspoort
fol. 76vso – 79 aan de Langegracht, 6 huizen
fol. 79vso - 81vso de Drolenvauxpoort
fol. 82 - 84vso aan de Langegracht, 6 huizen |